II. De geschiedenis van de 20ste eeuw, gestempeld door drie oorlogen

Civis Mundi Digitaal #18

Bespreking van: Maarten van Rossem, Drie oorlogen. Een kleine geschiedenis van de 20ste eeuw. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 14de druk 2003.    

II.                 De geschiedenis van de 20ste eeuw, gestempeld door drie oorlogen

Bespreking van: Maarten van Rossem, Drie oorlogen. Een kleine geschiedenis van de 20ste eeuw. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 14de druk 2003.    

De historicus Maarten van Rossem heeft over de Eerste en Tweede Wereldoorlog eerst afzonderlijk gepubliceerd en daarna beide publicaties, aangevuld met een korte reflectie op de Koude Oorlog, gebundeld in dit boek. En dat is een geslaagde publicistische onderneming geworden. Dit jaar verscheen van deze bundel al de 14de druk. Van Rossem behoort tot de schaarse Nederlandse historici, die een groot talent hebben voor publiciteit. Daar is dit boek een nieuw voorbeeld van. Op zeer toegankelijke wijze biedt hij daarin een samenvattend inzicht in de drie oorlogen, die zo’n sterke stempel gedrukt hebben op de 20ste eeuw.

Het meest geslaagd zijn de essays over de Eerste en de Tweede Wereldoorlog en dat over Adolf Hitler als veroorzaker van de Tweede Wereldoorlog. Opvallend is wel dat deze historicus in een epiloog de historische betekenis van die drie oorlogen op termijn relativeert en, zo schrijft hij, er niet van zou opkijken als over zo’n honderd jaar de enorme expansie van de wereldbevolking evenals de uiterst succesvolle economische en technologische ontwikkeling van die eeuw meer in het oog zullen springen dan die oorlogen. Het economische wereldsysteem sinds het einde van die eeuw lijkt meer op dat van vóór 1914 dan wat daarop is gevolgd, met Engeland als toenmalige financieel economische dirigent. Naarmate de economische en politieke machtsverhoudingen in de wereld in de 21ste eeuw verder zullen verschuiven (in niet-westerse richting) zal ook de kijk op de 20ste eeuw veranderen, concludeert Van Rossem geheel in de lijn van zijn sterk relativeringsvermogen als historicus. Dat lijkt mij een plausibele conclusie.

Hitler als het grootste historische raadsel van de 20ste eeuw

Hier nog enkele dingen in dat boek die mij opvielen. Duitsland leek in eerste instantie de grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog. Maar, zo stelt Van Rossem, al spoedig bleek dat land in strategisch opzicht veeleer de winnaar. Duitse historici interpreteren die oorlog niettemin achteraf veeleer als de oercatastrofe van de 20ste eeuw, zeker ook voor Duitsland. Zonder die oorlog is de opkomst van Hitler en zijn Derde Rijk met alle ellende van dien niet denkbaar, constateert Van Rossem zelf in een boeiend hoofdstuk over Adolf Hitler die over een paar eeuwen nog als enige herinnering zal voortleven, vermoedt hij, Hitler als het grootste historische raadsel van die eeuw.

In het eerste deel van zijn leven was hij in alle opzichten een mislukkeling, die nooit iets van enig belang had gepresteerd, laat staan enige bestuurlijke ervaring had opgedaan. In het tweede deel van zijn leven is hij zoals bekend in korte tijd uitgegroeid tot rijkskanselier en Führer van Duitsland en één van de meest invloedrijke figuren van de 20ste eeuw. De grote cesuur in dit verbijsterende leven was de Eerste Wereldoorlog en de frontervaring die Hitler als korporaal daarin opdoet en hem uit zijn autistische lethargie wakker schudde. Na die oorlog bleef hij aanvankelijk nog tot eind maart 1920 in militaire dienst, omdat hij verder tot niets anders bekwaam leek.

In opdracht van het leger kreeg hij toen de taak informatie in te winnen bij de pas opgerichte Deutsche Arbeiter Partei (DAP) vanwege de bezorgdheid in het leger over toenmalige bolsjewistische infiltraties. Die partij was in die tijd echter niet meer dan een gezelschap van bierdrinkende non-valeurs zoals Hitler zelf. Maar in dat gezelschap ontwaakte in hem wel het idee om in de politiek zijn geluk te gaan beproeven. Dankzij zijn oratorische talent kreeg hij spoedig de leiding in die partij. En onder zijn leiding is uit dat aanvankelijk volstrekt onbeduidende politieke clubje dankzij heel bijzondere tijdsomstandigheden in korte tijd de NSDAP gegroeid die in 1933 met Hitler als rijkskanselier en daarna president alle macht in handen kreeg. Tussen 1930 en 1941 ontpopte Hitler zich plotsklaps tot meest succesvolle politicus van die tijd. Hoe die snelle raadselachtige politieke opgang te verklaren? Het blijft nog steeds een raadsel. Veel verder dan bijzondere tijdsomstandigheden komen historici niet. Zonder de Eerste Wereldoorlog, zonder Duitse nederlaag en het daarop volgende Verdrag van Versailles, zonder juist genoemde opdracht van het Duitste leger, de economische crisis van de jaren dertig, zonder ook de steun van de toenmalige Duitse conservatieve elite was die opgang in ieder geval niet mogelijk geweest.

Aan de wijze waarop die raadselachtige opgang in een complete afgang is geëindigd zit daarentegen niets raadselachtigs. Zonder Hitler geen Tweede Wereldoorlog, aldus Van Rossem; een oorlog die wel aangemerkt is als het grootste militaire conflict uit de geschiedenis. Dat conflict is in de interpretatie van Van Rossem het werk geweest van Hitler als borreltafel strateeg en opportunistische gokker met megalomane plannen. Dat conflict wordt in dit boek opgedeeld in vier grote deelconflicten die daarin voortreffelijk uitgewerkt worden.        

Het hoofdstuk over de Koude Oorlog biedt in kort bestek veel relevante informatie, maar schiet niettemin in mijn visie daarop ernstig tekort. De machtspolitieke dimensie ervan krijgt ongetwijfeld de nodige aandacht, maar niet het feit dat het een strijd was waarin macht meer dan ooit in ideologische termen geïnterpreteerd en beleefd is[1]. Dat in die Koude Oorlog de grote ideologische machtsstrijd over de grondslagen van de moderniteit sinds de Franse Revolutie van 1789 culmineert als internationaal hoogtepunt van die strijd, is een historische waarneming en interpretatie, die in dit hoofdstuk nauwelijks onderkend worden.


[1] Zie hiervoor nader Giles Scott-Smith, Een geheim netwerk in de Koude Oorlog, 2012.