Civis Mundi Digitaal #23
Alles Vergängliche ist nur ein Gleichnis
Das Unzulängliche hier wird’s Ereignis
Das Unbeschreibliche hier ist‘s getan
Das Ewig-Weibliche* zieht uns hinan
*nl. de liefde, de Eeuwige Geliefde
Goethe, Faust, slotregels
Inleiding en aanleiding
Een tijd geleden, in de jaren 80, heb ik een aantal artikelen geschreven voor Civis Mundi. Nu ik met pensioen ga heb ik daar weer tijd voor. Prof. Wim Couwenberg nodigde mij uit enkele gedichten te publiceren in Civis Mundi met een toelichting, die ingaat in op de persoonlijke, filosofische en maatschappelijke achtergronden. Er wordt ook een verband gelegd met ecologie en natuurbeleving.
In dit artikel volgt een inleidende selectie uit gedichten over de natuur, liefde, kinderen, geestelijke en religieuze zaken, licht en stilte, leven en dood enz., geschreven vanaf 1975
Uit Rilke, Stundenbuch Terugblik
Das war der Mann, der immer wiederkehrt, Ziehier een man die nog eens terugkijkt
wenn eine Zeit noch einmal ihren Wert, naar een voorbije tijd en haar op waarde schat
da sie sich enden will, zusammenfasst. vóór een levensperiode eindigt deze samenvat
Da hebt noch einer ihre ganze Last Hij tilt en voelt nog eens de lading van die tijd
und wirft sie in den Abgrund seiner Brust. laat hem bezinken in de afgrond van zijn hart
Die vor ihm hatten Leid und Lust; die zijn al zijn vreugde en zijn smart bevat
Er aber fühlt nur noch des Lebens Masse Hij voelt nog eens de omvang van zijn leven
und dass er Alles wie ein Ding umfasse, - Als een geheel wil hij zijn leven overgeven
nur Gott bleibt über seinem Willen weit: alleen blijft God nog boven zijn gewenst bereik
da liebt er ihn mit seinem hohen Hasse Hij verlangt daarom ook vurig en verheven
für diese Unerreichbarkeit. naar zijn niet te vatten onbereikbaarheid
Rainer Maria Rilke, Stundenbuch. Witregels toegevoegd Vrije vertaling en interpretatie naar mijn tijd van leven
Caspar David Friedrich, Der Wanderer úber dem Nebelmeer
Ontstaan
Als jongen hield ik af en toe een dagboek bij, een gedachtenboek waarin ik ideeën, gevoelens en ervaringen schreef. Als student leerde ik mediteren. Veel gedichten zijn vanuit een soort meditatieve toestand uit stilte geboren, spontaan ingegeven en van binnenuit geïnspireerd, of buiten in de natuur. Mijn eerste gedichten waren liefdesgedichten met een geestelijke, religieuze (spirituele) strekking, opgedragen aan de Eeuwige Geliefde, nadat een tijdelijke geliefde mij verliet.
Voor wie zal ik zingen?
Biarritz 1975/76
Zoals in vroeger eeuwen
edelen en minnestrelen
hun jonkvrouwen bezongen
zo wil ik de liefde bezingen
Maar voor wie zal ik zingen?
Mijn geliefde verdween
Opeens was ik alleen
Alsof de zon niet meer scheen
Nu de wolken zijn verdwenen
weemoed als een nevel is geweken
maar de zon van liefde is gebleven
in dit diep doorleefde leven
weerkaatst mijn hart haar stralen
in zangen voor de geliefde
die mij niet alleen zal laten:
voor de Eeuwige Geliefde
De nevel wijkt voor de zon
Van Gogh, 1888, Bloeiend perenboompje
Perzikboom in bloei
Lentegedicht
Ilpendam 1977
Zie eens naar de bloemen
en naar al wat leeft
Zie hoe schoon de Schepper
ze geschapen heeft
Bloesemtakken zingen
zachtjes neigend
van het grote wonder
dat zich zwijgend
overal voltrekt
in ons bestaan:
in ieder bloesemblaadje
kijkt ons de Schepper aan
En de vogels fluiten
vrolijk zingend
van het grote wonder
dat zich stil maar dwingend
overal voltrekt
in al het leven:
aan ieder nietig wezen
heeft God zijn ziel gegeven
Alles is vol luister en vol licht
De Eeuwige Geliefde kijkt ons aan
in ieder stukje van het bestaan
een glimp van haar gezicht
Toen ik dit lentegedicht ooit ergens voorlas, vond een meisje dat zo mooi, dat ze mij een kopie vroeg… Het jaar daarop l zijn we getrouwd, inmiddels bijna 35 jaar. Bij die gelegenheid heb ik een gedichtenbundeltje gemaakt: Aan de Eeuwige Geliefde.
Het goddelijke in de natuur
Het lentegedicht lijkt pantheïstisch van strekking. Als boerenzoon en natuurliefhebber voelde ik als jongen al een soort aanwezigheid van God of het goddelijke in de natuur, vooral als ik door de weilanden liep. Maar het goddelijke vond ik ook boven de natuur uitstijgen en deze transcenderen als haar bron en scheppende grond.
In de Christelijke religie waarin ik Rooms Katholiek ben opgevoed, wordt God naar mijn gevoel teveel boven en buiten de schepping voorgesteld, zoals Jan Luycken verwoordt in dit fragment:
De ziel betracht de nabijheid Gods
Ik meende ook: de Godheid woonde verre,
In ene troon, hoog boven maan en sterre...
Maar toen Gij U beliefde te openbaren,
Toen zag ik niets van boven nedervaren…
Maar in de grond van mijn gemoed,
Daar werd het liefelijk en zoet.
Zodat ik U, O God, bevond
Te zijn de grond van mijne grond....
Gefingeerd plaatje van een Christelijke visie van God buiten en boven de mensen en de wereld
Onze westerse tendens tot exploitatie en uitbuiting van de natuur wordt wel eens gerelateerd aan de Joods-christelijke wereldbeschouwing, waarin God boven en buiten de natuur wordt geplaatst.
Zie ‘Ecology and the Bible’, The Ecologist, vol. 14 no 3 1984 en V. Westhoff. ‘De houding van de mens tegenover de natuur’, lezing Bilthovense Kring voor wijsbegeerte en psychologie, 21 jan.1981.
Het goddelijke buiten de natuur plaatsen vormt het begin van wat de socioloog Max Weber Entzauberung der Welt noemt: onttovering, of ontheiliging van de wereld als bezielde werkelijkheid. ‘Het (nood)lot van onze tijd wordt gekenmerkt door rationalisering en intellectualisering en bovenal door ‘ontheiliging’(‘onttovering’, Entzauberung) van de wereld’
Max Weber, Wetenschap als beroep en roeping in: R.Nisbet, The Sociological Tradition, p.298
Bij andere, onder meer bij zogenaamd primitieve en oosterse volken is de natuur nog heilig en doordesemt van het goddelijke, zoals bij de Noord-Amerikaanse Indianen en in de Indiase Vedanta filosofie van de Oepanishaden.
In zijn beroemde toespraak zegt opperhoofd Seattle bijvoorbeeld: ‘’Elk stuk van dit land is heilig voor mijn volk. Iedere spar die glanst in de zon, elk zandstrand, elke nevel in de donkere bossen, elke open plaats, elke zoemende bij is heilig… Dit land is onze moeder. Wij zijn een deel van de aarde en de aarde is een deel van ons. De geurende bloemen zijn onze zusters, het rendier, het paard, de grote adelaars onze broeders. De schuimkoppen in de rivier, het sap van de weidebloemen, het zweet van de pony en van de man, het is allemaal van hetzelfde geslacht, óns geslacht.”
Alles heeft dus dezelfde bron, in wie of waarin “wij leven, bewegen en zijn; zoals sommigen van uw dichters hebben gezegd: want wij zijn van zijn geslacht…Gods geslacht.” Handelingen van de Apostelen 17, 28-29. Voor de Indianen geldt dat niet alleen voor de mensen, ook voor de natuur.
Opperhoofd Seatlle vervolgt: “De aarde is voor ons heilige grond. Wij weten dat de bleke man onze manier van leven niet begrijpt.. De aarde is niet zijn broeder, maar zijn vijand. En als hij die veroverd heeft, trekt hij verder… Hij behandelt zijn moeder, de aarde als koopwaar, dat hij kan uitbuiten en weer verkopen. Zijn honger zal de aarde kaal vreten. Het zien van uw steden doet pijn aan de ogen… Ik ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag duizend buffels in de prairie, achtergelaten door de blanke man die ze neerschoot uit een rijdende trein. Ik kan niet begrijpen hoe het rokende ijzeren paard belangrijker kan zijn dan de buffel, die wij alleen doden om in leven te blijven.
Opperhoofd Seattle
Wat is de mens zonder dieren? Als de dieren weg zijn zal de mens sterven. Want wat er gebeurt met de dieren, gebeurt spoedig met de mens. Alle dingen hangen samen. Wat met aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde. Als een man op de grond spuwt, spuwt hij op zichzelf. De mens heeft het web van het leven niet geweven; hij is slechts één draad ervan. Wat hij met het web doet, doet hij met zichzelf…
De blanke man, nu nog menend dat hij sterk is, denkt dat hij een God is, die de gehele aarde bezit. Hoe kan een mens zijn moeder bezitten?... Hij is de God van alle mensen. Deze aarde is hem lief en beschadigen van de aarde betekent zijn Schepper beledigen. Ook de blanke man zal ten onder gaan; misschien nog eerder dan al de andere stammen. Bevuil uw legerstede en u zult bezwijken aan uw eigen vuil. Boven alles eerbiedigen wij het recht van elke man, te leven zoals hij wil, hoe verschillend ook van het leven van zijn broeder… Onze God is dezelfde God. Onze aarde is hem dierbaar. Misschien zullen wij tenslotte toch broeders zijn. Wij zullen zien.”
‘Thuisland’, ontleend aan de toespraak van Opperhoofd Seattle te Washington, 1854, in: S. Davidson, red. Stemmen uit de eeuwige jachtvelden. Leiden, Tango, 1973
Zo voelde ik mij ook enigszins toen ik als kind van het boerenland in de stad kwam. Nog altijd voel ik mij enigszins als een kind van de natuur, dat onze levenswijze met bevreemding gadeslaat en in gedichten schrijft wat zijn hart beroert en raakt. De groene weiden waar ik al jong een zekere eenheid met het Al beleefde, zijn nu volgebouwd met blokkendozen van beton en staal.
Volgende gedichten drukken iets uit van de natuurbeleving die ook bij andere volken herkenbaar is.
Leven als bomen en bloemen
Petten aan Zee 2008 08 15
Golven denken niet maar ruisen en bruisen
Bomen praten niet maar ritselen en ruisen
Bloemen spreken niet maar groeien en bloeien
Beken en rivieren streven niet maar stromen en vloeien
Vogels weifelen niet maar glijden en vliegen
Grashalmen zuchten niet maar neigen en wiegen
Waarom zou ik mij dan met zorgen vermoeien
steeds met mijzelf weer strijden en stoeien
met twijfel en denken, met pogen en streven
in plaats van als de bloemen en bomen te leven?
Luisteren met de ziel
Vol en groots is de natuur
die door ons heen stroomt
wanneer wij niets meer hoeven
nergens meer aan denken:
Liefdevol, vreugdevol,
vol scheppingskracht
Wat de bomen en de struiken
zachtjes naar ons fluisteren
wanneer we door hun bladeren
lispelend de wind horen ruisen
is wijzer dan de meeste woorden
die wij van de mensen hoorden
De wijsheid van de natuur
die ons verstand te boven gaat
maar die de ziel verstaat
sprakeloos, argeloos en puur
Laten we daarom veel en vaak
luisteren naar bomen en struiken
naar bloemen en vogelgeluiden
Daar kunnen we meer van leren
dan veel mensen beweren
Wanneer we de taal
van de natuur verstaan
en er naar leven zijn wij wijs
worden we weer aangezien voor vol
vol begrip, vreugdevol, liefdevol
Het is alsof de stilte
zachtjes spreekt
in ieder zacht geritsel
en geruis in de natuur
Een scheppende stilte:
in ieder klein geluid
drukt zich de volheid uit
De stilte wordt door geluid
niet verbroken of verstoord
Alles wordt door stilte omhuld
als door een zijden kleed
dat oplicht in de aura’s
van de bomen en het bos
de bloemen en het gras
In al het levende gewas
dat Moeder Natuur als het ware
draagt en baart als gaven
in een voortdurend geven
een voortdurende genade De Steeg 1997
Caspar David Friedrich, 1808-10, Monnik aan zee, die als het ware bijna opgaat in het Al
Het universum en ons eigenlijke Zelf: Atman en Brahman
In de Indiase Vedanta filosofie van de Oepanishaden ontdekte en herkende ik al jong wat mij bezielde en wat ik diep van binnen besefte. Het wordt daar meer filosofisch onderbouwd dan de wijsheid van de natuurvolken, die in wezen op hetzelfde neerkomt. In diepste wezen is onze ziel, Zelf of Atman (adem, spirit) hetzelfde als de bron of grond van het universum: Brahman. Dit is de grondstelling van de Oepanishaden: Atman = Brahman. “Mits goed verstaan is de identiteit tussen Brahman en Atman terug te vinden in alle religies en in vrijwel elk wijsgerig systeem.”
“Dit heelal is Brahman… Geest is zijn stof, leven zijn lichaam; licht is zijn gestalte; zijn denken is waarheid, zijn Zelf de eindeloze ruimte. Alwerkend is hij… Zwijgend en onverstoord omspant hij het ganse heelal. Deze Brahman is mijn Atman, zetelend in het binnenste van mijn hart… kleiner dan de kiem van een gierstkorrel... groter dan de aarde, groter dan de hemel, groter dan alle werelden.”
“Die in de aarde, maan en sterren verblijvend, van de aarde verschillend is; die door de aarde, maan en sterren niet gekend wordt, maar wiens lichaam de aarde, maan en sterren is en die deze innerlijk bestuurt: die is uw Atman, de innerlijke bestuurder Die in alle wezens verblijvend, van alle wezens verschillend is; die door geen wezen gekend wordt, maar wiens lichaam alle wezens is en die alle wezens innerlijk bestuurt: die is uw Atman, de innerlijke bestuurder.”
Chandogya Oepanishad, H.Groot, Verborgen wijsheid uit de Oepanishaden. Deventer, Kluwer, 1957, p 31,33,44.
Dit is het eerste boek over Indiase filosofie dat ik las, nog altijd een uitstekende heldere inleiding die verbanden legt met de Griekse filosofie, met name Plato, Kant (en het Duitse idealisme), Schopenhauer, Goethe, mystici als Jacob Boehme, de Bijbel, de Joodse Kabbala en de Oud- Egyptische leringen. Deze universele filosofie komt poëtisch tot uiting in mijn gedichten.
De volgende spreuk of wens wordt in India vanouds gereciteerd aan het begin van de lessen:
en is afkomstig uit oude tijden, toen wijzen nog onder een boom onderricht gaven
Saha navavatu Moge wij samen worden behoed
Saha nau bhunaktu Moge wij samen worden gevoed
Saha viryam karavahai Moge wij krachtig samen werken
Tejasvi navadhitam astu Moge ons verstand en onze studie effectief zijn
Ma vidvishavahai Moge wij geen negativiteit onder ons koesteren
Taittiriya Upanishad 2.2.2
Raja Ravi Varma, 1904 schilderij van Shankara, een zeer invloedrijk Vedanta filosoof
en zijn vier belangrijkste leerlingen: Padma Pada, Hasta Malaka, Vartikar en Trotaka
Zij bemanden in vier delen van India vier leerstoelen, Shankaracharya’s genaamd.
Recente leermeesters zoals Maharishi Mahesh Yogi sluiten aan bij Shankara, zie zijn
Commentaar op de Bhagavad Gita, Penguin Books, 1969, p. 469 The Holy Tradition
De onderliggende eenheid wordt veelal ook benoemd als liefde, niet zozeer bedoeld als gevoel of emotie, maar als bestaansgrond en uiteindelijke drijfveer van het leven. Bij Plato is dit de Eros. Bij Dante en in het Evangelie, vooral bij Johannes, is het de liefde (zie Hans Stolp, Johannes de ingewijde. Deventer, 1999). Zoals ook bij vele heiligen, wijzen en mystici uit allerlei tijden en culturen. Door ons bewustzijn te openen voor deze dimensie van ons bestaan krijgt het leven een ander aangezicht, zegt het volgende gedicht.
Liefde die de zon en sterren doet bewegen*
Op gezegende momenten
wanneer we stil aanwezig zijn
bewegen zich de bomen en de mensen
in een alomvattend veld
De wereld baadt in een doorzichtig licht
Het wezen van de wereld is volmaakt
daar waar de ziel verstild
de sferen van de Schepper raakt
De wereld zwijgt
en krijgt een ander aangezicht
als wij steeds konden leven
vanuit dit gezegende gegeven:
Ons verbinden konden met een wereld
die in wezen reeds volkomen is
verbonden met een volheid
die er altijd al geweest is
We spreken van liefde, wijsheid, licht
Maar het is gewoon een stil gebied
dat diep in ons verscholen ligt
waarvoor geen woorden zijn*
* Een van de mooiste beschrijvingen is deze:
‘De liefde die de zon en sterren doet bewegen’
L’ amore qui muove il sole et les altere stelles
Dante, Divina Commedia, Paradiso, slotzin.
De Steeg/Zutphen najaar 1997
Dante en Beatrice door Cristóbal Rojas (1857-1890)
Het Ene zonder hetgeen het andere niet is 2011 06 17
Geïnspireerd door Giordano Bruno (1548-1600)
In mijn gedreven en bevlogen aard
heb ik een herinnering bewaard
aan het Ene zonder hetgeen niets anders is
Er naar reikend greep ik meestal mis
Omdat dat Ene niet te vatten is
Het Ene was mij alles waard
Ooit verliet ik zoekend huis en haard
naar het Ene zonder hetgeen niets anders is
Hoewel uiteindelijk het Ene niet te vatten is
greep ik ernaar reikend niet volkomen mis
******
Ik vond het in de liefde en in jou
en jij werd toen mijn vrouw
Ik voelde het in huis en haard
De liefde was mij alles waard:
werkend voor de kost en het kroost
nadat jij met mij voor kinderen koos
Mijn gedreven aard is niet verdwenen
Is nog niet opgegaan in het Ene
Soms geraakt en net als jij doorschenen
door de niet te vatten glans van het Ene
Ernaar reikend greep ik echter meestal mis
naar het Ene zonder hetgeen niets anders is
Over Bruno, zie A Vloemans, Leven en leer der grote denkers. Den Haag, Leopold, 1948
De heroïeke wijsbegeerte van de Renaissance. Zutphen, Thieme, 1926
Giordano Bruno 1548-1600, op de brandstapel
Vervreemding en verwezenlijking
We leven in een wereld waarin wij meestal vervreemd zijn van onze bestaansgrond, van het Ene, van ons wezen, ons Zelf, zoals eerder omschreven. We leven in structuren en relatiepatronen die wij bedoeld en onbedoeld samen vormen, en die bewust en onbewust een min of meer dwingende invloed op ons hebben. Deze invloed is te veranderen door om te beginnen ons bewust te zijn van onszelf en onze socialisatie in sociaal-culturele kaders en onze existentiële bestaansgrond.
Structuren krijgen een eigen dynamiek ten opzichte van de mensen, waarbij ‘de eigen daden tot een hen vreemde macht worden, boven hen geplaatst en tegen hen gericht in plaats van door henzelf beheerst’, aldus Karl Marx in zijn definitie van vervreemding in Das Kapital.
Zie E. Fromm, De gezonde samenleving, p 94. Vervreemding en verwezenlijking was de titel van mijn doctoraalscriptie (1973). Het is ook een thema in mijn gedichten.
“Er ontstond een maatschappelijk bestel dat ons nu haar wil oplegt… ’een stalen kooi… Niemand weet nog wie in deze kooi zal leven in de toekomst, of er…een wedergeboorte van oude ideeën en idealen zal zijn, of gemechaniseerde afstomping, opgesierd met een soort dwingende zelfingenomenheid. Van deze fase…zou waarlijk kunnen worden gezegd:Vakmensen (professionals) zonder geest, genotsmensen zonder hart; dit nietige wezen verbeeldt zich dat het een niveau van menselijke ontwikkeling heeft bereikt dat nooit eerder is vertoond.’(naar Goethe)”
Max Weber in De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme (slot)
In E Tellegen, ‘Max Weber’, in Rademaker e.a. Hoofdfiguren van de sociologie.
De vervreemding kan worden opgeheven door een meer omvattend bewustzijn van onze bestaansgrond, waarin ‘wij leven, bewegen en zijn’. (Handelingen van de Apostelen, 17,28)
Dit wordt ook als licht en liefde aangeduid, niet zozeer als gevoel maar als bestaansgrond. Bijv. in het Evangelie (bij Johannes) en bij de dichter Dante in de slotzin van zijn Divina Commedia:
‘De liefde die de zon en sterren doet bewegen’. Aan de hand van zijn geliefde Beatrice is hij daarheen opgestegen. Om die liefde gaat het in ons leven.
Plato over liefde
Een van de mooiste en meest diepgaande teksten over de liefde vinden we bij Plato. De dialoog Symposion gaat over de Eros en het verheffen van de lichamelijke liefde via de geestelijke, platonische liefde tot de ene Liefde zelf. (Schoonheid hier vertaald als liefde, want het betreft de Eros)
|
“…Een wijde zee van liefde opent zich voor wie in de mysteries van de liefde wordt ingewijd …
een wonderlijk mooie visie die het wezen van de liefde is… Het is een altijddurende liefde die niet komt en gaat, niet ontstaat en vergaat, niet bloeit en verwelkt, niet nu eens mooi en dan weer niet..
Ook zal deze liefde zich niet vertonen als een gezicht of iets van het lichaam… of een ander wezen, maar iets dat op zichzelf en in zichzelf bestaat in een eeuwige eenheid waar alle mooie dingen aan deelhebben, zonder meer of minder te worden, maar steeds hetzelfde ongeschonden en onschendbare geheel.
Wanneer iemand... door op de juiste wijze lief te hebben boven zichzelf uitstijgt en die liefde begint te zien, raakt hij dichtbij het einddoel. Want dit is de juiste weg… om ter wille van de ene liefde op te stijgen langs de treden van een mooi lichaam… tot mooie aspiraties… tot de ene liefde zelf.
Op dat punt is het leven van de mens vervullend, wanneer hij de liefde zelf aanschouwt. Als hij dat eenmaal heeft gezien wordt hij niet meer verleid door goud, mooie kleren of mooie lichamen…”
Dit schouwen, zien en weten van de liefde zelf, zuiver onvermengd en niet gebonden aan het menselijk lichaam ligt ten grondslag aan de ware deugd, waarachtige integriteit (in moderne termen), vervolgt Plato, in Symposion, Collected Dialogues
Volgens Plato en de antieke mysteriescholen dient onderwijs te zijn gericht op deze bewustwording.
‘Supreme Love can hardly be achieved without a direct participation of the supraconscious and without the ego-transcending techniques of its awakening,’ aldus mijn favoriete socioloog P.A.Sorokin in The Ways and the Power of Love. Types, Factors and Techniques of Moral Transformation, p.125.
Dit opheffen of sublimeren van de liefde naar een hoger, meer subliem en verheven niveau in de zin van Plato wordt subliem beschreven in meesterwerken zoals de Divina Commedia van Dante, Goethe’s Faust, de romans van Tolstoj, Oorlog en vrede en Opstanding, en van Dostojewski: De gebroeders Karamazow. Naar die liefde, ‘voorbij het lustprincipe’ (boektitel Freud) zoekt eigenlijk iedere mensenziel, ook al wordt hij nog door ‘het lustprincipe’ en passies gedreven.
Over het weten en bewustzijn van eerder aangeduide bestaansgrond gaan de volgende gedichten, die ik heb geschreven aan het eind van mijn onderwijsloopbaan.
Het weten en het wezen
2012 07 10
Vroeger wilde ik van alles weten
Verdiepte mij in vele wetenschappen
Maar ben het meeste weer vergeten
Ik kon het niet behappen
Duizenden boeken doorgenomen
Tot de slotsom gekomen
dat wat ik werkelijk zoek
in geen enkel boek
uiteindelijk is te vinden
Een mens is als een blinde
die weliswaar kan lezen
maar woorden raken niet het wezen
dat hij wil doorgronden
wat de wijzen reeds verkonden
Daarom lees ik niet veel meer
daar ik veel meer van het leven leer
van kinderen, dieren, dwazen en wijzen
Van de vragen die zij laten rijzen
Verwonderd kijk ik om mij heen
Wat er is voelt in de diepte één
De hele wereld is bijzonder
In wezen één groot wonder
Als je niet meer alles wil begrijpen
Kan een diepere wijsheid rijpen
Accepteren van het leven
als een wonderlijk gegeven
Ansichtkaart met versje over liefde
Leren en liefde 2013 06 06
Na gesprek over studie met dochter
Haast mijn hele leven
bezig met leren en weten
Nu ik wijzer geworden ben
en mijn grenzen beter ken
kan ik mijn baan vergeten
in de laatste fase van mijn leven
Uiteindelijk kan liefde het leven
diepere zin en betekenis geven
De liefde tussen man en vrouw
de liefde tussen mij en jou
De kennis en de wetenschap
die ooit mijn interesse had
leken later vaak futiel
weten zonder hart en ziel
Uiteindelijk kan liefde het leven
diepere zin en betekenis geven
Ieder mens wil als een kind
onvoorwaardelijk worden bemind
Het ‘weten van het hart’: bewustwording en intuïtie
‘Is de wetenschap in staat doelen aan ons handelen te geven, nadat zij heeft bewezen dat zij deze kan wegnemen en teniet kan doen?’ (Nietzsche, gecit. in doctoraalcollege J Goudsblom, 1970).
Toen ik mijn Ph D Dissertatie had geschreven in India in 1983 en voordien een ambulant en onbestendig leven had geleid, ver van de altijd groene weiden, kreeg ik heimwee naar huis, een huis dat ik niet had, naar geborgenheid, eenheid en verbinding, een gezin (zie het gedicht over het Ene). Ik had genoeg van intellectuele ‘kopkennis’ en besefte de betrekkelijkheid daarvan.
Maar wat voor werk kun je doen als socioloog? Ik werd leraar levensbeschouwing en maatschappijleer om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van jonge mensen. Op de lerarenopleiding ontmoette ik een hoogleraar onderwijskunde met wie ik vanaf 1989 een onderwijsprogramma voor sociaal-emotionele vaardigheden heb opgezet: Leefstijl voor jongeren. Emotionele intelligentie werd dat later genoemd door Daniël Goleman (in zijn bestseller van 1995). Hij heeft ook in India gestudeerd. Zijn eerste boek schreef hij over The Varieties of Meditative Experience (1977), republished as The Meditative Mind in 1988.
Leerlingen leerden bij Leefstijl om te gaan met anderen en met gevoelens. Ze hebben daar meer behoefte aan dan aan ‘kopkennis’ die voor hen vaak weinig relevant is. Leefstijl bleek een ‘gat in de markt’ in het onderwijs. Op elementair niveau vanaf VMBO brugklas werd het ‘weten van het hart’ geïntroduceerd.
Eigenlijk wilde ik verder gaan dan sociaal-emotionele vaardigheden naar meditatieve en geestelijke (zgn.’spirituele’) vaardigheden, inzichten en ervaringen. Bij keuzemodules zoals bewustwording en intuïtie kreeg ik op de Hogeschool de kans om meer diepgaand onderwijs te bieden, met als motto’s ‘Ken uzelf’ (Orakel te Delphi. Opschrift op de boerderij van een meisje met wie ik naar school fietste)
‘Ken dat waardoor alles gekend wordt’ (namelijk: het bewustzijn, Oepanishaden)
‘Onderzoek alle dingen en behoud het goede’ (Paulus, zoals mijn vader weleens tegen mij zei.)
Hier ook bedoeld als het Goede in de zin van Plato, bij Bruno e.a. het Ene of bij Dante e.a. de Liefde).
Geregeld schreven studenten opmerkingen in hun verslag zoals: ‘Er ging een wereld voor mij open.’ Namelijk de dimensie van het bewustzijn en het universele interculturele weten (‘perennial philosophy’, Aldous Huxley). Hierbij putte ik uit alle wetenschap, filosofie en religieuze kennis waarvan ik had kennisgenomen. Er werden meditatieve ontspanningsmethoden geboden om ruimte te scheppen in het hoofd en het ‘leeg te maken’ in plaats van vol met wetenswaardigheden, en ruimte te maken voor het innerlijke intuïtieve weten van hart en ziel, waarmee we vaak te weinig voeling hebben. In een volgepropt gespannen mens met weinig verbinding met hart en ziel kan maar weinig ruimte zijn voor wijsheid, leert mijn ervaring.
Bij de recente promotie van een familielid volgde na afloop een discussie over de toepassing van kennis en wetenschap die m.i. zeker zo belangrijk is als de kennis op zich. Deze toepassing wordt bepaald door onze waarden en doelen, ons geweten en ons moreel besef en de mate van bewustzijn, die de wetenschap te boven gaan.
Toepassingen van de kennis van kernfysica overgeleverd aan de passies en in handen van malafide politici kan de aarde met de ondergang bedreigen. Dit geldt in principe voor alle ‘kopkennis’, die ten gunste of ten koste van de menselijke ontplooiing kan worden ingezet, die de mensen en de natuur kan exploiteren en uitbuiten of cultiveren opheffen en naar een hoger meer bewust en verlicht niveau van functioneren.
‘
‘Er zijn momenten waarop je je vrij voelt van identificatie met menselijke beperkingen…
Je staat op ergens op een kleine planeet en kijkt vol verwondering naar de koele maar diep ontroerende schoonheid van het eeuwige en onvatbare: leven en dood vloeien inéén en er is evolutie noch bestemming: alleen Zijn.’
Albert Einstein, in Maharishi International University Catalogus, Fairfield Iowa 1974/75, p 151.
Zie ook zijn Ideas and Opinions, gebaseerd op Mein Weltbild.
Einstein. Zie L Motz en J H Weaver, Geschiedenis van de natuurkunde, door mij vertaald. Aula, 1993
La coeur a ses raison qui la raison ne connaît pas’, Blaise Pascal
Het hart heeft zijn redenen, die het verstand niet begrijpt
Het weten van het hart
2012 08 19 Dover, onderweg naar huis
We leven niet alleen
maar voor onszelf alleen
We hebben iets te zeggen
We hebben iets te doen
dat niet meteen is uit te leggen
Een of ander levensdoel
Het hart meer laten spreken
Het isolement doorbreken
van het weten van de ziel
die met een doel op aarde viel
om iets van dieper weten
te brengen naar beneden
Het stille weten van de eenheid
in en achter de verscheidenheid
Waar de liefde zijn bron vindt
Waar de schepping begint
en op ieder moment
zijn vervulling kent
Iets dat niet te vatten is
Want het verstand grijpt mis
bij het weten van het hart
dat iedere verbeelding tart
dat dichters in hun hart bewaren
als zegening voor deze aarde
Men noemde het genade
een onvergankelijke waarde
een geschenk van hoger hand
dat voorbij gaat aan verstand
maar door het hart begrepen wordt
als een stille stem van God
Of welke term men ook geeft
aan de Bron van al wat leeft
waar alles zijn oorsprong heeft
die het leven een diepere zin geeft
Om bewust hieruit te leven
is niet iedereen gegeven
Bewust te leven uit de bron
Licht verspreiden als de zon
If there is light in the soul,
there will be beauty in the person.
If there is beauty in the person,
there will be harmony in the house.
If there is harmony in the house,
there will order in the nation.
If there is order in the nation,
there will be peace in the world.
Chinese Proverb
Zie ook Confucius: ‘Wanneer de Ouden de lichtende .deugd in het rijk wilden openbaar maken, ordenden zij eerst de staat; wanneer zij staat wilden ordenen, regelden zij· tevoren hun huishouding.
Wanneer zij hun huishouding wilden regelen, vervolmaakten zij eerst hun eigen persoon; wanneer zij hun eigen persoon wilden vervolmaken, maakten zij eerst hun hart rechtschapen
Wanneer zij hun hart rechtschapen wilden maken maakten zij eerst hun gedachten waarachtig; wanneer zij hun gedachten waarachtig wilden maken, verdiepten zij eerst hun wetenschap’.
Confucius, in H.J. Störig, ‘De Oud-Chinese filosofie’ in Geschiedenis van de filosofie. Utrecht, 1962, p. 89-90
Rafaël, De school van Athene. Een bont gezelschap van Griekse wijsgeren met Plato en Aristoteles in het midden
De wens om weten te delen
2013 07 10
Soms heeft een mens
gedreven door een diepe wens
een passie in zijn ziel
waar niet aan te ontkomen viel
met enig inzicht meegekregen
en zit er in zich mee verlegen
Het is bedoeld om te delen
met enkelen en dan met velen
Het zal zijn weg wel vinden
Eerst naar gelijkgezinden
bevriende geestverwanten
en dan naar alle kanten
Naar wie er maar voor open staat
het hart voor weten open gaat
Er is een dieper weten
dat van zichzelf doet spreken
In een verstilde ziel
vanzelf te binnen viel
Het leek een tijd verloren
maar wordt nu weer herboren
Het zal van hart tot hart gaan
en vindt zijn weg in ons bestaan
Het leeft in ieder mens
als vurige of vage wens
Dieper weten
2013 08 17
De kosmische intelligentie
kent in een hoger dieper weten
onze wensen en ook onze wegen
ons verlangen en onze intentie
Om zuiver te zijn
het goede toegewijd
in een dieper bewustzijn
van onze menselijkheid
Licht uit de dimensie van hart en ziel dat over de aarde straalt
Vlam in de ziel
2012 12 12 Een keerpunt?
Een vlam in de ziel
verwarmt het hart
Omarmt de aarde
met een teder licht
Een vlam in onze ziel
Verwarmt ons hart
Straalt over de aarde
Steeds meer in zicht
Een vlam van genade
Die ons weer op zal laden
Ons zal helen en genezen
Vanuit ons diepste wezen
***********
Koester en behoed die zachte vlam
waarmee het leven zijn wendingen nam
Laat het licht over de aarde gaan
gericht op een rijker en voller bestaan
Waarin mensen samen leven
meer om elkander geven
Minder langs elkander
Meer met elkander
Zonder onderhorig te zijn
Maar in zelfbewustzijn
met elkaar verbonden zijn
in het groot en in het klein
In grote en in kleine groepen
die zich op elkaar beroepen
zonder dwang en zonder strijd
zelfstandig in verbondenheid
Een ieder in zijn eigen waarde
doet zijn taak op deze aarde
om het leven beter te maken
doet iedereen zijn eigen taken
Hoofd en hart in saamhorigheid
bezield door licht en tederheid
die als een vlam van binnen brandt
in hart en ziel, in stad en land
Ontluikend teder licht
komt meer in het gezicht
Dromen worden werkelijkheid
in tijdeloze tederheid
Over de schrijver
Dr. Piet Ransijn (1949) studeerde sociologie en filosofie te Amsterdam. Schreef een proefschrift over collectief bewustzijn in India (1984). Medeoprichter en onderwijsadviseur van een onderwijs-programma over sociaal-emotionele vaardigheden: Leefstijl voor jongeren (1989-2008).
Was parttime docent sociologie en keuzemodulen over onder meer bewustwording en intuïtie aan een Hogeschool (1993-2014). Voordien enkele jaren leraar levensbeschouwing en maatschappijleer. Begon zijn loopbaan als meditatieleraar (1971-1983). Schreef een boek over Bewustzijn als bewapening (1982). Naar aanleiding daarvan verschenen in Civis Mundi in 1983 en 84 enkele artikelen. Deze zijn vertaald en gebundeld in het boekje A rational way to peace and fulfilment 1985, dat bij de auteur voor portokosten te verkrijgen is.
Scheppende stilte 2014 03 12
Op mijn weg door de tijd
door een afgrond geleid
Ontzagwekkend groot
reikte hij voorbij de dood
Er komt geen einde aan
de afgrond van het bestaan
Alle dingen die het leven vullen
kunnen de leegte niet verhullen
Ernstige dingen aanschouwd
Daarover lang genoeg gerouwd
Met een donker leeg gevoel
op zoek naar zin en doel
Maar het is weer geweken
Ook naar het mooie gekeken
De lentezon is weer gaan stralen
Zal het donkere gevoel weghalen
Zal wat donker is doordringen
Vogels zijn alweer gaan zingen
Knoppen zullen open springen
Er gebeuren zoveel mooie dingen
Het lentelicht schijnt in de duisternis
De lente neemt ons bij de hand
Want de lente is al in het land
La Primavera* neemt ons bij de hand *de lente
leidt ons naar het licht dat eeuwig is*
zonder schaduw van gemis
Troebele tijden zijn maar tijdelijk
Het licht dat ieder mens verlicht*
dat eeuwig is en onvergankelijk
was tijdelijk soms ver uit zicht
Uit het duister ben ik opgestegen*
bij tegenwind door storm en regen
Iets of iemand heeft mij opgeheven
zodat ik voor nog even voort kan leven
Ik heb nog een missie
Er is nog een passie
Een kunstenaarsgevoel
geeft mijn leven een doel
Om het onuitsprekelijke leven
mooi in woorden weer te geven
De liefde die alles doet bewegen
sprekend en levend weer te geven
Bezielde gedichten te maken
die harten kunnen raken
Uit scheppende stilte noteren
wat mensen kan inspireren
*Johannes Evangelie Proloog 1,9
*Vergelijk Jacques Perk, Iris: ‘Ik ben geboren uit zonnegloren en een zucht van de ziedende zee
die omhoog is gestegen, op wieken van regen, gezwollen van wanhoop en wee’
*Bṛihadāraṇyaka Upaniṣad 1.3.28
oṁ asato mā sad gamaya Leidt ons van het onwerkelijke naar het werkelijke
tamaso mā jyotir gamaya Leidt ons van duisternis naar licht
mṛtyor mā amṛitaṁ gamaya Leidt ons van dood naar onsterfelijkheid
oṁ shānti shānti shanti Laat er vrede zijn, vrede, vrede
Used in the 2003 cience fiction film The Matrix Revolutions as the climactic theme "Neodämmerung"
Licht dat ieder mens verlicht