Civis Mundi Digitaal #52
Op 1 oktober 2017 verloor de Europese Unie in de huidige vorm haar laatste schijntje legitimiteit. De lauwe en vijandige houding jegens het Catalaanse referendum en de partijdigheid van de Europese Raad maakt van het staatsgeweld in de straten van Barcelona een soort tv-versie van el tres de mayo en Madrid (1808). Het schilderij uit 1814 toont één van de voorvallen waardoor Napoleon Bonaparte zijn laatste paneuropese steun verloor bij de democratischgezinde Europeanen zoals bijvoorbeeld Ludwig Van Beethoven. Het wereldberoemde schilderij van Goya (met al zijn visuele referenties naar Jezus die door de Romeinen vermoord werd) vormt één van de iconen van staatsgeweld tegen legitiem burgerlijk verzet. Het bizarre aan het Catalaans referendum is dat het geen burgerlijk verzet was, maar verzet van bijna een hele bevolking inclusief hun democratisch verkozen regionale regering.
EU negeert legitieme recht op zelfbeschikking
Het is onbegrijpelijk dat een historische voetnoot als de aanslag op Charlie Hebdo meteen tot je suis Charlie-gekte leidde en nu niemand Jo soy catalán brult terwijl de meest fundamentele Europese waarden met de voeten getreden worden. Niet door marginale moslimfanaten, maar door democratisch verkozen Europese regeringsleiders. Waar blijft de mars van Europese regeringsleiders over de boulevards tegen Spaans staatsgeweld in de stijl van Alva?
Nog voor dit geweld speelde ik met het idee om een essay te schrijven over de hoogst hypocriete Europese houding rond de referenda van de Koerden en de Catalanen. In de aanloop van het betwiste referendum liet de Europese Unie weten dat Catalonië niet moest rekenen op lidmaatschap van de Europese Unie. Zelfs het behoud van de Euro werd de Catalanen ontzegd. Zeer uitdrukkelijk en dit zonder dat daar enige juridische grond voor bestaat. Deze twee argumenten alleen bewijzen dat de Europese Unie een supranationale staat in wording is en geen federale staat. Alsof kinderen van een echtpaar geen leden van een familie zouden zijn zodra ze het ouderlijke huis verlaten.
Meer nog dan het compleet negeren van het legitieme recht op zelfbeschikking en zelfbestuur van de Koerden enkele dagen voordien, koos de Europese Unie voor de status quo in het belang van de nationale staten naar negentiende-eeuws model. Niet het Europees Verdrag van Lissabon[1] of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat steunt op Europese basiswaarden zoals mensenrechten, maar het Verdrag van Wenen blijkt belangrijker voor de machtspolitieke elite. Hoewel de natiestaten een relict zijn uit een autoritair en reactionair tijdperk mag nu wel duidelijk zijn dat de Europese Unie ondanks Europese verdragen over minderheidstalen, mensenrechten en zogenaamd democratische principes niet gaat over burgers en burgerrechten, maar over macht.
Het doel van het Verdrag van Lissabon was: “ervoor zorgen dat de EU democratischer wordt, efficiënter kan optreden en wereldwijde problemen zoals klimaatverandering gezamenlijk kan aanpakken”. Los van de ronduit belachelijke gelijkstelling van iets als de zogenaamde “klimaatverandering” en democratisering, valt dus op dat de regeringen die het Verdrag van Lissabon goedkeurden wensten dat de EU democratischer werd (let wel er staat EU en niet Europa of EU-lidstaten). Het ontbreken van een Europese Grondwet reduceert de EU tot een bastion van economische en politieke macht. Moreel gezag telt enkel als het in het kraam past om andere machtsblokken zoals de VS of Rusland te jennen. Intern durft de EU nooit principes boven centen of macht plaatsen. Europa staat dus eigenlijk nog geen stap dichter bij de ontwikkeling van een verenigd federaal Europa dan na de twee catastrofale Wereldoorlogen en een Koude Oorlog.
Huidige verdragen ontoereikend
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zou een leidraad mogen zijn. De Europese Raad en de Raad van Europa zijn twee totaal verschillende organisatie. De eerste is één van de drie pijlers van de Europese Unie (Commissie, Parlement en Raad), de tweede is een intergouvernementele organisatie waarvan zowat alle landen op het Europese continent lid zijn en dat bevolkt wordt door parlementsleden en rechters uit de leden waaronder landen zo divers als Rusland, Wit-Rusland, Albanië, Zwitserland... Het EVRM keurde om die reden de doodstraf uitdrukkelijk niet af en zou dit tot 1983 blijven doen. Het EVRM toont zijn nut vooral via artikel 6 (recht op eerlijk proces), 10 (vrijheid van meningsuiting), 11 (vrijheid van vergadering en vereniging).
Bij het repressieve optreden van de Spaanse premier zou artikel 17 (verbod van misbruik van recht) zeer belangrijk kunnen zijn. In Parijs op 20/3/1952 volgde het Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentale Vrijheden. Dit is al veel interessanter omdat het ook recht op vrije verkiezingen bevat (artikel 3). De EU steunt en onderschreef alle bepalingen van het EVRM dus laat wat dat betreft daar niet de minste twijfel over bestaan. De EU kan niet voorbijgaan aan het EVRM en kan ook bepalingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg niet naast zich neerleggen, iets wat perfect zou kunnen. De lezer denke bijvoorbeeld aan de Amerikaanse afwijzing van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg (Curia) is een veredeld administratief hof en van geen nut in gevallen zoals in Catalonië. Het Hof is zelfs niet onafhankelijk omdat de Europese Commissie de klachten van burgers met de hand selecteert op ontvankelijkheid.[2]
Alvorens dieper in te gaan op het falen van de EU moet toch eerst even aangestipt dat bepaalde rechten niet door de EU geregeld worden en dat de huidige verdragen volstrekt ontoereikend blijken. In 1992 kwam het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en in 1995 het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden. Spanje en Nederland ratificeerden het in tegenstelling tot België en Groot-Brittanië beide.[3] De reden dat België niet ondertekende is ook dezelfde reden waarom de Catalanen aan deze verdragen geen bal hebben. Het recht is niet territoriaal. Catalaans mag dan zoals Fries of het Gaelisch een regionale taal zijn (en dus geen minderheidstaal zoals bijvoorbeeld het Jiddisch). Dus de rechten gelden voor minderheden in hele land en niet voor meerderheden in deel van een land die autonomie wensen. De hele discussie van minderheden en taalrechten staat dus compleet buiten de hele discussie betreffende het Catalaans referendum. Niemand in Catalonië wil trouwens taalrechten ter discussie stellen. Het referendum gaat over het recht op vrije verkiezingen en de visie van de Spaanse regering dat het referendum ongrondwettelijk is en dus met machtsvertoon (zoals cyberoorlog, staatsgeweld, politiegeweld…) neergeslagen dient te worden in strijd met het verbod op misbruik van recht (cfr supra).
Het feit dat de Europese Unie openlijk standpunt innam tegen het referendum en op los zand gebouwde dreigementen uitte zoals verlies van euro en EU-lidmaatschap lijkt volkomen in strijd met de doelstellingen van de Europese Unie en het subsidiariteitsprincipe (dit wil zeggen dat zaken geregeld dienen te worden op het laagst aangewezen praktisch niveau).[4] Nergens bestaat een wet die stelt dat de euro voorbehouden is voor lidstaten van de EU. Vaticaanstad heeft zelfs een euro. Zoals ook nergens staat dat de euro verplicht is (vandaar de eurogroep en de landen die hun eigen munt behielden of niet mochten toetreden tot de euro). Wat betreft toelatingsvoorwaarden zou Catalonië zonder twijfel vele malen geschikter kunnen blijken dan het Koninkrijk Spanje en zeker als Malta, Cyprus of Griekenland. Het is ronduit pervers te zwaaien met niet-lidmaatschap van de EU als straf. Ooit was ieder Europees land bij de EU krijgen een hoger doel, nu blijkt het slechts een middel om bepaalde machtspolitieke posities te consolideren. Een EU die dergelijke argumenten hanteert is de voorbode voor dwingelandij.
Groteske constructiefout
Dit misprijzen van de wil van de burger, de Europeaan is een groteske constructiefout in de Europese Unie. De identiteit van de Europese burger is blijkbaar niet gelijk. De Catalaanse identiteit is blijkbaar in de ogen van de Europese leiders minderwaardig aan de Spaanse, Ierse, Sloveense of Slovaakse. De Ieren, Slovenen of Slovaken hadden blijkbaar geluk dat ze al onafhankelijk waren voor toetreding tot de EU. De Schotten zijn bij deze gewaarschuwd. Enkel hun olievoorraden en een heel vervelende Brexit kunnen hun historische eis om zelfbestuur en zelfbeschikking redden. Moest ik een Schot zijn, ik zou mij eerder tot Noorwegen wenden dan tot de huidige EU.
Al toen ik tiener was, wist professor Hendrik Brugmans mij te overtuigen van de noodzaak van een federaal Europa.[5] Ik ben nog steeds voorstander van een Europese Ruimte en een Verenigd Europa. De Europese droom leeft nog, maar dan vooral ondanks de Europese instellingen. De evenementen zoals nu in Catalonië deden de liefde voor de Europese Unie echter compleet bekoelen. Voor velen vormde Europa een troefkaart tegen domme politici met achterkamertjespolitiek in eigen land. Die Europese droom blijkt echter een naïeve wensdroom. Bij de eurocrisis bleek de euro niet in staat om staatshoofden van economische wandaden te weerhouden en de Europese gedachte te ondermijnen. Bij de bankencrisis koos de EU net als de lidstaten voor de (multi)nationale banken in plaats van voor de Europese economie waarin haar burgers leefden.
Tijdens de vluchtelingencrisis koos de EU voor een hidden agenda en handjeklap met Turkije in plaats van de maatschappelijke en economische gevolgen voor haar burgers te appreciëren. De Russen lachen zich krom met de migratiecrisis in de EU-lidstaten (soort eigen-schuld-dikke-bultlol). Lidstaten waar ‘het EU-migratiebeleid gedwee volgen’ politieke zelfmoord betekent zoals bijvoorbeeld Polen of Hongarije belanden op het strafbankje. Dit tirannieke gedrag jegens Polen en Hongaren belooft niet veel goeds voor de burgers van elke lidstaat waar een democratische meerderheid niet instemt met bepaalde oekazen vanuit Parijs of Berlijn via Brussel.[6] Allicht daarom dat de EU en de Europese staatshoofden een Franco-adept zoals Mariano Rajoy steunen. Rajoy’s partij de Partido Popular is de erfgenaam van de falangistische partij van dictator Francisco Franco en diens spreekbuis ABC is nu de spreekbuis van de PP. Rajoy begon zijn politieke carrière overigens bij de franquistische Alianza Popular in de autonome regio Galicië. Vergeleken met Rajoy is de Poolse premier Beata Szydło een ongevaarlijke misdienaar. Saillant detail: zowel het Poolse PiS (Prawo i Sprawiedliwość) als de Spaanse PP maakt deel uit van de christendemocratische fractie in het Europees Parlement. Met zulke vrienden heeft men geen vijanden nodig.
Ministeriële EU-toneeltjes voor de pers
Als geaccrediteerd journalist bij de Europese instellingen bleek het mij al snel dat de macht van de grote landen dit ideaalbeeld van een democratische Verenigde Staten van Europa danig verstoorde. Zo voerden ministers uit de Benelux (christendemocraat Hans Vandenbroek en socialist Willy Claes) en staatssecretaris Dankert (CDA) tijdens de jaren 1990 twee dagen lang een toneelstukje op in de perszaal waar de Nederlandstalige pers met de ondertussen bekende journalisten als Folkert Jensma, Syp Wynia, Oscar Garschagen hun dagen sleten. Het onderwerp: de melkquota. Of beter gezegd de boetes die Nederlandse en Belgische boeren kregen omwille van overproductie van melk en boter. Ook Italiaanse en Spaanse boeren produceerden te veel melk, tomaten of sinaasappelen, maar hun regeringen inden deze boetes niet. Nooit. Dit zorgde voor enerzijds het spijzen van de staatskas in de Lage Landen en anderzijds voor een oneerlijke behandeling van de boeren uit de Lage Landen. De ministers en hun woordvoerders kwamen om de haverklap vertellen hoe de onderhandelingen verliepen tijdens de ministerraad in het Brusselse Charlemagnegebouw. De charlemagne is genoemd naar Keizer Karel de Grote (de eerste Frankische Roomse keizer die Europa manu militari verenigde) en dit gebouw was de zetel van de Europese (Minister)Raad of Consilium (tegenwoordig huist de ministerraad in een megalomaan pand aan de overkant van de Wetstraat).
De ministerraad was de eigenlijke macht in de Europese Gemeenschap (zoals de Europese Unie toen nog heette). De Europese Commissie en het Europees Parlement hadden dan wel initiatiefecht, maar in de praktijk deelde de Europese Raad de lakens uit en vervormde die Raad elke democratische of administratieve beslissing. Zelfs de invoering van een tweede lezing door het Europese parlement (de enige democratisch verkozen entiteit in de EU) kon dit niet veranderen. De politici paradeerden met een heroïsche strijd tegen de andere 10 lidstaten. Tot op het einde van de tweede dag, ruim op tijd voor de deadlines van krantenredacties de top afsloot en de ministers en staatssecretaris dienden te melden dat het uitzichtloos gebleken was en ze weggestemd waren. Het complete journaille haastte zich om hun tekst af te ronden, quotes in te voegen en via modem naar de respectievelijke redactie door te seinen. Omdat ik geen zin had om bijna een uur in een ijskoud centraal station te zitten wachten, schoof ik aan bij de persconferentie van de Spaanse socialistische premier Felipe Gonzalez. Deze sprak over van alles en nog wat qua landbouwbeleid, maar geen woord over boetes, melk, tomaten of sinaasappelen. Dus stelde een jonge en onervaren Vlaamse journalist in zijn beste Spaans een vraag over de heroïsche strijd betreffende de melkquota en de boetes. Gonzalez antwoordde enigszins verbaasd dat dit helemaal geen probleem was en men gewoon gestemd had zonder debat, zoals over dozijnen andere onderwerpen. Nauwelijks een agendapunt waard.
Zelden voelde de jonge journalist zich zo belazerd door zijn regeringsleiders. Het hele toneeltje over de strijd van twee kleine landen tegen allen bleek een komedie. De Nederlandse en Belgische boeren waren hun geld kwijt, de publieke opinie moest de andere lidstaten maar de schuld geven en de eigen regering had het onrecht zelfs niet gebruikt als pasmunt in één of andere onderhandeling. Wat latere debatten in Tweede Kamer of parlement over de melkquota of visquota opleverden zou voortaan enkel nog op hoongelach van de jonge journalist kunnen rekenen. Spoedig volgden andere erg nare voorbeelden. Het pijnlijkste was de invoering van twee maximumtarieven qua BTW (om belastingtoerisme tegen te gaan en om alle Europese inwoners gelijker te maken zoals het Europese parlement stemde) werden twee minimumtarieven die enkel in alle lidstaten de BTW-ontvangsten verhoogden en geen enkele harmonisatie tot gevolg hadden.
Kortom het Europees parlement mag stemmen wat het wil, de ministerraad geeft er achteraf een draai aan. De Europese Commissie mag initiatieven nemen en allerhande soorten inspraak organiseren, maar de ministerraad neemt een politieke beslissing en perverteert bijna altijd de doelstellingen uit eigenbelang. De Europese Commissie wordt bovendien benoemd door de regeringen zodat dit college van ambtenaren eigenlijk bestaat uit zetbazen uit de hoofdsteden. De commissarissen zijn politiek gezakte of uitgerangeerde figuren die over onderwerpen waar ze meestal geen enkel verstand van hebben een consensus moeten bereiken met hun collega’s uit de andere lidstaten. De commissie beslist immers als college. De vele foto-opportuniteiten voor de eigen nationale pers helpen het leven als marionet vergulden (de EU-commissarissen zijn nobele onbekenden in de andere lidstaten dan hun eigen). Kortom bijna elke EU-commissaris is quantité négligeable op een politieke weegschaal. Maar bij coalitiebesprekingen weegt een postje zoveel als een ministersportefeuille (wat veel zegt over de waarde van ministerspostjes). Bovendien levert de baan later steevast goedbetaalde commissariaten op in het bedrijfsleven en consultancy-opdrachten voor internationale advocatenkantoren of financiële instellingen.
Europese ministerraad volgt eigen agenda
De almacht van de Europese Raad werd nog duidelijker na de uitbreiding van de EEG tot Europese Unie en het integreren van voormalige Oostbloklanden of deelstaten van het uiteengevallen Joegoslavië. De EU steunde het opstandige Kosovo tegen beter weten in tegen Servië (ondanks de Franse diplomatieke steun aan Belgrado) omdat de Verenigde Staten dit via de NAVO eisten (zoals ze voordien ook reeds in Bosnië de belangen van Saudi-Arabië en Turkije hadden gediend tegen het Europese eigenbelang en de betrekkingen met Rusland in, met als gevolg vluchtelingenstromen van Albanezen en een opstoot van de zware criminaliteit in West-Europese steden. De ministerraad steunde vervolgens de irrationele toetredingsbelofte aan Turkije en bovenal het afschaffen van de visumplicht waar Erdogan op aasde. De EU financiert daarnaast Gaza (o.a. het onderwijs inclusief schoolboeken waarin de grenzen van Israël en de evolutieleer ontkend worden), de EU geeft subsidies voor technologie en ontwikkeling aan bedrijven in Israël die opgericht werden door militairen...
De binnengrenzen
Wie dus denkt dat een Europa zonder binnengrenzen, met een eengemaakte markt en een eengemaakte munt de spoken uit het verleden waar - minderheden onderdrukt werden en waar machtsgeile leiders bereid waren om tegen democratische aspiraties in te gaan (desnoods met geweld) - zou laten verdwijnen als sneeuw voor de zon, is bedrogen. Waar een onafhankelijk Catalonië of Schotland haar of zijn rechtmatige plaats zou kunnen innemen door enkele kleine contractaanpassingen en wat interne herschikkingen zoals elke logisch denkende burger zou vermoeden, maakt de Europese Raad dit quasi onmogelijk. De drogreden is dat de lidstaten van de EU de andere lidstaten niet willen schofferen. Maar indien een grote lidstaat zoals Polen niet meteen de politiek correcte lijn van Duitsland of Frankrijk betreffende vluchtelingen of homorechten volgt dan bestaat die schroom helemaal niet. Blijkbaar kun je in de Europese Unie beter een homofiel, vluchteling of migrant zijn als het erop aankomt om je meest elementaire burgerrechten verdedigd te zien. Een andere taal spreken en het koesteren van een rijke literatuur en cultuur die teruggaat tot de vroegste Middeleeuwen is van geen belang. Wat dat betreft is het standpunt van de Europese Unie nog steeds hetzelfde als dat van regeringsleiders in de jaren 1930. Voor Lord Chamberlain was de Anschluß van het Sudetenland en vervolgens Tsjechië ook geen probleem als het maar het zodoende de status quo kon herstellen. Hoezeer de Britse regering zich vergiste en de vaststelling dat de status quo nooit haalbaar blijkt doorheen de geschiedenis indien er geen democratisch fundament voor bestaat. De schandelijke vertoning in Catalonië op 1/10/2017 en de farce de dagen voordien is de zoveelste schandvlek van Europa en het legt eens te meer bloot dat de Europese Unie fundamenteel onwerkbaar is in de huidige vorm. Met het afdreigen van de Catalanen in aanloop van het catastrofale referendum verloor de Europese Unie haar laatste greintje legitimiteit. Wedden dat de oplossing het probleem nog erger maakt?
[1] https://europa.eu/european-union/law/treaties_nl
[2] https://curia.europa.eu/jcms/jcms/j_6/en/
Het Europees Hof heeft als doel enkel Voor de vervulling van zijn taak zijn het Hof welbepaalde rechtsprekende bevoegdheden toegekend, die het uitoefent in het kader van de prejudiciële verwijzing en de verschillende categorieën van beroepen.
[3] http://www.coe.int/en/web/conventions/full-list/-/conventions/treaty/157
[4] http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=LEGISSUM:ai0017
[5] Brugmans, H. (1987). Europe: dream, adventure, reality: Elsevier. Brugmans, H., & Kirsten, H. (1988). Wij, Europa: een halve eeuw strijd voor emancipatie en Europees federalisme: Kritak.
[6] Wat uiteraard niet betekent dat bepaalde antidemocratische beperking zoals het knevelen van de persvrijheid of de vrijheid van onderwijs in deze landen enigermate te rechtvaardigen zijn.