Civis Mundi Digitaal #7
Wim Couwenberg
Bespreking van: Karel de Vries, Corporate Entity. Over het wezenlijke in werken en ondernemen, Uitgeverij Ten Have, Kampen, 2011, 368 blz.
Bijzonder managementboek van excellent saneerder
Dankzij de managerial revolution en in aansluiting hierop de ontwikkeling van een nieuwe tak van kennis en kunde als beheersingsinstrument vindt het westers-liberale beschavingstype in het moderne management het instrumentarium voor een meer rationeel verantwoorde sturing van economische, maatschappelijke en politieke ontwikkelingsprocessen. Dat creëert nieuwe mogelijkheden tot verdere beheersing daarvan, maar ook nieuwe risico’s en problemen die voedsel geven aan hernieuwde maatschappijkritiek. Die kritiek spitst zich vooral toe op het steeds verder doorwerkende beheersings- en maakbaarheidsdenken van het Angelsaksische, op winstmaximalisatie en korte termijn gerichte managementmodel en het gemechaniseerde wereldbeeld dat daarachter schuil gaat. Die kritiek spitst zich onder andere toe op de eenzijdige nadruk op cognitieve intelligentie. Daar tegenover wordt als correctie hierop gewezen op het belang van emotionele intelligentie. Als synthese tussen beide wordt voorts gepleit voor spirituele intelligentie met integratie van gevoel en verstand en openheid voor vragen van zingeving als hoeksteen.
Dit boek is daarvan een treffende illustratie en bevestiging. Het is geschreven in de geest van een motto dat ontleend is aan de vermaarde Weense psychiater Viktor Frankl. Leven is niet in de eerste plaats een zoektocht naar pret en plezier of naar macht maar naar betekenis, zo luidt dit motto. Twee weken na beëindiging van het manuscript is de auteur plotseling overleden, 62 jaar oud. Hij was een succesvol voorbeeld van wat men tegenwoordig verandermanagement noemt, een saneerder in hart en nieren. Hij zag het als zijn roeping ondernemingen weer gezond te maken. Gaandeweg begon hij zijn ervaringen als manager op papier te zetten, eerst voor zichzelf, later in artikelen en tenslotte in dit bijzondere managementboek. Bijzonder omdat het de zo vaak beschreven oppervlakte van zijn vak verre overstijgt en in de diepte duikt met zijn reflectie op de grote filosofische vragen die daarbij rijzen. Zodoende vinden we in dit boek fundamentele inzichten over leven, werken en leiderschap, met grote overtuiging en gedrevenheid geformuleerd in toegankelijk managementproza. Wel zou het iets compacter geschreven kunnen zijn. Er zit teveel herhaling in van wat de auteur te zeggen heeft.
Yin-yang principe
Hij vindt de vrije markteconomie op zichzelf het beste systeem, maar wel onder het voorbehoud van een duidelijke relativering. In het differentiatieproces van de moderne samenleving met een groeiende verscheidenheid van relatief autonome subsystemen is het wel de economie die als subsysteem steeds meer dominant is geworden en daardoor de hele samenleving met haar specifieke economische waarden en prioriteiten doordringt en overheerst. Dat heeft geleid tot een aantal verstoorde relaties, waar de auteur in het eerste hoofdstuk grondig op in gaat. Het economische systeem ligt niet langer ingebed in het ecologische, het sociaal-maatschappelijke en het democratische systeem. Het economisch handelen is nog uitsluitend georiënteerd op economische kengetallen. Populair gezegd: geld regeert de wereld in plaats van omgekeerd. Opvallend in de managementfilosofie van de auteur is de grote rol die het oeroude yin-yang principe daarin speelt. In mijn eigen terminologie denkt hij sterk vanuit een polair dialectisch werkelijkheidsbesef. Hij ziet het hele leven zich voltrekken in het kader van de interactie tussen het stabiliserende (yin) en het vernieuwende (yang) principe.
Het boek wordt besloten met een prachtig hoofdstuk over dienend meesterschap dat eveneens in het teken staat van het yin-yang principe. Daarin komt hij, zoals gezegd, op voor het grote belang van emotionele en spirituele intelligentie als complement van cognitieve intelligentie bij het leiden van organisaties. Zijn opkomen voor spirituele intelligentie doet denken aan de new age spiritualiteit. Maar dat geldt niet langer als iets zweverigs en heeft inmiddels ook in de management-literatuur een positief onthaal gevonden. De vraag is wel wat daar precies mee bedoeld wordt. Een verhelderend onderscheid in dit verband is dat van Ken Wilber tussen prerationele uitingen van spiritualiteit die teruggrijpen op het magische en mythische stadium van geestelijke ontwikkeling en transrationele, op het rationele denken voortbouwende en tegelijk overstijgende vormen van spiritualiteit. In zijn visie op dienend meesterschap geeft hij van dat laatste op overtuigende wijze blijk. Een diepzinnig management boek als intellectuele neerslag van een rijke managementervaring.