Civis Mundi Digitaal #47
Bespreking van: Laura Hartman, Froukje Weidema, Guy Widdershoven, en Bert Molewijk, Handboek Ethiek-Ondersteuning. Uitverij Boom, Amsterdam, 2016.
Op het eerste zicht lijkt dit volumineuze boek op een computerhandboek met nogal rare kleuren. Allicht omdat het Netwerk Ethiekondersteuning Nederland onder het acroniem NEON door het leven gaat. De inhoud kwam tot stand door een soort collegiale aanpak. Veel interviews, werkconferenties en natuurlijk de website. Helaas gaat het boek reeds vanaf de eerste pagina’s danig op het systeem van de lezer werken. Het lijkt wel belshopreclame. Wat als authentieke getuigenissen moet overkomen doet meer denken aan testimonials bij het verkopen van het zoveelste wondermiddel tegen perzikhuid of aambeien.
Op pagina 21 duikt vervolgens de uitdrukking ‘normatieve conclusies’ op. Het moge duidelijk zijn voor de lezer ligt een catechismus of een grammatica. Ware het niet dat catechisma en grammaires vol duidelijke regels en tips staan. Waar anderzijds boeken zeer veel potloodaantekeningen bevatten tijdens het bespreken spreekt bij dit handboek de leegte boekdelen. Een leegte die zich ook inhoudelijk manifesteert: ‘ruimte creëren voor een andere manier van leren en het bevragen van routines’ is bijvoorbeeld punt 1 van de 5 redenen voor ethiekondersteuning voor de zorgorganisatie. Geef toe als dat het belangrijkste is dan wil de lezer zelfs niet weten wat punt 2 tot en met 5 zijn. Ik geef ze lekker toch:
2) vormgeven aan identiteit, visie en missie
3) goed werkgeverschap
4) efficiëntie
5) beleid rondom morele kwesties ontwikkelen, aanpassen en implementeren
U las het goed morele kwesties komen op plaats 5 bij ethiekondersteuning voor de zorgorganisatie!
Alles lijkt te draaien rond het imago van het zorgbedrijf. De laten-we-er-voor-gaantoon van de veranderconsulent maakt het lezen van die handboek bijna tot een hel. Ethisch onverantwoord bijna.
Pas op pagina 45 pogen de auteurs het belang van ethiekondersteuning voor de zorgontvanger enigszins te plaatsen. Alleen gaat het enkel over de zorgverlener. De zorgontvanger is blijkbaar een noodzakelijk kwaad. De volgende paragraaf ‘1.4 Doelen voor ethiekondersteuning in een beleidsagenda’ kreeg een groot uitroepteken in de marge van ondergetekende. Niet om heldere inzichten of scherpzinnige verklaringen, maar omwille van een wollig managementees taalgebruik. Een ware nietszeggende marteling geschikt om in één of ander verslag van een raad van bestuur bevolkt door politieke stromannen te plakken die het nooit zullen lezen. Het vreselijke aan dit hele hoofdstuk was bovendien dat ze in de bibliografie een absolute topnaam vermelden: Argyris. Nergens lijkt ook maar één gram van de helderheid van Theory in practice uit 1974 van Chris Argyris te bespeuren. Ondergetekende is dan maar eens in zijn boekenkast gedoken om Argyris te raadplegen en ja hoor dit boek maakt fouten waar Argyris juist voor waarschuwt.[1] De fameuze organisational traps.
Op pagina 67 sneuvelde mijn highlighter bijna. ‘Morele counseling wordt gedefinieerd als professionele ondersteuning bij het nemen van beslissingen waarvan de uitkomst te rechtvaardigen is met morele termen als goed, juist of wijs. De methode van de morele counseling is ontwikkeld voor patiënten.’ De onderlijning is van de recensent. Vervolgens volgt een soort stortvloed van even betekenisloze paragrafen tot pagina 124 waar een literatuurlijst van drie bladzijden volgt die compleet naast de kwestie blijken. Diegene die op basis van de literatuurlijst die pagina’s kan reconstrueren verdient een onderscheiding.
Tegen beter weten in worstelde ondergetekende zich verder naar het hoofdstuk implementie van ethiekondersteuning. De organisatoren van studiemiddagen, werkgroepen, taskforces en dergelijke zullen blij zijn met dat hoofdstuk, de lezer een pak minder. Bij de referenties valt op dat weer dezelfde boeken opduiken. Het laatste hoofdstuk management en bestuur vertoont dezelfde mankementen en weer dezelfde referenties.
In de epiloog noemen de auteurs dit handboek een ‘eerste veelbetekenende stap’. Dit was niet de beschrijving die bij de recensent op kwam. Goede raad lees Argyris zelf.
Argyris, Chris. 1964. Integrating the individual and the organization: New York (N.Y.) : Wiley.
Argyris, Chris. 1973. Intervention theory and method : a behavioral science view. 2e dr. ed, Addison-Wesley series in social science and administration. Reading (Mass.): Addison-Wesley.
Argyris, Chris. 1974a. The applicability of organizational sociology: London : Cambridge university press.
Argyris, Chris. 1974b. Management en organisatie-ontwikkeling: Alphen aan den Rijn : Samsom.
Argyris, Chris. 1976. Increasing leadership effectiveness, Wiley series in behavior. New York (N.Y.): Wiley.
Argyris, Chris. 1985. Strategy, change and defensive routines. Boston (Mass.): Pitman.
Argyris, Chris. 1993. On organizational learning, Blackwell business. Oxford: Blackwell.
Argyris, Chris. 1996. Leren in en door organisaties : het hanteerbaar maken van kennis: Schiedam : Scriptum.
Argyris, Chris. 2004. Reasons and rationalizations : the limits to organizational knowledge. Oxford ; New York: Oxford University Press.
Argyris, Chris. 2010. Organizational traps : leadership, culture, organizational design. Oxford: Oxford university press.
Argyris, Chris, and Donald A. Schön. 1978. Organizational learning: Reading (Mass.) : Addison-Wesley.
Argyris, John, and Hans-Peter Mlejnek. 1991. Dynamics of structures: Amsterdam : North-Holland.
Hartman, Laura, Froukje Weidema, Guy Widdershoven, and Bert Molewijk. 2106. Handboek Ethiek-Ondersteuning. Amsterdam: Boom.
[1] (Argyris 1964, 1973, 1974a, b, 1976, Argyris and Schön 1978, Argyris 1985, Argyris and Mlejnek 1991, Argyris 1993, 1996, 2004, 2010)