Filosofie in Amsterdam en Rotterdam

Civis Mundi Digitaal #65

door Hugo Verbrugh

Onlangs vonden, oh toeval, kort na elkaar in Nederland twee belangrijke filosofische gebeurtenissen plaats. De ene was in Amsterdam. Daar overleed Maarten van Nierop (1939-2018), emeritus hoogleraar in de filosofie van kunst en cultuur aan de universiteit aldaar. Hij ‘ademde een filosofische cultuur die op weg is te verdwijnen’, schreef Ger Groot in Trouw. ‘Vele generaties studenten heeft hij geïnspireerd en voorgedaan wat het was filosoof te zijn. Niet door theatraal de pose van Rodins ‘Denker’ aan te nemen of rond te lopen met een diepzinnige frons. Maar vooral door alles waarover hij sprak en doceerde in de brede kring te plaatsen van de tijd, de geschiedenis, de cultuur en het milieu waarin het thuis hoorde. Door te laten zien dat niets zomaar op zich bestaat – en dat het complexe panorama dat zich dan ontvouwt snelle, eenduidige en gemakkelijke oordelen slecht verdraagt. … In de universiteit van vandaag had Maarten van Nierop dan ook geen schijn van kans gehad’, concludeert Ger Groot na een trefzekere samenvatting van de unieke verdiensten van deze filosoof. ‘Het criterium ‘Publish or perish’ [= publiceer zeer veel of ga te gronde] had hem genadeloos van het eerste doorgeschoven naar het tweede: afgeschreven in een wrange betekenis van het woord. … Maarten van Nierop ademde een filosofische cultuur die binnen de universiteit op weg is te verdwijnen. Een cultuur die haar talen kent, in de literatuur de voorwaarde ziet voor de wijsbegeerte (en omgekeerd) en een docent leraar laat zijn zonder het keurslijf van internationalisering en ‘A-rated’ publicaties. Wat blijft is de herinnering: aan Van Nierop zelf, aan het academische en cultuurideaal waar hij voor stond, en aan de hardnekkige opdracht dat niet teloor te laten gaan.’

De andere gebeurtenis was hier. Daar verscheen het Jaarboek 2018 van Civis Mundi onder de titel ‘Hoe universeel is de westerse idee van moderniteit? – waarbij ik meteen moet toevoegen dat ik de woordjes ‘hier (en) daar’ hier ietwat overdrachtelijk gebruik. Het Jaarboek is fysiek in de wereld gebracht door Uitgeverij Aspekt in Soesterberg, en aan die uitgeverij zit ook een heel filosofisch verhaal vast, maar dat laat ik hier verder terzijde. Wèl noteer ik hier terzijde uitdrukkelijk dat ‘hier’ in verband met mijn stukje van deze week ons Rotterdam is. Ik durf dat zo te schrijven omdat dit de stad is van Erasmus wiens levensmotto was, zoals wij allen weten, [ik herinner u aan desteronline.nl/de-actuele-betekenis-van-desiderius-erasmus-roterodamus] ‘Zover als de aarde zich uitstrekt, is mijn vaderland’. Waar het om gaat is dat dit Jaarboek het magnum opus (‘het Grote Werk’) is van mijn intussen ruim negentigjarige vriend Wim Couwenberg, emeritus hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de EUR; ‘hij geldt als de nestor van de Nederlandse publieke intellectuelen’, citeer ik van www.geertgrote.nl]. ‘Couwenberg durfde standpunten in te nemen die als tegendraads golden op politiek en maatschappelijk gebied, zoals integratie. Deze houding heeft hem veel weerstand opgeleverd, maar de geschiedenis heeft hem gelijk gegeven. Deze man verdient een standbeeld.’ Waarvan acte.

Het Jaarboek (ruim tweehonderd bladzijden!) verdient uitgebreide aandacht; die zal ik het geven nadat ik er een paar nachten over zal hebben kunnen slapen. Voor hier-nu alleen een ultrakorte samenvatting: ‘Sinds de liberale triomf in de Koude Oorlog en de ondergang van het reëel bestaande socialisme als alternatief concept van de moderniteit, is de westerse wereld praktisch identiek geworden met het liberale concept ervan. Dat dit concept, althans in de westerse wereld, de ideologische machtsstrijd gewonnen lijkt te hebben, is een opvallende uitkomst in het licht van alle daaraan voorafgaande antiliberale doemscenario’s, die de ondergang van dat concept nadrukkelijk aankondigden.’ Oftewel: Couwenberg lijkt de vraag in de titel voorzichtig positief te beantwoorden. Doe ik dat ook? Ja en nee. Ik kom er op terug.

Op 7 september aanstaande wordt in Arminius, Museumpark 3 te Rotterdam, De Visser-Neerlandiaprijs uitgereikt aan prof. S.W. Couwenberg. Om 14:00 begint het programma. De uitreiking vindt plaats om 14:30, en om 16:00 volgt een receptie.