Civis Mundi Digitaal #36
In de adembenemende versnelling van veranderingen waarin we worden meegesleept, kan het niet verbazen dat, zeker in het welvarende deel van de wereld waar die veranderingen het meest worden ervaren, voor zeer velen hun mens- wereldbeeld ‘op z’n kop is komen te staan’. Voor verreweg de meesten manifesteert zich dat in ‘woede / unheimisch gevoel omtrent verdwenen vanzelfsprekendheden’ . Maar er zijn ook mensen die die ‘revoluties’ zien als een voorziene ontwikkeling die de diersoort mens veel te lang heeft miskend, dan wel veronachtzaamd en op z’n beloop gelaten...! John Kenneth Galbraith schreef in 1958 ‘The affluent society’ en hij heeft in zijn zeer lange / productieve , leven zijn oproepen verduidelijkt en toegespitst, ook al moest hij het onderspit delven voor de machten die hij juist onder democratische controle wilde zien geraken. Hij heeft er belangrijk toe bijgedragen dat, bij velen, allerlei zekerheden en overtuigingen, in religie en daaraan verbonden opvattingen over de geschiedenis, hebben plaats gemaakt voor radicaal andere ‘inzichten’, en bovenal, in gevoelde verantwoordelijkheden. Mijn reactie op jaarboek 2014 komt daar uit voort.
- Couwenberg zelf maakt onder 3.1 korte metten met de gestelde vraag: heeft geschiedenis zin? Volgens hem gaat geschiedenis over waardoor en hoe, maar in elk geval ook over: waartoe, ‘ wat is de bedoeling ’ . Zo gesteld, moet er dan toch Iets of Iemand zijn waardoor die bedoeling is / wordt bepaald. Welnu, Die is er ook, volgens Couwenberg. Als dat zo zou zijn, dan is de vraag over de zin van geschiedenis misschien niet onzinnig.... maar wij plaatsen onszelf met die benadering wel buiten mededinging ; toeschouwer / slachtoffer...
Ik vind dat de overtuiging van het bestaan van zo Iemand / Iets, een, vergeeflijk, doch fataal, verzinsel is; en finaliteit behoort bij dat verzinsel. Laat ik hier meteen aan toevoegen dat er evenmin Iemand is die zin geeft aan ons leven. Wij kunnen zin in het leven hebben door iets zinvols bij te dragen aan onze naaste omgeving en aan de samenleving in ruimer verband. Tot mijn zorg behoort, dat wij toelaten dat aan ons allemaal, onophoudelijk en met de meest venijnige middelen, wordt ingepeperd, dat ‘lol’ in het leven ‘de bedoeling’ is, en dat ‘ de onzichtbare hand’ , dan wel soortgelijke Almacht, voor de rest instaat.... Het mens- en wereldbeeld, dat mij, na afscheid van religie c.a. , is ten deel gevallen, wil ik graag toelichten.
Mens- en wereldbeeld als grondslag van mijn kritische reactie
De vermetelheid van de diersoort mens moet binnen de grenzen van triomfantelijke zelfgenoegzaamheid blijven, althans ik gruw van hen ( Kurzweil bijvoorbeeld ) die zeker weten dat ‘alles’ in eeuwige wetten vast ligt en dat alle inspanningen om ‘inzicht’ te verkrijgen te beschouwen zijn als pogingen om die wetten te ‘ontdekken’ ; dat lijkt mij een ‘super-vrijzinnige’ vertaling van het Bijbelse ( scheppings- ) verhaal. Voor mij is het beginsel van wetenschap, dat door een nieuwsgierig mens een vraag wordt verzonnen en dat de, eventueel diezelfde , mens daarop een antwoord verzint. Zo lang een aldus ontstaan ‘ model ‘ ons overtuigend en voorspelbaar van dienst blijkt te zijn, falsificatie dus ( nog) niet mogelijk blijkt, zo lang doen we het daar mee.
Het evolutiemodel, waaraan de naam van Darwin is verbonden ( en dat te vaak wordt misbruikt...) , is dermate veelzijdig verdiept en uitgebreid, dat falsificatie verder weg is dan ooit. Het is de hoogste tijd aan die constatering uiterst belangrijke consequenties te verbinden en die uit te dragen. Dat probeer ik te doen; het gaat mij om het gigantische potentieel van de diersoort mens, diens doen en laten en de verantwoordelijkheid die hij moet en kan dragen. Die verantwoordelijkheid ziet hij, in het algemeen, wel in kleine, op zichzelf gerichte zaken, ( eigen zielenheil en ‘wat gij niet wilt..etc.’ ) , doch in essentiële ‘zaken die de samenleving betreffen’ klaarblijkelijk niet.
Volgens dat evolutiemodel zou zich in ons verre voorgeslacht ( 5 miljoen jaren geleden ) een genetische mutatie hebben voorgedaan waaruit een nieuwe diersoort is voortgekomen; die nieuwe soort heeft zichzelf, veel later, de naam mens gegeven. Het onderscheid van die mutant met neef aap zal, in de eerste millennia volgend op die mutatie, niet tot nauwelijks waarneembaar geweest zijn. Het unieke in ons, waarvan wij denken dat het is gelegen in de uitzonderlijke uitstulping van onze hersenen en de connectiviteit daarvan, moest zich eerst ontwikkelen en kon zich toen pas, geleidelijk, ontplooien.
Toen dat proces flink op gang was gekomen zouden die mensen, precies zoals ook thans het geval is, op allerlei terreinen nieuwsgierigheid en fantasie aan de dag leggen: er werden vragen verzonnen door die mens en antwoorden werden eveneens, al of niet, door dezelfde mens verzonnen. In trial and error ging dat proces voort en wij bevinden ons inmiddels in een door niemand meer te miskennen voortgangsstadium; wij weten dat dit proces, steeds meer versnellend, ons in feite overweldigt. Wij weten geen richting, grenzen en prioriteiten op te leggen.
Huidige generaties, vooral in onze contreien, zouden doordrongen moeten worden van het besef dat ‘het’ inderdaad wel zo zal zijn gegaan en gaat. De, niet te overschatten, invloed / macht van onze Westerse wereld moet ons er toe brengen om, met de hoogste prioriteit, op kernpunten, essentiële, fundamentele vragen / antwoorden over de samenleving, worldwide, te verzinnen, op grond van onze uitzonderlijke mogelijkheden en verantwoordelijkheden. Couwenberg heeft, in zijn boekbespreking van “Naar één wereld’. van Hugo van de Voorde, dat magnifieke werkstuk zeer aangeraden, maar ik zie er vooral ook gloeiende aansporingen in ons aanspreekbaar te tonen, vanwege onze verantwoordelijkheid voor ons zelfgenoegzame handelen in de laatste twee eeuwen...
De, door de mens verzonnen vragen en door hem daarop verzonnen antwoorden hadden betrekking op allerlei vaardigheden, doch evenzeer op zingeving, doel, wie stuurt het / welke machten zijn er, en waar gaat dat heen? Het is aannemelijk / overtuigend, dat op deze wijze in de diverse , relatief kleine clans allerlei onderscheiden vaardigheden / technologieën zijn ontstaan en ook verschillende verzinsels waaraan later de naam religies werd gegeven, al naar gelang de omstandigheden, door toeval / overtuigingskracht / macht. Er kwamen allerlei goden ( China is daarvoor lang gespaard gebleven...) . In de Levant ontstond, in een bepaalde fase, de, zo bijzondere, vorm van het monotheïsme, met een almachtige, jaloerse, straffende en ook genadige God.
Heel opmerkelijk is het, dat de voortgang op het terrein van vaardigheden / technologie, na een millennia lange aanloop , zo’n 500 jaar geleden in versnelling geraakte ( hockeystickverloop...) en sindsdien ongeremd, veelzijdig, richtingloos / ongestuurd voortraast. Ter zake de religies verliep dat heel anders. Deels bleven die kleinschalig, maar twee van de drie monotheïstische godsdiensten, namen een geweldige vlucht, doordat ze ‘meegingen’ met allerlei veroveringsoorlogen, deel uitmaakten van de macht, zich eeuwen geleden consolideerden,.. en daar bij bleven, met grote vanzelfsprekendheid. Het Christendom verloor in zijn oorspronkelijke gebied ( de Levant ) veel in de strijd tegen de Islam en sinds een halve eeuw ook in zijn broedstoof, Europa; daar bleek de overtuigingskracht van die religie toch niet opgewassen tegen de zelfgenoegzame verstrooiende anarchistische welvaart. Die ‘welvaart’ is en wordt ( zie Galbraith ) op zo professionele / venijnige manier voor ons vanzelfsprekend gemaakt dat we er flink aan verslaafd zijn.. en er in geloven. Het Christendom heeft daar geen weerwoord op en heeft het, op z’n minst, gedoogd en niet doorzien....en ons belet onze eigen verantwoordelijkheid te zien en op te nemen. Verloren vanzelfsprekendheden laten ons verweesd achter, zeker als we, met al onze welvaart, bedreigingen ervaren waarvan we meenden te weten dat ‘de onzichtbare hand’ dan wel een andere Almacht wel zou instaan voor ons heil....
Religies richten zich op ons persoonlijk zielenheil. We zijn inmiddels met 7 miljard mensen, zonder ware natuurlijke vijanden, roekeloos bezig elkaars leven te bedreigen, grenzeloos onze planeet te exploiteren en wederzijdse solidariteit teniet te doen. Barbarij lijkt ons voorland, in plaats van beschaving. Omdat religies ons er van afhouden onze eigen verantwoordelijkheid voor de samenleving te zien en op te nemen, althans ik constateer dat wat wij ‘de politiek’ noemen, inmiddels niet meer is dan een macht, onder vele andere....
De hiervoor gegeven beschouwing houdt, voor mij althans, in dat begrippen als Verlichting...moderniteit... gezien moeten worden als mijlpalen in het proces van ontplooiing van het menselijk potentieel. Het lijkt mij dienstbaarder om het ontwikkelings- proces van de mensheid helder voor ogen te hebben, in plaats van een aaneenschakeling van specifieke verschijnselen, zoals religies en fases in onze ( Westerse....) cultuur. omdat wij daarmee beter doorzien wat wij aan het doen zijn en hoe nodig het is dat wij het instrumentarium uitvinden en inrichten dat onze samenleving zo node blijkt te ontberen! Wij moeten, op kernpunten, onze verantwoordelijkheid als diersoort mens, voor wat die doet en nalaat te doen, tonen en daar naar beste weten en kunnen, voortdurend en met de hoogste prioriteit en ( democratische ) macht aan werken.
Zonder daar verder op te willen ingaan merk ik op, dat daartoe de democratische rechtstaat ( met zijn bevoegdheid om wetten en regels te maken en af te dwingen ) de basis moet zijn, zij het interstatelijk geïntegreerd voor kerntaken, zoals oorlog/bewapening/vrede, solidariteit met hen die zich willen inspannen om schandelijke achterstanden te verkleinen, bescherming van de leefomgeving, en het onder democratische controle en sturing brengen van krachten die zich daar steeds effectiever aan blijken te onttrekken, zoals in verschillende staten opererende ondernemingen, financiële conglomeraten en criminelen.
Geschiedenis als leerproces
- Cliteur tapt uit een heel ander vaatje. Volgens hem gaat het in jaarboek 2014 over de ( door Couwenberg inderdaad ontwikkelde ) vraag of ‘de moderniteit’ positief is te karakteriseren en of die moderniteit ‘de uitdagingen’ het hoofd kan bieden. Die vraag zou door Couwenberg met ja zijn beantwoord, op grond van: ‘kijk maar’ ! Dat lijkt me nonsens; omdat iets dat tot op heden goed gaat ( trouwens, wat is dan ‘goed’? ) niet de zekerheid inhoudt dat zulks eeuwig, of zelfs tot overmorgen, zou blijven gelden.... Het heden kan de kiemen van rampspoed, zij het niet door ieder opgemerkt / erkend, in zich dragen..... Er is echter een ernstiger obstakel in de bijdrage van Cliteur en het benoemen daarvan sluit aan op het voorgaande betoog.
Hoewel ik weinig op de hoogte ben van wat wijlen dr. Verhoeven voorstond, vind ik het ongepast om ( zoals Cliteur doet ) Verhoevens constatering dat wij niets leren van ‘de geschiedenis’ te ridiculiseren. Wij leren wel degelijk om rechts te houden in het verkeer en allerlei regels en wetten zijn er omdat het daarzonder ( althans zo is het bedoeld ) onverantwoord zou zijn. Maar bij ernstiger zaken ( van de samenleving...! ), zoals oorlog en andere kerntaken die ik noemde, kunnen we niet volstaan met het dragen van een gebroken geweertje, waaronder staat: ‘Nooit meer oorlog’ . En dat zou Verhoeven bedoeld kunnen hebben... Woodrow Wilson is ook pootje gelicht en geridiculiseerd, en hetgeen hij voorstond werd van de agenda afgevoerd zonder dat er iets voor in de plaats kwam als ‘afsluiting’ van gruwelijke en toch weer zo gauw vergeten oorlogen...De USA heeft ook in de vele miljoenen, waaronder zeer veel Russische, gesneuvelden in W.O II, geen aanleiding gevonden om leiderschap te tonen bij het inrichten van democratische machtsstructuren, worldwide geïntegreerd, ter beteugeling van gruwelijke vernietigingsmacht en andere ellende in rampgebieden. Ik vraag me bij herdenkingen van oorlogsslachtoffers dikwijls af waarom die gelegenheden niet benut worden om er voor te pleiten dat de diersoort mens eindelijk effectief zijn verantwoordelijkheid neemt. Alleen al jegens al die slachtoffers, en voor die welke ‘vandaag’ vallen en alle volgende dagen, zolang wij nalaten te doen wat onze plicht is! In een , enigszins verdedigbare vorm van democratie moet de burger toch geacht worden te beseffen dat hij, als individu, waarden in acht moet houden, en dat hij inziet, dat er ook zaken zijn waarbij machtige, democratische staten ( interstatelijk geïntegreerd ) denkend en handelend optreden. En dat die burger ook wil dat daar serieus werk van gemaakt wordt!
Hoe zin te geven aan ons leven?
Wie kennis neemt van de toestand waarin we ons bevinden en wat de oorsprongen daarvan zijn, die kan niet ontkomen aan de opdracht daaraan lering en strijdlust voor verbetering te ontlenen. Dat geeft zin aan ons leven, al was het maar door te roepen dat degenen aan wie wij zulks meenden te kunnen toevertrouwen... het schandelijk laten afweten! Het is een ernstig bewijs van pervertering van het politieke proces, wanneer wordt gesproken over ‘het geopolitieke machtsspel’ , laat staan dat wij, blijkbaar..., moeten toestaan dat onze eerste minister, bij herhaling, onweersproken, uitroept dat het in de politiek gaat om geld verdienen...; de rest zoeken de mensen zelf wel uit.....
Het gaat om a good society, worldwide !
* Jan Mol is gepensioneerd directeur van een energiebedrijf en voormalig lid van de Eerste Kamer.