Civis Mundi Digitaal #60
Doelmatigheid is het fundament van alle hedendaagse economische politiek. Van eenvoudig middel is het het absolute doel geworden ook bij alle bedrijven die produceren in een concurrerende omgeving. In zo’n omgeving kunnen bedrijven die ondanks de kosten erin slagen te voldoen aan de wensen van hun klanten en hun winst de maximaliseren, zich ontwikkelen, nieuwe markten veroveren of zich onderscheiden van hun concurrenten en zo banen creëren. Bedrijven die daar niet in slagen door een gebrek aan doelmatigheid, gaan ten onder. Aldus werkt de wet van de markt, de wet van de sterkste, die alle economische relaties ook tussen landen regelt.
De vrije concurrentie tussen particuliere bedrijven verzoent dankzij door de wet van vraag en aanbod vastgestelde prijzen in theorie de verschillende belangen tussen producenten en consumenten. Concurrentie draagt bij aan het stimuleren van de handelsgeest, moedigt innovatie aan en spoort bedrijven aan hun competitiviteit te verbeteren. Bovendien garandeert zij de diversiteit van producten met ook steeds meer keuze voor de consument.
Deze competitie tussen bedrijven doet de prijzen dalen en de kwaliteit van de producten verbeteren.
Zo is deze competitie nuttig voor enerzijds de meest competitieve bedrijven en anderzijds voor de consumenten die tevreden zijn wat betreft hun wensen door of de prijs of de kwaliteit van de koopwaar. Met deze competitie kan zo het welzijn van eenieder worden tot het welzijn van iedereen.
Het idee dat de concurrentie een waarborg voor doelmatigheid is, is de kern van ons economisch systeem. In de politieke discussie speelt ze een hoofdrol. Met toenemende snelheid wordt zo de concurrentie in de bedrijfsvoering van publieke diensten ingevoerd om bijvoorbeeld kortingen op budgetten te rechtvaardigen of deze te dwingen zich open te stellen voor concurrentie op zo hun winstgevendheid te vergroten.
Toch leidt concurrentie, het geïnstitutionaliseerde ieder- voor -zich, lang niet altijd tot een optimale evenwichtigheid. De Amerikaanse econoom John Forbes Nash toonde dit in 1951 aan met de speltheorie die duidelijk maakt dat samenwerking efficiënter is dan concurrentie. De wiskundige Albert W. Tucker, illustreerde dit met het beroemde "dilemma van de gevangene": twee verdachten van een moord denken hun eigen belang het beste te dienen door de ander als dader aan te wijzen, terwijl zij normaliter een lichtere straf zouden krijgen door het niet aanwijzen van de ander als dader van de moord.
Dit dilemma toont aan dat het van essentieel belang is samen te werken voor het maximaliseren van het welzijn van iedereen in plaats van maximalisatie van individueel welzijn na te streven. Als eenieder denkt dat de anderen egoïsten zijn en als die anderen hetzelfde denken, zijn we met zijn allen verliezers. Voorbeelden daarvan zijn de overbevissing, de boterberg destijds en de melkcrisis. Maximalisatie van individueel welzijn kan zo leiden tot een verarming van iedereen: het resultaat van individualisme versterkt door competitie in onze economie. De elkaar beconcurrerende bedrijven zijn zo verplicht steeds weer hun productiekosten te verminderen met name de arbeidskosten om competitief te zijn en te blijven met als onvermijdelijk gevolg een belangentegenstelling tussen kopers en producenten waarbij vergeten wordt dat beide deel uit maken van een economie die verondersteld wordt het algemeen welzijn te dienen.
Deze koortsachtige competitiewedloop met steeds meer precaire arbeid dwingt huishoudens minder duur te consumeren en verplicht vervolgens de bedrijven om nog goedkoper te produceren door wederom te bezuinigen op de arbeidskosten om hun winstmarges te behouden, nieuwe afzetgebieden en toekomstmogelijkheden te vinden. Zij veroorzaakt een vicieuze cirkel waarin meer competitiviteit leidt tot minder afzet en minder toekomstmogelijkheden door een gebrek aan voldoende lonen en salarissen, waardoor zowel ondernemingen als huishoudens verarmen.: het dilemma van de gevangene van de competitiviteit.
Met daarentegen een door de gezamenlijke bedrijven en Staten van de eurozone besloten en gecoördineerde verhoging van de lonen en salarissen om zo een nivellering naar beneden te vermijden, zouden alle aan de economische activiteiten deelnemende partijen winnaars zijn. Samenwerking is dus duidelijk efficiënter dan concurrentie. Hetzelfde geldt voor de opwarming van de aarde met haar catastrofale klimatologische gevolgen. Iedereen heeft een collectief belang om deze temperatuurstijging tegen te gaan. Maar gezien de maximalisatie van individueel welzijn op korte termijn hebben wij ook allemaal belang bij het gewoon doorgaan met onze consumptie- en productie gewoontes. Zo vertraagt eenieder gevangen in zijn individualisme- Staten, ondernemingen en particulieren - de noodzakelijke preventieve maatregelen en zet daarmee de toekomst van de mensheid op het spel. Dat geldt ook voor de bedrijfsvoering van publieke diensten. Wij hebben allemaal een collectief belang voor de ontwikkeling van onze ziekenhuizen, onze scholen, onze spoorwegen, ons wetenschappelijk onderzoek.... om ons goed verzorgd, goed opgeleid en beschermd te weten. Tegelijkertijd willen we minder belasting betalen ter wille van de maximalisatie van ons individueel welzijn op korte termijn. Dat is de reden waarom de verzorgingsstaat afgebroken is ten gunste van een bedrijfsvoering-Staat die functioneert volgens de regels van concurrentie met als onvermijdelijk gevolg dat mogelijkheden tot herverdeling beperkt en ongelijkheden in de samenleving groter worden.
Het is aan u en ons allen om voor een politiek van of concurrentie of samenwerking te kiezen.