Civis Mundi Digitaal #21
130831, Kroeze, Corruptie, recensie in de Volkskrant
de Volkskrant, zaterdag 31 augustus 2013
Non-fictie - corruptie
Hollandse schandalen
Ronald Kroeze: Een kwestie van politieke moraliteit
Verloren; 335 pagina’s; euro 32.
ROBIN TE SLAA - 31/08/13, 00:00
Ronald Kroeze analyseert de moraal van vooroorlogs Nederland.
Minister Betz van Financiën beloofde tijdens de verkiezingsstrijd in 1864 in een brief de voorgenomen belastingverhoging voor Limburg niet door te voeren wanneer de lokale kiezers opnieuw op het liberale Kamerlid van dit kiesdistrict zouden stemmen. De ’Limburgsche brievenaffaire’ eindigde met het aftreden van de bewindsman en de gepousseerde volksvertegenwoordiger.
Oorzaak van de publieke verontwaardiging bij het ’Billitonschandaal’ (1882-1892) was de onrechtmatig verleende concessie aan een particuliere onderneming voor de tinwinning op het gelijknamige Indonesische eiland. Een select gezelschap van directieleden, commissarissen en aandeelhouders incasseerden het astronomische bedrag van 70 miljoen gulden. De rijksschatkist liep een fortuin mis. Bekritiseerd door parlement en pers traden de zittende minister van Koloniën en gouverneur-generaal in 1892 af.
Tijdens de zaak-Oss (1938-1939) kwam de katholieke minister van Justitie C.M.J.F. Goseling in het nauw. Hij had de koninklijk onderscheiden marechaussee-brigade in Oss zijn opsporingsbevoegdheid afgenomen. Hield Goseling katholieke bestuurders en geestelijken, die verdacht werden van fraude en seksueel misbruik, de ministeriële hand boven het hoofd? Een meerderheid van de Tweede Kamer geloofde in Goselings persoonlijke integriteit, maar veroordeelde zijn optreden. De bewindsman had zich laten leiden door de kwalijke influisteringen van de Osse burgemeester, een belanghebbende bankier en een konkelende procureur-generaal.
Goseling verkondigde bovendien dat er voor geestelijken een andere omgang met rechtsprincipes gold. Buiten het katholieke volksdeel kon zijn uitspraak destijds slechts op afkeuring rekenen. De val van het kabinet op 25 juli 1939 over financiële politiek voorkwam een smadelijk aftreden van de bewindsman.
Kroezes beschrijving van deze politieke corruptieschandalen in samenhang met tijdgebonden idealen van goed bestuur en politieke moraliteit levert een compleet beeld op. Terecht besteedt Kroeze aandacht aan de katalyserende rol van de massapers in schandalen. Ook de vergelijking met gelijksoortige schandalen in andere landen is verhelderend. De slotsom luidt overigens dat politieke corruptie hier veel minder voorkwam en werd geaccepteerd dan in Groot-Brittannië of Frankrijk.
*****