Verrassend nieuw licht op het vraagstuk van zingeving

Civis Mundi Digitaal #40

door Wim Couwenberg

Bespreking van: Peter Abspoel, Zingeving in het Westen. Traditie, strijdersethos en christendom. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2016.

Strijd om de voorrang tussen drie westerse zingevingspatronen

Gegeven de in het voorgaande artikel geschetste situatie juist geschetste situatie, waarin de ontwikkeling van de moderne cultuur ons gebracht heeft, was het voor mij heel verrassend toen ik de aankondiging las van een boek over zingeving in het Westen. Ik heb dat boek dan ook meteen besteld, en ben het onmiddellijk gaan lezen. Maar het is een boek van liefst 530 bladzijden, dat bovendien de nodige intellectuele inspanning vergt om het geleerde betoog te doorgronden. De auteur is een cultureel antropoloog. Het boek is de aangepaste publieksversie van zijn proefschrift, waarop hij in 2015 in Nijmegen als filosoof gepromoveerd is. Het is in de Nederlandse taal verschenen, wat tegenwoordig opvalt, gezien de verregaande verengelsing van de Nederlandse universiteit.[1] Het munt uit in goed geformuleerd Nederlands.

Wat in dit boek uiteengezet wordt, is dat er in het Westen sinds de vroege middeleeuwen niet één patroon van zingeving valt aan te wijzen. Zowel in het individuele als in het collectieve leven strijden drie patronen daarin namelijk om de voorrang: traditionele zingeving, het strijdersethos en het christendom. Het is een strijd die tot nu toe bepalend is geweest voor de ontwikkeling van onze westerse cultuur. Het zijn zingevingspatronen die elk hun eigen wereldbeeld, mensbeeld, logica en deugdenethiek hebben. De auteur geeft hiervan een diepgravende beschrijving. Zonder traditionele zingeving, zo is zijn voornaamste stellingname met betrekking tot westerse zingeving, zouden we letterlijk niets kunnen beginnen, want pas als we zijn ingewijd in een traditionele toewijdingswaardige wereld kunnen we iets verwachten van het leven en onszelf. Dat mensen op zoek gaan naar alternatieve vormen van zingeving, als aanvulling op ofwel substituut voor traditionele zingeving, is goed te begrijpen, aldus de auteur. Traditionele zingeving wekt verwachtingen, waaraan het leven lang niet altijd voldoet. Traditionele samenlevingen definieert hij als samenlevingen waar een alternatief voor traditionele zingeving niet wordt gezocht, of waar het zoeken ernaar zelfs wordt ontmoedigd. Men probeert er het geloof overeind te houden dat trouw aan traditie moet kunnen volstaan om het leven tot een goed einde te brengen.

 

Strijdersethos

De auteur definieert en kritiseert andere zingevingspatronen door na te gaan welke houding zij tegenover traditioneel leven innemen. Een gepassioneerd verzet tegen de afhankelijkheid van traditionele zingeving, zoals de auteur in de westerse cultuur, literatuur, filosofie en theologie signaleert, ziet hij als symptomatisch voor de huidige zingevingsproblematiek. Traditionele zingeving berust in zijn ogen op het vertrouwen dat we een weg kunnen gaan in en door het leven, waarop we stap voor stap de belofte/bestemming die in het leven schuilgaat verhelderd kunnen zien. Als we op die weg willen voortgaan, moeten we ons toevertrouwen aan de regie van traditie.

Wat een zinvol leven is, is een leven dat vervulling schenkt (altijd op vele verschillende manieren). Nu is vertrouwen stellen in traditie precies datgene wat mensen niet willen die in de ban geraakt zijn van het strijdersethos. De uitnodiging van de weg die in het halfduister door het leven leidt naar een bestemming die we nooit helder voor ogen krijgen, slaan die mensen met een ongeduldig resoluut gebaar af. Die weg is wellicht goed genoeg voor simpele lieden, maar niet voor mensen in de ban van het strijdersethos. Zij geloven in zichzelf, uit de hoogste bron te kunnen putten, en zo de kracht te kunnen vinden om de grenzen van het gewone leven te kunnen overstijgen of te doorbreken. Het verzet tegen de afhankelijkheid van traditie leidt tot het koesteren van onvrede en disharmonie, en tot de onrust die zo typerend is voor de oude Germanen en hun afstammelingen. Woede en zelfs razernij kunnen worden gezien als tekenen dat zij bezield zijn door het goddelijke.

De kern van het strijdersethos ziet de auteur als een identificatie van het ik met de macht die het ontleent aan een effectief gebruik van de instrumenten, waarbij die macht als een bewijs wordt gezien dat men het in zich heeft om op eigen kracht een overwinning op alles te bereiken. Men wil demonstreren dat men in relatie tot heel de concrete wereld iets van een hogere orde is. Het centrale thema van dit ethos is dus het verzet tegen het gegevene, de traditie. In veler ogen is dat strijdersethos de bron van de typische rusteloosheid en dynamiek die de westerse mens en cultuur kenmerken. Maar die dynamiek kan alleen bestaan als er iets is om zich tegen af te zetten.

De traditionele wereld, aldus de auteur, blijft een noodzakelijke basis voor het leven van de mens als individu en van de groep waarvan hij deel uitmaakt, maar wie in de ban is van het strijdersethos ervaart dat als beklemmend en verwacht alles van iets heel anders.

Dat antitraditionalisme blijkt in zijn visie uitgevonden te zijn door Germaanse edelen, en het bleef, ondanks dat er heel veel veranderde, een constante factor in de westerse geschiedenis.

 

Burgerlijke variant

Het strijdersethos, dat de ontwikkeling van westerse zingeving steeds meer bepaalt, onderscheidt de auteur nader in het pure en het verburgerlijkte strijdersethos. Maar dat laatste blijkt bij nadere beschouwing geen echt patroon van zingeving te bieden. Als burgerlijke variant van het strijdersethos zou het het dominante zingevingspatroon van het burgerlijke Westen genoemd moeten worden, ware het niet dat zij zo weinig grond overlaat voor reële zingeving, dat er steeds een beroep moet worden gedaan op motieven die er niet mee te rijmen zijn.

Waarom is het geen samenhangend patroon? De auteur licht dat uitvoerig toe. De mens die meent te geloven in westerse burgerlijke waarden, ziet er uit als een mens, en is in staat te lopen als een mens, maar in feite laat hij zich bewegen als een marionet, door een wirwar van draden die hem verschillende kanten op trekken. Het is een wonder, zo meent hij, dat die mens niet valt. Zijn visie op het leven en zijn zelfbeeld zijn een ongereflecteerd compromis tussen allerlei elementen van het strijdersethos (ambitie, de eigen droom, het ideaal van autonome zelfbeschikking), van de intellectuele variant van het strijdersethos (de behoefte aan een individueel controleerbaar beeld van het leven); van de cultuur van de lagere Kasten uit de strijderssamenleving (het verlangen naar geborgenheid, veiligheid, troostende illusies, en gehechtheid aan materiële zaken); van het christendom (een besef van verantwoordelijkheid voor anderen en voor de wereld); en wegens het ontbreken van een duidelijk patroon is er altijd plaats voor allerlei andere elementen.

 

Oplossing van alle problemen des levens als perspectief

In de strijd tussen de onderscheiden zingevingspatronen is het strijdersethos, zoals gezegd het patroon dat steeds meer de overhand krijgt, en via globaliseringsprocessen ook steeds meer in de niet-westerse wereld doordringt. Opvallend is dat de auteur dat strijdersethos, dat culmineert in de heerschappij van wetenschap en technologie als instrumenten van antitraditionele wereldbeheersing, herleidt tot een in principe religieuze levenshouding, die zich kenmerkt door de neiging alles te verwachten van een vergoddelijkte passie op al die terreinen waar gestreefd wordt naar topprestaties. In het bijzonder komt dat tot gelding in het WTE-complex: de onderlinge vervlechting van wetenschap, technologie en economie. Een radicale exponent van dat strijdersethos zijn in de Verenigde Staten bekende internetgiganten als Microsoft, Google, Facebook en Uber, een gezelschap van zelfbenoemde wereldverbeteraars die alle heil en zegen verwachten van hun hightech uitvindingen; evenals de daar ontstane Singularity-beweging, met haar geloof in de mogelijkheden van exponentiële technologie. Volgens de futuroloog van die beweging, Ray Kurzweil, Director of Engineering bij Google, zal het computerbrein rond 2045 het menselijke brein in intelligentie voorbijgestreefd zijn. Dan breekt in zijn toekomstvisie het tijdperk aan van onbegrensde mogelijkheden. Ons brein staat nu nog ingesteld op lokaal en lineair, maar moet zo snel mogelijk overgeschakeld worden op universeel en exponentieel, richting kunstmatige intelligentie, waardoor we onvoorstelbaar slimmer worden.

Wie dit ethos omhelst als oplossing van alle problemen van het leven, zal automatisch in zijn eigen absolute superioriteit gaan geloven. Het uitwaaieren van westerse economische en politieke structuren over de wereld komt in grote lijnen neer op de mondialisering van het strijdersethos. Dat toont zowel in als buiten het Westen zijn ware gezicht, in een nieuwe maatschappelijke tegenstelling. In Amerika is die nieuwe maatschappelijke scheidslijn in de jaren ’90 al aangekondigd door de historicus Christopher Lash. Het is de kloof tussen een middenklasse van hoger opgeleide burgers met een sterk geïndividualiseerde en internationaal gerichte leefstijl die weinig boodschap hebben aan wat zich in hun directe omgeving afspeelt, en daartegenover lager opgeleide en aan kleinere verbanden gehechte burgers, die de snelle economische, sociale en culturele veranderingsprocessen onder invloed van het strijdersethos niet kunnen bijbenen, en zich daardoor bedreigd voelen.

Over dit bijzondere boek valt nog veel meer te zeggen. Maar in eerste instantie volsta ik met deze eerste notities. Het werpt in mijn ogen een verrassend nieuw licht op het vraagstuk van zingeving, dat onder invloed van het wijdverbreide nihilistische levensbesef geheel uit beeld geraakt lijkt. Het boek biedt een nieuwe atypische benadering van het vraagstuk van zingeving, die noopt tot nieuwe intellectuele reflectie daarop. Ik heb besloten dit bijzondere boek spoedig onder de aandacht te brengen, en dus niet te wachten tot ik het zelf intellectueel helemaal verwerkt heb. Dit boek verdient nu al de nodige publieke aandacht. Vandaar deze eerste aankondiging/bespreking ervan.

 



[1] Zie mijn commentaar hierop in kort bestek onder dit artikel.