Seculiere en meer optimistische visie op ouder worden en ouderdom

Civis Mundi Digitaal #32

door Wim Couwenberg

Herdefiniëring van het begrip ‘oud’

Dat we in een snel vergrijzende samenleving verkeren, komt ook manifest tot uiting in de reeks van boeken over ouder worden en hoe daarmee om te gaan, die de afgelopen jaren verschenen zijn en in de media de aandacht trekken. Onder dit thema zijn meerdere ervan in Civis Mundi inmiddels besproken. De meeste boeken ademen een moderne, seculiere geest, waarin het maakbaarheidsideaal van onze moderne cultuur duidelijk doorklinkt. Dat ideaal manifesteerde zich eerst in het linkse idee van de maakbare samenleving, maar uit zich nu steeds meer in het idee van de maakbare mens, als nieuw speerpunt in het moderniseringsproces. Dat lijkt nieuwe ontwikkelingsperspectieven te openen, mede dankzij nieuwe technologieën als nano-, bio-, info- en cognotechnieken. Dat werkt ook door in de visie op ouder worden en ouderdom.

Als reactie op de negatieve waardering van onze vergrijzende samenleving vanwege de financiële consequenties daarvan, met name ook structureel lagere economische groei, zoals het IMF dat als nieuwe economische realiteit signaleert, is er in lijn hiermee een meer optimistische richting in het denken over die vergrijzing in ontwikkeling. Het gaat hier, zo stelt men, om een historisch uniek fenomeen. Nooit eerder was het aantal ouderen zowel in absolute als in relatieve zin zo groot als in onze tijd. Het wordt wel geïnterpreteerd als een logische tendens van het moderniseringsproces, die noopt tot een herdefiniëring van het begrip ‘oud’. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de gezonde levensduur in de komende jaren nog aanzienlijk verlengd kan worden, dankzij het voorkomen of herstellen van allerlei aandoeningen die tot nu toe tot ouderdomskwalen gerekend worden, waardoor ouderdom zelfs als een ongeneeslijke ziekte aangemerkt wordt. Aan een van de meest voorkomende ouderdomskwalen valt, lijkt me, in ieder geval voor onbepaalde tijd niets te doen, ondanks alle vooruitgang van de medische technologie. Dat is het einde van zoiets elementairs en vanzelfsprekends als onbekommerd kunnen voortbewegen en lopen, dat in de ouderdom onverhoeds ophoudt wegens slijtage, reuma, artrose e.d., waardoor de bewegingsruimte ineens aanzienlijk ingekrompen wordt.

 

Hoe 100 jaar worden?

In die optimistische geest verscheen in 2013 bijvoorbeeld een boek van R.J. Blom met de sprekende titel: Ouder worden, toch jonger blijven, dat in Civis Mundi ook besproken is; een jaar later gevolgd door het bekende boek dat ook een bestseller werd van Rudi Westendorp, hoogleraar Ouderengeneeskunde en directeur van de Leyden Academy on Vitality and Aging met een soortgelijke optimistische titel: Oud worden zonder het te zijn. In dezelfde geest publiceerde zijn Leidse collega en hoogleraar geriatrie Marcel Olde Rikkert in 2015 zijn boek Jong blijven en oud worden. Gemeenschappelijk advies: niet roken, weinig alcohol drinken, veel bewegen, en sociale contacten als sleutel om het natuurlijke verval van levenskrachten te vertragen en zodoende minimaal 100 jaar te worden. Kinderen van nu, op die manier levend, zo luidt de voorspelling, worden honderdjarigen.

Naarmate we ouder worden, gaat het erom hoe we dat lange leven onder controle kunnen houden. De leeftijd die 50-plussers zich nu toedichten is vaak veel lager dan de kalender aangeeft. Dat heet tegenwoordig het Pinokkio-fenomeen. Niet erg, zegt deze hoogleraar geriatrie. Een jeugdig gevoel werkt als een levenselixer, een van de 50 spelregels die hij geeft om je jonger te voelen dan je werkelijk bent. Een andere spelregel: neem een hond. Die wordt gemiddeld 2,5 uur per week uitgelaten, zo schat hij. Zo krijg je vanzelf de nodige beweging. En stop niet abrupt met werken, want dan is de kans groot dat men z’n gemak gaat nemen, met een ongezonde leefstijl als uitvloeisel, evenals verlies van sociale contacten en gevoel van zingeving. Dat hart- en vaatziekten dan op de loer liggen is heel waarschijnlijk.

 

Nieuwe invulling van laatste levensfase

In deze optimistische geest heeft de oud-hoogleraar geriatrie Dick Sipsma een nieuw concept van de oudere mens in het vooruitzicht gesteld, de zogenaamde novo geront (de Homo Senex Vitalis), die tot op hoge leeftijd actief blijft, en als zodanig een nieuwe stap in de evolutie van de mens aankondigt. Daarnaast ziet men een groeiend aantal ouderen die nog redelijk vitaal zijn dankzij de geavanceerde medische technologie, de zogenaamde prothesegeront (zogenaamde Homo Senex Artificialis).[1] Daarbij moet wel aangetekend worden dat er een groeiende variatie is wat de levensduur betreft, evenals in gezondheid. Die variatie loopt grofweg tussen hoger en lager opgeleiden. Dit is een nieuwe maatschappelijke scheidslijn, die we in Civis Mundi al eerder gesignaleerd hebben.[2]

In verband met die langere levensduur is er alleszins reden de huidige invulling van de laatste levensfase ter discussie te stellen: na de leerfase van de jeugd, de fase van werken/zorgen van de volwassenen, dus de derde fase van rust en vrije tijd van de oudere mens. Bij de te verwachten levensduur van zo’n 30 à 35 jaar boven de 60 is het niet langer plausibel die derde levensfase uitsluitend te reserveren voor rust en hobby’s. Die levensfase vraagt om een nieuwe invulling, waarin leren en aangepast werk naast rust en hobby’s een plaats moeten krijgen. Onder het motto permanente educatie is er al een tendens op gang gekomen op die ontwikkeling in te spelen, zoals een voortgezette vorm van leren in HOVO-verband, en wettelijke maatregelen die bedrijven en werknemers verplichten tot permanente scholing.

 

Is langer leven wel zo leuk?

Tegenover dat oplossingsgerichte modernisme en optimisme over het ouder worden klinken nu en dan ook meer pessimistische tegengeluiden. We leven langer, maar we sterven ook langer. En in dat laatste zijn we niet erg goed, meldde in een laatste interview de vorige denker des vaderlands, René Gude. Illustratief is ook  in NRC Handelsblad een kritisch artikel van de publiciste Heleen Crul. Hoe aantrekkelijk is dat perspectief van een langer leven eigenlijk, werpt zij op. Dankzij pillen en genmanipulatie kunnen we 100 of 130 worden. Maar wie wil dat? Nu al worden ouderen als ballast beschouwd. Nu al blijkt dat de periode van eenzaamheid, aftakeling en afzien langer wordt naarmate er meer jaren aan het leven worden toegevoegd. Zelf heb je niets meer te vertellen, alleen nog over vroeger. Zij spreekt over een groeiende groep hoogbejaarden die intens verlangen naar het einde. Niets boeit hen meer. Zij haakt ook in op het optimisme van de eerdergenoemde hoogleraar Rudi Westendorp, die dat optimisme namelijk zelf relativeert; want erkent dat het menselijke lichaam zich in zijn evolutie ontwikkeld heeft om vroeg te pieken, en niet om oud te worden. Na het 40e jaar begint al de aftakeling.

Al die speculaties over het feit dat mensen 100 of zelfs 130 jaar kunnen worden, negeren de actuele noodzaak om de kwaliteit en zingeving van het leven bij hedendaagse ouderen de hoogste prioriteit te geven, aldus deze publiciste.[3] Oud zijn is niet leuk. En het verkeren met ouden van dagen is veelal ook niet leuk, gebukt als zij veelal gaan onder voortschrijdende aftakeling, en zij herinneren ons daarmee aan de aftakeling die ons allen te zijner tijd te wachten staat.

Al lijkt de zorg voor de ouden van dagen nog nooit zo uitgebreid als in onze tijd, daar staat tegenover dat we in een tijd leven waarin de individualisering van onze maatschappij nog nooit zo sterk lijkt te zijn geweest als nu, en de ouden van dagen daardoor meer dan voorheen op zichzelf teruggeworpen worden en vereenzamen. Het is ook een tijd waarin de verheerlijking van wat jong en vitaal is als kenmerk van de moderniteit zo sterk gevierd wordt als in onze snel vergrijzende samenleving, en waarin die ouden van dagen zich daardoor als een Fremdkörper gaan voelen, economisch bovendien een toenemende financiële last in een maatschappij waarin economisering van alles de tijdgeest kleurt, en kostenbesparing voorop staat.

We leven ook in een tijd waarin opgroeiende generaties het idee krijgen dat alles leuk moet zijn. Maar met het klimmen van de jaren wordt het leven in ieder geval minder leuk. Ouderdom is gewoon niet leuk, maar een dagelijkse opgave om die eindfase van het leven niet al te beroerd door te komen.



[1] Zie o.a. D.H. Sipsma, Van oude mensen, de dingen die gaan komen, 2009; idem, Naar een nieuwe ouderenwereld, Civis Mundi, 2, 2009; J. Baars, Het nieuwe ouder worden, 2006; K. van Beek e.a., Anders gaan denken over ouderdom, Socialisme en Democratie, 12, 2009.

[2] Zie onder meer S.W. Couwenberg, Tijdsein. Peiling en perspectief van deze tijd, Civis Mundi jaarboek 2011, pp. 143-145.

[3] Zie Heleen Crul, Zo fijn is langer leven niet. NRC Handelsblad, 7 oktober 2012.