Het onbereikbare in gedichten weergegeven

Civis Mundi Digitaal #23

door Piet Ransijn

Het onbereikbare in gedichten weergegeven

Alles Vergängliche ist nur ein Gleichnis

Das Unzulängliche hier wird’s Ereignis

Das Unbeschreibliche hier ist‘s getan

Das Ewig-Weibliche* zieht uns hinan

 

*nl. de liefde, de Eeuwige Geliefde

Goethe, Faust, slotregels

 

Inleiding en aanleiding

Een tijd geleden, in de jaren 80, heb ik een aantal artikelen geschreven voor Civis Mundi. Nu ik met pensioen ga heb ik daar weer tijd voor. Prof. Wim Couwenberg nodigde mij uit enkele gedichten te publiceren in Civis Mundi met een toelichting, die ingaat in op de persoonlijke, filosofische en maatschappelijke achtergronden. Er wordt ook een verband gelegd met ecologie en natuurbeleving.

In dit artikel volgt een inleidende  selectie uit gedichten over de natuur, liefde, kinderen, geestelijke en religieuze zaken, licht en stilte, leven en dood enz., geschreven vanaf 1975

 

Uit Rilke, Stundenbuch                                                Terugblik

 

Das war der Mann, der immer wiederkehrt,                 Ziehier een man die nog eens terugkijkt
wenn eine Zeit noch einmal ihren Wert,                       naar een voorbije tijd en haar op waarde schat
da sie sich enden will, zusammenfasst.                        vóór een levensperiode eindigt deze samenvat

Da hebt noch einer ihre ganze Last                             Hij tilt en voelt nog eens de lading van die tijd
und wirft sie in den Abgrund seiner Brust.                   laat hem bezinken in de afgrond van zijn hart

Die vor ihm hatten Leid und Lust;                                die zijn al zijn vreugde en zijn smart bevat

 

Er aber fühlt nur noch des Lebens Masse                   Hij voelt nog eens de omvang van zijn leven

und dass er Alles wie ein Ding umfasse, -                   Als een geheel wil hij zijn leven overgeven

nur Gott bleibt über seinem Willen weit:                      alleen blijft God nog boven zijn gewenst bereik

da liebt er ihn mit seinem hohen Hasse                       Hij verlangt daarom ook vurig en verheven

für diese Unerreichbarkeit.                                                    naar zijn niet te vatten onbereikbaarheid

 

Rainer Maria Rilke, Stundenbuch. Witregels toegevoegd          Vrije vertaling en interpretatie naar mijn tijd van leven

 

Caspar David Friedrich, Der Wanderer  úber dem Nebelmeer

                                                           

Ontstaan

Als jongen hield ik af en toe een dagboek bij, een gedachtenboek waarin ik ideeën, gevoelens en ervaringen schreef. Als student leerde ik mediteren. Veel gedichten zijn vanuit een soort meditatieve toestand uit stilte geboren, spontaan ingegeven en van binnenuit geïnspireerd, of buiten in de natuur. Mijn eerste gedichten waren liefdesgedichten met een geestelijke, religieuze (spirituele) strekking, opgedragen aan de Eeuwige Geliefde, nadat een tijdelijke geliefde mij verliet.

 

Voor wie zal ik zingen?

Biarritz 1975/76

Zoals in vroeger eeuwen

edelen en minnestrelen

hun jonkvrouwen bezongen

zo wil ik de liefde bezingen

 

Maar voor wie zal ik zingen?

Mijn geliefde verdween

Opeens was ik alleen

Alsof de zon niet meer scheen

 

Nu de wolken zijn verdwenen

weemoed als een nevel is geweken

maar de zon van liefde is gebleven

in dit diep doorleefde leven

 

weerkaatst mijn hart haar stralen

in zangen voor de geliefde

die mij niet alleen zal laten:

voor de Eeuwige Geliefde

 

 

 

De nevel wijkt voor de zon

 

Van Gogh, 1888, Bloeiend perenboompje                                                                   

Perzikboom in bloei

 

Lentegedicht                                                               

                                      Ilpendam 1977

Zie eens naar de bloemen

en naar al wat leeft

Zie hoe schoon de Schepper

ze geschapen heeft                                                    

 

Bloesemtakken zingen

zachtjes neigend

van het grote wonder

dat zich zwijgend

overal voltrekt

in ons bestaan:

in ieder bloesemblaadje

kijkt ons de Schepper aan

 

En de vogels fluiten

vrolijk zingend

van het grote wonder

dat zich stil maar dwingend

overal voltrekt

in al het leven:

aan ieder nietig wezen

heeft God zijn ziel gegeven

 

Alles is vol luister en vol licht

De Eeuwige Geliefde kijkt ons aan

in ieder stukje van het bestaan

een glimp van haar gezicht

 

Toen ik dit lentegedicht ooit ergens voorlas, vond een meisje dat zo mooi, dat ze mij een kopie vroeg… Het jaar daarop l zijn we getrouwd, inmiddels bijna 35 jaar. Bij die gelegenheid heb ik een gedichtenbundeltje gemaakt: Aan de Eeuwige Geliefde.


 

Het goddelijke in de natuur

Het lentegedicht lijkt pantheïstisch van strekking. Als boerenzoon en natuurliefhebber voelde ik als jongen al een soort aanwezigheid van God of het goddelijke in de natuur, vooral als ik door de weilanden liep. Maar het goddelijke vond ik ook boven de natuur uitstijgen en deze transcenderen als haar bron en scheppende grond.

In de Christelijke religie waarin ik Rooms Katholiek ben opgevoed, wordt God naar mijn gevoel teveel boven en buiten de schepping voorgesteld, zoals Jan Luycken verwoordt in dit fragment:

 

De ziel betracht de nabijheid Gods

 

Ik meende ook: de Godheid woonde verre,
In ene troon, hoog boven maan en sterre...
Maar toen Gij U beliefde te openbaren,
Toen zag ik niets van boven nedervaren…

Maar in de grond van mijn gemoed,
Daar werd het liefelijk en zoet.
Zodat ik U, O God, bevond
Te zijn de grond van mijne grond....

 

Gefingeerd plaatje van een Christelijke visie van God buiten en boven de mensen en de wereld

 

Onze westerse tendens tot exploitatie en uitbuiting van de natuur wordt wel eens gerelateerd aan de Joods-christelijke wereldbeschouwing, waarin God boven en buiten de natuur wordt geplaatst.

Zie ‘Ecology and the Bible’, The Ecologist, vol. 14 no 3 1984 en V. Westhoff. ‘De houding van de mens tegenover de natuur’, lezing Bilthovense Kring voor wijsbegeerte en psychologie, 21 jan.1981.

 

Het goddelijke buiten de natuur plaatsen vormt het begin van wat de socioloog Max Weber Entzauberung der Welt noemt: onttovering, of ontheiliging van de wereld als bezielde werkelijkheid. ‘Het (nood)lot van onze tijd wordt gekenmerkt door rationalisering en intellectualisering en bovenal door ‘ontheiliging’(‘onttovering’, Entzauberung) van de wereld’

Max Weber, Wetenschap als beroep en roeping in: R.Nisbet, The Sociological Tradition, p.298

 

Bij andere, onder meer bij zogenaamd primitieve en oosterse volken is de natuur nog heilig en doordesemt van het goddelijke, zoals bij de Noord-Amerikaanse Indianen en in de Indiase Vedanta filosofie van de Oepanishaden.

 

In zijn beroemde toespraak zegt opperhoofd Seattle bijvoorbeeld: ‘’Elk stuk van dit land is heilig voor mijn volk. Iedere spar die glanst in de zon, elk zandstrand, elke nevel in de donkere bossen, elke open plaats, elke zoemende bij is heilig… Dit land is onze moeder. Wij zijn een deel van de aarde en de aarde is een deel van ons. De geurende bloemen zijn onze zusters, het rendier, het paard, de grote adelaars onze broeders. De schuimkoppen in de rivier, het sap van de weidebloemen, het zweet van de pony en van de man, het is allemaal van hetzelfde geslacht, óns geslacht.”

Alles heeft dus dezelfde bron, in wie of waarin “wij leven, bewegen en zijn; zoals sommigen van uw dichters hebben gezegd: want wij zijn van zijn geslacht…Gods geslacht.” Handelingen van de Apostelen 17, 28-29. Voor de Indianen geldt dat niet alleen voor de mensen, ook voor de natuur.

 

Opperhoofd Seatlle vervolgt: “De aarde is voor ons heilige grond. Wij weten dat de bleke man onze manier van leven niet begrijpt.. De aarde is niet zijn broeder, maar zijn vijand. En als hij die veroverd heeft, trekt hij verder… Hij behandelt zijn moeder, de aarde als koopwaar, dat hij kan uitbuiten en weer verkopen. Zijn honger zal de aarde kaal vreten. Het zien van uw steden doet pijn aan de ogen… Ik ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag duizend buffels in de prairie, achtergelaten door de blanke man die ze neerschoot uit een rijdende trein. Ik kan niet begrijpen hoe het rokende ijzeren paard belangrijker kan zijn dan de buffel, die wij alleen doden om in leven te blijven.

 

Opperhoofd Seattle

 

Wat is de mens zonder dieren? Als de dieren weg zijn zal de mens sterven. Want wat er gebeurt met de dieren, gebeurt spoedig met de mens. Alle dingen hangen samen. Wat met aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde. Als een man op de grond spuwt, spuwt hij op zichzelf. De mens heeft het web van het leven niet geweven; hij is slechts één draad ervan. Wat hij met het web doet, doet hij met zichzelf…

 

De blanke man, nu nog menend dat hij sterk is, denkt dat hij een God is, die de gehele aarde bezit. Hoe kan een mens zijn moeder bezitten?... Hij is de God van alle mensen. Deze aarde is hem lief en beschadigen van de aarde betekent zijn Schepper beledigen. Ook de blanke man zal ten onder gaan; misschien nog eerder dan al de andere stammen. Bevuil uw legerstede en u zult bezwijken aan uw eigen vuil.   Boven alles eerbiedigen wij het recht van elke man, te leven zoals hij wil, hoe verschillend ook van het leven van zijn broeder… Onze God is dezelfde God. Onze aarde is hem dierbaar. Misschien zullen wij tenslotte toch broeders zijn. Wij zullen zien.”

‘Thuisland’, ontleend aan de toespraak van Opperhoofd Seattle te Washington, 1854, in: S. Davidson, red. Stemmen uit de eeuwige jachtvelden. Leiden, Tango, 1973

 

Zo voelde ik mij ook enigszins toen ik als kind van het boerenland in de stad kwam. Nog altijd voel ik mij enigszins als een kind van de natuur, dat onze levenswijze met bevreemding gadeslaat en in gedichten schrijft wat zijn hart beroert en raakt. De groene weiden waar ik al jong een zekere eenheid met het Al beleefde, zijn nu volgebouwd met blokkendozen van beton en staal.

Volgende gedichten drukken iets uit van de natuurbeleving die ook bij andere volken herkenbaar is.

 

Leven als bomen en bloemen

                                                                 Petten aan Zee  2008 08 15

Golven denken niet maar ruisen en bruisen

Bomen praten niet maar ritselen en ruisen

Bloemen spreken niet maar groeien en bloeien

Beken en rivieren streven niet maar stromen en vloeien

Vogels weifelen niet maar glijden en vliegen

Grashalmen zuchten niet maar neigen en wiegen

 

Waarom zou ik mij dan met zorgen vermoeien

steeds met mijzelf weer strijden en stoeien

met twijfel en denken, met pogen en streven

in plaats van als de bloemen en bomen te leven?

 

Luisteren met de ziel                                                                                    

 

Vol en groots is de natuur

die door ons heen stroomt

wanneer wij niets meer hoeven

nergens meer aan denken:

Liefdevol, vreugdevol,

vol scheppingskracht

 

Wat de bomen en de struiken

zachtjes naar ons fluisteren

wanneer we door hun bladeren

lispelend de wind horen ruisen

is wijzer dan de meeste woorden

die wij van de mensen hoorden

 

De wijsheid van de natuur

die ons verstand te boven gaat

maar die de ziel verstaat

sprakeloos, argeloos en puur

 

Laten we daarom veel en vaak

luisteren naar bomen en struiken

naar bloemen en vogelgeluiden

Daar kunnen we meer van leren

dan veel mensen beweren

 

Wanneer we de taal

van de natuur verstaan

en er naar leven zijn wij wijs

worden we weer aangezien voor vol

vol begrip, vreugdevol, liefdevol

 

Het is alsof de stilte

zachtjes spreekt

in ieder zacht geritsel

en geruis in de natuur

Een scheppende stilte:

in ieder klein geluid

drukt zich de volheid uit

 

De stilte wordt door geluid

niet verbroken of verstoord

Alles wordt door stilte omhuld

als door een zijden kleed

dat oplicht in de aura’s

van de bomen en het bos

de bloemen en het gras

 

In al het levende gewas

dat Moeder Natuur als het ware

draagt en baart als gaven

in een voortdurend geven

een voortdurende genade                         De Steeg 1997

 

Caspar David Friedrich, 1808-10, Monnik aan zee, die als het ware bijna opgaat in het Al

 

Het universum en ons eigenlijke Zelf: Atman en Brahman

In de Indiase Vedanta filosofie van de Oepanishaden ontdekte en herkende ik al jong wat mij bezielde en wat ik diep van binnen besefte. Het wordt daar meer filosofisch onderbouwd dan de wijsheid van de natuurvolken, die in wezen op hetzelfde neerkomt. In diepste wezen is onze ziel, Zelf of Atman (adem, spirit) hetzelfde als de bron of grond van het universum: Brahman. Dit is de grondstelling van de Oepanishaden: Atman = Brahman. “Mits goed verstaan is de identiteit tussen Brahman en Atman terug te vinden in alle religies en in vrijwel elk wijsgerig systeem.”

 

“Dit heelal is Brahman… Geest is zijn stof, leven zijn lichaam; licht is zijn gestalte; zijn denken is waarheid, zijn Zelf de eindeloze ruimte. Alwerkend is hij… Zwijgend en onverstoord omspant hij het ganse heelal. Deze Brahman is mijn Atman, zetelend in het binnenste van mijn hart… kleiner dan de kiem van een gierstkorrel... groter dan de aarde, groter dan de hemel, groter dan alle werelden.”

“Die in de aarde, maan en sterren verblijvend, van de aarde verschillend is; die door de aarde, maan en sterren niet gekend wordt, maar wiens lichaam de aarde, maan en sterren is en die deze innerlijk bestuurt: die is uw Atman, de innerlijke bestuurder   Die in alle wezens verblijvend, van alle wezens verschillend is; die door geen wezen gekend wordt, maar wiens lichaam alle wezens is en die alle wezens innerlijk bestuurt: die is uw Atman, de innerlijke bestuurder.”

Chandogya Oepanishad, H.Groot, Verborgen wijsheid uit de Oepanishaden. Deventer, Kluwer, 1957, p 31,33,44.

 

 

Dit is het eerste boek over Indiase filosofie dat ik las, nog altijd een uitstekende heldere inleiding die verbanden legt met de Griekse filosofie, met name Plato, Kant (en het Duitse idealisme), Schopenhauer, Goethe, mystici als Jacob Boehme, de Bijbel, de Joodse Kabbala en de Oud- Egyptische leringen. Deze universele filosofie komt poëtisch tot uiting in mijn gedichten.

 

De volgende spreuk of wens wordt in India vanouds gereciteerd aan het begin van de lessen:

en is afkomstig uit oude tijden, toen wijzen nog onder een boom onderricht gaven

 

Saha navavatu                                   Moge wij samen worden behoed

Saha nau bhunaktu                            Moge wij samen worden gevoed

Saha viryam karavahai                      Moge wij krachtig samen werken

Tejasvi navadhitam astu                     Moge ons verstand en onze studie effectief zijn

Ma vidvishavahai                               Moge wij geen negativiteit onder ons koesteren

 

Taittiriya Upanishad 2.2.2

 

Raja Ravi Varma, 1904 schilderij van Shankara, een zeer invloedrijk Vedanta filosoof

en zijn vier belangrijkste leerlingen:  Padma Pada, Hasta Malaka, Vartikar en Trotaka

Zij bemanden in vier delen van India  vier  leerstoelen,  Shankaracharya’s  genaamd.

Recente leermeesters zoals Maharishi Mahesh Yogi sluiten aan bij Shankara, zie zijn

Commentaar op de  Bhagavad Gita, Penguin Books, 1969, p. 469 The Holy Tradition

 

De onderliggende eenheid wordt veelal ook benoemd als liefde, niet zozeer bedoeld als gevoel of emotie, maar als bestaansgrond en uiteindelijke drijfveer van het leven. Bij Plato is dit de Eros. Bij Dante en in het Evangelie, vooral bij Johannes, is het de liefde (zie Hans Stolp, Johannes de ingewijde. Deventer, 1999). Zoals ook bij vele heiligen, wijzen en mystici uit allerlei tijden en culturen. Door ons bewustzijn te openen voor deze dimensie van ons bestaan krijgt het leven een ander aangezicht, zegt het volgende gedicht.

 

 

 

Liefde die de zon en sterren doet bewegen*                                               

 

Op gezegende momenten

wanneer we stil aanwezig zijn

bewegen zich de bomen en de mensen

in een alomvattend veld

 

De wereld baadt in een doorzichtig licht

Het wezen van de wereld is volmaakt

daar waar de ziel verstild

de sferen van de Schepper raakt

 

De wereld zwijgt

en krijgt een ander aangezicht

als wij steeds konden leven

vanuit dit gezegende gegeven:

 

Ons verbinden konden met een wereld

die in wezen reeds volkomen is

verbonden met een volheid

die er altijd al geweest is

 

We spreken van liefde, wijsheid, licht

Maar het is gewoon een stil gebied

dat diep in ons verscholen ligt

waarvoor geen woorden zijn*

 

* Een van de mooiste beschrijvingen is deze:

‘De liefde die de zon en sterren doet bewegen’

L’ amore qui muove il sole et les altere stelles

Dante, Divina Commedia, Paradiso, slotzin.

De Steeg/Zutphen najaar 1997

 

Dante en Beatrice door Cristóbal Rojas (1857-1890)

 

 

Het Ene zonder hetgeen het andere niet is                                 2011 06 17 

Geïnspireerd door Giordano Bruno  (1548-1600)

 

In mijn gedreven en bevlogen aard

heb ik een herinnering bewaard

aan het Ene zonder hetgeen niets anders is

Er naar reikend greep ik meestal mis

Omdat dat Ene niet te vatten is

 

Het Ene was mij alles waard

Ooit verliet ik zoekend huis en haard

naar het Ene zonder hetgeen niets anders is

Hoewel uiteindelijk het Ene niet te vatten is

greep ik ernaar reikend niet volkomen mis

 

                 ******

 

Ik vond het in de liefde en in jou

en jij werd toen mijn vrouw

Ik voelde het in huis en haard

De liefde was mij alles waard:

werkend voor de kost en het kroost

nadat jij met mij voor kinderen koos

 

Mijn gedreven aard is niet verdwenen

Is nog niet opgegaan in het Ene

Soms geraakt en net als jij doorschenen

door de niet te vatten glans van het Ene

Ernaar reikend greep ik echter meestal mis

naar het Ene zonder hetgeen niets anders is

 

Over Bruno, zie  A Vloemans, Leven en leer der grote denkers. Den Haag, Leopold, 1948

De heroïeke wijsbegeerte van de Renaissance. Zutphen, Thieme, 1926

 

Giordano Bruno 1548-1600, op de brandstapel

 

Vervreemding en verwezenlijking

We leven in een wereld waarin wij meestal vervreemd zijn van onze bestaansgrond, van het Ene, van ons wezen, ons Zelf, zoals eerder omschreven. We leven in structuren en relatiepatronen die wij bedoeld en onbedoeld samen vormen, en die bewust en onbewust een min of meer dwingende invloed op ons hebben. Deze invloed is te veranderen door om te beginnen ons bewust te zijn van onszelf en onze socialisatie in sociaal-culturele kaders en onze existentiële bestaansgrond.

 

Structuren krijgen een eigen dynamiek ten opzichte van de mensen, waarbij ‘de eigen daden tot een hen vreemde macht worden, boven hen geplaatst en tegen hen gericht in plaats van door henzelf beheerst’, aldus Karl Marx in zijn definitie van vervreemding in Das Kapital.

Zie E. Fromm, De gezonde samenleving, p 94. Vervreemding en verwezenlijking was de titel van mijn doctoraalscriptie (1973). Het is ook een thema in mijn gedichten.

 

“Er ontstond een maatschappelijk bestel dat ons nu haar wil oplegt… ’een stalen kooi… Niemand weet nog wie in deze kooi zal leven in de toekomst, of er…een wedergeboorte van oude ideeën en idealen zal zijn, of gemechaniseerde afstomping, opgesierd met een soort dwingende zelfingenomenheid. Van deze fase…zou waarlijk kunnen worden gezegd:Vakmensen (professionals) zonder geest, genotsmensen zonder hart; dit nietige wezen verbeeldt zich dat het een niveau van menselijke ontwikkeling heeft bereikt dat nooit eerder is vertoond.’(naar Goethe)”

Max Weber in De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme (slot)

In E Tellegen, ‘Max Weber’, in Rademaker e.a. Hoofdfiguren van de sociologie.

 

De vervreemding kan worden opgeheven door een meer omvattend bewustzijn van onze bestaansgrond, waarin ‘wij leven, bewegen en zijn’. (Handelingen van de Apostelen, 17,28)

Dit wordt ook als licht en liefde aangeduid, niet zozeer als gevoel maar als bestaansgrond. Bijv. in het Evangelie (bij Johannes) en bij de dichter Dante in de slotzin van zijn Divina Commedia:

‘De liefde die de zon en sterren doet bewegen’. Aan de hand van zijn geliefde Beatrice is hij daarheen opgestegen. Om die liefde gaat het in ons leven.

 

Plato over liefde

Een van de mooiste en meest diepgaande teksten over de liefde vinden we bij Plato. De dialoog Symposion gaat over de Eros en het verheffen van de lichamelijke liefde via de geestelijke, platonische liefde tot de ene Liefde zelf. (Schoonheid hier vertaald als liefde, want het betreft de Eros)

 

“…Een wijde zee van liefde opent zich voor wie in de mysteries van de liefde wordt ingewijd …

een wonderlijk mooie visie die het wezen van de liefde is… Het is een altijddurende liefde die niet komt en gaat, niet ontstaat en vergaat, niet bloeit en verwelkt, niet nu eens mooi en dan weer niet..

Ook zal deze liefde zich niet vertonen als een gezicht of iets van het lichaam… of een ander wezen, maar iets dat op zichzelf en in zichzelf bestaat in een eeuwige eenheid waar alle mooie dingen aan deelhebben, zonder meer of minder te worden, maar steeds hetzelfde ongeschonden en onschendbare geheel.

Wanneer iemand... door op de juiste wijze lief te hebben boven zichzelf uitstijgt en die liefde begint te zien, raakt hij dichtbij het einddoel. Want dit is de juiste weg… om ter wille van de ene liefde op te stijgen langs de treden van een mooi lichaam… tot mooie aspiraties… tot de ene liefde zelf.

Op dat punt is het leven van de mens vervullend, wanneer hij de liefde zelf aanschouwt. Als hij dat eenmaal heeft gezien wordt hij niet meer verleid door goud, mooie kleren of mooie lichamen…”

 

Dit schouwen, zien en weten van de liefde zelf, zuiver onvermengd en niet gebonden aan het menselijk lichaam ligt ten grondslag aan de ware deugd, waarachtige integriteit (in moderne termen), vervolgt Plato, in Symposion, Collected Dialogues

Volgens Plato en de antieke mysteriescholen dient onderwijs te zijn gericht op deze bewustwording.

‘Supreme Love can hardly be achieved without a direct participation of the supraconscious and without the ego-transcending techniques of its awakening,’ aldus mijn favoriete socioloog P.A.Sorokin  in The Ways and the Power of Love. Types, Factors and Techniques of Moral Transformation, p.125.

 

Dit opheffen of sublimeren van de liefde naar een hoger, meer subliem en verheven niveau in de zin van Plato wordt subliem beschreven in meesterwerken zoals de Divina Commedia van Dante, Goethe’s Faust, de romans van Tolstoj, Oorlog en vrede en Opstanding, en van Dostojewski: De gebroeders Karamazow. Naar die liefde, ‘voorbij het lustprincipe’ (boektitel Freud) zoekt eigenlijk iedere mensenziel, ook al wordt hij nog door ‘het lustprincipe’ en passies gedreven.

Over het weten en bewustzijn van eerder aangeduide bestaansgrond gaan de volgende gedichten, die ik heb geschreven aan het eind van mijn onderwijsloopbaan.

 

 

Het weten en het wezen

                                                     2012 07 10

Vroeger wilde ik van alles weten

Verdiepte mij in vele wetenschappen

Maar ben het meeste weer vergeten

Ik kon het niet behappen

 

Duizenden boeken doorgenomen

Tot de slotsom gekomen

dat wat ik werkelijk zoek

in geen enkel boek

uiteindelijk is te vinden

 

Een mens is als een blinde

die weliswaar kan lezen

maar woorden raken niet het wezen

dat hij wil doorgronden

wat de wijzen reeds verkonden

 

Daarom lees ik niet veel meer

daar ik veel meer van het leven leer

van kinderen, dieren, dwazen en wijzen

Van de vragen die zij laten rijzen

 

Verwonderd kijk ik om mij heen

Wat er is voelt in de diepte één

De hele wereld is bijzonder

In wezen één groot wonder

 

Als je niet meer alles wil begrijpen

Kan een diepere wijsheid rijpen

Accepteren van het leven

als een wonderlijk gegeven

 

Ansichtkaart met versje over liefde

 

Leren en liefde                 2013 06 06   

                                                       Na gesprek over studie met dochter

Haast mijn hele leven

bezig met leren en weten

Nu ik wijzer geworden ben

en mijn grenzen beter ken

kan ik mijn baan vergeten

in de laatste fase van mijn leven

 

Uiteindelijk kan liefde het leven

diepere zin en betekenis geven

De liefde tussen man en vrouw

de liefde tussen mij en jou

 

De kennis en de wetenschap

die ooit mijn interesse had

leken later vaak futiel

weten zonder hart en ziel

 

Uiteindelijk kan liefde het leven

diepere zin en betekenis geven

Ieder mens wil als een kind

onvoorwaardelijk worden bemind

 

Het ‘weten van het hart’: bewustwording en intuïtie

‘Is de wetenschap in staat doelen aan ons handelen te geven, nadat zij heeft bewezen dat zij deze kan wegnemen en teniet kan doen?’ (Nietzsche, gecit. in doctoraalcollege J Goudsblom, 1970).

 

Toen ik mijn Ph D Dissertatie had geschreven in India in 1983 en voordien een ambulant en onbestendig leven had geleid, ver van de altijd groene weiden, kreeg ik heimwee naar huis, een huis dat ik niet had, naar geborgenheid, eenheid en verbinding, een gezin (zie het gedicht over het Ene). Ik had genoeg van intellectuele ‘kopkennis’ en besefte de betrekkelijkheid daarvan.

 

Maar wat voor werk kun je doen als socioloog? Ik werd leraar levensbeschouwing en maatschappijleer om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van jonge mensen. Op de lerarenopleiding ontmoette ik een hoogleraar onderwijskunde met wie ik vanaf 1989 een onderwijsprogramma voor sociaal-emotionele vaardigheden heb opgezet: Leefstijl voor jongeren. Emotionele intelligentie werd dat later genoemd door Daniël Goleman (in zijn bestseller van 1995). Hij heeft ook in India gestudeerd. Zijn eerste boek schreef hij over The Varieties of Meditative Experience (1977), republished as The Meditative Mind in 1988.

 

Leerlingen leerden bij Leefstijl om te gaan met anderen en met gevoelens. Ze hebben daar meer behoefte aan dan aan ‘kopkennis’ die voor hen vaak weinig relevant is. Leefstijl bleek een ‘gat in de markt’ in het onderwijs. Op elementair niveau vanaf VMBO brugklas werd het ‘weten van het hart’ geïntroduceerd.

Eigenlijk wilde ik verder gaan dan sociaal-emotionele vaardigheden naar meditatieve en geestelijke (zgn.’spirituele’) vaardigheden, inzichten en ervaringen. Bij keuzemodules zoals bewustwording en intuïtie kreeg ik op de Hogeschool de kans om meer diepgaand onderwijs te bieden, met als motto’s ‘Ken uzelf’ (Orakel te Delphi. Opschrift op de boerderij van een meisje met wie ik naar school fietste)

Ken dat waardoor alles gekend wordt’ (namelijk: het bewustzijn, Oepanishaden)

Onderzoek alle dingen en behoud het goede’ (Paulus, zoals mijn vader weleens tegen mij zei.)

Hier ook bedoeld als het Goede in de zin van Plato, bij Bruno e.a. het Ene of bij Dante e.a. de Liefde).

 

Geregeld schreven studenten opmerkingen in hun verslag zoals: ‘Er ging een wereld voor mij open.’ Namelijk de dimensie van het bewustzijn en het universele interculturele weten (‘perennial philosophy’, Aldous Huxley). Hierbij putte ik uit alle wetenschap, filosofie en religieuze kennis waarvan ik had kennisgenomen. Er werden meditatieve ontspanningsmethoden geboden om ruimte te scheppen in het hoofd en het ‘leeg te maken’ in plaats van vol met wetenswaardigheden, en ruimte te maken voor het innerlijke intuïtieve weten van hart en ziel, waarmee we vaak te weinig voeling hebben. In een volgepropt gespannen mens met weinig verbinding met hart en ziel kan maar weinig ruimte zijn voor wijsheid, leert mijn ervaring.

 

Bij de recente promotie van een familielid volgde na afloop een discussie over de toepassing van kennis en wetenschap die m.i. zeker zo belangrijk is als de kennis op zich. Deze toepassing wordt bepaald door onze waarden en doelen, ons geweten en ons moreel besef en de mate van bewustzijn, die de wetenschap te boven gaan.

Toepassingen van de kennis van kernfysica overgeleverd aan de passies en in handen van malafide politici kan de aarde met de ondergang bedreigen. Dit geldt in principe voor alle ‘kopkennis’, die ten gunste of ten koste van de menselijke ontplooiing kan worden ingezet, die de mensen en de natuur kan exploiteren en uitbuiten of cultiveren opheffen en naar een hoger meer bewust en verlicht niveau van functioneren.

‘Er zijn momenten waarop je je vrij voelt van identificatie met menselijke beperkingen…

Je staat op ergens op een kleine planeet en kijkt vol verwondering naar de koele maar diep ontroerende schoonheid van het eeuwige en onvatbare: leven en dood vloeien inéén en er is evolutie noch bestemming: alleen Zijn.’

 

Albert Einstein, in Maharishi International University Catalogus, Fairfield Iowa 1974/75, p 151.

Zie ook zijn Ideas and Opinions, gebaseerd op Mein Weltbild.

 

Einstein. Zie  L Motz en J H Weaver, Geschiedenis van de natuurkunde, door mij vertaald. Aula, 1993

 

La coeur a ses raison qui la raison ne connaît pas’, Blaise Pascal

Het hart heeft zijn redenen, die het verstand niet begrijpt

 

Het weten van het hart

                                         2012 08 19  Dover, onderweg naar huis

We leven niet alleen

maar voor onszelf alleen

We hebben iets te zeggen

We hebben iets te doen

dat niet meteen is uit te leggen

Een of ander levensdoel

 

Het hart meer laten spreken

Het isolement doorbreken

van het weten van de ziel

die met een doel op aarde viel

om iets van dieper weten

te brengen naar beneden

 

Het stille weten van de eenheid

in en achter de verscheidenheid

Waar de liefde zijn bron vindt

Waar de schepping begint

en op ieder moment

zijn vervulling kent

 

Iets dat niet te vatten is

Want het verstand grijpt mis

bij het weten van het hart

dat iedere verbeelding tart

dat dichters in hun hart bewaren

als zegening voor deze aarde

 

Men noemde het genade

een onvergankelijke waarde

een geschenk van hoger hand

dat voorbij gaat aan verstand

maar door het hart begrepen wordt

als een stille stem van God

 

Of welke term men ook geeft

aan de Bron van al wat leeft

waar alles zijn oorsprong heeft

die het leven een diepere zin geeft

 

Om bewust hieruit te leven

is niet iedereen gegeven

Bewust te leven uit de bron

Licht verspreiden als de zon

 

 

If there is light in the soul,

there will be beauty in the person.

If there is beauty in the person,

there will be harmony in the house.

If there is harmony in the house,

there will order in the nation.

If there is order in the nation,

there will be peace in the world.

Chinese Proverb

 

 

Zie ook Confucius: ‘Wanneer de Ouden de lichtende .deugd in het rijk wilden openbaar maken, ordenden zij eerst de staat; wanneer zij staat wilden ordenen, regelden zij· tevoren hun huishouding.

Wanneer zij hun huishouding wilden regelen, vervolmaakten zij eerst hun eigen persoon; wanneer zij hun eigen persoon wilden vervolmaken, maakten zij eerst hun hart rechtschapen
Wanneer zij hun hart rechtschapen wilden maken maakten zij eerst hun gedachten waarachtig; wanneer zij hun gedachten waarachtig wilden maken, verdiepten zij eerst hun wetenschap’.

Confucius, in H.J. Störig, ‘De Oud-Chinese filosofie’ in Geschiedenis van de filosofie. Utrecht, 1962, p. 89-90

 

Rafaël, De school van Athene. Een bont gezelschap van Griekse wijsgeren met Plato en Aristoteles in het midden

 

De wens om weten te delen

2013 07 10

Soms heeft een mens

gedreven door een diepe wens

een passie in zijn ziel

waar niet aan te ontkomen viel

met enig inzicht meegekregen

en zit er in zich mee verlegen

 

Het is bedoeld om te delen

met enkelen en dan met velen

Het zal zijn weg wel vinden

Eerst naar gelijkgezinden

bevriende geestverwanten

en dan naar alle kanten

 

Naar wie er maar voor open staat

het hart voor weten open gaat

Er is een dieper weten

dat van zichzelf doet spreken

In een verstilde ziel

vanzelf te binnen viel

 

Het leek een tijd verloren

maar wordt nu weer herboren

Het zal van hart tot hart gaan

en vindt zijn weg in ons bestaan

Het leeft in ieder mens

als vurige of vage wens

 

 

Dieper weten                                           

2013 08 17

De kosmische intelligentie

kent in een hoger dieper weten

onze wensen en ook onze wegen

ons verlangen en onze intentie

 

Om zuiver te zijn

het goede toegewijd

in een dieper bewustzijn

van onze menselijkheid

 

Licht uit de dimensie van hart en ziel dat over de aarde straalt

 

 

Vlam in de ziel

                                         2012 12 12 Een keerpunt?

Een vlam in de ziel

verwarmt  het hart

Omarmt de aarde

met een teder licht

 

Een vlam in onze ziel

Verwarmt ons hart

Straalt over de aarde

Steeds meer in zicht

 

Een vlam van genade

Die ons weer op zal laden

Ons zal helen en genezen

Vanuit ons diepste wezen

 

                       ***********

 

Koester en behoed die zachte vlam

waarmee het leven zijn wendingen nam

Laat het licht over de aarde gaan

gericht op een rijker en voller bestaan

 

Waarin mensen samen leven

meer om elkander geven

Minder langs elkander

Meer met elkander

 

Zonder onderhorig te  zijn

Maar in zelfbewustzijn

met elkaar verbonden zijn

in het groot en in het klein

 

In grote en in kleine groepen

die zich op elkaar beroepen

zonder dwang en zonder strijd

zelfstandig in verbondenheid

 

Een ieder in zijn eigen waarde

doet zijn taak op deze aarde

om het leven beter te maken

doet iedereen zijn eigen taken

 

Hoofd en hart in saamhorigheid

bezield door licht en tederheid

die als een vlam van binnen brandt

in hart en ziel, in stad en land

 

Ontluikend teder licht

komt meer in het gezicht

Dromen worden werkelijkheid

in tijdeloze tederheid

 

Over de schrijver

Dr. Piet Ransijn (1949) studeerde sociologie en filosofie te Amsterdam. Schreef een proefschrift over collectief bewustzijn in India (1984). Medeoprichter en onderwijsadviseur van een onderwijs-programma over sociaal-emotionele vaardigheden: Leefstijl voor jongeren (1989-2008).

Was parttime docent sociologie en keuzemodulen over onder meer bewustwording en intuïtie aan een Hogeschool (1993-2014). Voordien enkele jaren leraar levensbeschouwing en maatschappijleer. Begon zijn loopbaan als meditatieleraar (1971-1983). Schreef een boek over Bewustzijn als bewapening (1982). Naar aanleiding daarvan verschenen in Civis Mundi in 1983 en 84 enkele artikelen. Deze zijn vertaald en gebundeld in het boekje A rational way to peace and fulfilment 1985, dat bij de auteur voor portokosten te verkrijgen is.

 

Scheppende stilte                               2014 03 12 

 

Op mijn weg door de tijd

door een afgrond geleid

Ontzagwekkend groot

reikte hij voorbij de dood

 

Er komt geen einde aan

de afgrond van het bestaan

Alle dingen die het leven vullen

kunnen de leegte niet verhullen

 

Ernstige dingen aanschouwd

Daarover lang genoeg gerouwd

Met een donker leeg gevoel

op zoek naar zin en doel

 

Maar het is weer geweken

Ook naar het mooie gekeken

De lentezon is weer gaan stralen

Zal het donkere gevoel weghalen

 

Zal wat donker is doordringen

Vogels zijn alweer gaan zingen

Knoppen zullen open springen

Er gebeuren zoveel mooie dingen

 

Het lentelicht schijnt in de duisternis

 

De lente neemt ons bij de hand

 

Want de lente is al in het land      

La Primavera* neemt ons bij de hand                                       *de lente

leidt ons naar het licht dat eeuwig is*

zonder schaduw van gemis

 

Troebele tijden zijn maar tijdelijk

Het licht dat ieder mens verlicht*

dat eeuwig is en onvergankelijk

was tijdelijk soms ver uit zicht

 

Uit het duister ben ik opgestegen*

bij tegenwind door storm en regen

Iets of iemand heeft mij opgeheven

zodat ik voor nog even voort kan leven

 

Ik heb nog een missie

Er is nog een passie

Een kunstenaarsgevoel

geeft mijn leven een doel

 

Om het onuitsprekelijke leven

mooi in woorden weer te geven

De liefde die alles doet bewegen

sprekend en levend weer te geven

 

Bezielde gedichten te maken

die harten kunnen raken

Uit scheppende stilte noteren

wat mensen kan inspireren

 

*Johannes Evangelie Proloog 1,9

*Vergelijk Jacques Perk, Iris: ‘Ik ben geboren uit zonnegloren en een zucht van de ziedende zee

die omhoog is gestegen, op wieken van regen, gezwollen van wanhoop en wee’

*Bṛihadāraṇyaka Upaniṣad 1.3.28
oṁ asato mā sad gamaya                     Leidt ons van het onwerkelijke naar het werkelijke
tamaso mā jyotir gamaya                      Leidt ons van duisternis naar licht
mṛtyor mā amṛitaṁ gamaya  Leidt ons van dood naar onsterfelijkheid
oṁ shānti shānti shanti                        Laat er vrede zijn, vrede, vrede

Used in the 2003 cience fiction film The Matrix Revolutions as the climactic theme "Neodämmerung"

 

Licht dat ieder mens verlicht