Visualiseren van sociale netwerken op basis van kwalitatieve bronnen

Civis Mundi Digitaal #35

door Willem-Jan Verhoeven & Jasper Bik

 is op zijn minst te kwalificeren als een opvallend artikel in de kring van onderzoekers van corruptie en integriteit. Gepubliceerd in KWALON: een Nederlandstalig vakblad voor alle onderzoekers die willen nadenken en debatteren over methodologie. Zie voor dit artikel KWALON 2014 (19) 3 38-45. (Boom-Lemma Uitgevers, Uitgaven voor het Hoger Onderwijs.)

De auteurs visualiseren aan de hand van een criminologisch voorbeeld, een studie die als doel had inzicht te geven in de structuur en vorm van het netwerk van Willem Holleeder en de posities van de verschillende personen en de onderlinge relaties tussen de personen daarbinnen. Bik schreef hierover in zijn masterscriptie aan Erasmus in 2011.

Zij (en anderen) constateren dat veel criminaliteit samen met anderen wordt gepleegd (Weerman & Kleemens, 2002). Willeke Slingerland schrijft bijvoorbeeld over haar onderzoeksthema onder de titel ‘netwerkcorruptie’ (dissertatie in voorbereiding). Per definitie kan corruptie alleen met meerderen tegelijk gepleegd worden omdat tegenover één ‘gever’ tenminste altijd één ‘ontvanger’ moet staan. ‘De analyse van alleen individuele daders en hun kenmerken blijkt dus niet voldoende te zijn voor het verbeteren van het wetenschappelijk inzicht in het ontstaan en bestaan van criminaliteit’ constateren Verhoeven en Bik.

Het is mogelijk uitnodigender om zelf in deze bron van informatie te gaan lezen als u eerst ziet wat voor netwerk-afbeelding geconstrueerd kan worden aan de hand van de Holleeder-case. Ga naar:
http://www.boomlemmatijdschriften.nl/tijdschrift/KWALON/2014/3/KWALON_1385-1535_2014_019_003_005/fullscreen

 

-----
Weergave ‘Holleeder’-netwerk gebaseerd op informatie uit de rechterlijke uitspraken
(Bik, 2011: 52)

‘De databron bepaalt welke personen in het netwerk kunnen worden opgenomen, tussen welke personen relaties kunnen worden aangegeven en om wat voor soort relaties het gaat. Zo blijft het netwerk zoals hier weergegeven beperkt tot de personen tegen wie voldoende bewijs is verzameld om een zaak betreffende het plegen van een delict of betrokkenheid daarbij voor de rechter te laten komen en tot getuigen, slachtoffers, advocaten en enkele overige personen in de betreffende strafzaken. Dit houdt in dat de relationele data in feite zijn geselecteerd op basis van de gebeurtenis/activiteit (de delicten). Dit heeft als consequentie dat op basis van rechtspraak met name informatie wordt verkregen over functionele of organisatorische relaties. Het is echter bekend dat relaties meervoudig (gelaagd) zijn. Personen die worden verdacht van lidmaatschap van een criminele organisatie (netwerk) zijn veelal niet alleen betrokken bij illegale activiteiten, maar hebben ook etnische, familiale of vriendschapsbanden (Morselli & Giguère, 2006). Deze meer affectieve en persoonlijke relaties komen op basis van rechtspraak niet in beeld, waardoor maar een deel van die meervoudigheid van de relaties in het netwerk in kaart kan worden gebracht.’