Civis Mundi Digitaal #39
Bespreking van: Kees van Kersbergen en Barbara Vis, De verzorgingsstaat. Elementaire Deeltjes, 39. Uitgeverij AUP, Amsterdam, 2016.
Dit is een van de Elementaire Deeltjes van deze uitgeverij. Hierin wordt elementaire kennis over een bepaald onderwerp toegankelijk gemaakt voor een breed publiek, dé manier om heel snel, aldus de uitgever, het nodige te weten te komen over een bepaald onderwerp. Dit is al het 39e deeltje. De serie is begonnen met een deeltje over de Aarde, en inmiddels worden drie nieuwe deeltjes aangekondigd, te weten over zelfdoding, Iran en de Russische Revolutie.
Dit deeltje gaat over de grote vragen over de verzorgingsstaat. Waarom is er een verzorgingsstaat, en hoe is die ontstaan? In mijn studententijd sprak men nog van de welvaartsstaat. Vooral sinds de klassieke dissertatie van de socioloog Piet Thoenes, De elite in de verzorgingsstaat (1962), spreekt men bij voorkeur van de verzorgingsstaat als reactie op de liberale nachtwakersstaat, een type staat dat aan die liberale zorg voor orde en veiligheid een belangrijke nieuwe staatszorg toevoegt, te weten bescherming te bieden tegen de belangrijkste sociale risico’s, zoals armoede, ziekte, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, e.d., en met herverdeling van inkomsten als uitvloeisel.
De wetgeving van de staat wordt daarmee verrijkt met een hele serie sociale wetten. De staat wordt sindsdien meer dan voorheen inzet van politieke discussie en strijd, en daarmee rijst ook de vraag of en zo ja hoe de verdere ontwikkeling van de verzorgingsstaat, onder invloed van allerlei kritiek, hervormd moet worden. Dit komt in dit boekje uiteraard ook aan de orde, evenals de hervorming van de Nederlandse verzorgingsstaat sinds 1989. Dat heeft de oorspronkelijke klassieke en passieve verzorgingsstaat veranderd in een soberder participatiesamenleving, waarin eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid met nieuwe sociale plichten als uitvloeisel veel meer aandacht en nadruk krijgen. Sinds 2007/8 is er zoals bekend en ernstige financieel-economische crisis geweest. Het boekje eindigt dan ook met de vraag of de verzorgingsstaat die crisis overleefd heeft, en zo ja, hoe. Conclusie van de auteurs: die crisis heeft niet geleid tot een grootschalige ontmanteling van de verzorgingsstaat.
Het boekje verschaft heel elementaire informatie over een belangrijk politiek, maatschappelijk en juridisch fenomeen. In ideologische zin is het, althans in Nederland, een mooi compromis tussen drie grote concurrerende politieke ideologieën aldaar: de sociaaldemocratie, de christendemocratie, in het bijzonder de katholiek-sociale leer, en het sociaalliberalisme. Dat komt in dit deeltje overigens niet in beeld, evenmin als de verankering ervan in de ontwikkeling van de mensenrechten. Na de burger- en politieke grondrechten worden die, onder invloed van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat, aangevuld met sociale grondrechten, op internationaal niveau nader ingedeeld in economische, sociale en culturele mensenrechten. Ik verwijs hiervoor naar het internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966).