Bijzondere leerstoel Filosofie van de geneeskunde en de maakbaarheid van de mens - een toelichting

Civis Mundi Digitaal #8

Bijzondere leerstoel Filosofie van de geneeskunde en de maakbaarheid van de mens

 

Filosofie van de geneeskunde

Filosofie van de geneeskunde is het vakgebied dat reflecteert op de grondslagen en de praktijk(en) van de geneeskunde, een breed gebied dat zowel wetenschapsfilosofie en epistemologie, wijsgerige antropologie als ethiek omvat. De afgelopen decennia heeft vooral de ethiek een belangrijke rol gespeeld. Medische ethiek heeft terecht een vaste plek verworven in de praktijk van medisch wetenschappelijk onderzoek, (richtlijnen voor) directe patiëntenzorg, organisatie van de gezondheidszorg en toegang tot het verzekerde pakket en de medische curricula. Zij heeft zich internationaal als volwaardig vakgebied en multidisciplinair onderzoeksveld gevestigd. Hiermee vergeleken zijn andere aspecten van de filosofie van de geneeskunde echter wat in ontwikkeling achtergebleven. Een eigenstandige leerstoel filosofie van de geneeskunde is daarom van groot belang om reflectie op de medische praktijk en het biomedisch onderzoek te stimuleren.

 

Maakbaarheid

Het idee van de maakbare mens is een centraal thema binnen de filosofie van de geneeskunde. ‘Maakbaarheid’ is een leidende vooronderstelling van de gehele moderne wetenschappelijke geneeskunde, die ernaar streeft om het menselijk lichaam en haar werking geheel te doorgronden en daardoor ziekte en handicaps uit te bannen. Het menselijk lichaam wordt immers sinds Descartes en LaMettrie als een te repareren machine geduid. Vanuit de (toegepaste) neurowetenschappen komt de laatste tijd ook in toenemende mate de maakbaarheid van het brein op de agenda te staan; dit raakt direct aan ons begrip van de mens en de relatie tussen lichaam en geest. Het laatste decennium is er bovendien toenemende aandacht voor mogelijkheden om mensen te verbeteren voorbij het gezonde of ‘normale’: human enhancement of mensverbetering. Binnen de geneeskunde speelt dit bijvoorbeeld al heel concreet in de cosmetische chirurgie, de voortplantingsgeneeskunde en de sportgeneeskunde. Op deze (en andere) terreinen lijken de grenzen tussen ziek en gezond, en tussen preventie, behandeling en verbetering te vervagen. Mede door deze ontwikkelingen staan de doelen en grenzen van de geneeskunde in toenemende mate - ook internationaal - ter discussie. Rondom human enhancement en de rol van de geneeskunde daarbij bestaat inmiddels een felle internationale filosofische discussie met uitgesproken voor- en tegenstanders, die zich beroepen op fundamenteel verschillende mensbeelden, opvattingen omtrent het goede leven en politiek-filosofische posities.[1]

 

Onderzoek

Vanuit de leerstoel zal onderzoek opgezet en uitgevoerd worden dat zich richt op het thema van de maakbaarheidsgedachte in relatie tot de geneeskunde, en in het bijzonder op het thema van human enhancement. Dit onderzoek zal aansluiten bij de internationale filosofische discussies over de wenselijkheid van human enhancement, en over doelen en grenzen van de geneeskunde. Ook de betekenis van de ontwikkelingen in de neurowetenschappen voor ons mensbeeld en voor opvattingen over maakbaarheid behoort tot de onderzoeksthema’s.

Het onderzoek zal enerzijds uitgaan van filosofische theorieën rond concepten als ziekte en gezondheid, autonomie en identiteit, maar zal anderzijds ook steunen op kennis van concrete medische praktijken en medisch-wetenschappelijke ontwikkelingen. Met het onderzoek wordt zowel een bijdrage geleverd aan theorievorming op het gebied van de filosofie van de geneeskunde, als aan de discussies rond de maakbaarheid van de mens zoals die binnen de medische beroepsgroep, het gezondheidsbeleid en in het publieke debat worden gevoerd. De bedoeling is filosofische theorie en reflectie te verbinden met de praktijk.

Belangrijke onderzoeksvragen zijn bijvoorbeeld: met welk uiteindelijk doel worden enhancement technologieën ontwikkeld en ingezet, met andere woorden: welke visie(s) op het goede leven zijn voorondersteld in enhancement projecten? Hoe beïnvloeden biomedische technologieën en enhancement technologie onze identiteit als individu en als mens? Welke rol speelt de maakbaarheidsgedachte in de geneeskunde en hoe verhoudt zich dat tot de doelen van de geneeskunde en de rol en het handelen van artsen?

 

Onderwijs en maatschappelijke dienstverlening

Naast onderzoek zal de leerstoel ook een bijdrage leveren aan het onderwijs, met name het filosofie- en ethiekonderwijs aan de medische faculteit. Naast onderwijs in het medische basiscurriculum wordt ook onderwijs gegeven aan artsen in opleiding tot specialist en wordt een Minor Ethiek en filosofie aangeboden die toegankelijk is voor studenten van alle faculteiten.

Een andere doelstelling van de leerstoel is om een bijdrage te leveren aan het maatschappelijke debat over maakbaarheid van de mens en andere onderwerpen die binnen het gebied van de leerstoel vallen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan deelname aan discussiefora en openbare debatten, het houden van publiekslezingen, publiceren in publieksmedia en optreden voor radio of tv.

 

Leerstoelhouder

Maartje Schermer (1969) is de eerste leerstoelhouder. Zij is opgeleid als arts en filosofe aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 2001 promoveerde op een proefschrift over het begrip ‘autonomie van patiënten’ in theorie en praktijk. Zij deed onderzoek naar onder andere het ‘goede leven’ voor demente patiënten, het ontwikkelen van een pragmatische ethiek voor een technologische samenleving, telezorg, neuro-enhancement, genetisch testen, wensgeneeskunde en anti-aging medicine. Van 2002-2004 werkte zij part-time als adviseur bij de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, waar ze betrokken was bij het opzetten van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid. Sinds 2003 werkt ze bij de afdeling Ethiek en Filosofie van de Geneeskunde van het ErasmusMC.

Schermer is redacteur van Filosofie en Praktijk en voorzitter van de Vereniging voor Filosofie en Geneeskunde (VFG).

 

 

 


[1] Zie M. Schermer, De maakbare mens: utopie, dystopie of realiteit? In Civis Mundi  3, 2011