Europa en de Euro: verkeerde keuzes

Civis Mundi Digitaal #60

door Jan de Boer

In tegenstelling tot China dat in 221 v Chr. een politieke en culturele eenheid met één officiële taal was geworden, is Europa nooit erg dicht een politieke eenheid genaderd. In de veertiende eeuw was het nog steeds versnipperd in 1000 onafhankelijke staatjes, in 1500 in 150 staatjes, in de jaren 1980 kende het een minimum van 25 staten en nu zijn het er weer een kleine 40. Europa heeft nog altijd 45 talen, verscheidene met een eigen alfabet en een nog grotere culturele diversiteit. De eenwording van Europa is zelfs ondanks pogingen van vastberaden veroveraars als Karel de Grote en Napoleon nooit gelukt. Zelfs het Romeinse rijk heeft op zijn hoogtepunt nooit meer dan de helft van het Europese grondgebied omvat. Die Europese verbrokkeling bevorderde wel de vooruitgang van techniek, wetenschap en kapitalisme doordat zij de concurrentie tussen staten bevorderde, vernieuwende denkers alternatieve informatiebronnen en een wijkplaats bood om aan vervolging te ontsnappen. Overigens heeft politieke verbrokkeling ook andere en complexere gevolgen. Concurrentie kan net zo goed destructief als constructief zijn gezien bijvoorbeeld de beide wereldoorlogen. Een mate van politieke verscheidenheid die optimaal is voor technologische vernieuwing, hoeft niet optimaal te zijn voor economische productiviteit, politieke stabiliteit of menselijk geluk.

 

Geen wonder dat na beide wereldoorlogen gewerkt werd aan een éénwording van Europa om een einde te maken aan de talrijke oorlogen tussen buurlanden. De eerste stap was de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) met als deelnemers België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland in een tijd die overheerst werd door de Koude Oorlog tussen Oost en West. Een tweede stap volgde in 1956 met de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) die met het Verdrag van Rome zorgde voor een gemeenschappelijke markt. Deze werd in 1963 uitgebreid met Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, later met Griekenland (om de invloed van Sovjet-Rusland in het oostelijk deel van de Middellandse Zee tegen te gaan) en na de val van de rechtse dictaturen ook met Spanje en Portugal. Europees regionaal beleid zorgde voor overdracht van grote geldsommen voor werkgelegenheid en infrastructuur naar de arme streken van de EEG zonder enige Europese controle op een doelmatige besteding ervan. Dat leidde tot waanzinnige projecten met bijbehorende corruptie zoals nooit gebruikte vliegvelden in Spanje, autowegen die nergens naar toe leiden in Portugal, een snelle verhoging van inkomens zonder enige relatie met de werkelijke economie in Griekenland, etc. Na de val van de Berlijnse muur in 1989 en de ineenstorting van het Sovjetimperium ontstond er mee uit geopolitiek belang een "Europa zonder grenzen ". In 1993 werd de interne markt aangevuld met vier vrijheden: vrij verkeer van goederen, diensten, personen en gelden op 1 januari 2002 werd de Euro ingevoerd als nieuwe munteenheid voor veel Europeanen.

 

Was de integratie van Europa vooral bedoeld als een politiek proces met natuurlijk ook een aantal economische factoren, in de loop der tijd veranderde dat in een economisch proces waarbij de politieke integratie naar de achtergrond verdween. In een tijd van ongekende groei gaf dit politiek weinig zorgen, maar nu de bomen niet meer tot in de hemel groeien, blijkt steeds meer dat het loslaten van een werkelijke politieke integratie van Europa een politieke misrekening van de eerste orde is geweest. Daarbij speelt in mijn ogen ook de veel te snelle uitbreiding van de EEG met landen met een totaal verschillende historische achtergrond, cultuur en economie en zoals het het geval is met een aantal Oost-Europese lidstaten ook heel andere geopolitieke belangen, een grote rol. De Euro - een goede invoering van een nieuwe munteenheid lukt alleen als het sluitstuk van een proces van politieke integratie is - is geen bindende factor maar verdeelt Europa tot op het bot. De grootste politieke blunder is de creatie van een economische en monetaire unie waarbinnen de nationale schulden soeverein zijn en de Euro als unieke Europese munt zonder soeverein is. De lidstaten van deze eurozone gaan leningen aan in een muntsoort waarover ze geen enkele controle hebben. De markt heerst en beslist over de kredietwaardigheid van de lidstaten middels lage of hoge rentes voor leningen. De enige oplossing voor dat probleem is alle nationale schulden onder één noemer te brengen en zo ook de Euro soeverein te maken, wat alleen maar kan bij een werkelijke Europese politieke integratie: de Verenigde Staten van Europa. De genoemde historische verbrokkeling van Europa en daarmee de vrees voor verlies van nationale soevereiniteit heeft dit altijd in de weg gestaan. En nu kan met een mee door verwarring brengende mondialisering een op dit moment overal oplevend nationalisme met een gebrek aan onderlinge solidariteit en een ieder-voor-zich- mentaliteit een verdere politieke integratie van Europa vergeten worden. Zo is de eurozone met daarbinnen totaal verschillende culturen en economieën voor velen een regelrechte ramp geworden met een explosie van ongelijkheden en toenemende armoede binnen de lidstaten, waarbij de vaak statistisch verhulde kloof tussen de noordelijke en zuidelijke lidstaten ook steeds groter en dieper wordt. En dit speelt weer met name ook de extreemrechtse eurosceptische politieke partijen in de kaart zoals op dit moment het in Italië het geval is, waar de geest van Mussolini weer duidelijk teruggekeerd is.

 

Willen we Europa redden - en dat hoop ik van harte -, dan met Europa met een ander verhaal komen dan voorheen: het riedeltje dat Europa vrede heeft gebracht en voorspoed voor al haar inwoners heeft gebracht, slaat niet meer aan. Europa zal moeten aantonen dat haar bestaan in een wereld die zich snel de-occidentialiseert, een absolute geopolitieke noodzaak is om te overleven. En er moet ernstig over nagedacht worden om de lidstaten van de eurozone hun monetaire soevereiniteit terug te geven met alle politieke voor-en nadelen van dien. Met andere woorden de Euro moet als unieke eenheidsmunt op dit moment een stap terug doen, waarvoor diverse realistische scenario’s bestaan. Maar zoals altijd zullen de politici zoals indertijd in Nederland Lubbers, Kok en Zalm het wel weer beter weten met als gevolg een verdere versterking van alle extreemrechtse min of meer Europa- en Eurovijandige politieke partijen en bewegingen met uiteindelijk het uiteenvallen van Europa.