Introductie nummer 39 (red.)

Civis Mundi Digitaal #39

Gülenbeweging in opspraak. Waarom?

In Civis Mundi nummer 38 kondigde Hans Feddema op basis van recent onderzoek in Turkije al heel kort de eliminatie van de Gülenbeweging aan, die hij karakteriseerde als een typisch Turkse soefibeweging. Reden genoeg om het soefisme in een bredere cultuurhistorische context in dit nummer nader toe te lichten in de rubriek religie. Wat nu in Turkije met de Gülenbeweging gebeurt, heeft tal van vergelijkbare precedenten in de geschiedenis.

Na de mislukte coup in Turkije, die aan de Gülenbeweging wordt toegedicht, heeft de Turkse president Erdogan een ware heksenjacht tegen de aanhangers van die beweging ontketend. Men spreekt in dit verband zelfs van het uitroeien van die beweging. We hebben Feddema als Turkije- en Gülenkenner gevraagd hoe hij het ontstellende gebeuren na die couppoging in dat land interpreteert, en zijn visie hierop in Civis Mundi nader toe te lichten. Dat heeft hij snel gedaan. Gezien wat er sindsdien allemaal gebeurd is, is er dringend behoefte aan meer inzicht in een beweging die nu als terroristisch en landsverraderlijk wordt aangemerkt, terwijl zij van hoge religieuze, politiek-ideologische en morele principes uitgaat. Vanwege de achterdocht die zij lijkt te wekken, vergelijkt de Turkijekenner Erik-Jan Zürcher haar met de jezuïeten in de RK-kerk en de vrijmetselaars, in zijn ogen ook zulke schimmige bewegingen. Zij wordt ook wel de Turkse Opus Dei genoemd.

Feddema onderscheidt in Turkije twee grote tegenstellingen: die tussen seculier en religieus; en de polarisatie tussen de stad en de stedelijke elite ener-, en de minder ontwikkelde kleine luyden op het Turkse platteland anderzijds. Hij vergelijkt de Gülenbeweging op zijn beurt met de emancipatie van de gereformeerde kleine luyden in Nederland, onder leiding van Abraham Kuyper, en karakteriseert Gülen in lijn hiermee als emancipator van die kleine luyden op het platteland. Die emancipatie voltrekt zich daar dankzij een organisatie, Hizmet geheten, die zich op basis van zijn ideeën hiervoor inzet, vooral langs de weg van scholing, ontwikkeling en sociale dienstverlening.

Op die manier is uit die eenvoudige plattelandsbevolking een generatie van Turken voortgekomen die carrière gemaakt heeft in het staatsapparaat en de burgermaatschappij, en daar nu belangrijke functies vervult, aanvankelijk mede dankzij de steun van Erdogan. In zijn taaie machtsstrijd met het seculiere establishment zette hij namelijk de deuren van het staatsapparaat wijd open voor de Gülenisten. Vooral tussen 2007 en 2011 werden onder zijn bewind veel aanhangers van Gülen op belangrijke posten in het staatsapparaat benoemd. Daar heeft hij nu spijt van, maar waarom is niet voldoende duidelijk. Wel worden die benoemingen nu op grote schaal ongedaan gemaakt, omdat de Gülenbeweging verdacht wordt het brein achter die couppoging te zijn. Maar harde bewijzen hiervoor blijven ontbreken.

Feddema werpt op deze onverkwikkelijke geschiedenis in ieder geval een heel ander licht dan de officiële Turkse lezing van Erdogan, die overigens behalve uiteraard door zijn AK-partij ook onderschreven wordt door de volledige oppositie, de seculiere media en veel tegenstanders van Erdogan. Vanwaar die brede steun? In een opiniebijdrage in NRC Handelsblad meent de Turkse politicoloog Ahmet Erdogan – geen familie van de president – dat te kunnen verklaren.[1] De Gülenbeweging wordt in Turkije gezien als een existentiële bedreiging voor het functioneren van de overheid. Daarom is er een brede consensus voor de noodzaak het overheidsapparaat te zuiveren van de Gülenisten. Maar waarin die dreiging bestaat, wordt niet duidelijk gemaakt. Hij verklaart het met een verwijzing naar een parallelle structuur, een staat in de staat (diepe staat). Deze Turkse politicoloog debiteert daarmee dezelfde complottheorieën als zijn politieke naamgenoot, zo reageert hierop prof. Thijl Sunier, hoogleraar Islam in Europese Samenlevingen[2]. Dit soort complotdenken heeft zich sinds vele decennia stevig in de Turkse politieke cultuur genesteld. Die verwijzing naar zo’n geheime, schimmige onderwereld klinkt heel gewichtig, maar stelt op de keper beschouwd weinig voor, aldus Sunier.

Wat in Turkije aan de hand is, werkt ook steeds meer door in eigen land, waar Turkse Nederlanders scherp stelling nemen tegen aanhangers van de Gülenbeweging hier, met al twee brandstichtingen in panden van die beweging als gevolg. De Turkse ambassadeur in Nederland heeft op zijn beurt ook al opgeroepen die beweging in Nederland hard aan te pakken, evenals de met de Turkse overheid verbonden Nederlandse Moslimkoepel. Deze beweging wordt hier nu al voor de derde keer onderzocht. Maar niets wordt gevonden, wat tot enigerlei reactie van overheidswege noopt. Een Amerikaanse advocaat doet in opdracht van de Turkse regering ook al onderzoek naar deze beweging in Amerika, Afrika, Duitsland, Canada en Nederland, waar die beweging in zijn ogen in hoge mate zou zijn geïnfiltreerd. In Duitsland heeft dit alles ook schokgolven teweeggebracht. Het Turkse conflictpotentieel werkt daar volop door. Met het oog hierop is de Gülenbeweging daar de vraag voorgelegd om zelf eens klip en klaar te maken wat zij nu eigenlijk is: een conservatieve moslimgemeenschap, een missionair carrièrenetwerk, of een moslimpolitieke beweging.

Civis Mundi verschijnt tweemaandelijks. Het volgende nummer zou pas tegen eind september verschijnen. Zo lang kan de publicatie van het artikel van Feddema niet wachten. Nummer 39 verschijnt daarom eerder dan gepland. We publiceren dan tevens onder meer enkele andere, nauw op de actualiteit betrokken artikelen, over de Duitse bondskanselier Angela Merkel in verband met recente aanslagen in Duitsland, over de tragische mislukking van de westerse politiek in Syrië, over een zwarte bladzijde in de jonge geschiedenis van Indonesië, alsook een actuele bespreking van de Trendanalyse Biotechnologie 2016 door Maartje Schermer, bijzonder hoogleraar filosofie van de geneeskunde aan de Erasmus Universiteit (Erasmus MC) namens Civis Mundi. Wat is Europa? Die vraag wordt opnieuw aan de orde gesteld in een bespreking van een recente publicatie over deze onverminderd intrigerende vraag. En we publiceren in dit nummer ook een futurologisch essay over de moraal van artificiële intelligentie.



[1] A. Erdogan, Gülen is een groter gevaar dan Erdogan. NRC Handelsblad, 9 augustus 2016.

[2] Zie T. Sunier, Dat complotdenken is bepaald niet nieuw in Turkije, NRC Handelsblad, 16 augustus 2016.