Standaardwerk over nationalisme en nationale staatsvorming

Civis Mundi Digitaal #14

door Wim Couwenberg

Bespreking van: Leo H.N. Wessels en Toon Bosch (red.), Nationalisme, naties en staten in Europa vanaf circa de 18e eeuw tot heden, Uitgeverij Van Tilt, Nijmegen, 2012, 704 blz.

Standaardwerk over nationalisme en nationale staatsvorming

Wim Couwenberg

Bespreking van: Leo H.N. Wessels en Toon Bosch (red.), Nationalisme, naties en staten in Europa vanaf circa de 18e eeuw tot heden, Uitgeverij Van Tilt, Nijmegen, 2012, 704 blz.

De onderschatting van nationalisme als (inter)nationale factor na 1945 gaat hand in hand met de negatieve waardering ervan. Hoewel die waardering in het licht van de historie alleszins begrijpelijk is vanwege de excessen waartoe nationalisme in de 20e eeuw veelvuldig geleid heeft, is zij toch aanvechtbaar zoals dat ook het geval is wanneer we socialisme gelijk zouden stellen met het reëel bestaande socialisme in de communistische wereld. Dat nationalisme zowel in politieke als in etnische zin in eerste instantie een positieve rol gespeeld heeft in het moderne staatsvormingsproces, is door de ontaarding ervan in de 20e eeuw veelal uit het politieke geheugen verbannen geraakt. Nationalisme ontleent zijn inspiratie aan twee grote geestelijke stromingen van de moderniteit: de Verlichting met de daarop volgende liberale revoluties van de 18e eeuw en de Romantiek. En het steunt op twee daarmee samenhangende diep ingrijpende bewustwordingsprocessen: de politieke bewustwording van het volk - in eerste instantie de burgers van de derde stand als voortrekkers in die bewustwording - als bron van soevereine politieke macht en van daaruit voortvloeiende democratiseringsprocessen; en onder invloed van de cultuurbeweging van de Romantiek van de 18e en 19e eeuw de etnisch-culturele bewustwording als volk dat zich als zodanig profileert door gemeenschappelijke etnisch-culturele kenmerken (eigen taal en geschiedenis, eigen culturele stijlkenmerken e.d.) te koesteren en die etnisch-culturele verbondenheid bij voorkeur verankeren wil in een eigen staatsverband.

Een prestatie van hoog intellectueel gehalte

Hoe moeilijk het ook is een sterk omstreden en complex fenomeen als nationalisme met wetenschappelijke onbevangenheid tegemoet te treden, toch moet dat gebeuren. Daartoe is in dit boek een groots opgezette en indrukwekkende bijdrage geleverd. Het boek begint met een uitvoerige redactionele inleiding waarin een reeks van aspecten van het nationalisme aan de orde worden gesteld evenals informatie over de opzet en uitwerking ervan in dit boek. Het beoogt de ontwikkeling van nationalisme en hiermee samenhangende processen van natie- en staatsvorming in Europa gedurende de laatste twee eeuwen in grote lijnen in beeld te brengen en te analyseren. Dat is uitstekend gelukt. Deze geschiedenis is ook letterlijk in kaart gebracht in ruim dertig kaarten die alle speciaal voor deze uitgave zijn getekend. Dit wordt in de inleiding allemaal adequaat toegelicht evenals de politieke propaganda die met die cartografie bedreven is. De inleiding besluit met een korte notitie over het nationalisme als een onvoltooide geschiedenis. Dat is het inderdaad, al is dat voor abstract kosmopolitisch gezinde elites moeilijk te geloven en te aanvaarden.

Het boek is verder opgebouwd uit een zestal delen. De eerste drie delen zijn van de hand van Arnold Labrie, hoogleraar Cultuur- en Maatschappijgeschiedenis aan de Universiteit van Maastricht. Zij gaan eerst over ijkpunten in het theoretische en historiografische debat (1); over de overgang van patriottisme naar nationalisme voor 1815(2); en over de ontwikkeling van nationalisme in de periode 1815 - 1848 (3). Deel 4 (van de hand van Mathijs Lock) behandelt vervolgens de geschiedenis van nationalisme en nationale staatsvorming in de periode 1848 - 1914. Deel 5 (van de hand van Patrick Dassen) sluit hierop aan met een analyse van het nationalisme in Europa in de periode 1914 - 1945. Het boek wordt afgerond met een overzicht van de ontwikkeling van nationalisme en internationalisme in Europa na 1945. De auteur hiervan is André Gerrits. In zijn slotconclusie constateert hij dat de Europese integratie de destructieve kracht van het nationalisme tussen staten goeddeels geëlimineerd heeft, maar zij heeft tegelijk een nieuwe vorm van nationalisme voortgebracht in de vorm van eurosceptisisme/anti-Europese politieke opvattingen.

Dit is nog niet alles. Behalve een lijst van eerder vermelde kaarten is het boek bovendien prachtig geïllustreerd met een nauwkeurige verantwoording hiervan. De samenstelling van dit boek, zondermeer een standaardwerk over nationalisme en natie- en staatsvorming,  is een prestatie van hoog intellectueel gehalte. De uitgeverij verdient ook een compliment voor de prachtige vormgeving van dit boek. Voor wie goed geïnformeerd wil worden over nationalisme en natie- en staatsvorming in Europa is dit boek een onmisbaar naslagwerk.