China kiest voor het nieuwe Europa. Poging tot tweedracht

Civis Mundi Digitaal #55

door Jan de Boer

China met Xi-Jinping heeft goed begrepen dat in het begin van deze 21ste eeuw er twee Europa’s zijn: het oude en het nieuwe Europa. In deze visie is het oude Europakoppig met veel vooroordelen en gefixeerd op een glorieus verleden dat het hoe dan ook wil beschermen. Het nieuwe Europa daarentegen is gericht op de toekomst, wil vooruit en is minder kritisch. China houdt van dit nieuwe Europa, heeft het gekozen als een geprivilegieerde partner, als bruggenhoofd en uitvalspoort naar het snobistische en afstandelijke oude Europa.

De toenadering van China tot het nieuwe Europa is in 2011 in Boedapest begonnen met een door China voorgesteld economisch forum waaraan ook andere landen uit Centraal en Oost-Europa deelnamen. Het jaar daarop werd dit kader geïnstitutionaliseerd en zag de “16 +1” het levenslicht. De toenmalige Chinese eerste-minister, Wen Jiabao, ontmoette in dit kader de leiders van de 16 landen uit dit deel van het Europese Continent, waarvan 10 sinds korte tijd lid waren van de Europese Unie: Polen, Roemenië, Bulgarije, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en de drie Baltische landen. In 2013 voegde zich daarbij Kroatië. De andere vijf landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie zijn Servië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië en Montenegro. Sindsdien is de “16 +1” een jaarlijks ritueel geworden.

In 2013 lanceerde president Xi Jinping zijn “nieuwe zijderoute”, die China aan de top van de zich mondialiserende wereld moet brengen. De nieuwe zijderoute, de ”Belt and Road Initiative”, is in de geest van Xi Jinping een ”win-win“ gebeuren. De zichtbare kant van deze route zijn wegen, rails heel veel rails, havens, energiecentrales, kortom veel infrastructuur. En kredieten voor de landen die door deze zijderoute van China naar Europa, van Centraal Azië naar Oost-Europa, van Kirghizistan naar Wit-Rusland, doorkruist worden . Natuurlijk, de landen van Centraal-Europa krijgen reeds veel geld uit Europese Fondsen bestemd om hun ontwikkeling te financieren. Zo krijgt alleen Polen reeds 15 miljard euro per jaar. Maar zegt Xi-Jinping, aanvullende financieringen zijn altijd welkom. Het doel van Peking heeft vooral een geopolitiek karakter: het versterken van de Chinese invloed in deze regio tussen Azië en Europa. De vraag is in hoeverre dit de betreffende landen doet dromen van een betere toekomst. Zij zijn in het algemeen tot dusverre hier vrij terughoudend. De eerste-minister van Hongarije, het “enfant terrible” van Europa: Victor Orban, weet heel goed tot hoever hij met zijn vleierij kan gaan. Hij mag dan openlijk verklaren, dat de “16 + 1“ een nieuwe vorm van mondialisering is, die in tegenstelling tot Brussel de wereld niet verdeeld in meesters en slaven, maar  gebaseerd is op wederzijds respect en gezamenlijke voordelen, hij is er zich zeer van bewust dat de Europese wetgeving hem verplicht tot een openbare inschrijving  voor het Chinese project: de spoorlijn Belgrado-Boedapest, voor het  deel liggend  in Hongarije. Hij denkt er niet aan zich aan deze verplichting te onttrekken.

China verplicht zijn partners niet tot het opnemen van vluchtelingen of tot het respecteren van de rechten van de mens, maar verwacht wel dat zij de Chinese centrale belangen verdedigen op de internationale scène. Een voorbeeld: Hongarije, Griekenland , Kroatië en Slovenië hebben er bij de Europese Unie op aangedrongen haar verklaring na het oordeel van het internationale Gerechtshof in Den Haag betreffende de spanningen in de Zuid-Chinese Zee ten gunste van China te verzachten.

De leiders van het oude Europa bekijken deze “16 + 1” met de nodige argwaan. De vorige Duitse minister van buitenlandse zaken, Sigmar Gabriel protesteerde tegen wat hij zag als een poging om tweedracht in Europa te zaaien. Maar voor het overige ontvangen de leiders van het oude Europa de Chinese investeringen in hun landen met open armen. Dat heeft zo’n vlucht genomen dat Europa sinds kort allereerst haar strategische sectoren tegen een te grote opening voor Chinees kapitaal probeert te beschermen. Voor bepaalde sectoren zoals telecommunicatie en energie is dat al te laat. China een vriend? Vergeet dat maar!