Introductie: waarom die prijs?

Civis Mundi Digitaal #67

door Frank Judo

Als wetenschapper – en dan gaan we maar even niet in op de discussie of het recht als een wetenschap kan worden omschreven – verdient onze laureaat dat hij wordt ingeleid met gebruikmaking van helder geïdentificeerde bronnen. Zo’n bron kan de voordracht zijn die aanleiding heeft gegeven tot zijn bekroning met de Visser-Neerlandiaprijs, en daarin lezen we:

“De heer Couwenberg heeft zich in woord en geschrift steeds ingezet voor een zo nauw mogelijke samen-werking van de drie Beneluxlanden. Zijn oogmerk was en is meervoudig:

  1. De drie regeringen presteren in internationaal verband beter als gezamenlijkheid dan ieder afzonderlijk,
  2. De gezamenlijkheid komt het beste tot haar recht wanneer de bevolkingsgemeenschappen zo goed mogelijk elkaar begrijpen. Cultuurbeleid moet erop gericht zijn binnen het Nederlands taalgebied zo nauw mogelijk samen te werken en tussen de taal-gebieden de vaardigheid van het gebruik van de andere taal te bevorderen,
  3. Economische samenwerking tussen de landen en de landsdelen biedt de zakelijke bodem voor wer-ken aan de gezamenlijkheid. Overheden moeten zich toeleggen op het faciliteren van de economi-sche samenwerking en voorts alles nalaten wat de economische samenwerking kan schaden.

De heer Couwenberg is als redacteur van Civis Mundi nog steeds actief.

In 2015 werd hij door de Erasmus Universiteit onderscheiden met een Desiderius voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan het publieke debat en de opinievorming in Nederland in de afgelopen halve eeuw.”

Dat zou op zich al een goede reden zijn geweest om Wim Couwenberg te vereren met deze prijs – maar we kunnen er niet omheen dat hij nog veel meer heeft gedaan. Of preciezer: dat hij nog veel meer is geweest en nog is.

Sommigen zouden hem ongetwijfeld een geëngageerde intellectueel noemen, en dat klopt ook, althans als men het mondaine en populaire kantje van die combinatie terzijde laat. Couwenberg stelde keer op keer ongemakkelijke vragen, die voor menigeen een bron van woede of gefrustreerde spot werden – zeker als de vraagsteller de vraag herhaalde.

Een comfortabele positie heeft hij dus zelden of nooit ingenomen, maar wel een positie die consistent was met zijn vaststellingen en analyses. Klaar om die te laten falsifiëren, wat hij overigens soms zelf deed, vooraleer een ander er werk van had gemaakt. Open, en gebaseerd op feiten en bronnen, liever dan op intuïties en axiomata. Horen we daar geen echo van de wetenschappelijke deugden van Mr Herman Visser?

Bij de toekenning van de Visser-Neerlandiaprijs zijn de verdiensten van Wim Couwenberg voor het Algemeen-Nederlands Verbond geen thema geweest. De prijs is immers niet bedoeld om in eigen huis mensen te danken, maar wel om mensen met een verdiensten voor de samenleving te eren. Dat neemt echter niet weg dat zijn verdienste voor de vereniging groot is. In het tijdschrift Neerlandia, maar ook elders, conform het beginsel “opportune, importune”, belichtte Couwenberg de meerwaarde van samenwerking in de Lage Landen. Op zijn eentje deed hij soms meer dan de vereniging in al haar omvang – en ook daarvoor zijn we hem dankbaar.

Het doet goed te zien dat jonge intellectuelen zich spiegelen aan Wim Couwenberg, zijn denksporen verder onderzoeken en met zijn gedachten in dialoog gaan. Een van hen, Geerten Waling, die niet enkel publiceerde over 1848 maar ook iets heeft van de gedrevenheid van de intellectuelen van die tijd, vroegen we om een laudatio voor de gevierde.