Civis Mundi Digitaal #34
De achttiende eeuwse politieke en filosofische stroming " de Verlichting " is één van de pijlers van de westerse beschaving en gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van individualisering, emancipatie, secularisering ( scheiding tussen kerk en staat) wetenschappelijke ontwikkelingen en globalisering.
Het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en burgerrechten vinden hier hun wortels. De Verlichting was een inspiratiebron voor de Amerikaanse onafhankelijkheid, voor de Franse en Belgische
revolutie en de daaruit voortgekomen grondwetten.
Historische terugblik op de bloedige godsdienstoorlogen in Europa, en in de 20e eeuw ideologische conflicten onder regie van twee ideologische tirannieën
De Verlichting betekende ook het einde van de bloedige godsdienstoorlogen tussen protestanten en katholieken die in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa woedden. Natuurlijk speelden hier ook politieke, sociale en economische redenen een rol, maar deze oorlogen werden vooral begonnen en gevoed door een eschatologische angst, die met de uitvinding van de boekdrukkunst zich razendsnel verspreidde. De katholieken voelden zich door de snelle opkomst van het protestantisme in hun geloof bedreigd en overtuigd dat het einde der tijden gauw zou aanbreken, wilden ze de wereld "zuiveren" om de wederkomst van Christus en het Laatste Oordeel voor te bereiden door de " onzuivere", de afvallige, de ketter, te elimineren. De protestanten reageerden op dezelfde wijze door met name priesters en monniken te doden die in hun ogen het volk ver van het " ware geloof" : de gedachte vroomheid van het christendom in de eerste eeuwen van zijn bestaan, hielden. Met name door de katholieke kerk werd de " heilige oorlog " met alle gewelddadigheden gepredikt om God te tonen dat men Hem trouw was. De tegenstander doden was een teken van onschuld. De godsdienstoorlog was zo een dialoog met God. In bepaalde katholieke gemeenschappen werden protestantse gevangenen door kinderen, waarvan Christus hun onschuld had verkondigd, gestenigd om hun dood als het ware door God zelf te laten voltrekken. Ook protestantse sektes als de Wederdopers gaven zich om dezelfde redenen in afwachting van de wederkomst van Christus over aan folteringen, verkrachtingen en andere gewelddadigheden.
In deze godsdienstoorlogen werden de gruwelijkheden openlijk getoond en werden de lijken op alle manieren verminkt: uitgestoken ogen, afgesneden borsten, neuzen, lippen en oren, afgehakte ledematen, opengesneden buiken vaak opgevuld met stukken varkensvlees, uitgesneden darmen waarvan gedacht werd dat daar de passie zetelde die het slachtoffer van God had vervreemd. Dit alles opdat de "afvallige", de ketter, niet meer op het evenbeeld van God zou lijken.
Ondanks de Verlichting heeft de passie voor gewelddadigheid de westerse wereld niet verlaten. In de twintigste eeuw heeft deze passie in een soort seculair eschatologisch denken mee aan de wieg gestaan van twee semi-religieuze, bloedige totalitaire tirannieën: het fascisme ( het duizend jarig rijk) en het communisme ( met "Das Kapital" als bijbel,met Marx als profeet en Moskou als het wereldse Jeruzalem) dat wereldwijd aan tientallen miljoenen mensen in de meest gruwelijke oorlogen het leven heeft gekost: wij of zij. Eschatologisch, apocalyptisch denken zit kennelijk in de mens ingebakken. Alle religies zoeken op een zeker moment in hun geschiedenis hun zaligheid door hun tegenstanders te doden. Na het christendom in de zestiende en zeventiende eeuw is het nu de beurt aan de islam waar de twee grote stromingen: de soennieten en de chiiten elkaar tot de dood toe bestrijden. Denk overigens niet dat de islam altijd alleen maar een gewelddadige religie is geweest. Van het tegendeel getuigen hun wetenschappers en filosofen, hun architectuur en poëzie.
Nu opnieuw herlevend religieus fanatisme met apocalyptische terreur als uitvloeisel
Na het einde van de twee totalitaire tirannieën en daarmee ook de val van de muur in Berlijn in 1989 werd gedacht dat er nu wereldwijd de volledige triomf van het politieke liberalisme was aangebroken. De amerikaanse filosoof Francis Fukuyama stelde zelfs dat daarmee het einde van de geschiedenis was aangebroken. De overwinning van de rede, beter gezegd :van de redelijkheid, gekoppeld aan de vrije-markteonomie, internationaal recht en onderlinge economische afhankelijkheid, zou wereldwijd vrede en voorspoed brengen, ongezegd maar wellicht wel gedacht ook een planetair nihilisme. Het instituut van de Verenigde Naties geloofde in haar opstanding en het Europese project in zijn toekomst. Deze westerse euforie, deze naïviteit,werd doorgeprikt op 11 september 2001 met de terroristische aanslag in Manhattan : een teken van groeiende internationale verwarring en wanorde.
De tijd van apocalyptisch terrorisme, religieus fanatisme, grenzeloze en gewelddadige hoogmoed, en etnische zuiveringen volgde nu op de tijd van totalitaire systemen, van ideologisch fanatisme, van de goulag en de shoah. Waar het westen dacht aan een globaliserende wereld waar een ieder
- individueel en collectief - vrijheid en welvaart zou kennen, vergat het de "passies", de zwarte cholerische kant van de menselijke ziel. Het westen dacht aan een soort " homo economicus mondialus " en vergat daarbij menselijk gedrag dat niet door de economie bepaald wordt, maar eigen identiteit creëert: het hechten aan de natie, de religie, het pattriotisme van de macht, het verlangen naar geweld.
Mensen die werkelijk geloven dat volken eerder hun eigen belangen nastreven dan hun passies, hebben niets van de twintigste en één en twintigste eeuw begrepen. De Verenigde Staten reageerden zo op de aanslag van 11 september 2001 beslist niet rationeel, maar wel passioneel . De complexiteit van de wereld ontkennend hebben ze in dwaze hoogmoed voeding gegeven aan fanatieke en terroristische passies die het midden-oosten verwoesten ten koste van hun eigen belangen.
Het dubbele gezicht van religies
In de mondiale supermarkt van religies zien we steeds weer de paradox die ons via de media’s bereikt: hoe meer het geloof in naam van God oorlog wenst, hoe meer religies in naam van God de vrede bepleiten. Religies hebben allebei in zich: vrede en oorlog. In polytheïstische godsdiensten geven de goden zich over aan oorlogen, aan gruwelijke broedertwisten, maar uiteindelijk geven ze zich over om de vrede te herwinnen aan een rechtbank die beslist over de rechtvaardigheid en de onrechtvaardigheid van hun oorlog.In feite vergaat het zo ook in de grote monotheistische godsdiensten. Protestanten en katholieken hebben vrede gesloten en zo zal het op den duur ook in deislam tussen soennieten en chiiten gaan, maar zover zijn we nu nog niet. Opmerkelijk is dat alleen in de christelijke wereld de theorie van de rechtvaardige oorlog is uitgevonden: de bron van het oorlogsrecht dat christenen de mogelijk bood en biedt te laveren tussen hemels pacifisme en cynisch pragmatisme, dat hen de apocalyptische helling van Verdun tot Hiroshima, van Auschwitz tot Kolyma deed accepteren : een moreel realisme dat de onvermijdelijke verontmenselijking door oorlog beperkt.
Kleine en grote djihad
In de hedendaagse islam is de interpretatie van het complexe begrip " djihad" beslissend. De keuze voor de " kleine djihad" : de heilige oorlog, ten nadele van de " grote djihad": het innerlijke gevecht
op de weg van God, bevordert de overgang naar gewelddadigheid. De fundamentalistische islamitische predikers zoeken vandaag den dag teksten in de koran en vooral ook in andere heilige geschriften die handig gekozen en samengevoegd een letterlijke interpretatie geven die niet alleen het geweld tegen de vijanden van de islam autoriseert maar zelfs aanmoedigt.
In de gelederen van de fundamentalistische Daech bevinden zich officieren belast met de uitvoering van de charia die theologische rechtvaardigingen geven niet alleen wat betreft de onthoofding van mannen, maar ook van verkrachting van vrouwen en deze als sexslaven te behandelen. Het doel van deze praktijken is dezelfde als die in vroegere eeuwen in de godsdienstoorlogen in Europa: de afvallige, de ketter, de ontkenning geven van zijn status als evenbeeld van God. De praktijken van Daech wijken overigens niet af van die van het wahhabisme, de sektarische stroming van de islam in Saoudie-Arabië: onze westerse " bondgenoot".
De suicide-aanslagen: het aanprijzen van het martelaarschap, ook in Parijs in november 2015, waren tot voor kort voorbehouden aan fundamentalistische chiiten. In de oorlog in de jaren ’80 tussen het soennitische Irak van Saddam Hoessein en het chiitische Iran,werden Iraanse kinderen gezonden naar de slagvelden om deze te ontdoen van mijnen. Zij droegen een sleutel van het paradijs bij zich ( een sleutel van plastic gefabriceerd in China), waren in dekens gewikkeld om makkelijker hun stoffelijke resten te verzamelen en hen daarna als martelaren voor het geloof te huldigen. De sunnieten oorspronkelijk wars van deze praktijk, namen deze over nadat de soennitische beweging Hamas in Palestina deze zelfmoord-aanslagen invoerde. Nu is deze vorm van aanslagen geaccepteerd in alle djihadistische soennitische stromingen inclusief de Daech.
Ook het katholicisme heeft destijds deze vorm van martelaatschap gekend. Katholieken stortten zich met het mes in de hand op franse vorsten als Henderik 111 en Henderik 1V, waarvan zij meenden dat deze het koninkrijk van Frankrijk wilden onderwerpen aan de antichrist: het protestantisme. Onze nederlandse Willem van Oranje onderging hetzelfde lot. De christenen in de Romeinse tijd vertrokken zingend naar de arena’s waar ze als martelaren voor het geloof met directe toegang tot het paradijs door wilde dieren gedood werden tot vermaak van de romeinse bevolking. Toen hun aantal te groot werd en zij daardoor in de mijnen tewerk gesteld werden totdat de dood erop volgde, ervoeren ze dat als een belediging.
Doden of gedood worden, een heilige oorlog voeren is in alle gevallen de tijd van het zijn op aarde
te verkorten en eerder in het paradijs te arriveren. Dromen van de "djihad", is zijn leven te fantaseren, namelijk door zich onder te dompelen in een groots mannelijk bestaan. Het is in het geval van de Daech zich te voegen in een collectief project, de constructie van het kalifaat dat gepresenteerd wordt als een aardse utopie waar iedereen werk heeft, waar geen armen zijn. Het is de voorproef van de ideale wereld van het hiernamaals.Voor de wanhopigen, de teleurgestelden ook in onze westerse samenleving is de radicale fundamentalistische islam een opwindend iets dat hun leven weer zin geeft: een wervend idee, een ideaal snel en vakkundig uitgedragen via de sociale media.
Wat kan redding brengen?
Hoe nu verder in deze gemondialiseerde wereld waar het merendeel van de bevolking de westerse waarden niet onderschrijft, amerikaanse tv-predikanten haat en verdoemenis prediken, waar het katholicisme de succesvolle pinksterbewegingen bestrijdt, waar in de islam soenniten en chiiten elkaar tot in de dood vervolgen, waar christenen in het midden-oosten vermoord worden, waar boeddhisten moslims over de kling jagen waar....... enzovoort, enzovoort. De vanuit het middelpunt van de westerse wereld zoekende beweging naar de eenwording van de mensheid met als enige basis de vrije markt, vindt zijn antwoord in de centrifugale uiteenspatting van de identiteit volgens het anarchistische model van stamverbanden. Hoe meer men fusionneert, hoe meer er aan de buitenkant explodeert onder invloed van de religies.
Er zijn politici, militairen en diplomaten die ervoor pleiten deze geweldddadige eschatologische passies in kaart te brengen, en hun interactie die leidt tot escalatie en confrontatie te bestuderen om daarna efficient in te grijpen.
ik ben zo eigenwijs om te menen dat deze "geopolitiek van passies " tot alleen maar meer geweld leidt.Ik ben ervan overtuigd dat in een zich mondialiserende wereld met een supermarkt van geloven, alleen een mondiale eschatologische spiritualiteit redding kan brengen: de redding van moeder aarde en van ons allen. De klimaatconferentie eind november in Parijs zou daarvoor een begin kunnen zijn. Helaas wordt bijna zeker deze wellicht enige kans voor een gezamenlijke vreedzame toekomst gemist door het korte termijn denken van de betrokken overheden en lobbies van grote multinationale en transnationale bedrijven, zoals uiteengezet onder thema 5.2.