Civis Mundi Digitaal #60
Bespreking van: Paul Cliteur en Dirk Verhofstadt, In naam van God. Elke dag een aanslag. Uitgeverij Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 2018.
Dag in, dag uit eist religie haar slachtoffers. Mensen worden opgeblazen, neergestoken, doodgeschoten of verminkt door religieuze fanaten. Dit ‘theoterrorisme’ is zeker niet de enige vorm van geweld, maar domineert wel het nieuws. En niet zonder reden: de vreedzamen van deze wereld zitten met de handen in het haar. Waarom doen al die gekken dat toch? En hoe houden we ze tegen?
Neem terroristen serieus
Geconfronteerd met het theoterrorisme hebben wij westerlingen, in onze seculiere rechtsstaten, werkelijk geen idee waar te beginnen. Dat komt ten dele omdat we het ons simpelweg niet kunnen vóórstellen dat iemand zijn leven geeft, en andere levens neemt, omdat hij denkt dat een godheid hem daartoe de opdracht geeft. Zelfs in de meest orthodoxe protestantse stromingen is een dergelijk fanatisme niet meer aanwezig. Het meest schokkende fanatisme ‘van eigen bodem’ beperkt zich tot verbaal en politiek verzet tegen het inenten van kinderen, tegen de zelfbeschikking van mensen die door euthanasie willen sterven of vrouwen die abortus wensen, tegen datingwebsites, of tegen het huwelijk van mensen van gelijk geslacht.
Dit is allemaal beslist niet liberaal, maar komt nog niet eens in de buurt van terrorisme. Het kost daarom ongelofelijk veel moeite om de terroristen serieus te nemen die sinds enkele decennia aanslagen plegen uit namen van een religie, in dit geval de islam. Toch moeten we dat wel proberen, als we dit theoterrorisme echt willen aanpakken. Platitudes als ‘heilige boeken doden geen mensen’ en ‘islam is vrede’ hebben allang afgedaan. Voor de dragers van bomgordels – en hun achterban van gedogers – geldt dat allemaal niet, zij vinden in hun religie wél een motief om te doden en angst te zaaien.
Paul Cliteur schreef er samen met de Vlaamse liberale denker Dirk Verhofstadt een confronterend boek over: In naam van God. Elke dag een aanslag (Houtekiet 2018). In 2017 turfden de auteurs elke dag een terreuraanslag. En dan hebben we alleen nog maar een selectie, dames en heren! De aanslagen variëren van een bom in de Turkse nachtclub op nieuwjaarsnacht, een liquidatie door een IRA-splinter in Noord-Ierland, een machete-hakker bij het Louvre in Parijs, zelfmoordaanslagen in Pakistan en Irak, anti-moslimgeweld in Birma, moordlustige vrachtwagenchauffeurs en natuurlijk de aanval op het Joodse restaurant in Amsterdam in december.
De kritische lezer kan zich afvragen of bijvoorbeeld de Israël-gerelateerde aanslagen altijd vallen onder ‘theoterrorisme’, maar als de dader ‘Allahu Akbar’ schreeuwt, dan kun je de mogelijkheid van een religieuze inspiratiebron natuurlijk niet wegwuiven.
Aartsvader Abram staat aan de basis van duizenden jaren monotheïstische slaafsheid
Waar Cliteur en Verhofstadt vooral op hameren, is dat politieke ideeën niet los mogen worden gezien van hun religieuze context. De monotheïstische religies – jodendom, christendom, islam – hebben een aanhang van meer dan de helft van de wereldbevolking. Hoe verschillend ook, ze grijpen allemaal terug op het gruwelijke verhaal van aartsvader Abram, die de stem van God zonder protest gehoorzaamde en zijn enige zoon Izaak offerde op de brandstapel.
Abram kon, volgens het verhaal, niet weten dat een engel hem net op tijd zou tegenhouden. De kritiekloze aanname van zo’n opdracht is een archetype geworden voor alle drie de religies. Abram nam ook nog eens afstand van het polytheïsme, dat werd voortaan verketterd, en luidde het tijdperk in van duizenden jaren ‘Befehl ist Befehl’ – welk bevel de gelovige ook maar in oude teksten of malicieuze preken van de clerus wilde ontwaren.
Religie als ideologie is het begin van alle ellende
De reactie op religieus geweld is vaak dat de terroristen niet de ware interpretatie van hun religie vertegenwoordigen. Net zoals dat wel werd gezegd over het socialisme: de Sovjet-Unie, Cuba, Noord-Korea, noem maar op – geen van allen toonden het ware socialisme. (Vreemd, dat hoor ik nou nooit iemand zeggen over het nazisme of het fascisme. Dat kan allemaal zo zijn, maar ideologieën rechtvaardigen vroeg of laat de vreselijkste offers. Wie een goddelijke ordening wil verwezenlijken zal, niet anders dan iedere serieuze utopist, iedereen die zijn ideaal in de weg staat een kopje kleiner willen maken.
We leren uit het boek van Cliteur en Verhofstadt dat religie als spirituele bron niet zo’n probleem is, maar dat we achterdochtig moeten worden zodra mensen er een ideologie in denken te zien. En dat gebeurt vaker dan ons lief is. Natuurlijk kunnen we berusten in de aanwezigheid van theoterrorisme. Een aanslag nu en dan, een paar doden die wegvallen tegen de statistieken van andere doodsoorzaken. Niet echt een probleem, toch? Bovendien gaat het toch slechts om een kleine minderheid van de moslims, dus blazen we – vergeef me de woordspeling – de zaak niet een beetje op?
Tegen dergelijke relativisten zou ik zeggen: hangt u eens een poster met een geestige Mohammedcartoon voor uw raam. Of probeert u eens een producent te vinden voor een onschuldige, satirische film over het leven van de profeet. Praten we dan verder.