Hoe Spanje uiteenvalt

Civis Mundi Digitaal #61

door Jan de Boer

Eerste symptoom

Het politiek uiteen vallen van Spanje is het gevolg van een proces van verval ingezet tijdens de economische en financiële crisis 2008 -2010 die de zwakheden van een samenleving nog in de ban van haar verleden blootlegde en waarop met struisvogelpolitiek gereageerd werd, laat de Frans-Spaanse schrijver Jordi Bonells mij weten.

Het eerste symptoom van dit proces is door de crisis het snelle verval van de Spaanse middenklassen, die tot dan euforisch en met een onbegrensde eigendunk surften op de diverse economische-financiële en vastgoed -zeepbellen in de jaren 1996-2004 van de politiek rechtse Aznar (Parti Populaire: PP) en in de jaren 2004-2008 tijdens het eerste mandaat van de linkse José Luis Zapatero (PSOE). In de schaduw van deze zeepbellen ontwikkelde zich een wijdvertakte politieke corruptie die nu juridisch vervolgd wordt: arrestaties en vervolging van destijds rechtse ministers en een veroordelende uitspraak van het Hoge Spaanse Hof betreffende de praktijken van de PP waartoe ook de net afgetreden minister- president Mariano Rajoy behoort. En dan niet te vergeten de juridische onderzoeken betreffende malversaties en smeergeld in het Catalonië van de rechtse nationalist Jordi Pujol (1980-2003 ).

De meedogenloosheid van de crisis heeft vooral ook de sociale basis van de Spaanse middenklassen ernstig verzwakt. " Redde wie zich redden kan" werd hun oorlogskreet tegenover een economische ineenstorting met als bekend gevolg in dergelijke situaties het zoeken en aanwijzen van de schuldigen van hun direct ongeluk: voor sommigen de Catalanen, voor anderen de Spanjaarden of de elites of Europa...

 

Tweede symptoom

Het tweede symptoom is de crisis van de Spaanse monarchie. Juan Carlos werd koning van een in meerderheid niet monarchistisch land dat in 1987 de monarchie accepteerde als de beste manier om politieke stabiliteit te garanderen en de spons over bijna veertig jaar dictatuur van Franco te halen. Juan Carlos distantieerde zich zeker van het franquisme, maar moest onder alle omstandigheden onbesproken blijven om het verleden te doen vergeten. Helaas steeg zijn koningschap hem naar het hoofd. Hij dacht dat hij kon doen en laten wat hij wilde Hij verloor derhalve zijn opgebouwd prestige met zijn erotische uitspattingen, zijn ongelukkige safari’s, zijn enorme uitgaven tijdens de economische en financiële crisis, etc. In 2014 werd hij opgevolgd door zijn zoon Felipe V1 die orde op zaken wilde stellen. In de Catalaanse kwestie die zijn koningschap had kunnen consolideren, zoals de staatsgreep in 1981 dat deed bij zijn vader, mislukte hij door zijn optreden en zijn stellingname als voorvechter van een Spanje, waarin steeds meer Spanjaarden - en echt niet alleen de Catalaanse nationalisten - de monarchie niet meer als nationaal bindmiddel zien.

 

Catalaanse crisis en algemeen staatkundig verval

En dan de Catalaanse crisis, die een al heel lang bestaand proces van een sterk groeiend gevoel van een nationale identiteitscrisis duidelijk maakt. Het gaat in deze analyse er niet om wie gelijk of ongelijk heeft, maar het is klip en klaar dat deze crisis een dubbele identiteitscrisis veroorzaakte. Veel Spanjaarden beschouwen de Catalanen als de " Shylock" van Spanje: een rijke joodse woekeraar in het toneelstuk " De koopman van Venetië" van Shakespeare, en de Catalanen op hun beurt zien de Spanjaarden als de nieuwe "Torquemada": een Dominicaanse monnik die uit volle overtuiging de eerste Groot Inquisiteur van de Spaanse inquisitie in de vijftiende eeuw was. Een latent racisme gezien de anti-Spaanse Tweets van de nieuwe president van Catalonië, Quim Torra, ontbreekt hier overigens ook niet.

In deze algemene malaise deelt ook het politieke veld. De traditionele partijen, de rechtse PP en de linkse PSOE die gedurende vier decennia de macht deelden, vallen uiteen. Hun beslist niet sterke leiders zijn daar ook niet onschuldig aan. En de Staat die zij naar hun beeld opgebouwd hebben, ziet zich ook bedreigd: een groeiend tekort aan volwassen politiek met een gevaarlijke verschuiving naar de rechtsspraak om conflicten op te lossen, een justitie heen en weer geslingerd tussen onderwerping aan de macht en een gevoel van absolute almacht, minder vrijheid in de publieke ruimte, een slecht functionerend parlementair stelsel, door corruptie aangetaste instituties, etc.

Twee jonge politieke formaties, de rechtse Ciudadanos en de linkse Podemos hebben de wind mee, geven gestalte aan ontevredenheid, aan verwachtingen en zeker ook aan angst. Het is niet gezegd dat zij oplossingen daarvoor aandragen. Het moment daarvoor is slecht gekozen. Spanje valt uiteen in een Europa dat door verkeerde besluiten en beslissingen schijnbaar zijn oorspronkelijke opdracht niet meer weet te vervullen... En dat is geen goede zaak niet voor Spanje en niet voor Europa.