Civis Mundi Digitaal #61
Bespreking van: Koo van der Wal, Op zoek naar de ziel van Europa. Een cultuurfilosofische verkenning. Uitgeverij Gompel en Svacina. Oud-Turnhout/’s-Hertogenbosch, 2018.
Burgers vergeten
Van der Wal studeerde wijsbegeerte, godsdienstwetenschep en Duitse taal- en letterkunde in Amsterdam en Göttingen. Hij is emeritus hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De titel doet vermoeden dat we te doen hebben met de zoveelste analyse van de Europese misère plus een schets van de mogelijkheden om tot opheffing van de stagnatie en onzekerheden te komen. Dat klopt maar gedeeltelijk. Van der Wal heeft als voornaamste stelling dat na 1945 in (West-)Europa een indrukwekkend bouwwerk is opgetrokken maar dat als fataal tekort heeft dat de burgers vergeten zijn. Het tragische daarbij is dat er aanvankelijk veel steun en sympathie bij de Europeanen bestond voor het streven naar integratie en samenwerking maar dat het huidige, door loutere korte termijn pragmatiek gekenmerkte reilen en zeilen van de Europese Unie, onder aanvoering van managers en bureaucraten, geen energie en elan losmaakt.
Er zijn de laatste jaren verschillende goede pogingen gedaan om tot een doorbraak van de verstarring in de Europese Unie te komen. Ik noem achter elkaar het rapport opgesteld door de Belg van Rompuy, de eerste permanente president van de Europese Raad, het Vijf Presidenten Rapport (Europese Raad, Europese Commissie, Europees Parlement, Europese Centrale Bank en Eurogroep (eurozone). Als laatste vermeld ik de scenario’s, opgesteld door Juncker, de president van de Europese Commissie. Goede, omlijnde plannen, met waardering genoteerd door diverse Europese Toppen, maar zonder het concrete commitment dat nodig is om Europa weer vaart te laten maken in een roerige, instabiele en gevaarlijke wereld.
Sterk merk
Van der Wal vindt --- in zijn woorden --- Europa door zijn cultuur, ideeënrijkdom en leefwijze een sterk merk. Dat thans echter stuurloos ronddobbert. En dat zich helaas laat afleiden en obsederen door aan de oppervlakte liggende verschillen in leef- en denkwijze zonder zich te realiseren dat hetj reeds beschikt over veel elementen van een gemeenschappelijke cultuur. Maar Europa blijft helaas voortdurend steken in inspiratieloos en korte termijn geknutsel. . Robert Schuman, de voornaamst e architect van het Europese project, was bang dat het kwetsbaar zou blijven als het niet een diepe verankering zou krijgen in de cultuur van de Europese burgers. En ook Jacques Delors onderstreepte als voorzitter van de Europese Commissie dat wij Europa een ziel moesten geven. De Europese integratie en samenwerking kan niet voortbestaan op louter economische en juridische argumenten.
Een stevig verhaal
Er is behoefte aan een ander Europa. Een Europa met nieuwe energie, gedragen door de burgers en overtuigd van eigen veerkracht. Hoe brengen we dat Europa dichterbij? Onze Europese manier van leven en denken is gebaseerd op een stevig verhaal. Dat verhaal is in de loop van eeuwen gegroeid en gevoed uit verschillende bronnen en tradities. Het is de grondslag van de Europese cultuur. Voor een nieuwe start zouden wij moeten teruggrijpen op en terugkeren naar dat verhaal. Maar is de tijd van de grote verhalen niet voorbij? Van der Wal geeft gelukkig voorbeelden van gebeurtenissen die zowel markerend als richting duidend gewerkt hebben. Dankzij Thucydides is bewaard gebleven de redevoering van de Atheense leider Pericles uit het jaar 430 voor Christus, ter nagedachtenis van de gevallenen in de oorlog tegen Sparta, met een schitterende beschrijving van het ideaal van de democratie. Of de redevoering van de Amerikaanse president Lincoln in 1863 tijdens de burgeroorlog op de begraafplaats van Gettysbury met de beroemde beschrijving van de democratie als bestuur van het volk, door het volk en voor het volk. En ook, de Acte van Verlatinghe uit (1581) waarmee een aantal Habsburgse provincies van de Nederlanden afscheid namen van de als tiran betitelde Spaanse koning Filips II. Meer in het recente verleden was er de “”I have a dream rede”” van Martin Luther King die voor de zwarte bevolking van de Verenigde Staten een toekomst schetste van vreedzame co-existentie en gelijke kansen.
Het Europese verhaal. De auteur heeft zich voorgenomen de contouren van dat verhaal te schetsen Hij doet dat in twee hoofdstukken. Waarom twee hoofdstukken? Omdat de moderne Europese cultuur gespleten is en twee gezichten laat zien. Eén gezicht is naar buiten gericht en vertegenwoordigt de open samenleving met ontdekkingen, grensverleggingen, vernieuwingen en controle over de werkelijkheid via wetenschap, technologie en economie. Als overkoepelende karakteristiek lijkt de term “”Verlichting”” geschikt. Maar wellicht is deze benadering te koel, te zakelijk. Het Europese verhaal heeft ook een persoonlijker gezicht; een passende term lijkt “”de Romantiek””. Van der Wal koos als kernidee van dit deel van het Europese verhaal het concept van de persoon, de zelfstandige persoon met een eigen overtuiging, gevoelswereld en wil. Europa laat een eigen opvatting van humaniteit, van mens-zijn zien. Daaruit vloeien als vanzelf ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederschap voort. Op het institutionele vlak mondt dat ideeëncomplex uit in de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten, het sociaal-economische Rijnlandse model etc.
Sterk essay
De auteur gaf zijn boek de ondertitel “Een cultuurfilosofische verkenning”. Dat is het zeker geworden. Maar hij is ook met beide benen op de grond blijven staan. Het is een strak betoog geworden. Persoonlijk had ik geen behoefte aan het laatste hoofdstuk dat handelt over het Europese ideaal in een weerbarstige werkelijkheid. Het heeft de teneur van een zekere tegendraadsheid. Het wekt – zij het slechts lichtelijk – de schijn dat de schrijver zich verontschuldigt. Maar waarom? De werkelijkheid is nu eenmaal weerbarstig. Dat wordt nog eens kristalhelder gemaakt door de allerlaatste paragraaf met de opsomming van de consequenties van het Europese verhaal voor de actualiteit. De daar neergeschreven tekst is mij sympathiek, maar staat mijlenver op afstand van wat in deze eeuw mogelijk is. Maar daarover kan men van mening verschillen.
Tenslotte, de openheid van de Verlichting, het Europese humaniteitsconcept, de maatschappelijke vertaling naar democratie en mensenrechten, en de interactie van al deze elementen zijn door Van der Wal verweven tot een compact en scherp essay. Voor al diegenen die de Europese integratie en samenwerking zien als een noodzakelijke opgave en stroming is de onderhavige zoektocht een waardevolle en welkome ruggesteun.