Civis Mundi Digitaal #51
Aanvulling op de artikelen van Ransijn en Goukens in Civis Mundi 50
Dit schilderij geeft een volksverhuizing weer zoals dat in de oudheid plaats vond, nl gewapend.
In deze tijd worden politiek en media erg beheerst door de omvang van de volksverhuizingen die momenteel wereldwijd gaande is. Ook in CM zijn verschillende artikelen hieraan gewijd. Vooral in Europa staan de volksverhuizingen in de aandacht vanuit het Midden-Oosten, waar momenteel veel oorlogen worden gevoerd. Ook het daaraan gekoppelde Islamitische geloof is onderwerp van discussie.
De menselijke geschiedenis kent verschillende langdurige golven van volksverhuizingen. Opmerkelijk is dat vaak volksbewegingen overal tegelijkertijd ontstaan, waarna weer een periode van rust volgt. Vanuit de geschiedenis zijn velen bekend met de grote volksverhuizing waarin het Romeinse Rijk ten onder ging. De Germanen braken overal door de grenzen heen van dit Europese rijk. Meestal worden de Germanen gezien als de veroorzakers van deze instorting. Maar zij kwamen pas echt in beweging door de grote volksverhuizingen die in het midden van Azië ontstonden. Het was niet een speciaal Europees probleem, het lag veel breder.
De volksbewegingen in Europa gedurende 6 eeuwen
De volksverhuizingen in die tijd hadden één belangrijk kenmerk als verschil met de huidige bewegingen. Die enorme hoeveelheden mensen, soms groepen van meer dan 200.000 mensen tegelijk, waren zwaar bewapend. Dat is in deze tijd niet zo.
Deze foto geeft weer hoe de volksbewegingen in onze huidige tijd plaatsvinden, nl. ongewapend.
Deze kaart geeft de volksbewegingen in onze tijd weer ten gevolge van oorlogen.
Centraal in de aandacht, die aan de huidige bewegingen wordt gegeven, staat de opgeroepen angst bij de bevolkingen die deze volksverhuizingen moeten opvangen. Angst is een begrip dat binnen onze overtuigingen (paradigma) een bepaalde betekenis heeft. Om de relatie tussen paradigma’s – dat zijn stelsels van overtuigingen - en het islamconflict te kunnen verduidelijken, is het eerst nodig dat we het begrip angst nader definiëren. In conflicten is angst namelijk een dominante factor.
Waaruit komt angst voort?
In de Wikipedia wordt angst gedefinieerd als een emotie veroorzaakt door een waargenomen of beleefde bedreiging en die meestal leidt tot een vermijding of ontwijking daarvan (1). Hierbij wordt niet vermeld dat in ons huidige paradigma angst vaak gekoppeld wordt aan het onbekende. Dat houdt in dat we angst voelen voor dat wat we niet kennen. Vanuit deze visie proberen mensen alles wat ze niet kennen te elimineren, om op deze manier hun angst te verminderen. Deze visie op angst is heel discutabel. Angst wordt in artikelen of debat zelden helder gedefinieerd en het bovengenoemde, angst voor het onbekende, wordt onbewust als waar aangenomen.
Het moeilijke bij deze zienswijze is, dat we het hebben over het onbekende. Kunnen we angst voelen voor iets wat we niet kennen? Wat we niet kennen bestaat niet in onze overtuigingenstelsels. Kunnen we angst voelen voor iets wat niet bestaat? Is deze definitie van angst wel juist? Wat zou er gaan gebeuren met onze waarneming op de hedendaagse problematiek van de vluchtelingen en de Islam als we een andere definitie van angst gaan hanteren?
Krishnamurti geeft een heel andere definitie voor angst. Hij zegt het volgende over angst:
“Angst ontstaat niet door het onbekende. Angst ontstaat door verlies van het bekende.”(2)
Deze definitie van angst is een heel andere dan die van Wikipedia of van dat wat we binnen ons paradigma hanteren. Hij legt de nadruk op verlies van het bekende en niet op alleen de waarneming van mogelijk gevaar of vermoedens daaromtrent of omtrent het onbekende. We voelen vaak angst, ook al nemen we geen gevaar waar. Krishnamurti geeft aan dat deze angst ontstaat door het verlies van het bekende. In hoeverre is dit een semantisch trucje om woorden zo te veranderen dat ze iets anders gaan betekenen?
”Het gaat niet om woorden te verdraaien om hun betekenis te veranderen, maar om percepties te veranderen, zodat de ervaring anders wordt. Jouw ervaring van alles is op je perceptie gebaseerd en je perceptie is gebaseerd op je begrip. En je begrip is op je mythes gebaseerd. Dat wil zeggen, op wat jou verteld is,” schrijft Donald Walsch (3).
Het is een uitdaging om naar conflicten te kijken vanuit deze definitie van angst, zoals Krishnamurti dit formuleert. Het is een totaal ander uitgangspunt dan we gewend zijn. Het uitgangspunt van Krishnamurti is dat er geen angst kan ontstaan voor het onbekende, omdat we dit niet kennen. Wat onbekend is kan niet gezien worden. Zijn nadruk ligt op verlies van het bekende. Het bekende is ons gezin, inkomen, werk, omgeving, cultuur, godsdienst en andere factoren waarmee we ons identificeren (4).
De mens in de oertijd was vertrouwd met de gevaren om hem heen. Hij stond op de savanne en keek om zich heen. Het zag er rustig uit. De omgeving was het bekende. Hij voelde geen angst. Waarom zou hij? Moet hij angst voelen voor het onbekende? Hij zag niets onbekend, alleen het bekende, Maar als er dan opeens een leeuw aankwam, trad er een verlies op van het bekende. Dit veroorzaakte onzekerheid. Wat ging de leeuw doen? Deze onzekerheid veroorzaakte angst. Door het zien van de leeuw werd het reptielenbrein (basale ganglia) geactiveerd en ontstond er angst. Deze angst veroorzaakte stress in het lichaam. Gedachten kunnen ook angst oproepen. Als hij vaak deze ervaring had gehad ontstond er argwaan, ook al nam hij geen gevaar waar. Hij werd al bang bij de gedachte dat het bekende wat hij waarnam spoedig zou verdwijnen, dat hij het bekende zal verliezen.
Zo gaat het in onze tijd nog steeds. Als we een vaste baan hebben en we leven voortdurend in de overtuiging dat we elk moment door een reorganisatie onze baan verliezen, veroorzaakt dit ook angst. Dit is geen angst die veroorzaakt wordt door het reptielenbrein, maar door onze overtuiging. Als de stress langdurig aanhoudt ontstaat er een burn-out. Weergegeven in een figuur ziet dit er als volgt uit.
Als er verlies dreigt van dit bekende komt onze identiteit in gevaar en dat veroorzaakt angst. Al die factoren waarmee we ons identificeren vormen onze overtuigingen. Die verzameling overtuigingen vormen weer een paradigma. Het aanwezige paradigma is het bekende, dat wat andere paradigma’s naar voren brengen is het onbekende. Als andere paradigma’s zich van buitenaf opdringen ontstaat verlies van het bekende paradigma. Verlies van het bekende veroorzaakt angsten die leiden tot conflicten en daaruit ontstaan reacties.
Binnen de huidige politiek in Nederland wordt wel gezien dat de angst in de samenleving toeneemt. Maar angst wordt zelden gedefinieerd. Als we het definiëren zoals Krishnamurti dat doet, kunnen we zien dat veel politieke maatregelen, die onder de vlag van het neoliberalisme in de afgelopen 30 jaar genomen zijn met termen als flexibilisering, efficiëntie, liberalisering, marktprincipe en zelfredzaamheid, een grote verandering van het bekende hebben veroorzaakt en daarmee de onzekerheid hebben vergroot. Deze beweging heeft de angst eerder vergroot dan verkleind.
Het debat in Nederland richt zich niet op deze bronnen van angst, maar op de naar Nederland gekomen vluchtelingen die een ander paradigma meebrengen. Dit heeft te maken met het idee dat angst ontstaat door het onbekende. Doordat de politiek en de media hun aandacht hierop richten blijven de werkelijke bronnen van angst voortbestaan. De door de politiek opgelegde veranderingen gaan nog steeds dagelijks in een hoog tempo door en het einde en de daarmee toenemende angst is nog lang niet in zicht. Vooral de midden en lage inkomens hebben hier erg van te lijden. De vangnetten verdwijnen, de reserves raken op, steeds minder vaste banen, steeds duurdere en verslechterende zorg, stijgende huren enz. De toekomst voor hen zelf en hun kinderen is ongewis. Door een onjuiste definiëring van het begrip angst kunnen deze processen in stand worden gehouden en krijgen populisten de wind in de zeilen. Om meer inzicht te krijgen in bovenstaand proces van angst is het nodig nog enkele termen te definiëren.
Paradigma’s en fundamentalisme
Het begrip paradigma is geïntroduceerd door de wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn, die ik reeds eerder in CM 46 heb besproken. Hij definieert het paradigma als een geheel van waarden, overtuigingen en vooronderstellingen waaraan iemand zich committeert zodra hij een paradigma (bewust of onbewust) omarmt. Alle mensen hebben een paradigma, ofwel een overtuigingenstelsel waarbinnen hun gedachtestructuren worden vorm gegeven (5). Paradigma’s zijn altijd beperkt en bepalen wat we wel of niet waarnemen of als waarheid ervaren.
Binnen paradigma’s bestaan dogma’s.
“Een dogma is een leerstelling die als onbetwistbaar wordt beschouwd door een religie, ideologie, economisch stelsel of andere organisaties. Een dogma is een fundamenteel concept ter onderbouwing van een gedachtegoed. Daarom wordt de aanhanger van dit gedachtegoed geacht er niet van af te wijken en het nooit te betwisten of te twijfelen, ook al ontbreek ieder wetenschappelijk bewijs.
Dogmatisme is de meer algemene duiding voor een overtuiging of houding waarbij iemand niet meer in staat is zijn opinies te herzien op grond van nieuwe informatie. Het begrip ‘dogmatisme’ impliceert dat iemand zijn overtuigingen op een onnadenkende en conformistische manier hanteert zonder de fundamenten daarvan in vraag te willen stellen.” (6)
“Met fundamentalisme wordt het begrip aangegeven, waarmee men teruggrijpt op normen en waarden zoals deze oorspronkelijk het meest bekend en vaak ook algemeen gebruikelijk waren. Ook wordt het toegepast op politieke en religieuze leerstellingen. In religieus verband kan het voortvloeien uit orthodoxie, wanneer deze radicaliseert. De benaming is afkomstig uit de Verenigde Staten en is van oorsprong de naam van een 20-eeuwse beweging in het Amerikaanse protestantisme, die de letterlijk interpretatie van de Bijbel van fundamenteel belang acht voor het persoonlijke en maatschappelijke leven. De term fundamentalisme wordt tegenwoordig doorgaans in een veel bredere betekenis gebruikt, namelijk iemand die op strikte en letterlijke wijze vasthoudt aan bepaalde grondbeginselen.” (7)
Wat is fundamentalisme?
Het bovenstaande samenvattend kunnen we zeggen dat iedereen een paradigma heeft. Een paradigma bestaat uit een verzameling overtuigingen die als waarheden worden aangenomen Binnen een paradigma kunnen dogma’s aanwezig zijn. Dat hoeft niet. Als er echter veel dogma’s in een paradigma zijn wordt het paradigma fundamentalistisch.
Als paradigma’s onder druk komen te staan door bedreiging, niet gezien worden, veranderingen, wegnemen van zekerheden enz, verharden deze overtuigingen waardoor het waarnemen zich sterk vernauwt. De omgeving en de daarin aanwezige gebeurtenissen worden steeds beperkter waargenomen en wat waargenomen wordt, wordt geïnterpreteerd in termen van bevestiging of ontkenning. Aan die bevestiging of ontkenning worden oordelen gekoppeld.
We kunnen van fundamentalisme spreken als het stelsel van overtuigingen in de mens onwrikbaar vast ligt en door de persoon als De Waarheid wordt gezien en op dat punt geen compromissen mogelijk zijn. Als de angst blijft toenemen door de toenemende onzekerheid zoekt deze angst een uitweg via ego-reacties in het gedrag. Via deze uitweg probeert men de verloren zekerheden terug te winnen. Naarmate dit terugwinnen van de verloren zekerheden met meer geweld gepaard gaat, kunnen we dit extremisme noemen. In welke vorm dit geweld zich dan zal uiten doet weinig of niets af aan het proces dat daaraan voorafgaat.
Fundamentalisme komt voor in elke godsdienst, economische, culturele en filosofische stroming. Fundamentalisme kenmerkt zich door een sterk beperkte waarneming en het onvermogen zich in te leven in de andere zienswijze. Elke uitspraak die gedaan wordt, wordt als een feit gebracht dat onwrikbaar vast ligt. Elke nuance ontbreekt en gegevens of verschijnselen die het tegendeel aangeven worden als onjuist gezien of genegeerd. De christelijke samenlevingen zijn vanaf de middeleeuwen tot ca 1600 gedomineerd door sterke fundamentalistische overtuigingen, waarbij elke poging tot anders denken in bloed werd gesmoord.
Schilderijen van Dali (1904-1989)
Links is de landing van Columbus in Amerika. We zien de Christelijke symbolen en de zwaarden en pieken die vanuit Spanje over de oceaan aankomen naar Amerika. De fundamentalistische christenen wilden een Christelijke staat vestigen in heel Amerika. Dit ging gepaard met een enorme uitroeiing van de oorspronkelijke bevolkingen. Rechts zien we een hangende Christus boven de wereld. Vanaf 400 tot 1400 heeft het fundamentalistische Christendom over deze middeleeuwen in Europa zijn donkere schaduw geworpen.
Fundamentalisme is niet een specifiek Islamitisch probleem. Ook in Nederland voeren mensen met fundamentalistische denkpatronen felle debatten tegen de Islam in het algemeen. Bij mensen met een fundamentalistisch denkpatroon ontbreekt meestal enige vorm van zelfreflectie, waardoor ze niet door hebben hoe beperkt hun eigen zienswijze is. Ze uiten hun angst voor verlies van het bekende vaak op ongenuanceerde wijze tot en met gewelddadig gedrag.
‘Stalen denkramen’ gaan gepaard met angst en komen overal voor
Fundamentalisme is zolang de mensheid bestaat een probleem. Alle geweld komt voort uit beperkende overtuigingen en angst voor verlies van het bekende. Machthebbers begonnen oorlogen om het behoud van het bekende of om het verlies van het bekende terug te winnen. Machthebbers leven steeds in de angst van verlies van hun machtsposities, het bekende, en zullen machtsmiddelen aanwenden om het bekende zeker te stellen. Dit kan door vergroting van macht via roof of via oorlog en geweld. Door vernauwing van hun denkpatronen is hun bekende wereld erg beperkt. De nuances in samenlevingen worden door hen niet waargenomen. Het is van belang ons daarbij te realiseren dat het streven naar meer zekerheid van de één leidt tot een toenemende onzekerheid van de ander.
Er bestaat op deze wereld geen samenleving die vrij is van fundamentalisme. Het hangt van de politieke en economische machthebbers af of ze door het vergroten van de onzekerheid voor velen hun eigen angst voor verlies van het bekende willen elimineren of dat ze andere wegen zoeken. Alle godsdiensten, sociale en economische stromingen brengen fundamentalisten voort. De angst voor verlies beperkt de zienswijze door vernauwing van denkpatronen. Het geweld dat daaruit voort kan komen kan uitgevochten worden in een debat, straatgeweld, discriminatie of op het slagveld.
De schrijver Marten Toonder drukt het fundamentalisme via zijn eigen kenmerkende taalgebruik als volgt uit. In het verhaal de Bovenbazen laat het grootkapitaal ordetroepen aanrukken om de zaken naar hun hand te zetten. De breinbaas Kwetal ziet ze aankomen en zegt: “Wegwezen. Dat zijn stalen denkramen en die sluiten nooit.” (8)
Waarheid, werkelijkheid en radicalisme
Overtuigingen worden door mensen voor waar gehouden omdat het elementen van hun werkelijkheid zijn. Alle expressies, manifestaties, situaties en gebeurtenissen zijn werkelijkheid. Dat is niet hetzelfde als waarheid. Waarheden worden gekoppeld aan overtuigingen. Werkelijkheid en waarheid zijn niet synoniem aan elkaar, omdat onze werkelijkheid ernstig ingeklemd kan zijn door onze overtuigingen (paradigma). De werkelijkheid bestaat eigenlijk niet omdat iedere werkelijkheid ingebed is in een paradigma.
Paradigma’s zijn altijd beperkt. Velen denken dat hun morele waarden ook waarheden zijn. Dat is onjuist omdat onze persoonlijke overtuigingen met de daaraan gekoppelde morele waarde geen betekenis hebben in andere samenlevingen (paradigma’s). Werkelijkheid is voor velen een waarheid, maar onze kijk op de werkelijkheid is een overtuiging. Bij fundamentalistische paradigma’s spelen de begrippen werkelijkheid en waarheid een grote rol. Daarin overheerst de vastzittende overtuiging dat hun werkelijkheid de waarheid is.
Niet alle mensen, die te maken krijgen met toenemende onzekerheden en de daarbij behorende angst, radicaliseren. Radicaliseren hoeft niet altijd met geweld gepaard te gaan. Rijken en multinationals die in voortdurende angst leven voor verlies van hun zekerheden kunnen bijv. die angst kanaliseren door op een agressieve manier hun invloed aan te wenden om overheidsmaatregelen in die richting te sturen waardoor hun vermogen eerder toeneemt dan afneemt, vaak ten koste van anderen. Dat is ook een vorm van fundamentalistische uiting van een vastzittende paradigma.
Elk land heeft zijn fundamentalistische stromingen die zich op verschillende maatschappelijke niveaus uiten. Hoe groter de maatschappelijke onzekerheid of veranderingen, des te groter worden deze stromingen. Als dit niet tijdig wordt ingezien en de veranderingen blijven in hoog tempo doorgaan kan dit geweld op grote schaal veroorzaken. Vooral in de Europese Unie en de Verenigde Staten is op basis van economische argumenten, zoals flexibilisering, privatisering, productieverhoging, winstmaximalisatie en zelfredzaamheid veel van het bekende vernietigd. Dit heeft tot gevolg dat meerdere fundamentalistische partijen, van liberaal, sociaal tot godsdienstig, binnen de politiek zijn vertegenwoordigd.
Dominante samenlevingen en hun overtuigingen
De laatste 2000 jaar hebben wij mensen besteed aan een werkelijkheid die gebaseerd is op en gevormd wordt door religieuze overtuigingen. Sinds 1850 hebben de Europese en Noord-Amerikaanse samenlevingen deze overtuigingen aangevuld met liberale economische overtuigingen. Deze paradigma’s benadrukken het collectieve en het naar buiten gericht zijn. Hierdoor wordt de aandacht gericht op andere individuen die de gelegenheid krijgen de samenleving te dirigeren. Sinds de tweede wereldoorlog neemt de nadruk op de religieuze overtuigingen overal in de wereld af. Door die afname komen de paradigma’s onder druk te staan.
Van oudsher heeft de wereld vele vormen van samenlevingen gekend die tot bloei kwamen en weer ten onder gingen. Al die samenlevingen waren gebaseerd op hun eigen overtuigingenstelsels, waarbij de religieuze dominantie en het delegeren van macht aan enkelingen een gemeenschappelijke factor was. Toen de Europese landen de wereld gingen koloniseren deden ze dit vanuit hun eigen paradigma waarbij superioriteitsovertuigingen een grote rol gingen spelen.
Ondanks hun overheersing bleven echter in het algemeen in de gekoloniseerde landen de daar al aanwezige eigen specifieke paradigma’s wel gehandhaafd. Behalve in de Spaanse gebieden waar de bevolking zodanig gedecimeerd werd en tot een andere godsdienst werd gedwongen dat hun overtuigingenstelsel ineenstortte. In geheel Midden- en Zuid-Amerika werd het Spaans-Christelijke paradigma met geweld opgelegd. In andere gekolonialiseerde landen was wel beïnvloeding door de overheersers, maar niet zodanig dat hun eigen stelsel instortte.
De Islamitische samenlevingen
De Islamitische samenlevingen waren na de moorddadige invallen van de Mongolen in de periode 1200-1400 tot rust gekomen. Hun paradigma’s, die door de Mongolen flink onder druk waren gezet, werden onder de overheersing van de Turken stabiel en verstarden. Dit duurde tot na de Tweede Wereldoorlog. Alleen Turkije had, onder aanvoering van Atatürk, al na de Eerste Wereldoorlog een strenge secularisatie naar Europees model ingevoerd. Het overtuigingenstelsel werd van bovenaf ingevoerd en ontstond niet van binnenuit, vanuit de bevolking. Gezien de huidige ontwikkelingen in Turkije is het aannemelijk dat een groot deel van de bevolking deze nieuwe overtuigingen niet heeft eigen gemaakt.
Na de tweede wereldoorlog ontstonden de huidige islamitische landen. De nieuwe heersers namen over het algemeen het paradigma van de Europeanen over. In veel landen werd de secularisatie en vrouwenemancipatie doorgevoerd. Vanuit onze Europese zienswijze noemen we dit de liberale emancipatie. Maar deze verandering van het paradigma werd van bovenaf opgelegd. Men had geen oog voor de grote onzekerheid die deze veranderingen teweeg brachten bij een groot deel van de gelovige islamieten, waardoor dit nieuwe overtuigingenstelsel niet algemeen gedragen werd door de bevolking. Deze veranderingen, die tot verlies van het vertrouwde leidde, veroorzaakte vooral bij de analfabetische boerenbevolking een sterke toename van angst.
Toen de Sjah van Iran, het voormalige Perzië, in de jaren zeventig een versneld moderniseringsprogramma aankondigde leidde dit tot een explosie van verzet. Na de val van de Sjah in 1979, gevolgd door de machtsovername door Khomeini, kwam de tegenreactie op een zeer gewelddadige manier tot uiting. Door allerlei andere beïnvloedingen, zoals de Russische inval in Afghanistan en die van de USA in Irak, destabiliseerde de islamitische wereld in versneld tempo. Het verlies van het vertrouwde in deze wereld was enorm. Khomeini voerde een zeer streng fundamentalistisch islamitische ideologie in waarin de uiterlijke vorm dominant werd. De nadruk van het beleven van het islamitische geloof verschoof naar kledingvoorschriften (in de vorm van woestijnkleding) voor vrouwen en het beperken van de rol van de vrouw in de samenleving. Alle emancipatie en liberale vormen die in de islamitische samenlevingen sinds de Tweede Wereldoorlog waren ingevoerd werden afgeschaft.
Bovenstaand zien we de islamitische liberalisering. Daaronder zien we de fundamentalistische tegenreactie
In de gehele Islamitische wereld, van Marokko tot en met Indonesië leidde, door verlies van het bekende paradigma, de groei van angst tot een hang naar fundamentalistische uitingen die op het zogenaamde verleden zijn gebaseerd. Een hang naar een verleden dat nooit heeft bestaan. De dogma’s van Khomeini in zijn fundamentalistische denkstelsel vonden in de gehele islamitische wereld navolging. De fundamentalistische uitingsvormen in deze landen verergerden de spanningen in de samenleving en leidt momenteel tot extreem veel geweld. Door deze explosies van geweld kwamen miljoenen islamieten naar Europa. Dit heeft tot gevolg dat sinds 2000 ook in de Europese landen het heersende paradigma onder druk is komen te staan en de daarmee samenhangende groei van angst.
Als we begrijpen waardoor angst ontstaat kunnen we zien dat na de Tweede Wereld oorlog, door de sterke invloed van het westerse paradigma op de islamitische samenlevingen, deze paradigma’s onderdruk kwamen te staan. Tevens dat momenteel door de toevloed van miljoenen islamitische vluchtelingen uit deze landen het Europese paradigma ook onder druk wordt gezet. Door de toename van angst voor het verlies van het bekende heeft dit aan beide zijden tot radicalisering geleid.
Degenen die vluchten hebben ook angst voor het verlies van het bekende. Maar ze vluchten uit een wereld waar al het bekende is vernietigd. Daardoor gaan ze op basis van hoop naar het onbekende. Als ze hier komen wonen en het bekende dat ze nog hebben, bijv. hun geloof en rituelen, worden niet erkend of afgenomen ontstaat er opnieuw angst. En die angst kan gaan radicaliseren.
Bij de Islamproblematiek moeten we oppassen dat we niet steeds spreken over De Islam. Als we dit wel doen wekken we de suggestie dat we zelf er fundamentalistische ideeën erop na houden over wat de islam in zijn algemeenheid is. Want ook bij het christendom gingen gematigdheid en radicalisering in de afgelopen 2000 jaar hand in hand. Dat geldt ook voor de islam. In de Koran staan veel gewelddadigheden, evenals in de Bijbel. Daarin is niet zoveel verschil. Het is een beperkte visie om op basis daarvan algemeenheden te formuleren en alleen de Islam daarop te veroordelen. Fundamentalistische uitingen kunnen we veroordelen, maar dan moeten we, als we eerlijk zijn, ook dat van het Christendom, van het huidige economische stelsel en het fundamentalistische in onszelf veroordelen en afwijzen.
Wereldwijde bewegingen en migratie
De arbeidsmigraties, die overal ter wereld plaatsvinden, zijn op de volgende kaart aangegeven.
Als we momenteel naar de huidige samenlevingen kijken, dan zien we dat overal in de wereld overtuigingenstelsels onderdruk komen te staan. Overal zien we tumult. Je kunt naar individuen kijken die conflict ervaren. Je kunt naar samenlevingen, gemeenschappen, zakenleven en andere elementen kijken: overal zien we verontrusting. We kunnen vanuit onze overtuigingenstelsel dit positief of negatief benoemen. Maar dit alles heeft een enorme intensiteit en is overduidelijk om ons heen waar te nemen.
Kijk bijvoorbeeld naar wat de enorme stroom mensen, die naar Noord-Amerika trekt, doet met de in de USA aanwezige overtuigingen, die bepaald worden door de overheersing van de blanke man. De angst voor verlies van het bekende brengt ook in dat land een enorme spanning teweeg en het daarbij behorende geweld dat voor de nodige ontlading zorgt.
Ook Rusland is een migrantenmagneet geworden die daar de economie draaiende houdt. Het zelfde zien we in Koeweit en de Arabische golfstaten die niet kunnen draaien zonder de toestroom van mensen uit Egypte, India en Bangladesh. In Singapore houden Filippino’s en Indonesiërs de huishoudens draaiende. Australië neemt allerlei vergaande maatregelen om de toestroom van andersdenkenden tegen te houden. In Zuid-Afrika stromen mensen uit o.a. Zimbabwe en Mali toe. In grote delen van Afrika zijn door etnisch geweld (de ene stam tegen de andere ofwel het ene paradigma tegen het andere) al jarenlang grote vluchtelingenstromen in beweging. In 2015 vond de meeste migratie plaats binnen Azië: ongeveer 59 miljoen mensen vertrokken van het ene naar het andere Aziatische land. (9)
Wat zijn onze overtuigingen en die van anderen?
Overal in de wereld zien we dat geen enkele overtuiging, in welk stelsel dan ook, voor iedereen overtuigend is. Het dominante economische systeem in deze wereld is de utopie van de vrije markt (10), die we het neoliberalisme noemen. Deze utopie zet momenteel zowel in de rijke als de arme landen de paradigma’s onder zeer hevige druk, zonder dat de aanhangers zich verantwoordelijk voelen voor de gevolgen daarvan. De overtuigingen binnen deze utopie zijn niet meer overtuigend, omdat dit stelsel niet in staat is gebleken crisissen te voorkomen of problemen, zoals milieu, armoede en ziekte, te kunnen oplossen. Alle huidige waarde- en normenstelsels staan onder druk en verliezen hun geloofwaardigheid. Daardoor wil men terugvallen op oude overtuigingenstelsels die men kent, zoals nationalisme, fundamentalisme en andere uitingsvormen.
Waar het om gaat is, dat we ons bewust worden van wat onze overtuigingenstelsels zijn waarmee wij ons identificeren, zodat wij ze kunnen zien en herkennen. Het gaat erom dat we onze overtuigingen onder ogen zien en accepteren. Pas als we ons ervan bewust worden wat ze zijn en hoe groot hun invloed is op onze handelingen kunnen ze worden geneutraliseerd. Ons huidige paradigma is het bekende. Dit zullen we als eerste moeten accepteren. Als we echter proberen ons huidige paradigma te elimineren, dan is dat een verlies van het bekende, wat weer angst op roept. Door deze overtuigingen te negeren of te willen elimineren zullen gematigde overtuigingen radicaliseren en de daarmee ontstane gewelddadige reacties.
Het gaat erom te accepteren wat onze overtuigingen zijn en wat die van de ander zijn. Dan kan via de dialoog toenadering ontstaan zonder dat de ander zich bedreigd voelt. Het is van belang in te zien dat wat goed is voor de één, slecht is voor de ander. De vrijheid van de één, is de onvrijheid is van de ander. De rijkdom van de één, leidt tot armoede van de ander. Het goede van de één, is het kwade van de ander. Onze overtuigingen liggen daarom niet vast, het zijn geen zekerheden.
Op het moment dat we inzien wat onze eigen overtuigingen zijn die onze oordelen en handelingen bepalen en deze accepteren kunnen we buiten de angst blijven. Het gaat om het accepteren van onze eigen overtuigingen en vandaar uit ontdekken wat het paradigma van de ander is. Degene die fundamentalistische overtuigingen aanhangen om hun eigen angst voor verlies van het bekende te onderdrukken zullen zich hiervan bewust dienen te worden, als ze uit deze spiraal van angst en geweld willen stappen.
Wat kunnen we doen aan angst, geweld en verontrusting?
Als we onze aandacht richten op het veranderen van de overtuigingen van anderen, zal hun angst toenemen en daarmee ook het geweld. Als we kunnen inzien welke processen momenteel de angst vergroten, zou daar politiek, economisch rekening mee gehouden kunnen worden. Welke maatregelen, onder het mom van vernieuwing, worden er economisch, politiek en cultureel genomen die de angst juist vergroten? Angst veroorzaakt veel stress. Stress is momenteel een dominante factor in onze samenleving. Stress kun je verminderen door de veiligheden en zekerheden te vergroten. Anders gezegd, door het verlies van het bekende te verminderen in plaats van te vergroten.
Op die manier kunnen we ook komen tot de acceptatie dat er wereldwijd verschuivingen van mensenmassa’s, met verschillende overtuigingenstelsels, plaatsvindt die voor verontrusting zorgen. Maar de hang naar het verleden, gebaseerd op onze angst, zal onze verontrusting niet doen afnemen. Wat de redenen zijn dat momenteel op zo’n grote schaal wereldwijd deze collectieve verschuivingen van mensen plaatsvinden, die de paradigma’s onder druk zetten, is in dit bestek niet te beantwoorden.
We weten niet waar we collectief naar toe gaan. Maar we kunnen wel leren zien wat de bron is van al die bewegingen en het daaruit voortkomend geweld. Misschien is het een collectieve beweging, wereldwijd, om alle overtuigingenstelsels zichtbaar te laten worden. Zo’n stelsel kan alleen zichtbaar worden als ze onder druk komt te staan.
Dogmatische en dominante overtuigingen doorzien
Misschien maken deze bewegingen wel zichtbaar dat het dominante economische neoliberale stelsel de paradigma’s wereldwijd te snel onder druk heeft gezet. Te snelle veranderingen leiden tot een toename van angst. De andere kant, als er geen enkele verandering meer is, leidt tot verstarring en daarmee ook tot onrechtmatigheden in het systeem die dan ook weer de angst voeden.
Dogmatische verstarringen zijn geen oplossingen voor radicale veranderingen. Beiden zijn een andere kant van dezelfde medaille en roepen altijd angst en geweld op. Dit is een eeuwig dilemma van de mensen. We zijn ons nog veel te weinig bewust van wat de menselijke collectieve krachten zijn in deze wereld. Krachten, waarop we geen enkele grip hebben omdat we ons daarvan niet bewust zijn.
We zien heel beperkt de wereldwijde verontrusting, bewegingen, oorlogen en geweld, en leven in een overtuigingenstelsel dat gedomineerd wordt door goed en kwaad, schuld en vergeving. Deze begrippen hebben momenteel geen betekenis meer, omdat ze paradigma-bepaald zijn, en ontstaan zijn in de langdurige periode waarin de godsdienstige overtuigingenstelsels bepalend waren voor het menselijk handelen.
Door te beseffen dat we nog vastzitten aan deze onduidelijk geworden begrippen en dit te accepteren, kunnen we leren inzien dat het kijken naar de huidige ontwikkelingen vanuit deze begrippen niet tot meer inzicht zal leiden.
Noten
1. https://nl.wikipedia.org/wiki/Angst
2. Krishnamurti, J., Laat het verleden los. Mirananda, Den Haag, 1986, blz. 42
3. Walsch, N.D., Derde gesprek met God, Kosmos Z&K Uitg, Utrecht, 1999
4. Zie voor identiteit Ransijn in CM 49
5. Komen, H., Bewustzijn, wat is dat?, CM 46, mei 2017
6. https://nl.wikipedia.org/wiki/Dogma_(algemeen)
7. https://nl.wikipedia.org/wiki/Fundamentalisme
8. Toonder, M., Geld speelt geen rol, Amsterdam, De Bezige Bij, 1971, blz. 224
9. NRC, Arbeidsmigrant is onmisbaar, maar niet altijd welkom, 15 aug. 2017
10. Achterhuis, H., De utopie van de vrije markt, Lemniscaat, Rotterdam, 2010