Civis Mundi Digitaal #14
Paul van Velthoven*
Nog altijd krijgt Jean Monnet de eer er in geslaagd te zijn na de Tweede Wereldoorlog de Europese staten op doeltreffende wijze tot samenwerking te hebben bewogen. De bijzondere rol van Robert Schuman, de Franse premier die in 1950 als aanzet voor die samenwerking het plan lanceerde voor een Europese Kolen- en Staalgemeenschap, zou alleen dank zij de hulp van Monnet mogelijk zijn geweest. De econoom Monnet was inderdaad ten nauwste betrokken bij deze samenwerking. Hij was ook de gangmaker van het Franse economisch herstel na de oorlog en had voor de oorlog zijn sporen verdiend als vooraanstaand diplomaat van de Volkenbond, de voorganger van de Verenigde Naties. Toch was het Schuman die voor het grootste obstakel voor die Europese samenwerking na de oorlog een passende oplossing bedacht, namelijk hoe om te gaan met het overwonnen Duitsland.
Het is nu haast niet meer voor te stellen hoe groot de vrees bij de geallieerden was voor een Duitse herleving en dit ondanks het feit dat zij er nu gezamenlijk de baas over waren. De Amerikaanse minister Henry Morgenthau meende dat Duitsland tot een landbouwstaat moest worden teruggebracht. Frankrijk, de duizendjarige erfvijand van Duitsland, streefde er onder De Gaulle’s leiding ook naar de industriële en militaire kracht van het land voor altijd te breken. Schuman stelde het op het eerste gezicht meest onwaarschijnlijke voor: een oplossing gebaseerd op verzoening, waarbij beide landen een deel van hun macht zouden moeten inleveren aan een supranationale instelling. En het meest opmerkelijke: met de Kolen- en Staalgemeenschap slaagde hij daarin ook en legde daarmee de basis voor een langdurige samenwerking tussen beide landen.
Een verfrissende kijk daarop levert het opmerkelijke proefschrift dat Margriet Krijtenburg schreef over de man die wel de vader van Europa is genoemd. Zij bestudeerde Schumans gedachtegoed en geestkracht. Een boek dat daardoor op het juiste moment komt nu de Europese samenwerking een van zijn grootste crises doormaakt. Want het probleem waar Schuman mee worstelde deed bepaald niet onder voor de uitdaging waar de Europese Unie nu voor staat. De diepe wonden die oorlog had geslagen waren nog allerminst geheeld. Er heerste alom wantrouwen, de Koude Oorlog tussen Oost en West woedde op zijn hevigst, het communistische gevaar was verre van denkbeeldig.
Schuman concentreerde zich in zijn plan op het gebied waaruit hij zelf afkomstig was, Lotharingen. In 1886 als Duitser geboren werd hij na de Eerste Wereldoorlog Fransman, toen Frankrijk het gebied terugkreeg dat het in de Frans-Duitse oorlog van 1870 had verloren. Lotharingen, de eeuwige twistappel tussen Duitsland en Frankrijk, leverde met zijn kolen- en staalvoorraden niet alleen de brandstof voor de oorlogvoering, maar ook voor de nationale economie. Geboortig uit deze streek was Schuman van kinds af aan vertrouwd met de erfenis die Lotharingen speelde in de Frans-Duitse conflicten. Om daarin een verzoenende rol te kunnen spelen en daarvoor tevens een adequate oplossing te bedenken was, zo maakt Krijtenburg duidelijk, zijn geestelijke overtuiging van beslissend belang. Als overtuigd en diepgelovig katholiek was hij geraakt door het nieuwe sociale denken dat paus Leo XIII (1878 - 1903) in zijn encyclieken had geïntroduceerd. Dat was de basis voor het succes van de politieke actie die Schuman later ondernam.
Als jongen had Schuman aanvankelijk priester willen worden. Maar zijn directe omgeving overtuigde hem ervan dat hij waardevoller zou zijn als ‘saint laïque’. Zo belandde hij in de politiek en werd hij tijdens het interbellum vertegenwoordiger in het Franse parlement namens een district in Lotharingen. De begaafde jurist die zijn opleiding had gekregen aan Duitse universiteiten, maakte zich als Frans parlementariër het burgerlijk recht van zijn nieuwe vaderland eigen. Hij slaagde er in de rechten die Elzas Lotharingen onder Duits bestuur had verworven waaronder het door de staat betaalde godsdienstonderwijs, te integreren in het Franse republikeinse bestel. Een prestatie van formaat. Het geheel van eigen wetten en bepalingen dat daarvoor in aanmerking kwam, werd later bekend als de Lex Schuman. Deze bleek recht te kunnen doen zowel aan de wensen van de inwoners van Elzas Lotharingen als aan de Franse staat. De leidende beginselen ervan zouden doorwerken bij de formulering van de Europese samenwerking in de jaren vijftig.
In zijn juridische arbeid hielp hem het neothomistische denken dat katholieke intellectuelen zich rond de eeuwwisseling op aansporing van paus Leo XIII eigen maakten. In de visie van Thomas van Aquino konden geloof en rede met elkaar verzoend worden door beide complementair aan elkaar te maken. Schuman bestudeerde de filosofie van de Middeleeuwse denker uitermate grondig. Thomas streefde naar een onderlinge harmonie die recht deed aan alle onderdelen van het probleem. Dat wierp zijn vruchten af bij Schumans studie van het internationale recht.
Eerste aanzet tot een supernationaal Europa
Schuman stond in zijn inzichten bepaald niet alleen. Krijtenberg schetst aan de hand van een aantal prominente katholieke en protestantse denkers het geestelijke klimaat waarin de Franse staatsman opereerde. Deze denkers onder wie Jacques Maritain, Romano Guardini, Denis de Rougemont en Christopher Dawson probeerden in een eeuw van verschrikkingen de relevantie van het christelijk geloof te herontdekken en zo mogelijk dienstbaar te maken aan een nieuw Europees ideaal. Schuman bevond zich aan het einde van de jaren veertig in de unieke positie daar als Frans minister van Buitenlandse zaken vorm aan te kunnen geven. De omstandigheden noopten hem daar ook toe. Duitsland moest op enigerlei wijze in een Europees samenwerkingsproject worden opgenomen, nu de Koude Oorlog op zijn hevigst woedde. De haard van nieuwe spanningen tussen beide landen moest worden geëlimineerd, maar de grote vraag was hoe. Monnet had bedacht dat er een nieuwe bufferstaat zou moeten worden geconstrueerd voor Lotharingen en het Saar- en Roergebied, welke laatste vanwege zijn enorme economische belang na de oorlog onder Frans bestuur was geplaatst. Daarin zouden de Fransen de beslissende stem krijgen. Het bleek een irrealistische oplossing waarvoor hij de handen niet op elkaar kreeg.
Schuman bepleitte een supranationale aanpak en had daarvoor vooraf de instemming van Adenauer gekregen toen hij op 9 mei 1950 in een verklaring voor het Franse parlement, het zogeheten Plan Schuman, wereldkundig maakte. De kolen- en staalproductie zou onder het beheer van een Hoge Autoriteit worden geplaatst. Aan de beoogde supranationale aanpak deden ook Italië en de Benelux mee. In 1952 werd de Europese Kolen en Staalgemeenschap opgericht, de eerste stap naar Europese integratie. De meer praktische uitwerking van het plan was het werk van Monnet. Daarom bleef het idee overheersen dat het plan vooral zijn werk was geweest en dat Schuman slechts de politieke verantwoordelijkheid daarvoor had genomen. Dit beeld wenst Krijtenburg te corrigeren. Zij vond in het in 2007 geopende Schuman archief in Sky Chazelles de bevestiging daarvan. Schuman was echter geen man om zich op de voorgrond te plaatsen. En omdat het plan doorging voor het werk van Monnet overheerste van begin af aan de indruk dat de samenwerking vooral was ingegeven uit economische overwegingen. Schuman dacht veel breder. Economische samenwerking was geen doel op zich. Hij streefde naar een werkelijk Europese gemeenschap via een stap-voor-stap-methode waarvoor hij een supranationaal gezag voorzag op die terreinen waarvoor dit werkelijk noodzakelijk was.
Met haar onderzoek naar het denkraam van Schuman heeft Krijtenburg niet alleen Schuman de eer willen geven die hem toekomt. Het boek is ook een glashelder statement over de manier waarop een Europese Unie er uit kan zien (in moeilijke dagen) en hoe christelijke politici daar ook vandaag vorm aan kunnen geven.
Margriet Krijtenburg - Schuman’s Europe - His frame of reference. De Leiden University Press brengt voor het einde van het jaar een handelsuitgave van het boek uit.
* Dr. Paul van Velthoven is journalist en publicist