Groeiend antisemitisme in Frankrijk en elders

Civis Mundi Digitaal #57

door Jan de Boer

Tijdens de herdenking van de slachtoffers van de terroristische aanslag in Zuid-Frankrijk waren er overal ook spontane protestbijeenkomsten tegen het groeiende en alledaags geworden antisemitisme in Frankrijk. Dit naar aanleiding van de zoveelste moord op een Franse jood, in dit geval op een 85-jarige vrouw, Mireille Knoll: een wonderbaarlijk overlevende van de Shoah, vermoord en daarna verbrand in brand in haar eigen flat.

Hoe heeft het zover kunnen komen of beter gezegd hoe heeft het kunnen gebeuren dat dit antisemitisme waarvan we dachten dat het door de miljoenen doden van de Shoah in de onze verdere geschiedenis uitgeroeid zou zijn, terug is gekomen? Hoe is het gekomen dat deze oude weerzinwekkende en ondraaglijke haat terug is gekomen, een haat die niet meer volstaat met duistere vooroordelen, maar Fransen en wellicht straks ook elders Europeanen doodt gewoon omdat ze jood zijn? Waarom zijn er nu pas spontane acties om tegen deze niet te verdragen alledaagsheid van het antisemitisme, tegen deze aantasting van fundamentele waarden en normen in een democratie te protesteren?

 

Deze huidige protesten hadden eerder plaats moeten vinden, want er is in Frankrijk al een hele serie moorden gepleegd waarvan het motief maar al te duidelijk is. De kidnapping van en de moord na eindeloze martelingen op de jood Ilan Halimi door de "gang des barbares" in 2006. Het daarvoor opgerichte herdenkingsteken werd in augustus 2017 beklad en vernield. De moord op vier slachtoffers waarvan drie kinderen van de joodse school in Toulouse door Mohames Merah in 2007. De dood van joodse klanten van de "Hyper Cacher" in januari 2015 in Parijs, de moord op Sarah Halimi in april 2017 in Parijs. Het zijn slechts de meest dramatische voorbeelden van moorden op Franse joden die niet de alledaagsheid van een gewoon geworden antisemitisme verbergen: scheldpartijen, dreigende teksten in trappenhuizen van door joden bewoonde flats of op de muren van joodse winkels, vijandige samenscholingen en fysieke agressie, brandstichting tot en met doodverklaring van joodse kinderen op scholen.

 

De opleving van het antisemitisme begon in 2000. In oktober van dat jaar werden in twee weken 75 acties tegen joden of joodse instellingen geregistreerd, ongeveer net zoveel als in de hele jaren 1998 en 1999. Eind 2000 deed het Ministerie van Binnenlandse Zaken melding van 744 antisemitische acties, bijna tien keer zoveel als in de voorafgaande jaren. In 2004 waren het er 974 joodsvijandige acties. In werkelijkheid zijn het er aanzienlijk meer want veel joden durven uit angst voor wraak geen aangifte te doen bij de politie in geval van agressie.

De politiek reageerde nauwelijks, deed het af als gewone gewelddadigheden zonder het antisemitische karakter te benoemen. In 2003 werd er eindelijk door de regering fel gereageerd bij monde van de toenmalige president Chirac. Veel acties door met name extreem-links hielden verband met het Israelisch-Palestijnse conflict. Maar ook de vroegere stereotypen staken met kracht de kop op: joden werden opnieuw als in de middeleeuwen geassocieerd met geld en macht, een vooroordeel dat speelde bij veel moorden op joden zoals in het geval van Halimi en Mireille Knoll. In deze jaren speelde ook en speelt nog de onveiligheid van joodse kinderen op de openbare scholen, die er gepest en uitgescholden werden waarbij de betreffende leerkrachten in gesprek met de ouders de ernst van de situatie niet wilden onderkennen. Met als gevolg dat de kinderen verkasten naar katholieke of joodse scholen, die op hun beurt doelwit geworden zijn van antisemitische acties.

 

Antisemitische acties werden en worden niet alleen door extreem-links en extreem rechts (de anti-Joodse uitspraken van Jean Marie le Pen, de oprichter van het Front National, spreken boekdelen)

maar ook in de laatste tien jaar door Franse mohammedanen en mohammedaanse immigranten gepleegd onder invloed van de haat tussen joden en mohammedanen, des te onbegrijpelijker waar beide religies "broer en zuster" zijn. De banalisatie van antisemitische acties ook in de sociale media, zijn een uitnodiging voor mensen die vroeger niet voor hun joodsvijandige gevoelens durfden uit te komen, om zich ook te gaan roeren.

 

De overheden moeten een voortdurende strijd aangaan tegen alle vormen van racisme en in het bijzonder tegen het groeiende antisemitisme. Op 19 maart jongstleden heeft de minister-president van Frankrijk verdere maatregelen aangekondigd. Het betreft hier met name bij wet in Frankrijk en in Europa verplichtingen en verantwoordelijkheden te regelen van de sociale media die op grond van vrijheid van meningsuiting een verspreiding van het antisemitische virus en bedreigingen toelaten. Ook wordt de preventieve en pedagogische aanpak op de scholen versterkt. Maar behalve deze gouvernementele inspanningen is boven alles een zich wakker schudden van de hele samenleving meer dan urgent om de heersende onverschilligheid te bestrijden en de solidariteit te mobiliseren. Eenieder die zich democraat noemt moet begrijpen dat het hier de verdediging betreft van de waarden en normen, van de fundamentele rechten van de mens van ieder Europees land.

 

Ondertussen zijn in de laatste tien jaar van de 500.000 in Frankrijk wonende bedreigde joden al 60.000 naar Israël geëmigreerd. Marc Knobel, historicus en directeur van de studies van de Raad van de Joodse Instituties in Frankrijk, ziet de toekomst somber in: "Iedereen is bang voor hun kinderen en hun ouders in Frankrijk en dat geldt ook voor andere Europese landen al worden daar gelukkig nog geen joden vermoord. Hun joodse inwoners gaan Europa verlaten." Dat zal en mag toch niet waar zijn?!