Civis Mundi Digitaal #38
Wij zijn inmiddels vertrouwd geraakt met de tegenstelling tussen hoger- en lager opgeleiden als nieuwe maatschappelijke scheidslijn. In Amerika is die scheidslijn in de jaren ’90 al aangekondigd door de bekende Amerikaanse historicus Christopher Lash[1]. In Nederland trad zij tijdens de Fortuyn-revolte in 2002 voor het eerst aan de politieke oppervlakte. Het is de kloof tussen een middenklasse van hoger opgeleide burgers met een sterk geïndividualiseerde en internationaal gerichte leefstijl die weinig boodschap meer hebben aan wat zich in hun directe omgeving afspeelt, en daartegenover lager opgeleide en aan kleinere verbanden gehechte burgers die de snelle economische, sociale en culturele veranderingsprocessen in deze tijd zoals globalisering, neoliberale maatschappijhervorming, immigratie, uitbreiding van de EU, ineenstorting van vertrouwde sociale infrastructuren e.d., niet kunnen bijbenen en zich daardoor bedreigd voelen. Zij worden om die reden wel met een Duitse term ‘Modernisierungsverlierer’ genoemd, en zoeken hun heil nu bij voorkeur bij rechts-populistische stromingen en partijen.
Meritocratische samenleving
Het is een maatschappelijke scheidslijn die te maken heeft met de ontwikkeling van een meritocratische samenleving als vrucht van de ideologie van gelijke kansen. Naarmate die ideologie vrucht draagt, zijn het de eigen prestaties (een combinatie van talent en inspanning) die bepalend worden voor ieders maatschappelijke positie en status. Zo groeit er een nieuwe tweedeling tussen een bovenlaag van mensen die door eigen verdiensten maatschappelijk succesvol zijn en dienovereenkomstig beloond en gewaardeerd worden; en een onderlaag van mensen die daartoe de capaciteiten missen en hun geringe maatschappelijke status niet langer kunnen wijten aan factoren buiten henzelf, zoals afkomst, sekse, huidskleur e.d. en daarom gebukt gaan onder statusangst, het besef weinig in tel te zijn.[2] In feite zijn we daarmee op weg naar een nieuwe klassenmaatschappij met het onderscheid in erfelijk bepaalde intelligentie en energie als grondslag. Het is een tendens die zopas opnieuw bevestigd is in een bundel van sociologen en politicologen, onder redactie van Paul de Beer en Maisha van Pinxteren, en verschenen onder de titel Meritocratie. Op weg naar een nieuwe klassenmaatschappij (2016), met herinvoering van de Middenschool als bekende linkse remedie.
Dat onderscheid ligt ook ten grondslag aan de ongelijkheid qua gezondheid en levensverwachting. Wat levensverwachting betreft is het verschil tussen hoger- en lageropgeleiden ongeveer zeven jaar.[3] Op de keper beschouwd is dat een nieuwe versie van sociaal darwinisme die makkelijk kan uitmonden in een confrontatie tussen het ressentiment van de verliezers en de arrogantie van de winnaars.
Van standen- naar klassenmaatschappij met nieuwe maatschappelijke tweedeling
Toen ik opgroeide was er die maatschappelijke scheidslijn tussen hoger- en lageropgeleiden ook al. Maar die werd toen nog niet als probleem onderkend, maar als normaal ervaren. Ik groeide op in een streek en een tijd, waarin de r.k.-kerk nog toonaangevend was in het politieke en maatschappelijke leven. En die kerk leerde ons dat de standen, en daarmee samenhangende ongelijkheden, van Gods wege verordonneerd waren. In deze door God gesanctioneerde standenmaatschappij was het onderscheid en de ongelijkheid tussen hoger- en lageropgeleiden geen enkel probleem, want van Gods wege gewild. Het is pas een probleem geworden sinds de socialistische maatschappijkritiek tegenover die traditionele standenmaatschappij het concept van de klassenmaatschappij stelde, met inherent een klassenstrijd tussen haves en havenots, en de vermaatschappelijking van het liberale gelijkheidsideaal als doelstelling.
We stuiten hier zoals bekend op een nieuwe tweedeling, die de Britse socioloog Michael Young in 1959 al aangekondigd heeft in zijn toekomstsatire The Rise of Meritocracy (1870-2033) met aan de top degenen die op grond van hun IQ en inspanning de leidende posities voor zich opeisen. De ideologie van gelijke kansen verkeert zodoende overeenkomstig de wet van de onbedoelde en onvoorziene gevolgen in zijn tegendeel. De nieuwe elite van getalenteerden, zo tekent de Amerikaanse journalist Mickey Kaus hierbij aan, krijgt op den duur belang bij meritocratie als maatschappelijk stelsel. Hij verklaart dat als het uitgeput raken van het linkse emancipatie-ideaal en het daarop aansluitende streven naar sociale stijging voor iedereen. Dat is niet langer het geval. In aansluiting hierop wordt in sociologische literatuur van deze tijd een grotere acceptatie van maatschappelijke ongelijkheid gesignaleerd. Interessante sociale stijgingsmogelijkheden zijn er overigens nog wel langs niet-politieke weg voor mensen die nog niet zolang geleden niet verder konden komen dan bescheiden maatschappelijke posities. Denk bijvoorbeeld aan de professionalisering en commercialisering van veel sportactiviteiten in samenhang met de ontwikkeling van de tv.
Genetische modificatie?
De Vlaamse liberale denktank Liberales heeft het boek van de Vlaamse hoogleraar Marc De Vos Ongelijk, maar fair uitgeroepen tot het liberale boek van 2015. Het D’66-tijdschrift Idee heeft in aansluiting hierop een artikel van deze hoogleraar gepubliceerd onder de titel Ongelijk is lang niet altijd oneerlijk.[4] De sleutel van die ongelijkheid zoekt hij in de mens zelf. Er is nu eenmaal een ongelijkheid die een natuurlijk uitvloeisel is van een verschil in talent en inspanning.
Valt daar iets aan te doen? In dit verband heb ik eerder al eens het radicale idee gelanceerd om grotere gelijkheid van levenskansen bij de start te realiseren door het beperken van genetisch bepaalde ongelijkheden met behulp van genetische modificatie.[5] Die radicaliteit gaat velen nog te ver, al is er wel een zekere kentering in die richting. Er groeit meer ontvankelijkheid voor het streven actief in het voortplantingsproces in te grijpen met embryoselectie (selectie op afwezigheid van ernstige afwijkingen) in combinatie met reageerbuisbevruchting, vroeg-diagnostiek en snel groeiende kennis van genetische factoren, en zodoende meer gelijke levenskansen mogelijk te maken.[6]
[1] C. Lash, The Revolt of the Elites and the Betrayal of Democracy, 1995
[2] Zie R. Sennet, Respect, 2003; en A. de Botton, Status Anxiety, 2004
[3] Zie het CBS rapport, De Nederlandse samenleving 2010
[4] Zie Idee, 1, april 2016.
[5] Zie S.W. Couwenberg, Genetische manipulatie en menselijke evolutie. ThemanummerCivis Mundi, 4, 1990
[6] Zie o.a. J. Harris, Enhancing Evolution. The Ethical Case for making Better People, 2008. Zie ook het rapport Converging Technologies for Improving Human Performance, 2003 van het Amerikaanse National Sciences Foundation en het Department of Commerce; en L. Zonneveld e.a. (red.), Reshaping the Human Condition. Exploring Human Enhancement, 2008