Achterhuis een linkse politieke denker die linkse zelfkritiek niet schuwt

Civis Mundi Digitaal #14

door Wim Couwenberg

Bespreking van: Hans Achterhuis, Zonder vrienden geen filosofie, Uitgeverij Lemniscaat Rotterdam 2011.

Achterhuis een linkse politieke denker die linkse zelfkritiek niet schuwt

Wim Couwenberg

Bespreking van: Hans Achterhuis, Zonder vrienden geen filosofie, Uitgeverij Lemniscaat Rotterdam 2011.

 

Protagonist van persoonlijk schrijven

 Na Dichter des Vaderlands hebben we met de filosoof Hans Achterhuis nu ook de eerste Denker des Vaderlands. In deze context roept het vaderland in dit land geen rechtse associaties op. NRC Handelsblad rekent Achterhuis tot "de denkers die ons wereldbeeld veranderden". Maar welk wereldbeeld is dat dan? Het heersende materialistische wereldbeeld? Dat staat nog fors overeind. In het hier besproken boek zingt Achterhuis een loflied op de filosofie, op de kunst van persoonlijk schrijven en op de vriendschap zonder welke hij geen respectabele filosofie denkbaar acht. Creatief eigen vragen aan de orde kunnen stellen en daarbij ook ongemakkelijke vragen opwerpen om jezelf en de maatschappij te begrijpen en te veranderen, dat is alleszins reden voor het loflied dat hij zingt op de filosofie. Filosofie beoefening is een discipline waarin voor persoonlijk schrijven nog de ruimte is evenals in de geschiedschrijving. En dat is voor Achterhuis een prioriteit. Hij begint zijn boek er zelfs mee. Hij heeft ontdekt dat hij niet anders kan. In de op objectiviteit gerichte wetenschap geldt dat als niet gepast. En in de academische filosofie beoefening is er ook een Angelsaksische traditie die de objectiverende wetenschap tot voorbeeld neemt. Getoetst aan die traditie heeft men uiteraard grote moeite met die persoonlijke benaderings- en schrijfwijze van Achterhuis cs. Hij wijdt daaraan dan ook een afzonderlijk hoofdstuk, waarin hij zijn stijl van filosofiebeoefening verdedigt en mijns inziens alleszins rechtvaardigt. Hij combineert dat met een goede intuïtie voor actualiteit, dus met een goede journalistieke neus. Dat heeft geresulteerd in een indrukwekkend filosofische oeuvre dat in dit boek de revue passeert en Achterhuis tot een succesvolle auteur en publieke intellectueel heeft gemaakt.

 

Vriendschap en filosofie

Akkoord ook met zijn loflief op vriendschap, al gaat hij mij te ver om filosofie beoefening daarvan afhankelijk te maken. Zo is Schopenhauer een groot filosoof, al staat hij zeker niet bekend als mensenvriend. Met Achterhuis is hij overigens wel verwant, wat de voorkeur voor persoonlijk schrijven betreft. Hoe belangrijk het netwerk van vrienden voor de filosofische ontwikkeling van Achterhuis zelf is geweest, licht hij in dit boek op overtuigende wijze toe. Daartoe rekent hij eveneens denkers van voorbije tijden. Hannah Arendt noemt hij zelfs zijn intellectuele geliefde. Die vriendschap strekt zich ook uit tot denkers in de derde wereld, geportretteerd in zijn ‘Filosofen van de derde wereld’. Maar dat zijn wel andere filosofen dan die we plegen te rekenen tot de oosterse wijsbegeerte. Achterhuis is een typisch westerse filosoof die zich niettemin krachtig afzet tegen degenen die uitgaan van de superioriteit van de westerse beschaving. Dat impliceert dat wereldwijde verbreiding van westers-liberale waarden als rechtsstaat, democratie, markteconomie, mensenrechten e.d., zoals dat tot nu toe deel uitmaakt van de mainstream van westers politiek denken, dan wel misplaatst is. En daarvan heeft Achterhuis zich voor zover ik weet nooit gedistantieerd.

Jaren ’60 achtergrond

Achterhuis is een politieke denker die deel uitmaakt van de rebellerende linkse generatie van de jaren 60 en ontleent daaraan zijn linkse imago. Maar hij onderscheidt zich van zijn linkse vrienden doordat hij linkse zelfkritiek niet schuwt. Die komt al tot uiting in zijn bekende boek De markt van welzijn en geluk (1979) waarmee hij sterk de aandacht trok. En die culmineert in zijn prachtige studie Met alle geweld (2008). In tegenstelling tot een filosofische collega als Karl Popper is Achterhuis in staat niet alleen kritisch te staan tegenover de tijdgeest, maar ook tegenover zijn eigen denken. Daardoor heeft hij zich kunnen onttrekken aan de arrogantie van zijn linkse generatiegenoten die in de publieke opinie jarenlang luidruchtig de toon zetten en wie niet beantwoordde aan hun tijdgebonden linkse vooroordelen streng de (morele) maat nam. Sinds de Fortuyn-revolte is daar een stevige reactie op gevolgd, waar Achterhuis vanwege zijn linkse zelfkritiek geen last van gehad heeft.  Dat links nu heeft afgedaan, dat het het ultieme scheldwoord is en dat dat voor vrijwel alles wat niet deugt verantwoordelijk gesteld kan worden zoals de historicus Rob Hartman beweert, geldt alleen voor eenzijdig rechts gezinde lieden. Wie een middenpositie inneemt - een positie die Achterhuis niet denkbaar acht, maar die er niettemin in de politieke praktijk wel is en waartoe ik mij zelf sinds lang bekend heb - denkt hierover genuanceerder. Maar wel is er een einde gekomen aan de culturele dominantie van de linkse babyboomersgeneratie, die zij via haar bekende mars door instituties als media, onderwijs en andere bolwerken van culturele beïnvloeding in de loop der jaren verworven had.