Essay Maand van de Filosofie

Civis Mundi Digitaal #36

Bespreking van: Paul Scheffer, De vrijheid van de grens

Toevallig kreeg ik dezer dagen bij een opruimbeurt een oud nummer van Filosofie Magazine (maart 1998) onder ogen, waarin onder andere een felle aanval stond van de toenmalige hoofdredacteur René Gude op een samenraapsel van verdachtmakingen aan het adres van de filosofie. De titel hiervan was ‘De agressieve domheid van Maarten ‘t Hart’. Evenals de toen vermaarde publicist Rudy Kousbroek meende ’t Hart in zijn bèta-gekleurde wijsheid als bioloog de filosofie als kwalijk geleuter en troebele onzin te kunnen afschrijven als serieus te nemen vak. Een vak, dat inmiddels in het voortgezet onderwijs als vak is toegelaten, wat hij uiteraard zeer betreurde. Inmiddels is april uitgeroepen tot Maand van de Filosofie, met dit jaar als thema reflectie op de betekenis van de Grens, en met een essay over de vraag hoeveel begrenzing een beschaving nodig heeft. Paul Scheffer schreef dat essay, en spitste dat toe op de intrigerende vraag over de vrijheid van de grens als onderwerp. Met de nodige filosofische distantie stelt hij de vraag of een open samenleving niet pas mogelijk is door een zekere ruimtelijke begrenzing. Hoeveel begrenzing heeft een beschaving nodig? Dat essay mondt uiteindelijk uit in de actuele vraag naar een eigentijds vooruitgangsideaal.

Het overschrijden van grenzen wordt vaak gezien als de enige weg naar vooruitgang. We leven het leven als een immer wijkende horizon, als een vrijheid die zich steeds verder heeft losgezongen van een vorm – met een wereld zonder grenzen als het hoogste ideaal. Want wie zijn wij, wereldburgers, om anderen toegang tot ons grondgebied te ontzeggen? Dit heeft alles te maken met een overschatting van de mobiliteit: de minderheid van mensen die in beweging zijn wordt overal bestudeerd, maar dat de overgrote meerderheid aan een plaats gebonden is lijkt geen onderwerp van onderzoek. Die blinde vlek belemmert niet alleen ons zicht op de werkelijkheid, het leidt ook tot een verachting van alles wat plaatsgebonden is en vooral geïnteresseerd in de dingen uit de eigen lokale omgeving. Dat is inderdaad een opvallend gegeven. Het heeft, lijkt me, te maken met de tegenstelling tussen hoger en lager opgeleiden, maar ook met de huidige invulling van de tegenstelling tussen links en rechts. Een bijzonder kenmerk van Paul Scheffer is dat hij als vruchtbaar publicist een grote vaardigheid ontwikkeld heeft om, versierd met een links imago, begrip te kweken voor meer als rechts gekleurde standpunten en posities. Hij bewijst dat opnieuw in dit mooie essay, door via grensverkenningen de onontbeerlijke waarde in het licht te stellen van begrenzing en afbakening, hoewel dat in tijden van toenemende globalisering, grenzeloos leven, mondiale integratieprocessen, wereldburgerschap, multicultureel idealisme, e.d., onmiskenbaar een rechtse connotatie gekregen heeft.

Als open geest is Scheffer uiteraard voor een open samenleving. Maar zijn intellectuele openheid voor een samenleving met optimale vrijheid als grondwaarde weet hij tegelijk met dialectische vaardigheid te combineren met begrenzingen die nodig zijn voor een leefbare vormgeving van die open samenleving. Hij spitst dat essay toe op actuele kwesties als het leven in een vloeibare wereld, waarin allerlei traditionele begrenzingen steeds meer vervagen, zoals in beeld gebracht door de Pools-Britse socioloog Z. Bauman, op de problematiek van de huidige vluchtelingencrisis; en in samenhang hiermee op het waarborgen van betrouwbare buitengrenzen van de EU. Scheffer prijst de uitbreiding van de EU aan, maar stelt daarbij wel de vraag aan de orde wat de grenzen zijn voor het opnemen van nieuwe lidstaten. In Civis Mundi is herhaaldelijk als grootste fout van Europese politici aangemerkt de prioriteit die zij gegeven hebben aan de uitbreiding van het aantal lidstaten, boven de nodige verdieping en versterking van het integratiegehalte van de Europese Gemeenschap/Unie. Als aan het laatste prioriteit was gegeven, in de geest van het Europese federalisme, dan had ook het vluchtelingenprobleem veel beter aangepakt kunnen worden.

 

SWC