Civis Mundi Digitaal #25
Bespreking van: Mark Kinet (2013), Psychopathologie van het hedendaags leven, vier verhandelingen. Uitgeverij Garant, Antwerpen/Apeldoorn. ISBN 978-90-441-3081-2, 134 pagina’s.
Bespreking van Mark Kinet (2013), Psychopathologie van het hedendaags leven, vier verhandelingen. Garant, Antwerpen/Apeldoorn. ISBN 978-90-441-3081-2, 134 pagina’s.
Mark Kinet blijkt al heel wat watertjes te hebben doorzwommen. Als psychiater, psychotherapeut en psychoanalyticus staat hij niet enkel met beide benen stevig in de kliniek, ook als bestuurslid van diverse verenigingen en als redacteur van de boekenreeks ‘Psychoanalyse Actueel’ getuigt hij van zijn fascinatie omtrent de mens in al zijn facetten en producten.
Dat de auteur in kwestie ondertussen al een indrukwekkend oeuvre heeft bijeengepend -zowel qua artikels als qua boeken- staat buiten kijf, getuige hiervan zijn website: www.markkinet.be
Mark Kinet is een duizendpoot bij wie het om de zoveel tijd flink begint te jeuken. Wanneer hij zijn vacht uitschudt, valt er voor elkeen wel wat interessants te rapen.
Struinend door deze schrijfsels van Kinet nestelt zich in mij het gevoel dat we als mensheid in spannende tijden zijn beland. Eén en ander zal wel verband houden met de geamuseerdheid waarmee hij naar de wereld rondom hem kijkt, zo’n beetje als een kind dat losgelaten wordt op de kermis. Waar hij het ene moment naar voren treedt graaiende in de speelgoedtrommel die de wereld volgens hem lijkt te zijn, andere momenten zien en voelen we hem behoedzaam en omzichtig laveren ten aanzien van het particuliere van het individu.
Met zijn psychopathogie van het hedendaags leven lijkt de man in kwestie zich ook ditmaal in goed gezelschap te bevinden, onder denkers van de argwaan.
In het voorwoord –van de hand van niemand minder dan Paul Verhaeghe- verwijst deze laatste naar Freuds werk ‘Zur Psychopathologie des Alltagslebens’ waarnaar de titel bewust refereert. Tevens laat hij zich lovend uit over het boek, dixit volgende passage: ‘Door de lichtvoetigheid en speelsheid van de tekst heen schemert een gerijpte eruditie.’ Als compliment komende van één van de meest toonaangevende hedendaagse psychoanalytische auteurs in ons Nederlands taalgebied kan dit tellen.
Zoals hij in zijn inleiding aangeeft draaien alle vier de teksten rond hedendaagse psychiatrie, psychoanalyse en cultuurfilosofie.
In een eerste verhandeling poogt hij iets van de identiteit van onze tijd te vangen. Vervolgens schetst hij een balans tussen psychoanalyse en neurowetenschap door in te zoomen op de neuropsychoanalyse. Bevindingen rond hechting, herinnering en geheugen worden voorgesteld. De derde verhandeling baadt in de geest van onze tijd en laat voelen hoe het gemondialiseerde kapitalisme met zijn digitale technologie tot een ‘pac-man’ met reële dimensies verwordt. In zijn laatste deel zien we hoe dit alles in de kliniek terugkeert en significantie etaleert, eerder dan dit in of onder woorden te brengen.
Freud beargumenteerde dat het wegdrukken van onaangename herinneringen alleen maar leidde tot meer miserie. Selma Aybek, psychiater aan het Londense King’s College, denkt het gelijk van Freud met scanbeelden te kunnen bewijzen. In het vakblad Jama Psychiatry toonde zij recentelijk aan hoe trauma’s uit het verleden wel degelijk lichamelijke kwalen tot gevolg hebben.
Kinet maakt er ons attent op hoe een toegenomen en zichtbaar gemaakte neurowetenschappelijke kennis wel leidt tot het localiseren, maar niet tot het begrijpen van de psychische activiteit.
Hij citeert hierbij de eminente neuroloog Oliver Sacks: ‘Neuropsychology is admirable but it excludes the psyche’. En verder ‘It is precisely the subject, the living I, which is excluded from neurology.’ Het onbewuste –als wezen van de psychoanalyse- ontstaat alleen voor wie bereid is ernaar te luisteren.
Het betreft dus bij uitstek een (inter)subjectieve aangelegenheid. Kinet illustreert hiermee hoe de psychoanalytische kliniek bovendien niet zozeer die van de blik is, maar wel van het oor.
Als clinicus vind ik dit het meest interessante stuk: hij illustreert aan de hand van casusmateriaal hoe de hedendaagse psychopathologie meer en meer een aktuaalpathologische wending neemt –het ‘stomme’ en mutistische karakter primeert en klinkt bij momenten net daardoor oorverdovend.
De auteur probeert een tijdsgeest te vatten van een tijd die -dixit Kinet- “in zekere zin de geest geeft” en schetst “de story en history” van de individuen die er deel van uitmaken. Het mag een beetje wringen bij Kinet en dat doet het –hier- ook. We worden als lezers voor de waarheid gezet dat wij in feite analoge wezens in een digitaal tijdperk zijn.
Hij haalt hiervoor de mosterd bij Paul Virilio van wie het volgend citaat: ‘il y a une pollution de la vitesse qui réduit le monde a rien’. Dit om te wijzen op en te waarschuwen voor de gevaren van de toegenomen virtualiteit. Vrijblijvendheid is dan ook ver zoek. De virtuele wereld voorgesteld als de grootste barrière die ooit is opgeworpen tegen de werkelijke wereld.
Het boek voorziet ook in een stuk ‘expliciete’ kliniek: vignetten van narcistische problemen, Vals Zelf problemen, rouw en trauma worden opengelegd.
De auteur is op zijn sterkst als clinicus –vintage Kinet- wanneer hij ons de rauwheid van het vlees en de on-zin van de dagelijkse realiteit voorschotelt. Wat in het dagelijkse leven weggefilterd wordt, lijkt onversneden terug te keren binnen –of beter aan- de muren van de klinische/dagelijkse realiteit binnen de kliniek. Tegelijkertijd wijst hij erop hoe automutilatie zoals elk symptoom een poging tot genezing, tot stabilisatie behelst, nopende tot respect en voorzichtigheid. Uit deze rauwe werkelijkheid betekenis –blijven- genereren is geen ‘logisch’ noch evident gegeven. De auteur steekt hiermee in elk geval een bemoedigend hart onder de riem voor al wie aan de reis in/met de kliniek begint maar ook voor diegenen die al verder op zee zitten.
Kinet roept op tot samenhorigheid in diversiteit en verwijst hierbij naar de versplintering in het hedendaagse psychoanalytische landschap wanneer hij stelt dat het hoog tijd wordt dat de psychoanalyse zich “als een zelfbewuste en wereldse dame” moet gaan gedragen.
Algemeen beschouwd illustreert het boek hoe fijne onderscheidingen maken tussen de actuele goede en slechte invloeden bepaald niet gemakkelijk is, zeker niet op grote schaal. Mensen hebben de neiging gemakkelijk onderuit te willen zakken in een gepolariseerd denken en voelen, het Shakespeariaanse gevaar vs. de gedysnificeerde Bambi.
Mark Kinet presenteert zich hier als essayist in de meest zuivere zin van de betekenis: iemand die vooral veel vragen oproept en daar maar zelden definitieve antwoorden op geeft.
Het boek vormt –met een auteur als advocaat van het onbewuste- een geslaagd -albeit niet geruststellend- tegengif.
Om in de geest van het door de auteur aangehaalde en uitvoerig besproken film the Matrix te blijven, refereer ik naar de slagzin van de cult serie the X-files, ‘The truth is out there’. Maar ik voeg er graag aan toe …but it’s a complex one.
Piet Decoster is klinisch psycholoog en psychoanalytisch psychotherapeut. Hij is werkzaam in het P.T.C. Rustenburg te Brugge en in privé-praktijk te Zulte.