Civis Mundi Digitaal #61
Al jarenlang is het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid onderhevig aan zware kritiek. De lidstaten gaan te keer tegen de ingewikkeldheid ervan, terwijl ze daar voor een groot deel mee schuldig aan zijn. Want wat betreft de Europese Unie maakt uiteindelijk de Raad van de Europese Unie bestaande uit de ministers van de landen van de Europese Unie die op alle gebieden wetsvoorstellen goedkeuren en beleid coördineren, de dienst uit. En deze ministers denken vooral vanuit hun nationale belangen daarbij beïnvloed door nationale lobby’s. De landbouwers zijn van mening dat dit gemeenschappelijk landbouwbeleid hun niet voldoende beschermt tegen de mondialisering en bijbehorende vrijhandelszones. En de burgerlijke samenleving verwijt dit gemeenschappelijke landbouwbeleid in onvoldoende mate te streven naar een agrarisch model dat meer respect heeft voor het milieu en de gezondheid van mens en dier. Gezien al deze ontevredenen hadden we mogen verwachten dat op 1 juni jongstleden bij de herziening van dit gemeenschappelijke landbouwbeleid de Europese Commissie met een ambitieus en goed gestructureerd hervormingsprogramma was gekomen. Dus niet, want de gepubliceerde voorstellen zijn voor mij ronduit teleurstellend, zonder een werkelijke strategische visie op Europese schaal. De Europese Commissie laat alles liever over aan de lidstaten om zelf hun agrarisch model te kiezen. Een werkelijk gemeenschappelijke Europese landbouwpolitiek kunnen we dus vergeten, het is weer zoveel mogelijk ieder voor zich " dank zij " de Europese Raad.
Brussel heeft laten weten meer en beter te willen doen met minder geld. Dat hangt nauw samen met het totale budget van de Europese Unie dat fors vermindert door de toekomstige uittreding uit de Europese unie van Engeland (de zogeheten Brexit) dat dus geen geld meer afdraagt en er is politiek gezien een heroriëntatie van middelen naar nieuwe prioriteiten als defensie, veiligheid en nieuwe technologieën. In de periode 2012-2027 verliest het budget van de Europese Unie steeds zo’n 12 procent hetgeen voor Frankrijk gedurende die periode zo’n 5 miljard euro bedraagt. Dat heeft onmiddellijk veel kritiek opgeleverd ook van andere landen als Duitsland en Spanje. Niet zonder enig cynisme heeft de Europese commissaris van landbouw, de Ier Phil Hogan, de Europese landen uitgenodigd hun bijdragen aan het Europese budget te verhogen om zo weer meer financiële landbouwhulp daarvoor terug te krijgen. Daar heeft hij in de lidstaten niet de handen op elkaar gekregen, zoals helaas te verwachten was. Zeker ook niet van Nederland dat de grootste nettobetaler aan het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid is.
In plaats van het gebruikelijke marchanderen over de toegekende middelen, is nu in de voorstellen van de Europese Commissie het belangrijkste aspect van de hervorming van het gemeenschappelijke landbouwbeleid de vraag wie dat beleid het beste vorm kan geven. De Europese Commissie stelt lering te willen trekken uit het echec van het huidige functioneren en daarom aan iedere lidstaat de verantwoordelijkheid toe te vertrouwen voor het opstellen van een " nationaal strategisch landbouwplan ". Brussel gaat ervan uit dat ieder land zijn eigen moeilijkheden en specifiteiten heeft en dat derhalve het geven van de mogelijkheid aan eenieder om zijn eigen agrarisch model te kiezen een garantie voor doeltreffendheid is.
Dit subsidiariteitsbeginsel zal naar mijn mening echter het tegenovergestelde effect hebben. Vanaf het moment dat de voorwaarden van het toekennen van hulp niet meer uniform zijn, loopt het Europese agrarische model duidelijk het gevaar uiteen te vallen waarbij situaties van sociale of milieu-dumping zich kunnen verveelvoudigen.
De Europese Commissie bestrijdt dit en zegt dat de plannen aan haar oordeel zijn onderworpen en daarbij ook stimulansen worden gegeven voor de ontwikkeling van een meer verantwoordelijke landbouw. De Europese Commissie mag dit wel hard op verkondigen, maar op dit moment zijn de daartoe voorgestelde werkwijzen niet dwingend genoeg voor de lidstaten en zijn ook nog eens de fondsen ten gunste van milieubescherming fors verlaagd…
Omdat de lidstaten geen consensus konden bereiken, heeft de Europese commissie besloten voor de kleinste gemene deler te kiezen en iedere lidstaat verantwoordelijk te laten zijn voor mogelijke impopulaire maatregelen. Deze " hernationalisering " van een van de pijlers van de Europese Unie ontkent waarvoor de Europese Unie moet staan. Wat betreft cruciale onderwerpen als de klimatologische opwarming van de aarde en de op het spel staande belangen van gezondheid en voeding, hebben we een Europese visie nodig die heel wat meer is als de som van nationale eigenaardigheden. Het gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid verliest zo haar gemeenschappelijkheid en dat is slecht nieuws voor de Europese landbouw en net als de verdeeldheid wat betreft migranten ook voor het voortbestaan van de Europese Unie.