Zolang je robot maar van je houdt

Civis Mundi Digitaal #17

door Marcel Heerink

Kort geboekt

Marcel Heerink, zolang je robot maar van je houdt. Uitgeverij Scriptum, Schiedam, 2013.

Enkele jaren geleden gepromoveerd op de ontwikkeling en de rol van robots in de zorg, schetst de auteur in dit boek een boeiend beeld van de veranderingen die ons te wachten staan door de onstuitbare opkomst en opmars van robots. Hij doet dat op basis van wat er nu in laboratoria over de hele wereld ontwikkeld wordt: wat voor robots er in de laboratoria staan, wat voor robots binnenkort algemeen gebruikt zullen worden en welke robots al gebruikt worden zonder dat de meeste mensen zich daar bewust van zijn. Natuurlijk ontbreekt niet een visie op de toekomst, waarbij hij ingaat op filosofische, ethische, juridische en psychologische aspecten die samenhangen met de ingrijpende verandering van onze samenleving door de opkomst van de robots. We releveren hier enkele saillante tendenties zoals die in het boek opvallen:  

Robots gaan deel uitmaken van ons dagelijks leven, ons huishouden, ons werk. Ze zullen overal zijn, waar we ook komen. We zullen dat heel gewoon gaan vinden. Natuurlijk komt daar weerstand tegen. Misschien zal een politieke partij op een bepaald moment de schuld van alles wat er mis is aan de robots geven.  En omdat ze op een enkel punt nog gelijk hebben ook, wordt dat vast nog wel een politiek issue. Maar de robots weten van niets, dus ze gaan gewoon door met waar ze voor gemaakt zijn.

We gaan sociale relaties aan met robots. Net zoals we dat doen met mensen en dieren. We gaan van ze houden, we gaan ze haten, we gaan boos op ze worden, blij met ze worden. En ook dat zal een issue zijn. Want wat als uw zoon of dochter na een aantal vruchteloze dates aan komt zetten met de ware en het is een robot? Nee, dat is misschien nog een paar bruggen te ver, maar als we het wat eenvoudiger maken: de beste vriend van uw zoontje van vijf is een robot?

De opkomst van de robots heeft een diepe impact op de manier waarop we naar onszelf kijken.  Er komen robots die beter schoonmaken dan wij, beter opletten dan wij. Er zijn al robots die op bepaalde punten beter lassen en efficiënter monteren dan wij. En heus, er zal ooit een robot zijn die beter voetbalt dan wij. En er komen creatieve robots, wijze robots, liefhebbende robots. Maar wie zijn wij dan nog?

Het is noodzakelijk dat we grenzen gaan stellen aan de mogelijkheden van robots. Grenzen die gebaseerd zijn op diepgaande ethische overwegingen. Natuurlijk, grenzen zijn er om te verleggen. Maar om dat te kunnen, moeten we ze eerst stellen. En dan stapje voor stapje verleggen. En sommige robots moeten we wellicht helemaal niet gaan gebruiken. Dus ook niet maken.

Er komen ooit robotpsychologen die ons helpen robots te begrijpen. En psychologen die ons helpen om te leven en samen te werken met robots. Juist omdat ze zo dicht bij ons komen, qua intelligentie en qua potentie. En omdat ze ons op sommige punten kunnen overtreffen. Maar ook, omdat we op een bepaald moment niet meer zonder ze kunnen. Net zoals we niet meer zonder internet kunnen. En zonder navigatie in onze auto.

De robots zullen er anders uitzien dan wij verwachten. De meeste robots zullen bijvoorbeeld niet androïde zijn. Dat is eigenlijk al zo. Soms zal het handig zijn als ze op ons lijken. Maar vaker niet. Bovendien gaat het niet alleen om wat handig is, maar ook om wat efficiënt is. En ook nog eens om wat een beter gevoel geeft.