Civis Mundi Digitaal #19
Bespreking van: Chris van Esterik, Verborgen Vuur. Uitgeverij Boom, Amsterdam.
Wim Couwenberg
Bespreking van: Chris van Esterik, Verborgen Vuur. Uitgeverij Boom, Amsterdam.
Wim Tensen was geen bekende Nederlander, onderscheidde zich niet door bijzondere prestaties op het terrein van politiek, economie, cultuur of wetenschap. Toch is een biografie over zijn leven alleszins gerechtvaardigd. Ik heb dit boek uiterst geboeid gelezen. Het gaat over een geschiedenis uit de vorige eeuw waar ik zelf dichtbij stond en waarvan ik veel herkende. Uit die biografie rijst het beeld op van een Nederlander die zich bijzonder onderscheidde als mens en als Nederlander.
Hij was twee jaar jonger dan ik. Maar toen de oorlog uitbrak en Nederland via de Duitse bezetting bij die oorlog betrokken raakte, maakte zo’n leeftijdsverschil veel uit. Ik bracht die oorlogsjaren door als leerling op het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch. Tensen was juist klaar met zijn middelbare schoolopleiding toen Nederland bezet werd en kreeg in die tijd spoedig te maken met maatregelen van de Duitse bezetter als de Arbeitseinsatz, loyaliteitsverklaring ed. Tensen reageerde daarop door illegale activiteiten te gaan ontplooien. Tijdens een van die acties raakte hij in contact met een verzetsgroep van een oude schoolvriend in midden-Brabant waar hij zich bij aansloot. En zijn verdere oorlogsjaren heeft hij als lid van die groep aan allerlei verzetsacties deelgenomen. Het eerste deel van de biografie gaat over zijn jeugd en zijn verzetsverleden tijdens de oorlog; het tweede deel over de doorwerking van die oorlog na de oorlog.
De ervaringen met die oorlog hebben een sterk stempel gedrukt op het politieke denken na de oorlog en volgens de schrijver van deze biografie zelfs op de ontwikkeling van de Nederlandse identiteit. Dat laatste gaat mij iets te ver. Maar dat die oorlog als het ware moreel ijkpunt en toetssteen geworden is van wat na de oorlog jarenlang gold als politiek wel of niet correct en dat het goed/fout schema tijdens die oorlog een nieuwe toepassing kreeg in de politieke discussie en strijd sinds de jaren ’60, dat klopt wel. Ik beperk mij nu tot het signaleren van mij in dit levensverhaal vooral interessant en relevant lijkt, bezien uiteraard vanuit mijn eigen achtergrond.
Verzet tegen kerkelijke praktijken in zijn jeugd
Weg van het gebaande pad, luidt het hoofdstuk over de jeugd van Tensen als kenmerkend voor zijn levensinstelling en verdere levensgang. Tensen komt in dit verhaal over als iemand die consequent en vol zelfvertrouwen zijn eigen weg is gegaan, maar tegelijk ook als een uitgesproken consensus figuur, dus een man van het harmoniemodel, die zich als zodanig volledig ingezet heeft om ruzies in zijn omgeving te beslechten en bruggen te slaan tussen strijdende partijen en groepen ter wille van de lieve vrede.
Van huis uit katholiek, valt in zijn jonge jaren vooral op zijn verzet tegen de hetzes en het machtsmisbruik van de katholieke geestelijkheid in zijn Brabantse omgeving met als saillant voorbeeld de treurige lotgevallen van zijn latere schoonvader Anton Roothaert die door zijn vrouw verlaten wordt en zich daarna van haar laat scheiden. Die nu doodnormale handeling gold in het katholieke Brabant in die tijd echter als een noodlottige euveldaad en werd dan ook onmiddellijk bestraft met volledige maatschappelijke uitsluiting. Als gevolg van die scheiding was de carrière van Roothaert voorgoed gebroken. Zijn naam als procureur en advocaat bij de rechtbank werd direct geschrapt, zoals hij ook zijn baan als leraar bij de Katholieke Leergangen kwijtraakte. Zonder enig maatschappelijk perspectief week hij toen uit naar Antwerpen. En daar heeft hij sindsdien in zijn onderhoud voorzien als schrijver, eerst van een aantal detectives, en daarna van een heel geruchtmakend boek, getiteld Doctor Vlimmen als zeer succesvolle uiting van zijn inmiddels zeer geducht geworden afkeer van en verzet tegen de kerkelijke praktijken van de katholieke geestelijkheid die in die tijd op vaak misselijk makende wijze misbruik maakte van hun kerkelijke en daarvan afgeleide maatschappelijke en politieke macht, in het bijzonder ook ten koste van gelovigen die zich niet strikt hielden aan kerkelijke geboden of verboden.
In dat boek dat in Brabant onder de toonbank verkocht moest worden vinden we nu ongelooflijk klinkende voorbeelden van die kerkelijke praktijken, ook op het terrein van seksuele relaties, waar de geestelijkheid oppermachtig heerste en met strenge hand waakte over een kuise levenswandel van hun beminde gelovigen met eeuwige straffen in het hiernamaals bij ernstige geachte inbreuken hierop als sanctie. Zoals de laatste tijd aan het licht gekomen is, maakte in die tijd tal van priesters en religieuzen zich niettemin schuldig aan seksueel misbruik van kinderen wat toen met de mantel der kerkelijke liefde bedekt en zodoende verhuld werd. Echtscheiding was volstrekt taboe en huwelijksvoorlichting een lachertje. Vlimmen verhaalt over zijn vrouw als iemand met een wel haast ziekelijke angst om het huwelijk te consumeren. Vlak voor de huwelijksplechtigheid werd zij, volstrekt onwetend over het huwelijk, door meneer pastoor voorgelicht die zich daarbij beperkte tot de mededeling dat zij in het huwelijk als vrouw er vooral voor moest zorgen dat er geen zaad verloren ging.
Ik herinner mij zelf ook curieuze staaltjes op dat terrein uit het vak kerkelijk huwelijksrecht dat in mijn studietijd als rechtenstudent een verplicht vak was aan de katholieke universiteit Nijmegen. Alleen als het huwelijk niet geconsumeerd werd, kon het ontbonden worden in Rome. En dat was bijvoorbeeld het geval als katholieke vrouwen het huwelijk ingingen met een volstrekt verkeerde voorstelling van het huwelijk en daarover dus dwaalden. Een bekende dwaling over het huwelijk was als die vrouwen ervan uitgingen dat de huwelijksdaad bestond uit het elkaar kussen met zwangerschap als gevolg. Geconfronteerd met de seksuele realiteit schrokken zij daarvan zo vreselijk dat zij hun man meteen en voorgoed te rug toekeerden. Een oude vriend van mij is dat indertijd ook overkomen. En het heeft hem een paar jaar gekost om zijn niet geconsumeerde huwelijk in Rome ontbonden te krijgen en zodoende opnieuw in het huwelijk te kunnen treden.
Als geslaagd zakenman in dienst van goede doelen en vredestichter in voormalig verzet Nederland ‘’als zootje ongeregeld’’
Na het hoofdstuk over zijn jeugd volgt de geschiedenis van zijn verzetswerk in Brabant. Hoe bewonderenswaardig dat evenals ander verzetswerk is geweest, voor het verloop van de oorlog is het niettemin van marginale betekenis geweest, zo luidt de conclusie van de biograaf in lijn met de opvatting van de historicus Hans Blom. Maar wel was dat verzetswerk van groot belang voor het zelfgevoel van verzetsstrijders na de oorlog; het gevoel zelf iets gedaan te hebben tegen de vijand en zijn kwalijke praktijken. Tijdens de bevrijding van het Zuiden in Brabant ontwikkelde Tensen zich als een volleerd ritselaar. Evenals zijn ervaringen in het verzet heeft dat zijn verdere leven in hoge mate bepaald. De talenten die hij daarbij in zichzelf ontdekte maakte hem geknipt voor handel en zaken doen. En daarin is hij dan ook heel succesvol geweest.
In 1973 verkocht hij de bedrijven die hij had opgericht en geëxploiteerd. En als geslaagd en gefortuneerd zakenman heeft hij sindsdien zijn verdere leven geheel in dienst gesteld van mensen en groepen die hulp en steun nodig hadden, met andere woorden in dienst van de rijk geschakeerde wereld van goede doelen. Dat engagement spitste zich wel steeds meer toe op de stichtingen en verenigingen die zich na de oorlog op hun oorlogsverleden georganiseerd hebben. Dat bleek in de woorden van Tensen een zooitje ongeregeld met veel onderling gedoe en geruzie dat hem niet vrolijk stemde en dat hij zelf eens als volgt karakteriseerde:
‘Waren we tijdens de oorlog één en vochten we samen tegen een gemeenschappelijke vijand; ná de bevrijding vielen we, naar goede Nederlandse traditie, in vele splinters uiteen. Zowel plaatselijk, regionaal als landelijk werden talloze clubs en clubjes gevormd, al naar religieuze of politieke achtergrond, naar de aard van het gepleegde verzet of naar het concentratiekamp waar men had vertoefd. Iedere club vocht op eigen wijze vóór de belangen van zijn leden en tégen de misstanden in de maatschappij.
In die organisatorische erfenis van de Tweede Wereldoorlog, bestaande uit goedwillende, maar vaak heel onzakelijk opererende en met elkaar over van alles steggelende lieden werd Tensen, geslaagd zakenman en volleerd ritselaar, ontdekt en gretig ingeschakeld als een financiële wonderdoener, maar ook als zeer talentvol mediator en bruggenbouwer. Het kostte hem schier eindeloos geduld en gepalaver om de vele botsingen tussen humeurige grote ego’s in dat gezelschap van het voormalige verzet uit de wereld te helpen. Die onderlinge ruzies hadden vooral betrekking op twisten over de vraag wie het meest geleden had in de oorlog en wie in die oorlog het meeste verzetswerk had verricht. Dat bepaalde de plaats van ieder op de apenrots van het verzet. Dat gesteggel openbaarde zich telkens opnieuw bij gelegenheden die verband hielden met oorlog en bezetting, waar Tensen ook steeds meer bij betrokken raakte, zoals de strijd over de vrijlating van de Twee van Breda, het verzetsherdenkingskruis, de strijd over herdenking en viering van bevrijding respectievelijk op vier en vijf mei en dergelijke. In deze biografie wordt dat allemaal prachtig beschreven en geduid. Wie dat allemaal leest, wordt daar op zijn beurt niet vrolijk van.
Ter illustratie citeer ik hier de duiding van de ruzies over de herdenking op vier mei door één van de betrokkenen. ‘De meer dan honderd verzetsorganisaties na de oorlog in Nederland vormen op zichzelf een buitengewoon in zichzelf gekeerde wereld. Ieder groepje voor zich en onder elkaar. De hiërarchie van het leed ging zowel om onderlinge als politieke en maatschappelijke erkenning. Dat was de permanente strijd die tot op de dag van vandaag gevoerd wordt. Dat liep oneerbiedig gezegd allemaal op te bieden naar de groten buitenwereld: wie nou die oorlog mocht claimen’. Daarbij ging het om de vraag: wie mag de eerste krans leggen, wie de tweede, wie de derde, enzovoorts. En wie is prominenter dan wie. Ze gunden elkaar het licht in de ogen niet. In dat soort situaties, aldus de biograaf, heb je mensen als Wim Tensen nodig om al die ruzies tot bedaren te brengen.
Prins Bernhard als vereerde beschermheer
Via zijn activiteiten in die wereld van voormalig verzet heeft Tensen een bijzondere band gekregen met prins Bernhard en het Huis van Oranje, voor hem de belichaming van zijn maatschappelijk ideaal, te weten een instituut dat alles en iedereen bijeenhoudt, ongeacht het politieke wereldbeeld, ras, kleur, afkomst of sociale status. En de persoon van prins Bernhard versterkte zijn orangistisch temperament. Dat was iemand die zich evenals Tensen zelf weinig om het gebaande pad bekommerde en als zodanig het ideaalbeeld voor een jongen uit het gewapende verzet als Wim Tensen. Dat ideaalbeeld werd niet aangetast door de buitenechtelijke escapades van prins Bernhard evenmin als door de Lockhead affaire. Dat paste in het beeld van prins Bernhard als ook schavuit van Oranje. Het kwajongensachtige, flamboyante, dat boeide Tensen en zijn vrienden in de prins.
Voor prins Bernhard waren de veteranen van het voormalige verzet zijn jongens. Daar stond hij altijd voor klaar. Dat leverde hem levenslang een onvoorwaardelijke trouw op van bijna de hele verzetsgeneratie. In de biografie wordt die generatie dan ook opgevoerd als een jongensclub rond prins Bernhard als vereerde beschermheer. Dat Tensen het vreselijk vond dat prins Bernhard - voor hem een ongelofelijk fijne vent - in de media zo door het slijk is gehaald, is in het licht hiervan verklaarbaar.
Vrijlating Twee van Breda nieuwe bron van gekrakeel
Heel boeiend is ook het hoofdstuk over de vrijlating van de Twee van Breda. Die geschiedenis is eveneens heel relevant voor het begrijpen van wat in deze biografie de oorlog na de oorlog genoemd wordt. Het irritante, aldus KVP/CDA prominent Til Gardeniers, die een belangrijke rol gespeeld heeft in deze geschiedenis, was het feit dat die twee oorlogsmisdadigers in Breda zo’n schandelijk goede behandeling kregen: drie keer per dag een dokter, een vaste verpleegster en een eigen ruimere cel. Daarom werden ze ook zo oud. Niettemin, zo bleek, was er nog steeds veel verzet tegen hun vrijlating, hoewel hun straf na 43 jaar gevangenis niet langer zinvol geacht werd in de ogen van een geheime lobby, bestaande uit een illuster gezelschap Nederlanders die zich inzette voor hun vrijlating; en ook niet langer te verdedigen als medicijn voor het leed van de nog levende oorlogsslachtoffers. Het treurige hiervan is dat ook die vrijlating uitliep op nieuwe onderlinge botsingen en gekrakeel binnen het voormalige verzet.
Cees van den Heuvel, ere voorzitter van voormalig verzet Nederland en ook lid van die geheime lobby, reageerde in een interview in Vrij Nederland op dit alles met de uitlating dat slachtoffer zijn geen verdienste is. Dat viel heel slecht, ook bij Tensen, hoewel die stellingname na zoveel jaren van consideratie met het leed van oorlogsslachtoffers toch niet zo ongepast leek als door velen gevonden werd. Opmerkelijk is dat de identiteit van Van den Heuvel in dat bonte politieke gezelschap van voormalig verzet met een linker en een rechter vleugel in dit boek herhaaldelijk gemarkeerd wordt als anticommunist, kennelijk vanwege zijn rol in de Koude Oorlog.
Onvoldoende aandacht voor privé-leed
Opmerkelijk is ook dat in deze biografie zo weinig aandacht geschonken wordt aan het privéleed van Tensen zelf, slechts zo’n drie bladzijden. Hij verloor zowel zijn eerste vrouw, dochter van eerdergenoemde schrijver Rootheart, door zelfmoord evenals zijn enige zoon die slechts 27 jaar oud ook zelf een einde maakte aan zijn leven. In reactie hierop ging Tensen nog meer op in zijn veeleisende werk in het voormalige verzet.
Wim Tensen leefde voor anderen. Daarvoor ontplooide hij een kolossale hoeveelheid werk in talloze functies. Hij had altijd tien a vijftien functies tegelijk, dag en nacht bezig, een echte workaholic zoals hij zelf schrijft in 1992. Ik heb teveel hooi op mijn vork genomen, roofbouw op mij gepleegd, erkent hij dan. En daardoor had hij ook te weinig tijd en aandacht voor zijn eerste vrouw en zijn enige zoon die die aandacht, zo lijkt mij in hun bijzondere omstandigheden, erg nodig hadden. Het is de tragische kant van het leven van een man die zich uiterst verdienstelijk gemaakt heeft voor de macro wereld van de maatschappij en daardoor kennelijk te weinig tijd en aandacht had voor de micro wereld van zijn gezin.