Maatschappijkritische gedichten over kinderen

Civis Mundi Digitaal #31

door Piet Ransijn

Opgedragen aan onze kleindochter en haar ouders

 

Aanvankelijk was het plan een aantal maatschappijkritische gedichten te plaatsen,

passend bij de verstrengeling van wetenschap, techniek, economie en industrie

Toen werd onze kleindochtergebeuren en werden dit thema gecombineerde met  gedichten over kinderen.

 

Het vergeten spel           Lelystad 1985

 

Ik wist het wel

maar ’k was het weer vergeten

het leven is een spel

 

Dat iedereen wil winnen

maar op het eind verliest

In blinde zucht naar winst

vergeten wij het spel

te spelen om het spel

 

Het leven te leven om het leven

niet om macht en niet om geld

maar om de mensen en het spel

Ik wist het wel

maar ’k was het weer vergeten

 

Ik heb een hoop geleerd

maar het belangrijkste

dat heb ik altijd wel geweten

maar ben ik steeds vergeten:

hoe ik moet spelen

 

Ik wilde steeds van alles weten

maar hoe te leven en te spelen

heb ik niet geleerd

maar ben ik juist vergeten

onder het gewicht van al dat weten

 

Nu weet ik

ook het weten

is een spel

Ik wist het wel

maar ’k was het weer vergeten

 

Slapend in een wilde wereld        Lelystad 1988 na de geboorte van een zoon

                                                                                                            

In een wilde wereld

van vallende regeringen

en vechtende vluchtelingen

ligt ons kindje licht en broos

zo argeloos en zorgeloos

 

Alsof het nog niet weet

in welke wilde wereld

het nu binnentreedt

 

Ik zou voor jou

een wereld willen

waarin vanaf nou

de waanzin is geweken

voor verlichting en geluk

waarnaar zo lang is uitgekeken

 

Waarin vlinders fladderend

vertellen dat het leven

vreugde is en vrede

vanaf heden

 

Meer hebben en meer zijn          De Steeg 1997

 

Wanneer je met de ogen

van een pasgeboren kind

langs ’s Heren wegen kijkt

rijden rijen karren met geraas

naar een andere plaats

door een stille wereld

vol onzichtbaar licht

 

Waar gaan zij heen?

Naar hun werk misschien?

Of naar hun kinderen?

Waar werken zij voor?

Om geld te verdienen?

Voor hun kinderen?

 

Waarom? Waarvoor?

Om dingen te kopen

vervolgens op te hopen

en de aarde te vervuilen

Want we hebben nooit genoeg

 

Daarom wil ik

niet meer hebben

maar meer zijn

meer kind zijn

van de aarde

en de hemel

een kind zijn

van een hemel

op aarde

 

Kind uit de hemel         Voor zijn 9e verjaardag 1997

 

Hij zei al wijze woorden

toen hij nauwelijks praten kon

Zijn lijfspreuk was al jong:

’Ik mag zelf weten wat ik wil

en niemand is de baas over mij’

 

Zolang je anderen geen last bezorgt

is het goed als je dat vindt

Egocentrisch was hij allerminst

Hij had nog nauwelijks een ego

maar wel een heel groot hart:

’Ik hou meer van God dan van mijzelf’

 

Hij wilde ’mensenredder’ worden

’God stuurt mensen naar de aarde

om de wereld te redden

en ik ben daar één van’

Verrassend hoe hij daarbij kwam

Waarom een kind naar school moet

wilde hij en kon hij niet begrijpen

‘want daar leer je toch niet veel’

 

Hij hield niet van school

Wilde soms nog liever dood

Er liever helemaal niet zijn

dan in zijn ogen zinloos werk

te moeten doen door dwang

 

Maar als je er nu eenmaal bent

nu kun je niet meer weg

alleen maar ergens anders heen

De ziel blijft voortbestaan

Hij begreep dat als geen ander

en wilde bij ons blijven

 

Want hij heeft nog niet genoeg

gespeeld op deze donkere aarde

Er gloorde hoop: hij hoorde van pensioen

en wilde dat meteen al toen hij zes was doen

Maar ach helaas dan moest hij eerst

een leven lang hebben gewerkt

 

Hij weigerde anders te gaan schrijven

dan wij praten: ‘al die gekke regels

dat slaat toch nergens op

Ik schrijf gewoon zoals je het zegt

en niet zoals de juf het uitlegt

want dat is veel te ingewikkeld’

 

Hij hield een spreekbeurt over God en goden

waarvan de juf nooit had vernomen

en de klas nog nooit van had gehoord

Op alle vragen over God en schepping

had hij toen een passend antwoord

Iedereen stond even vreemd te kijken

hoe een jongen die niet goed kon schrijven

nou zoveel weten kon van engelen

en goden en van wezens in de hemelen

 

"Wat houdt een mens nog over van

het licht waaruit hij is ontstaan...

Een kind is zoveel dichter bij

de aarde dan de grote mensen

en bij de hemel zo dichtbij

hij komt er nog maar net vandaan"*

* M Nijhoff, O kleine vreemdeling, mijn zoon, laatste strofe

 

Maanlicht                        Lelystad 1988

 

Terwijl ik op het bed zit te gapen

waar mijn kleine vredig ligt te slapen

kijk ik door het tuimelraam

naar de bijna volle maan

 

Ik hoor hem als het ware praten

toen hij net nog wakker was

Maan! Hoog! Lichtje! Dag Maan!

Donker buiten: papa licht maken!

Koud buiten: papa warm maken!

Alsof zijn vader licht kan maken

 

Goede maan, die al zoveel levens

neerziet op de grote mensenwereld

elke nacht weer licht blijft geven

elke nacht de donkere wereld voedt

met een zachte goede gloed

Goede maan, kon ik maar als jij

om ook een beetje licht te geven

 

Goede maan, die al tijden neerziet

op het menselijk krioelen

als jij kon denken en kon voelen

wat zou jij dan vinden

van dit menselijke woelen?

 

Mensen menen dat je niet kunt denken

een steenklomp bent en verder niets

Maar jij bent meer en jij kunt iets

dat meer en beter is dan denken

 

Jij kunt licht en schoonheid schenken

Aan allen even veel en even goed

zowel aan armen als aan rijken

Ieder kan jou even goed bekijken

en ontvangen van jouw overvloed

 

Goede maan, als ik even

niet zou denken

licht zou schenken...

Goede maan Waar haal jij

je licht vandaan?

Je ontvangt het van de zon

jouw licht- en warmtebron

 

Goede maan, hoe anders

was mijn leven

als ik licht kon geven

Licht uit de bron

de bron van de zon

 

Willem Vester, Landschap

 

Anders             Vakantiegedicht            Drente 1996

 

Wat anderen lekker vinden

vind ik vaak vies

Wat zij onthechting vinden

is voor mij geluk

 

Wat anderen aantrekt

wekt bij mij meer tegenzin

Wat ze lijkt blij te maken

stemt mij vaak droef

 

De sfeer waarin

zovelen zwelgen

daar loop ik

liefst van weg       

 

Zij zoeken vertier

en sensatie

winden zich op

en houden zich bezig

 

Ik zoek de stilte

en het zuivere

breng me tot rust

en houd mij stil

 

Daarom ben ik

liefst alleen

met de Natuur

en met de kinderen

die mij nog begrijpen

met hun hart

 

Liever luisteren       De Steeg 14 maart 1998

 

Liever luister ik

naar liefdesliedjes

die de vogels

uit de hemel halen

 

Naar de bomen

die verhalen

van de wind

voor ons vertalen

 

Naar de stilte

die een stem krijgt

als mijn stem

van binnen zwijgt

 

Liever luister ik

naar kinderliedjes

die vertellen

dat het leven lichter

is dan dichters

het verdichten

 

Vroege vogel             De Steeg 1998

 

Een te vroeg uit het nest gevallen vogel

zoekt overal en nergens naar zijn nest

Vol mooie idealen trekt hij de wereld in

Liefst wil hij er één groot nest van maken

 

Maar ach dat valt niet mee

Iedere vogel wil zijn eigen nest

en heeft genoeg aan eigen wel en wee

 

Wat blijft er anders over

dan een eigen nest te bouwen?

Als hij voor een bouwplan

woorden vinden kan

 

Tederheid blijft                2014 02 23

 

Een bloem die bloeit en bloeien blijft

wanneer een donkere stapel wolken overdrijft

 

Een vonk die gloeit en gloeien blijft

waarvan de warmte koude lucht verdrijft

 

Een tere draad die mensen verbindt

man en vrouw en kind

 

Ongehoorde zielentaal      2014 08 22 Bij een avondwandeling onder de bomen

 

Als harten

van mensen

niet luisteren

Hun oren

niet horen

wat harten

fluisteren

 

Dan uit een kind

een wens in de wind

dan fluistert het

in stille dromen

tot de bomen

En luistert het

naar ritselend geluid

waarin de wind

zich lispelend uit

 

In een verhaal

in zielentaal

is het te horen

als mensenoren

niet storen

mensenstemmen

niet beklemmen

als de ruisende wind

die mensenoren

zelden horen

de kinderoren vindt

 

In zielentaal

die weinigen begrijpen

die dichters beschrijven

in een verdicht verhaal

in hart- en zielentaal

van hartenwensen

die dierbare mensen

met luisterende oren

niet altijd horen

niet altijd voelen

wat zielen bedoelen

 

Begin van een leven                   2015 04 16

 

Wat moet eigenlijk een kind

dat zijn bestaan begint

in dit ondermaans bestaan?

Zie hoe wij met mensen omgaan

en elkaar naar het leven staan

 

Het komt uit een wereld van licht

op een bezielend  doel gericht

neemt daarvan een sprankje mee

naar dit landje bij de zee

 

Voleinding van een leven           2015 04 16

                  

Zijn veel ingewikkelde verhalen

niet steeds kreten en signalen

om anders met elkander om te gaan

in een met geweld bedreigd bestaan?

 

Bereikte je het doel waarvoor je kwam

toen dit aardse leven zijn aanvang  nam?

Over wie weet hoeveel jaren

zullen wij naar herwaarts varen

 

Reeds menigeen verdween daarheen

Niemand weet precies waarheen

We hopen dat het lichter is

Vrij van veelvuldig aards gemis

 

in dit soms onaangenaam

en vaak beproefd bestaan

dat ook zijn vreugde heeft

en steeds verassingen geeft

 

De ene mens komt, een ander gaat

Hoopt dat hij de aarde beter achterlaat

dan toen hij in dit leven binnenkwam:

zijn aards bestaan een aanvang nam

 

We hebben gehoopt, gewerkt, geschreven

We streefden naar een beter leven

Soms volgden anderen ons streven

Maar wat is er eigenlijk van gebleven?

 

Laten wij maar zwijgen

en ons zwijgend neigen

naar waar onderstromen

niet meer bij ons komen

 

Waar het altijd stil is

dichtbij wat Gods wil is

Waarbij wij het gebeuren

accepteren zonder zeuren

 

Met nieuwe moed en overgave

gedragen door genade

om dit leven vol met vragen

liefdevol te blijven dragen

 

Naar de aarde                  2014 12 17

 

Ieder mens

een constellatie van factoren

met mensen die bij hem horen

Voor dit ingewikkelde complex

staat ons intellect perplex

 

Ieder mens is een wonder

naar de aarde gezonden

ieder met een eigen taak

of een opdracht in de maak

 

Een ziel uit hemelse regionen

Het verstand kan er niet komen

Een bundeling bijzonder licht

wordt op de aarde gericht

 

Een mens wordt geboren

Zijn bron heeft hij verloren

Het bereik van zijn bewustzijn

en zijn geest werd te klein

 

Hij mist de dimensie

van transcendentie

In materie gevangen

in gestolde sterrenstof

 

Soms wordt hij bevangen

door een hoger soort verlangen

De wereld is hem soms te grof

alsof het lot hem pijnlijk trof

 

Verlangt weer naar de bron

waar zijn leven ooit begon

naar werelden van licht

meerdimensionaal zicht

 

dan het platte materiële veld

waarin zijn dagen zijn geteld

Hij kijkt verder, hij reikt hoger

Raakt betoverd en bevlogen

 

door een mateloos verlangen

naar de bron van het bestaan

Kan het niet in woorden vangen

en moet andere wegen gaan

 

Misschien in minnezangen

Misschien hier ver vandaan

Maar wat daar is, is ook hier

en wat hier is, is ook daar*        

                                           

Het is daarom beter om te blijven

en gewoon te blijven schrijven

Iets van dat licht en dat verlangen

in een vorm pogen te vangen

Naar de aarde in dit leven

iets van waarde door te geven

*Oepanishaden

 

 

Kinderspel             Lelystad 1988

 

De maatschappelijke machine

het sociaaleconomisch systeem

het onderwijs- en welzijnsbestel

de politiek en zelfs het leger

dient uiteindelijk om onze kinderen

ongestoord te laten leven

onbekommerd te laten spelen

te laten lachen en genieten

van het leven in al zijn rijkdom

 

Onze kinderen zijn er net zomin als wij

om het systeem intact te houden

om ons op te offeren aan enigerlei afgod

in welke moderne gedaante dan ook

Onze kinderen zijn de jonge goden

waarvoor het systeem dient te buigen

of te barsten

 

Het gewichtige gedoe van grote mensen

waar wij ons druk om kunnen maken

dient om kinderen te laten spelen

is ondergeschikt aan kinderspel

Spelen is een doel op zich

Kinderen zijn een doel op zich

Kinderspel is doel op zich

zoals geluk een doel op zich is

 

Het werk waar wij mee bezig zijn

is een middel tot een doel

dat een middel is tot een ander doel

een doel dat wij wellicht niet kennen:

een leven dat weer doel is in zich

en niet voornamelijk een middel

een leven dat weer is als kinderspel

 

 

Een leven lang op zoek

naar een verloren paradijs*

 

ben ik beland

aan de rand

van dat land

 

waar kinderen spelen

en door de nauwe poorten gaan

waar ik moet blijven staan

 

Ik kan alleen naar binnen turen

door de vensters in de muren

waarachter ik het licht vermoed

dat ik al jaren zoek

 

Vele kinderen spelen daar

Ik ben te groot te zwaar

te veel gewicht

voor dat land van licht

 

*’Als gij niet opnieuw wordt als

de kleine kinderen, zult gij het

Rijk der hemelen zeker niet binnengaan.

Wie dus zich gering acht zoals dit kind

is de grootste in het Rijk der hemelen.’

Matteus 18, 3-4

 

’Aan hen die zijn zoals zij

behoort het Rijk der hemelen.’

’Voor een rijke is het moeilijk

het Rijk der hemelen binnen te gaan.’

Matteus 19, 14 en 23

 

’Deze dingen hebt Gij verborgen gehouden

voor de wijzen en verstandigen,

maar geopenbaard aan kinderen.’

Matteus 11, 25