Het veranderende denken van China over Noord-Korea

Civis Mundi Digitaal #51

door Jan de Boer

China heeft tot dusverre altijd Noord-Korea en daarmee een verdeeld schiereiland Korea gesteund omdat het Amerika niet graag aan zijn grenzen heeft staan. Maar nu Trump en Kim il Jung elkaar te lijf gaan met uiterst provocerend gedrag, kan Peking zich niet langer veroorloven geen enkel noodplan te hebben als het conflict Amerika-Noord Korea uit de hand loopt.

Chinese experts vragen meer duidelijheid van Peking in buitenlandse bladen of websites, zonder dat ze daardoor in ongenade vallen, maar nog niet in Chinese media. Dat toont aan dat de Chinese regering in hun richting beweegt. Zo schreef de decaan van de faculteit internationale betrekkingen van de universiteit van Peking, Jia Qingguo, onlangs in een Australisch universitair blad, dat

"China lange tijd heeft geweigerd om met de Verenigde Staten en Zuid-Korea te overleggen over noodplannen in geval van oorlog met Noord-Korea of in geval van een ineenstorting van het dictatoriale bewind in Noord-Korea. Maar China zal binnen korte tijd geen andere keuze meer hebben."

De decaan laat weten dat het noodzakelijk is om het nucleaire arsenaal van Noord-Korea te kunnen controleren om proliferatie te voorkomen. In het geval dat het regime van Kim il Jung ineenstort, pleit hij voor het zenden van een Chinese troepenmacht of een internationale vredesmacht onder auspiciën van de Verenigde Naties om de binnenlandse orde te herstellen en er kampen te installeren voor de opvang van vluchtelingen. Peking zou zelfs een referendum voor hereniging van beide Korea’s onder de vlag van de Verenigde Naties niet moeten uitsluiten.

Duidelijk is dat de Chinezen hun Noord-Koreaanse politiek heroverwegen. In China is men het erover eens, dat er nooit sprake zal zijn van een vreedzaam atoomverbod. Dus zijn er twee mogelijkheden: de stilzwijgende  acceptatie van Korea als kernmogendheid of een gewapend conflict. China verkeert in een moeilijke positie, want openlijk erkennen dat met Amerika gesproken wordt over noodplannen, betekent dat de weg voor opnieuw multilateraal overleg met Noord-Korea in feite afgesloten is.

Sinds kort is er nu duidelijk beweging op het Amerikaanse en Chinese front. De Amerikaanse generaal Joseph Dunford heeft, zoals onlangs bekend werd, gesproken met zijn Chinese collega over "militaire opties als diplomatieke en economische sancties geen succes hebben". Beide landen hebben een eerste akkoord gesloten betreffende een betere communicatie tussen hun legers: "Een eerste stap die beide legers in staat stelt berekenings-en inschattingsfouten te voorkomen en ook direct contact te hebben in geval van een gewapend conflict.

In een in 2009 verschenen rapport van de ICG (de Internationale Crisis Groep) werd al aangegeven dat er in China twee groepen raadgevers zijn: de "traditionalisten "die voorstanders zijn van een onverbrekelijke vriendschap tussen China en Noord-Korea, en de "strategen" die een harde lijn en samenwerking met de Verenigde Staten voorstaan in het belang van China zelf. In dat zelfde jaar verliet Noord-Korea het multilaterale overleg tegelijkertijd met een tweede nucleaire test.

Na de derde test schreef de hoofdredacteur van een uitgave van de centrale opleidingsschool van de communistische partij in Peking, dat China niet langer Noord-Korea moet steunen, maar het initiatief moet nemen voor een hereniging van beide Korea’s, te controleren door Zuid-Korea. Deze hoofdredacteur, Deng Yuwen, werd voor deze uitspraken op een milde manier gestraft, maar  toen Peking begin 2017 ruzie kreeg met Zuid-Korea over de plaatsing van het Amerikaanse anti-raketschild Thaad,  klom hij opnieuw in de pen, nu straffeloos. De Chinese historicus en specialist van de Koreaanse oorlog, Shen Zhihua, waarschuwde onlangs, dat China zich niet moet vergissen in de vijand: "Noord-Korea is de latente vijand van China, en Zuid-Korea een bevriend land".

Dat dit alles straffeloos gezegd en geschreven kan worden door erkende Chinese experts, mag een teken zijn dat China zich voorbereid op het verbreken van het vriendschapsverdrag met Noord-Korea.

Met dank aan Brice Pedroletti, Peking