Het blijft tobben met Afrika

Civis Mundi Digitaal #66

door Hendrik Bruins

Het gaat niet goed met Afrika, helaas. En dat raakt je want als je er een paar keer geweest bent dan heeft dat continent, met uitzondering van de noordelijke rand, toch een speciale plaats in je hart gekregen. Zo vergaat het mij en velen met mij.

Ik weet dat het een groot continent is en elk land zou een aparte bespreking verdienen want de details verschillen per locatie en ook de verklaringen die daarbij horen om de stagnatie te verklaren maar toch wil ik mij wagen aan een verklaring met enige algemeen-geldigheid, die ook tegelijkertijd een aanzet is tot een verbetering.

Het gaat niet overal slecht, gelukkig, want er zijn wat lichtpuntjes hoewel die maar flauw branden en zo weer kunnen uitdoven want ook dat is Afrika. Er is een vrede gesloten in Zuid - Soedan. De vrede is broos en er zijn eerdere overeenkomsten gesloten die niks waard bleken te zijn maar laten we optimistisch blijven. Het probleem van de vele miljoenen die zich bevinden in kampen in Uganda en Kenia is daarmee echter nog niet opgelost. Er wacht nog veel werk voor de hulporganisaties. In diezelfde windstreek is er vrede gesloten tussen Eritrea en Ethiopië, eindelijk.

 En dan zijn er verkiezingen geweest in een aantal landen, verkiezingen die vreedzaam zijn verlopen. Alleen al het feit dat we dit moeten vermelden zegt al iets over Afrika en de politieke cultuur aldaar. Ja, we zijn al blij dat er verkiezingen zijn hoe weinig dat soms ook zegt over het democratisch klimaat. Kijk naar Uganda waar wel verkiezingen worden gehouden maar waar vervolgens de parlementsleden zwichten voor het geld en de privileges die Museveni hen biedt in ruil voor hun stem om de grondwet te wijzigen opdat hij nog langer in het ambt van president kan blijven. En Uganda is geen uitzondering waar het gaat om dit soort praktijken.

Overigens is er niet altijd fraude waar dat wordt beweerd door de oppositie. Immers, vaak/bijna altijd zijn de laatste stemmen nog niet geteld of de verliezers roepen al dat er is gefraudeerd. Westerse landen en hun waarnemers gedragen zich in deze vaak niet verantwoord door partij te kiezen voor de oppositie (zonder enig bewijs voor de fraude!) en te vragen om een onafhankelijk onderzoek wat het normale politieke proces stagneert en de instabiliteit van een land aanwakkert. Afrikaanse politici zijn notoir slechte verliezers maar laten het niet bij woorden. Ze organiseren stakingen die het land lamleggen en zetten bevolkingsroepen tegen elkaar op, soms met funeste gevolgen. En, merkwaardig fenomeen: de oppositie krijgt onmiddellijk vaak de steun van NGO ’s, buitenlandse media en internationale instellingen. Niet verstandig.

Dit gezegd hebbende moeten we toch oprecht blij zijn met Zimbabwe en vooral Kenia. In beide landen betwistte de oppositie het resultaat van de verkiezingen en stapte naar het Supreme Court om de resultaten te betwisten. De overwinnaars respecteerden de wet en wachtten geduldig op het resultaat en accepteerden de uitspraak. In Kenia bepaalde het Hof zelfs dat er nieuwe verkiezingen zouden moeten komen en ook dat is gebeurd, uniek voor Afrika. En alles verliep zonder geweld. Vreedzame verkiezingen en regeringswisselingen waren er ook in Zuid-Afrika, Liberia en Sierra Leone, en ook dat is een opluchting want in laatstgenoemde landen hebben twintig jaar geleden onbeschrijflijke gruwelen plaatsgevonden als gevolg waarvan Charles Taylor is veroordeeld door het Internationaal Strafhof in Den Haag.

Maar met de economische ontwikkeling, voorwaarde voor armoedebestrijding, wil het maar niet lukken ondanks miljarden aan ontwikkelingshulp. Die hulp is verkeerd besteed. In de jaren 80/90 hebben de sociale faculteiten van de universiteiten in Nederland een voet tussen de deur weten te krijgen van de ontwikkelingshulp. Zij wilden ook een deel van de koek. En dat betekende in de praktijk - om wat voorbeelden te noemen – bijscholing voor managers, attitude – trainingen voor docenten, coaching van artsen en verpleegkundigen, voorlichting aan jonge moeders. Kortom, programma’s gericht op de bovenbouw. NB: Ik heb het hier over Nederland maar mutatis mutandis geldt dit voor de hulp van vele westerse landen.

De ontwikkelingshulp bracht dus niet waar ieder Afrikaans land behoefte aan heeft t.w. economische ontwikkeling, banen dus. Nu nog meer dan toen want de substantieel verbeterde gezondheidszorg heeft ervoor gezorgd dat de bevolking in vele landen explosief is gegroeid. De snelle groei van de bevolking hindert juist de economische ontwikkeling. Kenia had in 2000 31 miljoen inwoners en nu ca. 46 miljoen, een groei van bijna een miljoen per jaar! Eigenlijk een wonder dat het land al die mensen kan voeden.

Maar voor economische ontwikkeling is in de eerste plaats nodig een goede en betrouwbare infrastructuur, het land moet worden ontsloten middels wegen en spoorwegen. In de meeste Afrikaanse landen vind je een paar hoofdwegen maar zo gauw je die verlaat kom je op niet-geasfalteerde wegen waar je een terreinwagen nodig hebt. En zelfs de hoofdwegen verkeren vaak in een deplorabele staat van onderhoud want ondeugdelijk gerepareerd met asfalt van slechte kwaliteit dat weer loslaat na een paar regenbuien. De Centraal Afrikaanse Republiek bijvoorbeeld, een groot land – 15x Nederland – met veel grondstoffen in de bodem heeft 730 km verharde weg. De belangstellende lezer moet maar eens kijken op Wegenwiki.

Ter zijde. In de Centraal Afrikaanse Republiek zijn eind juli 3 Russische onafhankelijke journalisten vermoord. Merkwaardig dat het nauwelijks aandacht heeft gekregen in de media. Ik haal het uit The Guardian maar enige follow up was er niet. Het schijnt dat men daar was om een reportage te maken over de Wagner groep, een schimmige organisatie van Russische huursoldaten, die ook in Syrië actief is geweest.

Ook het spoor in Afrika, waar aanwezig, verkeert in slechte staat en is niet berekend op de moderne tijd. Daarom is het reizen in Afrika met de bus of in busjes veel populairder; het is niet duur en veel efficiënter en sneller, hoe oud de vehikels ook mogen zijn. Het spoor van de belangrijkste haven van Oost Afrika, Mombasa, naar Nairobi is rond 1900 aangelegd door Hindoestaanse contractarbeiders en een eeuw lang niet verbeterd. 550 kilometer is de afstand en de trein deed er minimaal 15 uur over, tot 2017. Nu heeft China het traject vernieuwd en ook nieuwe treinstellen geleverd en bedraagt de reistijd minder dan 5 uur. Al eerder heeft China de spoorlijn Djibouti-Addis Abeba vernieuwd, zelfs geheel elektrisch gemaakt, een unicum in Afrika.

China doet nu wat westerse donoren allang hadden moeten doen, en dat geldt voor bijna geheel Afrika. Maar de donoren hebben verkeerde prioriteiten gesteld, gebaseerd op het bekende ideologisch gekleurde wensdenken. Het leverde vooral goed betaalde banen op voor westerse consultants. Voor de goede orde: China doet dit niet voor niets en ook niet goedkoop trouwens. De kosten van ca. 4 miljard moeten voor 90% worden terugbetaald door Kenia. China is in meerdere landen actief met dit soort infrastructurele projecten. Niet alleen wegen en spoorwegen maar ook met de bouw van kolencentrales en de aanleg van waterleidingen in onder andere Angola, Algerije, Kaapverdië en Tanzania en te verwachten is dat op het Afrika Forum dat begin september in Peking plaatsvindt nog meer contracten zullen worden gesloten. Een goede zaak, lijkt mij.

Zeker, de economische ontwikkeling in Kenia moet nog op gang komen maar de eerste steen is gelegd met een goede verbinding tussen de belangrijkste haven van oost Afrika met Nairobi en het achterland.  De bevolking en de industrie hebben voorts energie nodig, stroom die niet op ongeregelde tijden wordt onderbroken en hetzelfde geldt voor de beschikbaarheid van water. Nog steeds zie je op het platteland in Afrika (Tanzania, Malawi, Zambia bv.) vrouwen en kinderen dagelijks kilometers sjouwen met emmers water. De helft van de bevolking onder de Sahara heeft geen stroom en stromend water thuis. Dan hebben we het over zo’n 500 miljoen mensen. De donors hebben dit schromelijk verwaarloosd in de afgelopen halve eeuw met als gevolg dat een groot deel van Afrika zit met een armetierige en ontoereikende infrastructuur. De hulpgevers dachten dat bij voldoende scholing de ontwikkelingslanden zelf dit ter hand zouden nemen maar dat is niet gebeurd.

Natuurlijk is een tekortschietende infrastructuur niet de enige verklaring. Gelden komen verkeerd terecht wegens corruptie, die maar niet uitgeroeid lijkt te kunnen worden. Die in de laatste jaren zelfs weer meer de kop opsteekt dan zo’n 10 jaar geleden. De good governance prikkels lijken uitgewerkt. Behalve corruptie is er de zelfverrijking, je zou kunnen beweren een vorm van corruptie, door de politieke en bestuurlijke elite in de meeste landen. Men kent zich salarissen en toelagen toe die een land eigenlijk niet kunnen dragen en die in geen verhouding staan tot de economie van het land. De zelfverrijking wordt afgedekt en gelegitimeerd door te stellen dat alles is besloten door het parlement, dus door de personen waar het geld terechtkomt. De staatskas wordt geplunderd, daar komt het in feite op neer. Een Afrikaanse leider, ook wanneer hij democratisch is verkozen, ziet zijn land als zijn eigendom waar hij mee kan doen wat hij belieft.

En soms lijkt een land op de goede weg te zijn maar dan kan er zo maar zo een kleine burgeroorlog, terreur of een stammentwist uitbreken die alle vooruitgang weer tenietdoet zoals in Ivoorkust, Kameroen en Tunesië het geval is. En dat er brandhaarden, oorlogen bij zullen komen is zeker niet onwaarschijnlijk. Denk bijvoorbeeld aan de regio rond het Tsjaad-meer en aan Mali terwijl Libië op weg lijkt te vervallen in complete anarchie, een failed state. Ook dat is Afrika, onvoorspelbaar.