‘De taal van Europa is de vertaling’ (Umberto Eco): Ons Erfdeel 2/2016

Civis Mundi Digitaal #37

 

ONBESCHEIDEN VERTALERS

De taal van Europa is de vertaling: die beroemde uitspraak van Umberto Eco neemt Ons Erfdeel al jaren ter harte. Vertalers zijn onmisbare passeurs tussen talen en culturen. Juist daarom laten we Barber van de Pol het tweede nummer van 2016 openen met een speelse, maar niet mis te verstane oproep aan schrijvers, lezers, recensenten én haar collega-vertalers: weg met de bescheidenheid, de vertaler is meer dan een noodzakelijk kwaad.

 

DWAASHEID DOET LEVEN

Herman Pleij herlas Lof der Zotheid van Erasmus, die 550 jaar geleden werd geboren in Gouda, waar momenteel een grote tentoonstelling is te zien over het gedachtegoed van de denker. Wat valt voor de eenentwintigste-eeuwse lezer nog te leren uit Lof der Zotheid (1509)? “Erasmus zou stomverbaasd zijn om te horen dat zijn naam in de hele wereld allereerst met deze tekst verbonden wordt”, schrijft Pleij. En: “Dwaasheid doet leven.”

 

RINUS DE FRAUDEUR

“Een soort fraudeur”, zo omschrijft Rinus Van de Velde zichzelf. “Ik verzin een fictie die realiteit wordt.” Eric Rinckhout borstelt een uitgebreid portret van de kunstenaar die bekend staat om zijn manshoge tekeningen in houtskool, nu te zien in het Gentse S.M.A.K. met de expositie Donogoo | Tonka.

 

POLITIEK ZONDER POLITICI

Thomas Decreus, die met Christophe Callewaert zopas het boek Dit is morgen publiceerde, stelt vast dat steeds meer politiek buiten de politiek om plaatsvindt. Er is niet alleen een kloof tussen burger en politiek, maar evenzeer is er sprake van een kloof tussen het engagement van de burger en dat van de politicus of partijmilitant. Decreus tracht dit fenomeen te verklaren.

 

DOLGEDRAAIDE IRONIE

Waarom is het moderne debat vaak zo ingewikkeld? Omdat twee technieken om het debat naar je eigen hand te zetten, zijn dolgedraaid door de eigenaardige manier waarop het internet werkt: framing en ironie. Marc van Oostendorp onderzoekt de ontstane verwarring.

 

PIJPROKENDE MANNEN

Literatuur hoeft niet stoffig te zijn – dat weet natuurlijk elke Ons Erfdeel-lezer. Maar voor de leerlingen in de klas van Johannes Visser zijn schrijvers nog altijd grijze, pijprokende mannen in tweedjasjes en is een boek “literatuur” als je het niet begrijpt. Wat doet Visser om dat beeld bij te sturen?

 

VERKAVELD VERLEDEN

Voorts lees je in Ons Erfdeel 2/2016 uitgebreide beschouwingen over de internationale uitstraling van Nederlandse landschapsarchitecten, een literaire lezing van voetbalboeken, het dichterlijke oeuvre van Victor Schiferli en het leven en werk van theatervernieuwer Tone Brulin, die deze week 90 wordt. Ruben Mantels las dan weer de diverse publicaties die vorig jaar zijn verschenen over het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830). Hij ziet een verkaveld verleden, een stuk akkerland, kriskras doorploegd.

 

UNDERDOGLICHAMEN

Op de kaft staat een beeld uit Victor, een dansvoorstelling van choreograaf Jan Martens, die graag “underdoglichamen” opvoert. Voorts in de kunstenrubriek artikelen over: Miet Warlop, die dezer dagen te zien is op het Brusselse Kunstenfestivaldesarts met Fruits of Labor (theater? beeldende kunst? performance?); de overzichtsexpositie van Jan Toorop in het Haagse Gemeentemuseum; de nieuwste generatie mediakunstenaars in EYE Amsterdam; fotografe Aglaia Konrad (nog tot midden september in Museum M, Leuven) en de verfilming van de literaire klassiekers Nooit meer slapen (W.F. Hermans) en Publieke werken (Thomas Rosenboom).

 

UITGEBREIDE RECENSIERUBRIEK

Tot slot lees je in de boekenrubriek zesentwintig recensies, onder meer over: Wat alleen wij horen van Saskia de Coster; Libris-genomineerde De onervarenen van Joke van Leeuwen; de brievenboeken van Nanne Tepper en Heere Heeresma; de gebundelde liedteksten van Stijn Meuris, Jan De Wilde, Lieven Tavernier en Kris De Bruyne; kanshebber op de Fintro Literatuurprijs Malva van Hagar Peeters; Macht en onmacht van Tinneke Beeckman; poëzie van Maartje Smits, Anna Enquist, Anton Korteweg en Ad Zuiderent; en recente romans van Jan Siebelink, Paul Baeten Gronda en Wytske Versteeg.