Civis Mundi Digitaal #52
Bewustwordingsproces sinds de Verlichting
Over fundering en interpretatie van mensenrechten bestaat nog veel verdeeldheid. Wat de fundering betreft concurreren nog altijd verschillende opvattingen met elkaar. Er is enerzijds de traditionele, transhistorische fundering, waarin mensenrechten herleid worden tot God[1] of de natuurlijke orde, en derhalve een religieuze of natuurrechtelijke oorsprong verondersteld wordt en anderzijds is er de moderne historiserende benadering, waarin zij geconcipieerd worden als vrucht van autonome menselijke interventie: als uitvloeisel van de klassenstrijd zoals het marxisme-leninisme stelt; als product van de positieve rechtsorde, zoals positivisten menen; of als juridische expressie van het politiek-culturele bewustwordingsproces dat door de revolte van de derde stand in de 18e eeuw op gang is gebracht, als resultaat derhalve van het westerse beschavingsproces.
Ik ben geneigd deze laatste opvatting te steunen, al zijn mensenrechten in de 18e eeuw wel tot gelding gebracht op basis van een natuurrechtelijke theorie die toen het meest adequate theoretische antwoord was op het politieke absolutisme van de traditionele monarchie. Dit absolutisme, dat zich legitimeerde op basis van het goddelijke recht (droit divin), kon slechts op effectieve wijze bestreden worden door er een nieuwe transhistorische grondnorm tegenover te stellen. En die werd gevonden in de natuur of de natuurlijke menselijke rede. Aan een dergelijke transhistorische fundering van mensenrechten is nu echter geen behoefte meer.
In het moderne denken is de mens geroepen zelf aan zijn bestaan zin en richting te geven in het kader van de kosmische evolutie, waaraan hij tijdelijk deelneemt en medewerkt. Zijn bestaan maakt daar integraal deel uit. Dit bestaan moet derhalve begrepen worden in een evolutionair perspectief. En dat geldt uiteraard ook voor de religieuze, morele en juridische dimensie ervan. De wijze waarop die morele en juridische dimensie wordt ingevuld, is afhankelijk van het bewustwordingsproces dat zich in de evolutie van mens en samenleving voltrekt. Wat als goed en rechtvaardig geldt, wordt bepaald in en door dat proces.
Ook de idee van de mensenrechten kan niet buiten dit proces geplaatst worden door haar te herleiden tot een bovennatuurlijk gezag of tot de menselijke natuur. In deze idee komt een nieuwe, burgerlijk-liberale rechtsidee in het zich ontwikkelende rechtsbewustzijn tot gelding dat ertoe leidt dat het monarchale staatsabsolutisme zijn legitimiteit verliest en verdrongen wordt door de liberale democratie als constitutioneel ontwikkelingsmodel.
Menselijke zelfbeschikking als grondslag van mensenrechten
Het meest fundamentele mensenrecht, dat ten grondslag ligt aan de mensenrechten, is zoals gezegd het zelfbeschikkingsrecht van de mens. De morele en juridische consequenties hiervan dringen pas sinds de tweede helft van de 20e eeuw ten volle door in het collectieve bewustzijn. Het blijkt dat velen daar nog veel moeite mee hebben, al stelt men zich in principe achter de idee der mensenrechten.[2] Dat menselijke zelfbeschikkingsrecht stoelt op een nieuw, humanistisch georiënteerd moreel besef. Dat gaat uit van de autonomie van de mens en maakt als zodanig nieuwe vormen van zelfbepaling toelaatbaar die voorheen ondenkbaar waren, want onverenigbaar met de eertijds heersende heteronome moraal, met name:
Wat opvalt in de discussie over euthanasie is dat men er - vooral in confessionele-christelijke kringen onder invloed van een traditioneel-christelijke heteronome moraal - nog steeds voor terugschrikt de consequenties van het menselijke zelfbeschikkingsrecht te aanvaarden, zoals die daaruit in vragen van leven en dood steeds meer getrokken worden.[3] Na erkenning van ondraaglijk en uitzichtloos lijden als rechtsgrond voor euthanasie wordt nu als zodanig ook verlies van waardigheid bepleit. Vooralsnog is dat een brug te ver. Opvallend in die discussie is dat dit recht ook slechts sporadisch als beslissende norm naar voren gebracht is.[4] Hetzelfde geldt voor de discussie over negatieve eugenetica en commercieel draagmoederschap. Contracten over draagmoederschap worden in principe nietig verklaard, omdat men hierin nog een inbreuk ziet op de goede zeden.[5]
Dat de groeiende menselijke zelfbepaling, die in het zelfbeschikkingsrecht zijn juridische basis vindt, op een redelijke en dus sociaal verantwoorde wijze uitgeoefend moet worden, is in de context van de democratische rechtsstaat uiteraard vanzelfsprekend. Ook hier zal dus gewaakt moeten worden tegen misbruik en willekeur.
Tot gelding gebracht als natuurrechtelijk verankerde grondrechten die aan de staat voorafgaan, zijn de klassieke, liberale en politieke grondrechten sinds de liberale revoluties van de l8de eeuw een integrerend onderdeel geworden van de constitutionele rechtsorde van de nieuwe liberale democratieën en is de interpretatie ervan nauw verweven geraakt met de ontwikkeling van die rechtsorde en de politieke invloeden die hierop inwerken. In deze rechtsorde hebben zij in principe een hogere, maar veelal geen absolute rechtswaarde gekregen.
[1] Die opvatting vindt men o.a. in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van
1776, waarin gesteld worth that the rights of man come not from the generosity of the State, but from the hands of God’. Die opvatting werd door president J.F. Kennedy opnieuw beaamd bij de aanvaarding van zijn ambt als president, evenals nadien door president J. Carter.
[2] Zie o.a. C. Rutenfrans, Zelfbeschikking en euthanasie, in: Mensenrechten, Civis Mundi 3, 1998; idem, Het einde van de menselijke wereld, in: Vragen van leven en dood, Civis Mundi 4, 2000
[3] Zie Vragen van leven en dood, Civis Mundi, 4, 2000
[4] Zie J. Griffith, Een toeschouwersperspectief op de euthanasie, Nederlands Juristenblad1987, nr. 22; J.H.P.J. Willems, Euthanasie en zelfbeschikkingsrecht, Nederlands Juristenblad 2, 1987; idem, Euthanasie en noodtoestand, Nederlands Juristenblad 22, 1987, nr. 22; en T. Vink, Wordt vervolgd. Zelfbeschikking onder druk, 2008
[5] Zie J. Klijnsma, De verzakelijking van het menselijk lichaam, Ars Aequi, januari 2008