Civis Mundi Digitaal #1
Waarheen is België op weg? (I)
Wim Couwenberg
Met slechts drie samenstellende delen - het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse hoofdstedelijke gewest -, de afwezigheid van enigerlei juridische hiërarchie tussen het federale en deelstaatniveau, bepaalde grondwettelijk verankerde pariteitseisen: pariteit tussen Franstaligen en Vlamingen in de nationale regering, pariteit van Vlaanderen en Wallonië in de volksvertegenwoordiging en de eis van een zesvoudige meerderheid binnen elke taalgroep in elke Kamer) en nog andere politieke complicaties is het Belgische federale model bijzonder problematisch. Dat kan dan ook slechts een overgangsfiguur zijn naar wat anders en beters. Maar wat? Na zoveel jaren van moeizame staatshervormingen en een hernieuwde impasse te dien aanzien wordt het langzamerhand tijd voor reflectie en discussie over de vraag waar men met België op termijn uiteindelijk heen wilt (einddoel België). Pas via een dergelijke discussie kunnen allerlei slepende problemen zoals de kwestie van de financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië en de telkens weer oplaaiende discussie over overheveling van bevoegdheden naar het deelstaatsniveau op afdoende wijze aangepakt worden. De huidige onzekerheid over de toekomst van België belemmert ook de discussie over de ontwikkelingsmogelijkheden van de nieuwe Benelux, waarover elders meer in dit nummer.
Er tekenen zich wat de toekomst van België betreft een drietal tendenties af:
Op korte termijn zijn de eerste twee opties moeilijk te realiseren. Ook de omvorming van België tot een confederatie is zo’n ingrijpende operatie dat zij op korte termijn niet haalbaar lijkt. In Joegoslavië en de Sovjet Unie is zo’n transformatie van het federale staatstype naar een confederatie geprobeerd maar mislukt. In een confederatie houdt België als staat op te bestaan. In plaats van een grondwet als constitutionele grondslag resteert dan slechts een opzegbaar verdrag tussen zelfstandig geworden en intergouvernementeel samenwerkende staten. Krachtens de grondwet van 1970 is Vlaanderen als etnische meerderheid niet gerechtigd de Franstalige minderheid zo’n transformatie op te leggen. Dat moet in onderlinge overeenstemming gebeuren. De vraag is daarbij ook of Wallonië in zo’n Belgische confederatie in staat zou zijn als zelfstandige staat op eigen benen te staan. Of een dergelijk confederaal samenwerkingsverband levensvatbaar is, is zeer de vraag. De eerste optie - uiteindelijk volledige scheiding - valt dan eerder te verwachten. In dat laatste geval moet wel een oplossing gevonden worden voor het probleem Brussel. De Warandegroep stelt voor om van Brussel een Europees district te maken naar het voorbeeld van Washington D.C. Brussel zou ook bij zo’n oplossing kunnen blijven fungeren als hoofdstad van Vlaanderen en desgewenst van Wallonië, meent de Warandegroep. Staatsrechtelijke lijkt me dat toch een curieuze figuur.
Een interessant confederaal alternatief van geheel andere aard dat tot dusverre nog niet in discussie is geweest, is de omvorming van Benelux tot een confederaal samenwerkingsverband, bestaande uit Nederland, Vlaanderen, Wallonië, het Brusselse hoofdstedelijke gewest en Luxemburg. Dat veronderstelt het einde van België als staat. Maar dat is een reële mogelijkheid geworden die niet langer te negeren valt. Zelfs in Wallonië is dat het geval. Uit een recente opiniepeiling blijkt dat ruim een derde van de ondervraagde Franstaligen van oordeel is dat Wallonië zich moet voorbereiden op een splitsing van België. Dat die splitsing een reële optie is geworden, valt de Franstaligen zelf aan te rekenen. Het kernprobleem van België als multiculturele staat is de onbedwingbare expansiedrang van Franstaligen, die hun taal en cultuur verre superieur achten aan de Nederlandstalige cultuur in België. België desintegreert als staat meer en meer, eerst in cultureel opzicht, daarna ook in economisch opzicht en nu dreigt ook een politieke desintegratie. Alleen met kunst- en vliegwerk kan België nog in stand gehouden worden. Dat loopt echter op een gegeven moment vast. Het hier bedoelde alternatief zou voor alle betrokkenen een geheel nieuw politiek en economisch ontwikkelingsperspectief openen. Het zou uiteraard een aanzienlijke versterking betekenen van de onderhandelingspositie van de deelnemende partners in de EU. En dat wordt steeds belangrijker, nu de grote lidstaten steeds meer geneigd zijn EU-zaken voorafgaande aan EU-conferenties onderling te regelen. Qua stemgewicht kan zo’n politieke confederatie gelijkwaardig meepraten met de grote lidstaten en in de EU tevens een voorbeeldfunctie vervullen. Ook buiten de EU opent zo’n confederaal samen optrekken nieuwe boeiende ontwikkelingskansen. Het past ook heel goed in de regionale ontwikkeling binnen de EU. Op korte termijn is deze optie ongetwijfeld een brug te ver. Maar bij de huidige onderhandelingen over de toekomst van de Benelux zou met dit alternatief en perspectief wellicht al rekening gehouden kunnen worden.
Op korte termijn zal in ieder geval een nieuwe staatshervorming gerealiseerd moeten worden, gericht op verdere overheveling van bevoegdheden op sociaal-economisch terrein naar het deelstaatniveau, wil de nieuwe Vlaamse Alliantie als eclatante overwinnaar bij de laatste parlementsverkiezingen haar politieke geloofwaardigheid niet verliezen. Bovendien lijkt het alleszins relevant de inrichting van de deelstaten nu ook te verankeren in een eigen grondwet, zoals dat in een normaal federaal staatsverband het geval is.