Civis Mundi Digitaal #52
Tijdens mijn sociologiestudie overbrugde ik dagelijks de tocht van het platteland naar de grote stad
De meeste gedichten kwamen spontaan op tijdens het lezen en beschrijven van zijn memoires.
Herinnering aan Goudsblom 2017 10 03 Bij het lezen van zijn memoires
Goudsblom heeft in mijn leven
een beslissende invloed gekregen
Als hij niet had geïntervenieerd
was ik niet tijdig afgestudeerd
Mijn studie had een breed bereik
Op alles had ik zo een eigen kijk
Goudsblom had dat door
en gaf er alle ruimte voor
Zijn visie kende minder vastgelegde grenzen
dan bij vele onderlegde en geleerde mensen
Hij zette zich niet vast in wat hij zoal las
Steevast was er ruimte in zijn boekenkast
Hij had vast ontzettend veel gelezen
maar leek mij redelijk open gebleven
Zijn veelzijdig onderlegde geest
is voor mij beslissend geweest
Heeft mij onder meer beïnvloed
met een rijk gevarieerde stoet
van sociologen en van filosofen
Namen die er niet om logen
Maakten mij nog meer bevlogen
voor de grote sociologen
die ik eerder had ontdekt
en al las met veel respect
Friedrich Nietzsche
De vorming van mijn visie
is beslist bepaald door Nietzsche
zoals bij Goudsblom het geval was
die het hele werk van Nietzsche las
Geïnspireerd door Nietzsche’s werk en leven
heeft hij een veelgeprezen boek geschreven
Nietzsche was voor mij een grote opponent
Een motto van hem was: wordt wie je bent
Je wordt niet wie je bent
Want je bent al wie je bent
Het bewustzijn dat je werkelijk bent
is niet wat je denkt maar transcendent
Nietzsche heeft dit transcendente element
van het bewustzijn als ons eigenlijke zijn
volgens eigen zeggen wel ervaren en gekend
Hij noemde het geen transcendent bewustzijn
In een leven vol met transcendentie
bleef zijn denken buiten die dimensie
die je niet kan vatten met het brein
want het is een andere staat van zijn
Als hij die transcendentie had begrepen
was hij niet in nihilisme blijven steken
Nietzsche is daar niet goed uitgekomen
door de geest der zwaarte meegenomen
Hij bleef met Zarathustra dromen
preken: monologen en visioenen
waar de mensen hem om roemen
Maar er is geen touw aan vast te knopen
Hij bleef gevaarlijk onvoorzichtig lopen
op een wankel slap gespannen koord
van dierlijk mens naar Übermensch
wat hij beeldend heeft verwoord* *Zarathustra’s Vorrede
Men projecteert daarin zijn eigen wens
Is Goudsblom er wel uitgekomen?
Wat betekende voor hem het nihilisme?
Bleef voor hem geen ander isme
dan ’verstokt agnosticisme’?* *Memoires, p 152
Over zijn reserve heen gekomen
heeft hij zijn eigen weg genomen
die hij zonder dat hij overdrijft
zonder ijdelheid en schroom beschrijft
De weg van ’blijde wetenschap’
heeft hem vreugd en roem verschaft
De waarheid bleef voor hem onkenbaar
Deze vinden was voor hem ondenkbaar
Vragen wat is waardevol en waar
heeft hij niet beantwoord
Door die vragen niet gestoord
schreef en leefde hij gelukkig voort
Door jezelf agnost te vinden
hoef je je niet op te winden
bij de vraag wat waarheid is*
die bepalend voor het goede leven is
Bij grachtengordelintellectuelen
kunnen zulke vragen weinig schelen
Vakkundig gedeconstrueerd
als men zich er al voor interesseert
Welgemoed leeft men in overvloed
en doet zich ruim genoeg tegoed
aan het welvoorziene aardse leven
door zich er volmondig aan te geven
Dagelijkse zaken vragen aandacht
Al eeuwen is er diep genoeg gedacht
We moeten zien te overleven
deze planeet een toekomst geven
Goudsblom lijkt een Stoïcijn geworden
Zoals hij was, is hij geworden
Dat lijkt steeds typerend geweest
voor zijn erudiete creatieve geest
*Het meest bevredigende antwoord
dat ik in mijn leven heb gehoord
geeft mij de Vedanta richting
met haar visie op verlichting
Bij de memoires van J. Goudsblom 2017 10 07 Na lezing van zijn memoires
Hij wordt geëerd
en zeer geprezen
Is hooggeleerd
en zeer belezen
Heeft genoeg geschreven
dat zich goed laat lezen
Daaraan wijdde hij zijn leven
dat met vriendschap werd gevuld
en door liefde werd omhuld
Zonder grote jongensdromen
is hij niets tekort gekomen *’Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Kende vrijwel geen ellende Het leven houdt zijn wonderen verborgen, ’ J C Bloem, De Dapperstraat
geen maatschappelijk noden
Wat hij wenste werd geboden
door zijn ouders en docenten
Hij verloor al jong zijn Moe
Maar de liefde lacht hem toe
Overkwam hem zo zijn levenslot
dat zich onverwacht voltrok?
Komt er toch iets meer bij kijken
als wij verder willen reiken?
Een man die zich een lange tijd
met veel kennis heeft verrijkt
van het heden en het verleden
wil iets van de toekomst weten
van de menselijke maatschappij
in een kerend cultureel getij
Waar gaan we met zijn allen heen
in het heersende antropoceen?
Waarin mensen nog proberen
lot en leven te beheersen
maar de aarde slecht beheren
omdat overal conflicten heersen
De dreiging van geweld
de macht van het grote geld
lijkt haast onbeheersbaar
ongepland en onomkeerbaar
leert ons de geschiedenis
vaak tot onze ergernis
Is er dan geen hoop
in dit blind lijkend verloop?
Is er dan geen doel en zin
tegen wetenschappelijk weten in?
Heerst nog steeds het nihilisme
of een mechanistisch hedonisme?* *Zoals het lustprincipe dat Freud doordacht en relativeerde
Ochtendschemering aan de dijk in een Noord-Hollands dorp (Obdam had ook Krommenie of Ilpendam kunnen zijn)
Zullen er nog nieuwe goden
uit de godenschemering opkomen?* *Zie de Ragnarok in de Edda liederen
Komt na de nacht opnieuw de zon
die het duister telkens overwon?* *Een thema in talloze (scheppings)mythen
Daagt er licht in onbestemde verten
die de aardse ondergang beletten?
Komen doden uit hun graven* *Zie Max Weber, Wissenschaft als Beruf, slot
ons als lichtgestalten dragen
als het levenseinde zich voltrekt
het lichaam in een kist wordt afgedekt
met een laag van aarde en van zand
of naar keuze wordt verbrand?
Voor hij stierf zag Loet zijn vrouw* *Onlangs overleden bevriend kunstenaarspaar
en hij zei: ik kom bij jou
Een schrale troost
voor wie dit gelooft
Een diep gemis
voor wie dit mist
Maar hoe het ook zij
het kosmische getij
ontfermt zich over mij
in eindeloze deining* *Zie Willem Kloos, De zee, de zee klost voort in eindeloze deining
vind ik mijn voleinding
Een eigen verhaal 2017 10 09 Na lezing van de memoires van Goudsblom
Behoort hij tot de vele
grachtengordelintellectuelen
die in zijn omgeving wonen
en elkaar geregeld tegenkomen?
Ze leven met een eigen stijl
Geloven niet in zielenheil
Postmodern sociaal betrokken
kan geen ideologie hen lokken
Wel met anderen begaan
hebben oude verhalen afgedaan
Postmoderne laatste mensen* *Zie Nietzsche, Zarathustra’s Vorrede
hebben alles wat ze wensen
Ze zijn beroemd of bekend
Hun succes is ongekend
Kunnen ze ons uitleggen
wat ze hebben te zeggen?
Vertellen ze hun eigen verhaal
in een wetenschappelijke taal?
Of hebben ze weer uitgelegd
wat al eerder is gezegd?
Geldt weten nog als deugd
en deugd nog steeds als weten
waar men zich al schrijvend in verheugt?
Of zijn de meesten dat vergeten?
Reflecties bij een leven 2017 10 09 Na lezing van de memoires van Goudsblom
Wat heeft hij bereikt
als je zijn leven bekijkt?
Veel mensen verrijkt
Bij studie en leven
colleges gegeven
Boeken geschreven
Ze liggen nu bij
een bekende uitgeverij
Ook een paar bij mij
Krijgen tweedehands
een tweede kans
Soms zijn ze aftands
Nieuwe volwassenen van weleer* *Goudsblom, Memoires, p 280
zijn geen jonge mensen meer
Velen zijn er zelfs niet meer
Nihilisme woekert voort
Wie heeft ervan gehoord
of wordt erdoor verstoord?
Morele onverschilligheid
kenmerkt de moderne tijd
Toch is er vaak ook tweestrijd
Wat betreft de vluchtelingen
die de grenzen overgingen
om gevaren te ontspringen
Terwijl inzicht grotendeels
ontbreekt en men steeds
een eigen mening heeft
En men denkt beslist
dat men het beter wist
na een felle redetwist
Geeft schaamteloos blijk
van een eigen subjectieve kijk
Overtuigd van eigen gelijk* *Memoires, p 115
De moderne maatschappij
is bepaald nog lang niet vrij
Nog steeds verdeeld in wij en zij
Wat hebben we aan sociologen?
Menigeen voelt zich bedrogen
door al die logen en agogen
Om van politici maar niet te spreken
die als een vos de passie preken
met hun leugens en gemene streken
En er met de buit vandoor gaan
op weg naar hun volgende baan
in de bestuurlijke achtbaan
Het hoeft haast geen betoog
dat menigeen zichzelf bedroog
Daar sta je dan als socioloog
Een man als Goudsblom zegt
welgemeend en heel oprecht
Het leven is nog niet zo slecht
Waartoe?
Bewerkt 1998 Bij keuzemodule over Loopbaanoriëntatie
Onstuimig voortgedreven
reisde hij langs vele wegen
In verre landen lang gebleven
Duizenden boeken gelezen
Duizenden stukken geschreven
Om vele mensen gegeven
De liefde was hem genegen
langs ondoorgrondelijke wegen
vrouw en kinderen gekregen
Zijn leven was niet zonder zegen
Toch denk ik soms even
Is dat nu zijn leven?
Waartoe al zijn streven?
Was het niet veel beter
een spelend kind te zijn gebleven?
Nihilisme en cultuur 2014 11 03 Over Prof Goudsblom
Hij heeft het nihilisme bestudeerd
en ons er veel over geleerd
Zijn analyse van de duisternis
wijst op enig religieus gemis
Van onvergankelijke waarden
die een antwoord geven
op de vraag waartoe wij leven
hier en nu op deze aarde
We leven in een nihilistische cultuur
kunnen niet meer terug naar de natuur
ons leven lijkt een zinloos streven
als er geen waarden zijn in het leven
Is de absolute waarheid buiten ons bereik
dan heeft een ieder zo zijn eigen kijk
Het geeft onzekerheid, morele relativiteit
maar ook een zekere verdraagzaamheid
Wat was zijn antwoord op het nihilisme?
Misschien een soort van humanisme?
Hij leefde als een stoïcijn en humanist
die in zijn leven God niet heeft gemist
het goede naar vermogen heeft gedaan
op zijn manier met anderen begaan
Die een voorbeeldig ‘deugdzaam’ leven leidde
waarbij hij zich aan wetenschap wijdde
waarmee hij nihilisme als verschijnsel relativeert
Zoals hij aan het einde van zijn boek beweert:
een betrekkelijk en tijdelijk cultuurgegeven
waarmee wij mensen moeten leren leven
Ook zonder een geloof in God
en ook zonder absoluut gebod
kan men een verheven leven leiden
zich aan hoge idealen wijden
Hij heeft met flegmatieke geesteskracht
klassieke deugden in praktijk gebracht
en zich in een productief en zinrijk leven
boven het probleemgebied verheven
P Kropotkin Le nihilisme, Mémoires d’un revolutionnaire 1898
Mijn studententijd: de jaren zestig
2011 06 04 Voor prof. Goudsblom en prof. Duintjer
Toen ik mijn onschuld niet geheel verloren had
ging ik als boerenzoon studeren in de grote stad
Waar in die tijd haast alles leek geoorloofd
en aan zekerheden niet meer werd geloofd
Het gezag werd stelselmatig genegeerd
Autoriteit was zonder meer verkeerd
Gebouwen werden bezet, colleges verstoord
Een luide roep om inspraak werd alom gehoord
Niemand had het zo te zien meer voor het zeggen
Het gezag leek vaak zich hierbij neer te leggen
Maar alleen met oeverloos vergader en gepraat
voelden velen zich bij nader inzien niet gebaat
*********
Er waren in die tijd ook erudiete professoren
die met colleges hun studenten wisten te bekoren
Die diepgang zochten in de spraakverwarring
zonder prooi te worden van dreigende verstarring
Menigeen zocht naar een diep waarachtig weten
om aan een onzeker leven diepere zin te geven
Anderen vonden inspiratie in een vorm van meditatie
Er kwam ruimte voor een eigen vakkencombinatie
Ook was er aandacht voor de grote filosofen
en de eigentijdse visie van de grote sociologen
Door hun breed en kritisch analytisch inzicht
gaven zij de wetenschap een ruimer zicht
*********
Velen baanden zich een eigen weg door het leven
Wisten ook aan anderen iets mee te geven
van hetgeen zij in hun eigen leven zochten
waar zij soms een glimp van krijgen mochten
In een wereld wankelend aan alle kanten
heeft geen mens het lot in handen
Iedere gevonden vorm van zin en zekerheid
raakt een mens na een zekere tijd weer kwijt
Na iedere crisis volgt een nieuw begin
Een vorm van zin in werk of een gezin
Kennis en ervaring delen en geven
geeft ook een zekere zin aan het leven
In herinnering aan prof. Goudsblom en prof. Duintjer,
resp. emeritus hoogleraar sociologie en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam
Het proefschrift Nihilisme en cultuur van Goudsblom over o.m. Nietzsche sprak mij aangebroken
In de jaren ’60 hangend op de Dam en wat er verder kwam
Desillusie van de jaren ’60 2017 10 14
Na lezing van de memoires van Goudsblom, eindigend in de jaren 60
In de jaren 60 heb ik ook geleden
Toen men massaal zijn heil zocht
in alles wat maar kon en mocht
In seks en drugs en rock en roll
Dat hield ons bezig, ook op school
Wat ons beperkte werd bestreden
Geen geloof werd meer beleden
Iedere vorm van autoriteit
wilden we het liefste kwijt
Maar ook nieuwe rolmodellen
wilden we tot voorbeeld stellen
Vaak ook linkse activisten
waarvan we verder weinig wisten
Want wie las Das Kapital?
Men ging met leuzen aan de haal
De strijd was bovenal verbaal
Af en toe werd een gebouw bezet
en werd men er weer uitgezet
Het gaf een hoop commotie
Men had geen duidelijke notie
Waar het eigenlijk op neerkwam
alsof een actiekoorts ons meenam
Het ging om democratisering
Maar het resultaat was zeer gering
Het leek een spraakverwarring
die stokte in dogmatische verstarring
Bob Dylan
Later werd er politiek correct gedacht
Het linkse denken kreeg meer macht
Het had eigenlijk niet veel te zeggen
Wist de zere plek niet bloot te leggen
In de druk bedreven politieke retoriek
stond met weinig open voor repliek
Mensen die hun achtergrond vergaten
werden nieuwe bureaucraten
De macht van het woord
werd veelal luid gehoord
vaak in wanbeleid gesmoord
En bij alle drukke polemiek
ging het ook om vriendjespolitiek
Zo zijn er jaren voorbijgegaan
Wat er mis was bleef bestaan
Wat is er wezenlijk vooruit gegaan?
De rijken werden rijker
De meeste armen bleven armer
en de aarde werd wat warmer
Men stond er niet echt van te kijken
Mensen lieten weinig ongenoegen blijken
De meesten legden zich er maar bij neer
Ontgoocheld door protesten van weleer
Waar inzicht ontbeert
wordt weinig geleerd
Daarom streefde ik naar inzicht
Zocht ik ook naar licht
dat de bron is van ons inzicht
Het licht van het bewustzijn
waarin wij leven, bewegen en zijn
Elias in Amsterdam 2014 07 02
Na telefoongesprek met prof Nico Wilterdink over Goudsblom en Elias
Toen men in de grote stad
het geloof in Marx verloren had
de revolutie weer was uitgewoed
en wilde plannen waren uitgebroed
Toen kwam men tot bedaren
aan het eind van de zestiger jaren
Toen kwam opeens in Amsterdam
een vriendelijke wijze oude man
Hij droeg de naam van de profeet
die in de Bijbel Elias heet
Wat hij zei klonk zeer genuanceerd
Niets werd ongegrond beweerd
Rationeel met redenen omkleed
door een man die heel veel weet
Hij had geen heilsboodschap
maar hij bedreef de wetenschap
Alsof hij zo zeggen wou:
Broeders blijf de aarde trouw
En geloof niet in diegenen
die van het bovenaardse spreken*
De samenleving heeft zijn eigen loop
die voor ons niet is te hanteren
Toch is er nog een zekere hoop
als wij van vroeger tijden leren
Geen ongegronde dingen beweren
en ons denken nader nuanceren
Blijkt op langere termijn onwetendheid
niet met de beschaving in strijd?
Alles stroomt en gaat zijn gang
in een patroon met samenhang*
Het zogenaamde ‘figurationisme’
lijkt soms enigszins op Taoïsme
Wisselende patronen als figuraties
Interdependent in dynamische relaties
in een lange ontwikkelingsgeschiedenis
die door niemand te beheersen is
Figuraties: sociale processen met het voorbeeld van een spel als model
Een figuratie lijkt een spelmodel
zoals een spelend elftal*
met taakverdeling en structuur
een telkens wisselend figuur
Als de mensheid zich bevrijd
van eeuwen van onwetendheid
dan komt er ook meer helderheid
over het verloop van onze tijd
Een bijgesteld vooruitgangsgeloof
biedt de mensheid nieuwe hoop
Meer inzicht in de eigen relaties
die zij samen vormen als figuraties
Staan wij voor dit inzicht open
dan kan het minder blind verlopen
in een meer genuanceerd bewustzijn
van ons maatschappelijke zijn
Daar kwam eigenlijk zijn ‘leer’
in grote trekken op neer
Vooruitgang werd weer opgelapt
in sociale wetenschap verpakt
Een complexe sociale organisatie
met steeds meer differentiatie
en meer en meer vervlechting
stuurt blind geleid ontwikkeling
Maar leidt bureaucratisering*
rationalisering en over-socialisering*
onder druk van al die figuraties
niet tot toenemende frustraties?*
*Nietzsche, Also sprach Zarathustra, Vorrede
*Heracleitos, Panta Rhei, alles stroomt, volgens de Logos, volgens eeuwige regels en regelmaat
*Norbert Elias, Was ist Soziologie? Spielmodellen
*Max Weber, hoofdthema in diverse werken
*Dennis Wrong, ‘The oversocialized Conception of Man in Modern Sociology’, Am Soc Review 26, 1961
*Philip Slater, ‘Social Bases of Personality’, in Neil Smelser Ed, Sociology, an Introduction
*Sigmund Freud, Das Unbehagen in der Kultur; Erich Fromm, De gezonde samenleving;
Anatomy of Human Destructiveness en andere werken
N Wilterdink e.a., Samenlevingen, decivilisering, p 134 en Freud, Das Unbehagen in der Kultur; Dennis Wrong, The Oversocilized Conception of Man; Philip Slater, ’The Social Bases of Personality’, in Niel Smelser ed., Sociology: An Introduction.