Het ongelijk van het conservatisme

Civis Mundi Digitaal #3

door Wim Rietdijk

 

HET ONGELIJK VAN HET CONSERVATISME

Dr C.W. Rietdijk

Het conservatisme, het kwaad en de "progressieve" doctorandussen

De bedoeling van dit artikel is een bijdrage te leveren tot het probleem van progressiviteit en conservatisme, dat we gelijkstellen aan dat van links versus rechts, en waarover al decennialang veel verwarring bestaat. We beginnen met de formulering van een tweetal standpunten die nogal eens te vernemen zijn in conservatieve kring:

1) Het conservatisme beseft beter dan links - laat staan utopisme - welk een belangrijke rol het kwaad speelt in de mens (en dus ook in de samenleving); het heeft (dan ook) een beter antwoord op dat kwade, in de vorm van tradities, religie en sociale bindingen. De rede staat er vaak machteloos tegenover.

2) Progressief beleid en redelijke doctorandussen leggen het (terecht) vaak af tegen traditionele morele intuïties en "de taal van de wijken".

Op standpunt 1) lijkt mij de volgende reactie voor de hand te liggen. Tijdens de Verlichting en de Franse Revolutie was de geldigheid van dit punt uiterst partieel: de "rede" van Robespierre en deels van Napoleon was inderdaad bepaald niet opgewassen tegen het kwade, en er zelfs in niet geringe mate uiting van. Maar gold datzelfde niet evenzeer voor de tradities, religie en standenmaatschappij van (niet alleen) de 18e en 19e eeuw, die de machthebbers buitengewoon goed uitkwamen? En waren Voltaire en de Encyclopedisten uiteindelijk niet "productiever" tegenover het kwaad dan de pausen en koningen van die tijd? Maar inderdaad is het lang een niet geringe vergissing van een grote meerderheid onder de verlichtingsdenkers geweest dat zij meenden dat de mens van nature goed zou zijn, en de problemen oplosbaar door alleen maar vele oude bindingen af te schaffen. 

Verder: was de Victoriaanse moraal beter opgewassen tegen het kwaad dan bijvoorbeeld de NVSH? Uitte het overvloedige agressieve in de mens zich ook niet minstens zo sterk in de mentaliteit van Wilhelm II en de grootheid van vaderlanden, goden en allahs als in de ambiance die loopt van Spinoza en latere humanisten naar moderne bestrijders van seksuele, familie- en religieuze tradities? (Dit vooral in niet-westerse landen waar zulke tradities het sterkste zijn - met tamelijk universele achterlijkheid als gevolg.)

Kardinale vraag: waarom zouden de conservatieve en traditionele waarden, die vooral onder leiding van de machthebbers historisch zijn gevormd, niet ook onbewust vooral op de belangen van dat establishment zijn toegespitst? Ja, is dat "buitengewoon goed uitkomen" van zoëven toevallig of vormt deze situatie een goed voorbeeld van onbewuste "complotten" door maatschappelijke belangen?

Ten aanzien van opvatting 2) stel ik allereerst de vraag: waarom zijn de beleidskaders en idealen van de doctorandussen, de multiculti’s en de zachte misdaadbestrijders die belang hechten aan "vormfouten" en sommige bewijzen als "onrechtmatig verkregen" verwerpen, nu eigenlijk vooruitstrevender dan morele intuïties die minder zwaar tillen aan zulke fouten en die "xenofoob" reageren op roerige Marokkaanse jongeren? En al evenzeer: wat maakt beleidsmakers op het ministerie die "leuk" onderwijs voorstaan, met veel "zelf ontdekken" en afschaffing van grammatica, van de deductieve methode in de wiskunde en van systeem bij geschiedenis, wat maakt die nu eigenlijk vooruitstrevender dan ouders die degelijke kennisoverdracht prefereren? Ja, zij die niets voelen voor de ont-intellectualisering van het onderwijs, die de kern vormt van de vele "onderwijsvernieuwingen", konden best eens dichter bij Voltaire en de Encyclopedisten staan dan de niet te stuiten structuurhervormers. Is het misschien zelfs zo dat Hendrik Jan Schoo gelijk had met zijn stelling dat in de jaren 60 en 70 achter ons links en rechts van positie wisselden?

Mijn interpretatie: het gedeeltelijke gelijk van Schoo past in de gedachte dat in die jaren links in hoge mate tot machthebber werd en daardoor terugviel op diverse anti-verlichte ideologische denkwijzen die ook allerminst sterk in tegenstelling staan tot het kwaad in de mens. Ze relativeren het juist veeleer (softheid en "vormfouten", nurture in plaats van nature). De ideologen in kwestie wantrouwen de rede (onderwijsvernieuwing, postmodernisme, incoherente "moderne" kunst) en laten met graagte immigranten toe uit onverlichte culturen die als "zwakkeren" bovendien neigen hun stem op links uit te brengen. Nee, de "progressieve" doctorandussen zijn veeleer de nieuwe "adel en geestelijkheid" met hun bureaucratische macht, dan dat zij zelfs maar verwant zijn aan Voltaire en het vooruitgangsdenken. Ik meen dat de "morele intuïties uit de wijken" die zich keren tegen multiculti’s, vrijspraak door vormfouten en onderwijs waar stevig leren niet meer centraal staat, zelfs minder ver van hem en dat denken verwijderd zijn dan die doctorandussen.

Al met al stel ik dat de kernfout van Robespierre, Napoleon en Stalin niet zozeer was dat zij te weinig deden aan tradities en niet-rationele "bindingen", maar dat ze de kritische rede via geweld en ideologie - zoals rondom "vijanden van de Republiek", nationalisme en dogma’s over het proletariaat - grotendeels wisten uit te schakelen. Het was steeds het ontbreken van vrije discussie - van een vrije rede - dat het kwade in de mens enorme kansen gaf, veel meer dan een teveel "ontkaderde" rede zelf.

Oorzaken van "onbedoelde bijwerkingen" en misstanden meer algemeen

Ik ga verder in op enkele andere onderwerpen die eveneens de relatie links-rechts betreffen. Allereerst het probleem van de zogenaamde onvoorziene en onbedoelde bijwerkingen van ("te snelle") hervormingen. Dit probleem lijkt mij overschat. Hebben we immers niet al decennialang de tijd gehad om "onvoorziene en onbedoelde" gevolgen van bijvoorbeeld de al genoemde vérgaande ont-intellectualisering van het onderwijs radicaal terug te draaien? En geldt niet iets soortgelijks ten aanzien van die van een "modernisering en humanisering" van het strafrecht die onder meer inhouden dat veelplegers - die de meeste criminaliteit voor hun rekening nemen - "het recht" hebben om ook na hun tiende veroordeling weer op ons te worden losgelaten? Is het ook moeilijk om de voortplanting van criminelen tot in hun gevangenschap terug te draaien?

Of neem het uit de hand lopen van de immigratie uit streken met laag gemiddeld IQ. (Zie Richard Lynn en Tatu Vanhanen: IQ and the Wealth of Nations, 2002.) Vergelijk ook hoe men jarenlang het onvoorziene aantal WAOers liet stijgen. Nee, het is zelden te laat om vitale fouten of bijwerkingen van op zichzelf goedbedoeld beleid te corrigeren. Wat doet zulk een redres dan toch zo vaak uitblijven? Mijns inziens vormen (ondoorzichtige) deelbelangen hier de voornaamste verklaring, en al helemaal niet zijn een "te weinig door traditie en conventionele bindingen beheerste" rede en revolutionaire hervormingen verantwoordelijk. Het voorgaande correspondeert ermee dat vele "onbedoelde" gevolgen allesbehalve betreurd worden door machtige vested interests en dat we opnieuw een voorbeeld zien van het (veelal onbewuste) kwade in de mens "dat zo moeilijk door de rede te bestrijden valt".

Wat we mijns inziens nodig hebben om dat kwade te beheersen is niet zozeer voorzichtigheid bij het afschaffen van tradities, oude denkgewoonten en groepsbindingen alswel juist méér rationaliteit. Namelijk die rede die men - in plaats van taboes, tradities en "het irrationele in de mens" omzichtig te ontzien - al lang vóór Pim Fortuyn op immigratie en andere heilige koeien had moeten loslaten. Denk hier ook aan de al genoemde onaantastbaarheden in het recht ("vormfouten" enzovoort) en aan de zelden bekritiseerde mythe dat slecht leren veel meer door "de structuren" van het onderwijs dan door grotendeels genetisch bepaalde domheid wordt bepaald. (En verder door geringe interesse in geestelijke inspanning en uitgestelde bevrediging waarvan de aanlegcomponent nog onduidelijk is.)

Dit alles wil zeggen: het cruciale wat er mis was met de ideeën en systemen van Robespierre, Napoleon, Hitler en Stalin - het radicaal censureren of devalueren van de kritische, ontmaskerende, taboe-doorbrekende en alternatieven voorstellende rede -, én wat er bij ons op veel minder extreme wijze niet deugt, zijn van gelijksoortige aard. Ook wij laten de kritische en onafhankelijke rede niet vrijelijk los op (taboes wat betreft) immigratie, misdaadbestrijding en de genetische component bij slecht leren, wangedrag en armoede. We komen dan tot een kardinaal punt dat niet alleen centraal staat bij de tegenstelling progressief en conservatief, maar ons brengt bij de kern van het machtsmechanisme. Mijn stelling is hier dat niet slechts het genoemde niet redresseren van vele "onvoorziene bijwerkingen" maar veel algemener de meeste misstanden in de maatschappij überhaupt, nu juist precies voortkomt uit diverse niet rationele bestanddelen van ons waardestelsel en onze cultuur meer algemeen. Zo werkt ongecontroleerde macht, waaraan irrationele en dus ondoorzichtige cultuurbestanddelen steeds weer schuilgelegenheid boden en bieden.

Enkele concrete voorbeelden; survival of the fittest van cultuurbestanddelen

1) Het immigratievraagstuk werd, en wordt deels nog, door taboes buiten de vrije discussie gehouden waardoor "progressieven" die op jacht zijn naar stemmen van zwakke immigranten ongehinderd hun gang konden gaan inzake het binnenlaten van dezen.

2) De "zwakkeren-industrie" heeft enorm baat bij de eenzijdige toeschrijving van armoede, misdaad, slecht leren, verslaving enzovoort aan nurture-factoren in plaats van ook de genetica erbij te betrekken. Eysenck, Jensen en Buikhuisen schonden dit taboe.

3) Ondanks het feit dat 54 % van de Nederlanders het bij enquêtes rondom 2000 eens was met mijn voorstel om ouders van zwaar gehandicapte jonggeborenen het recht te geven te kiezen voor euthanasie, diende geen enkele politieke partij een daartoe strekkend wetsvoorstel in..

4) Hoewel grote meerderheden voor veel strengere straffen zijn, gaat de softheid praktisch onverminderd voort.

Op al deze terreinen zien we twee dingen: ten eerste wordt door taboes en doodzwijgen van vele argumenten de rede buiten de deur gehouden en ten tweede profiteren bepaalde deelbelangen [zeer duidelijk bij 1) en 2)], of zet een algemenere relativistisch-egalitaire ideologie zich door waarmee - zoals met elke ideologie - al evenzeer grote belangen zijn gemoeid [2), 3) en 4)]. Voor concreter uitwerking van dit laatste zie mijn website door het woord Scientifization te "googelen". In al deze gevallen zien we het tegendeel van een uit de hand gelopen "Verlichting" die te weinig door "conservatieve" tradities of andere gevoelsmatige bindingen voor ontsporingen zou worden behoed.

We zien ook opnieuw dat het kwade in de mens zich juist verschuilt in niet bewust geordende en dus manipuleerbare cultuurbestanddelen zoals rechts ze zo vaak koestert: nationalisme, orthodoxe religie, seksuele repressie, hiërarchische familieverhoudingen, taboes enzovoort.

Conservatieven stellen verder meestal dat tradities die zich eeuwenlang staande hielden, dit konden doen via een sociaal-cultureel survival of the fittest. Dat klinkt aardig en niet onlogisch; de vraag is alleen of dat "fittest" nu doorgaans betekent: "het meest bevorderlijk voor menselijk welzijn", òf neerkomt op: het meest geschikt - in onze hogelijk door machtsstrijd bepaalde geschiedenis - om hen die volgens zulke tradities leefden, in die strijd vaak te doen prevaleren. De (in hoge mate irrationele) cultuurbestanddelen die in het nazisme vooropstonden waren zelfs zo "fit" dat de hele wereld eraan te pas moest komen om ze de baas te worden...

Echt progressief is de uitbreiding van de vrije discussie tot irrationele cultuurbestanddelen en menselijke neigingen, van tradities en religies tot ideologieën en taboes

Het voorgaande betekent dat wat we nu juist niet moeten doen is, de rede, de verlichte denkwijze en het wantrouwen ten opzichte van overgeleverde ideeën en gevestigde belangen een minder belangrijke plaats geven. Bijvoorbeeld door een massale filosofische relativering van die rede (existentialisme, postmodernisme, veel wetenschapsfilosofie,...). Of door taboeïsering van off-mainstream-gedachten over immigratie en over genetische oorzaken van criminaliteit, asocialiteit en slecht leren op school. Of ook via de conservatieve gedachtewereld. Het meest wezenlijke in dit hele verband lijkt mij het al aangeduide besef dat er één gemeenschappelijke oorzaak is aan te wijzen van wat er mis was of is met linkse dictaturen (Robespierre, Stalin,...), rechtse dwangsystemen (de ancien regimes, fascisme,...), en de euvelen van pre-verlichte Derde-Wereld-waardenstelsels en -tradities. Én wel precies dezelfde oorzaak als waarmee wij westerlingen zelf te maken hebben bij onze eigen, veel minder ingrijpende, euvelen (taboes, vooroordelen, ondoorzichtige bureaucratie, stroperige vested interest-complexen,...). En die gemeenschappelijke oorzaak is: het op zeer diverse manieren doen zwijgen van de kritische rede, toegepast op letterlijk alle terreinen en objecten: machthebbers, gevestigde belangen, ideologieën, bureaucratieën, taboes,... Die "zeer diverse manieren" bestaan bij ons vooral in het ontzien van taboes, in other-directed conformisme en in het doodzwijgen van gedachten die aanstoot geven aan prominente delen van het establishment. Nadat de seksuele taboes nu grotendeels zijn overwonnen, houden links en het meeste rechts nog steeds denkverboden in stand inzake immigratie en genetische oorzaken zoals eerder genoemd. Menselijk leven heet in dit kader ook onaantastbaar. (De Mens werd de nieuwe god: geen eugenetica, geen euthanasie bij Down syndroom,...) Niemand zegt ook hardop dat er wel eens belangen kunnen zijn gemoeid met het idee dat er bijna alleen sociale oorzaken zijn bij "achterstandssituaties", en geen genetische.

Twee conclusies: Het wapen bij uitstek tegen ideologieën, van links, rechts of geïmpliceerd door tradities, is de ontmaskerende én constructieve rede. En: die rede schiet niet tekort doordat de mens inderdaad verre van geheel rationeel is, maar doordat conservatieven en vele anderen haar toepassing beperkt willen houden, vooral omdat ze een bedreiging vormt voor dat irrationele, zoals ideologie en verhulde bedoelingen. Ook een krokodil is "verre van geheel rationeel", maar dat neemt niet weg dat hij volledig door de rationele wetenschap kan worden bestudeerd, ook in zijn niet-rationele aspecten.