Civis Mundi Digitaal #11
Maarten van Rossem en Jean Pierre Geelen, Een fotoboek. Nederland en de Nederlanders, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2011.
Maarten van Rossem en Jean Pierre Geelen, Een fotoboek. Nederland en de Nederlanders, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2011.
Dit is een prachtig fotoboek over Nederland en Nederlanders met daarin ook een prachtige tekst van de historicus Maarten van Rossem over de vraag wie zijn wij eigenlijk? Daarin stelt hij opnieuw onze nationale identiteit ter discussie en onderbouwt zijn betoog bovendien met een reeks van op zichzelf interessante feiten en cijfers die zijns inziens nopen tot grote nationale tevredenheid. Op zichzelf een boeiend betoog bij al die prachtige foto’s. Al koestert Van Rossem een links imago, feit is dat hij helemaal vergroeid is met de gevestigde politiek en met de multiculturele verzuilingstraditie van onze samenleving en uit dien hoofde het concept van een nationale, i.c. een Nederlandse identiteit blijft ridiculiseren. Hier tegenover stel ik dan op mijn beurt nog eens dat de idee van een nationale identiteit op meer stoelt dan op simplistische generaliseringen en stereotypes, op verzonnen tradities en kunstmatige constructies die een bestendigheid in de tijd veronderstellen die niet beantwoordt aan enige historische realiteit. Bovendien vindt de multiculturele verzuilingstraditie sinds de jaren tachtig een nieuwe etnisch-culturele expressie in het multiculturalisme en als zodanig ook nieuwe waardering aan linkse zijde?[1] Tijdens de discussie over de opstelling van een historisch canon werd door Van Rossem opnieuw teruggegrepen op die verzuilingstraditie en met stelligheid beweerd dat Nederland nu eenmaal een samenstel is van allerlei verschillende identiteiten en nationale identiteit derhalve een fictie is.[2]
Mits we nationale identiteit opvatten als een complex en dynamisch concept, is het niettemin een wetenschappelijk serieus te nemen begrip en vindt het als zodanig in Nederland sinds de Fortuyn-revolte in brede kring erkenning. In nationaal verband overkoepelt het allerlei bijzondere identiteiten en loyaliteiten evenals uiteenlopende tradities en duidt het zodoende op een zekere mate van culturele integratie; in internationaal verband ontpopt het zich daarentegen juist als de expressie van culturele pluriformiteit.
Als deelgenoten van verschillende identiteitsbepalende verbanden zijn we steeds dragers van een meervoudige identiteit. In een vrije samenleving is de invulling en ontwikkeling van nationaal identiteitsbesef uiteraard inzet van voortdurende rivaliteit tussen verschillende tradities; in Nederland in het bijzonder tussen de confessionele traditie van christelijke, i.h.b. calvinistische huize en de liberale of rekkelijke traditie die teruggaat tot de regentenklasse van de Republiek. Een homogene nationale identiteit is in zo’n omgeving dus uitgesloten. Vandaar dat de Nederlandse identiteit allerlei tegenstrijdigheden in zich bergt zoals bijvoorbeeld een neiging tot moralisme en pragmatisme en zowel een egalitaire als een diepgewortelde regententraditie die sinds de negentiende eeuw hand in hand gaat met een monarchale traditie en zowel een sterk gekoesterde tolerantie- als consensustraditie. Zij is ook in voortdurende ontwikkeling en onderhevig aan een periodiek proces van reconstructie. Wanneer dringt dat eindelijk eens door tot het brein van deze veelzijdige historicus.
SWC
[1] Zie Dick Pels, Een zwak voor Nederland, 2005, pp. 116-122
[2] Zie M. van Rossem, Een historische canon, in: Maarten van Rossem (red.), De wereld volgens Maarten van Rossem, 2005, pp. 166-169. Zie ook A. Nuis, Op zoek naar Nederland, 2004, p. 220