Ludendorff als de eerste Nazi

Civis Mundi Digitaal #69

door Otto van de Haar

Bespreking van: Perry Pierik, Erich Ludendorff. Biografie. Uitgeverij, Aspekt, 2017.

Het oeuvre van de Soesterbergse historicus dr. Perry Pierik bestaat voornamelijk uit boeken over beide wereldoorlogen, waarbij de rol van Duitsland centraal staat. Onlangs voltooide hij een ruim 500 bladzijden tellende biografie van de roemruchte generaal Erich Ludendorff (1865-1937), die zich tijdens het eerste grote wereldconflict van 1914 - 1918 ontpopte als de machtigste man van Duitsland. Zeventien jaar is er aan deze biografie geschreven, gesleuteld en geschaafd. Maar wel met zeer forse onderbrekingen want naast auteur is Pierik eigenaar van uitgeverij Aspekt, waar de Ludendorff biografie dan ook is ondergebracht.

 

Jonge jaren

Erich Ludendorff werd geboren in Kruszewnia in het protestantse Pruisen (Polen), destijds de grootste en machtigste deelstaat van het aristocratische Duitse Keizerrijk. Tijdens zijn studie bleek hij goed in wiskunde en in zijn vrije uurtjes toonde hij zich een enthousiast en verdienstelijk danser. Maar hij koos in lijn met de Pruisische traditie voor ’das Militär’. Beeldend beschrijft Pierik hoe de werkkamer van Ludendorffs vader er eind 19de eeuw uitzag: borstbeelden van Pruisische vorsten met in het midden uiteraard Frederik de Grote, een doosje met granaatscherven uit de oorlog van 1870-1871 en een drietal sabels die zijn vader had gedragen tijdens verschillende veldslagen.

Erich Ludendorff bezocht de Kriegsakademie, werd nog voor zijn dertigste in 1894 opgenomen in de Generale Staf en stapelde promotie op promotie. Tussen 1904 en 1913 was hij leider van de afdeling Mobilisatie en kwam hij in contact met strateeg-generaal Alfred von Schlieffen die hem diepgaand beïnvloedde. Hoewel zijn liefde vooral het slagveld gold, trad Ludendorff in 1909 in het huwelijk met Margarethe Schmidt, die uit een eerder huwelijk een dochter en drie zonen meebracht.

Pierik zet Ludendorff overtuigend neer als een doortastende persoonlijkheid, begiftigd met tactisch vernuft en een tomeloze energie (hij sliep een paar uur per etmaal) maar hij was ook superautoritair, meedogenloos en mordicus tegen ieder compromis. Een enkele keer lieten zijn zenuwen hem op het slagveld in de steek maar dan was daar altijd "de onbuigzame eik", de veel oudere maarschalk Paul von Hindenburg die hem steun gaf. Het boek is rijk aan boeiende informatie over de ups en downs in het politieke, persoonlijke en militaire leven van Ludendorff. Wel zijn enkele kritische noten gepast.

 

Implicaties bewonderde Schlieffenplan duister

Op de eerste plaats blijven de implicaties van het militaire masterplan van zijn bewonderde leermeester Alfred von Schlieffen duister. Dit zogenoemde Schlieffenplan zag er als volgt uit:

Het Duitse rijk heeft erg moeilijk verdedigbare grenzen. Het wordt van alle kanten militair bedreigd, met name door Frankrijk en Rusland die een verbond van wederzijdse bijstand hadden gesloten. Duitsland is te zwak om een strijd op twee fronten te voeren. Dat impliceert dat Duitsland bij een dreigende oorlog met een snelle preventieve aanval eerst Frankrijk op de knieën moet dwingen om daarna met de vrijgekomen troepen naar het oosten op te rukken om daar af te rekenen met het zich traag mobiliserende Rusland. De Duitse opmars dient per se via België te lopen want alleen de Franse noordgrens is zwak verdedigd. Tot zover het Schlieffenplan.

Waar Pierik aan voorbijgaat is dat deze marsroute dwars door België een minachting betekende van het internationaal volkenrecht en een schending van de Belgische neutraliteit - een neutraliteit die door Engeland en notabene ook door het Duitse Keizerrijk gegarandeerd was. In de oorspronkelijke opzet van het Schlieffenplan zou Nederland trouwens ook door Duitse troepen worden doorkruist, maar dit ging om praktische redenen uiteindelijk niet door. Hier had Pierik als Nederlands historicus ook wel iets over mogen vertellen.

Het argument van de "moeilijk verdedigbare grenzen" (Von Schlieffen) wordt door de auteur klakkeloos overgenomen ter verklaring van Ludendorffs preventieve aanval maar negeert het feit dat niet de geografische ligging van een land doorslaggevend is voor het behoud van de status quo, maar de manier waarop de politieke leiding hiermee om weet te gaan. Tenslotte verschilde de buitenlandse politiek van de Republiek van Weimar (1918-1933) zeer aanzienlijk van die van het agressieve Duitse Keizerrijk onder Wilhelm II (1890 - 1918). Om over het Derde Rijk (1933 - 1945) maar te zwijgen.

En tot slot. Toen België zich in 1914 geconfronteerd zag met de binnendringende Duitse troepen bood het land enige tijd verzet. Na de verovering door Ludendorff van de centrale vesting Luik volgde de officiële capitulatie. De acties van Belgische partizanen gingen evenwel door. Daarop richtte Ludendorff als ’represaille’ een tot dusver - althans in het moderne Europa- ongekende slachtpartij aan onder de Belgische burgerbevolking. Ook dit laat Pierik  onbesproken. Deze biografie maakt duidelijk dat Ludendorff, in de woordkeus van Pierik, een "humuslaag" legde voor Hitler en het nationaalsocialisme. Had deze "humuslaag" er niet aan toegevoegd kunnen worden?

Het Schlieffenplan liep uit op een fiasco. De Duitse troepen liepen zich vast in een slopende stellingenoorlog met de westelijke geallieerden. Bovendien kwam Rusland veel eerder dan verwacht haar bondgenootschappelijke verplichtingen tegenover Frankrijk na en zette de aanval in op het oostelijk deel van het Duitse rijk. Ook al wisten Ludendorff en zijn achttien jaar oudere compagnon Hindenburg met tactisch vernuft deze aanval op spectaculaire wijze af te slaan en om te zetten in een overwinning, toch was het Duitse leger nu alsnog in een tweefrontenoorlog beland die het koste wat kost had willen vermijden. Dat het Duitse rijk het toch vier jaar wist vol te houden geeft aan over welke militaire kwaliteiten Ludendorff en zijn troepen beschikten.

 

Ludendorff en Lenin, ondanks elkaars doodsvijanden, bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog

In 1916 werd Ludendorff hoofd van het gehele Duitse leger en daarmee de machtigste man van Duitsland. Voorzichtige voorstellen vanuit het tamelijk krachteloze parlement om toe te werken naar een compromis-vrede met de Entente (Frankrijk, Engeland, Rusland) te komen verwierp hij resoluut; alleen een "overwinningsvrede" (Siegfrieden) was acceptabel. Alles of niets - dat was Ludendorff ten voeten uit, schrijft Pierik. In de loop van 1917 begon de situatie voor het Duitse rijk nijpend te worden. Niet slechts omdat wapenbroeders Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en Turkije matig presteerden aan de verschillende fronten. Ernstiger was dat een enorme troepenmacht uit de - door Ludendorff zwaar onderschatte - Verenigde Staten op stapel stond en binnen niet al te lange tijd de Europese kust zou bereiken om Groot-Brittannië en Frankrijk militaire steun te bieden. Als het Duitse rijk niet snel alsnog met een nieuw offensief Parijs op de knieën wist te krijgen, zag het er somber uit. Ludendorff zat te springen om extra troepen en materieel voor het westelijk front maar waar moest hij deze vandaan toveren? De vermaarde tacticus Ludendorff kreeg na enige hersengymnastiek een idee waarbij doelmatigheid voorop stond en ideologische verschillen verdampten. Hij verleende namelijk doodleuk toestemming aan een groep in Zwitserland verblijvende revolutionairen, onder wie Radek en niemand minder dan Lenin om in april 1917 per verzegelde trein in het geheim door Duitsland naar het gistende Petersburg te reizen waar zich in februari een anti-tsaristische burgerlijke revolutie had voltrokken die onder leiding stond van een Voorlopige Regering. De bolsjewieken waren de enigen die de "puur imperialistische oorlog" wensten te beëindigen en in staat werden geacht Rusland terug te trekken uit het bondgenootschap met Engeland en Frankrijk. Ludendorff en Lenin waren elkaars doodsvijanden, maar dat verhinderde hen niet tactisch gebruik van elkaar te maken. Ondanks oppositie uit eigen kring tegen deze "hulp van het imperialistische Duitsland" wist Lenin zijn zin door te zetten. Pierik wijst erop dat behalve het enkeltje Zürich-Petersburg ook flinke geldbedragen vanuit het keizerlijke Duitsland via ondoorzichtige constructies naar de bolsjewistische partij-kas vloeiden. Lenin deinsde nergens voor terug als het ging om de macht - niet vóór 1917 en niet erna.

De situatie van de Voorlopige Regering werd in de zomer van 1917 - behalve door interne chaos en revolutionaire woelingen - verder verzwakt nadat het door minister van Oorlog Alexander Kerenski verordonneerde offensief totaal was mislukt. De Russische troepen sloegen op de vlucht.

 

Via Ost Imperium en Amerikaanse interventie einde Eerste Wereldoorlog met Duitse nederlaag

Na de succesvolle Oktoberrevolutie kwam begin 1918 tussen het keizerlijke Duitsland en de piepjonge Sovjetrepubliek de Siegfrieden van Brest-Litovsk tot stand. Tandenknarsend ondertekenden de bolsjewiki de gigantisch zware eisen die hen nu door het Duitse rijk konden worden opgelegd. Het land verloor meer dan een miljoen vierkante kilometer grondgebied en een kwart van zijn bevolking. Ongeveer 30 procent van het spoorwegnet, 70 procent aan ijzererts en 90 procent aan steenkool ging verloren, evenals duizenden fabrieken en niet te vergeten het kostbare Oekraïense graan. 

Na het van kracht worden van het Vredesverdrag van Brest-Litovsk dirigeerde Ludendorff merkwaardig genoeg slechts de helft van de miljoen vrijgekomen troepen en bijbehorend materieel naar het westelijk front. De rest van de manschappen hield hij in het oosten. Dit laatste licht Pierik niet toe. Zij werden niet slechts ingezet om de stabiliteit in de geannexeerde gebieden te waarborgen maar tevens om nog veel meer terrein (landbouw, grondstoffen) aan het Duitse rijk toe te voegen. Terwijl in het vroege voorjaar van 1918 Duitsland met de helft van zijn versterkingen uit het oosten een gigantisch offensief in het westen uitvoerde - en daarbij Parijs zelfs tot op 60 kilometer wist te naderen - marcheerden de oostelijke troepen van "Ludendorff de Grote" richting Rostov aan de Don, dat in mei 1918 werd bezet. En voorwaarts ging het. In juni volgden Sebastopol (de Krim) en Batoem (Georgië). India (Brits-Indië) stond ook nog op de rol. Waarom werden deze extra troepen niet naar het noodlijdende westelijk front gestuurd en het oosten verder met rust te laten? Zoals gezegd, hoe we ook bladeren, we vinden er niks over in Pieriks biografie.

Het antwoord op deze paradox ligt in Duitslands oeverloze imperiale vraatzucht in het bijzonder te vinden in groot-industriële, chauvinistische en koloniale kring. Ludendorff wilde "alles".

Nooit eerder had zo’n reusachtig "Ostimperium" (ter grootte van Argentinië) aan de voeten van het Duitse Rijk gelegen. Voor korte tijd overigens, want in het najaar van 1918, toen de kolossale Amerikaanse troepenmacht het westelijk front aan de noodzakelijke bloedtransfusie had geholpen, was de situatie van het Duitse rijk hopeloos geworden. Na eerdere zenuwaanvallen en inktzwarte depressies viel voor Ludendorff het doek. Behalve de oorlog verloor hij twee van zijn (stief)zonen die waren gesneuveld tijdens luchtgevechten. In oktober werd hij ontslagen door de nieuwe anti-monarchistische, burgerlijke regering van de republiek van Weimar. Maar ’de droom van het Ostraum’ zette zich vast in het Duitse geheugen, op de eerste plaats bij een toen nog onbekende korporaal, Adolf Hitler. Ook met betrekking tot deze cruciale omstandigheid laat Pierik een stilte vallen. Waarom heeft de auteur niet gewezen op de voor de hand liggende analogie met Hitlers aanval op de Sovjetunie in 1941? Werd niet hier niet opnieuw door Erich Ludendorff een "humuslaag" gelegd.

 

Ontwerper dolkstootlegende na congé

Na zijn congé in de herfst van 1918 nam Ludendorff, dit keer gewapend met zonnenbril en aangeplakte baard, de wijk naar Zweden. Dat was wel nodig ook, schrijft Pierik, want de Spartakisten - een kleine uiterst linkse partij - hadden andere plannen met hem. Zijn vrouw voegde zich later bij hem. Amper van de schrik bekomen, begon Ludendorff aldaar in hoog tempo Meine Kriegserinnerungen 1914-1918 op papier te zetten en twee jaar later waren ze te koop in Duitsland. (Uitgeverij Aspekt gaat deze herinneringen naar verluidt in vertaling uitbrengen). Trof hem schuld? Nee, het was het "verraad in het achterland" van joden en communisten dat Duitsland de das om had gedaan. Pierik stelt dat Ludendorff de voornaamste ontwerper was van deze "dolkstootlegende" en dat Hitler deze omarmde. De voormalige krijgskeer keerde in 1919 heimelijk terug naar de republiek van Weimar waar hij aan de slag ging als coach van de contra’s.

Hij was nauw betrokken bij de het neerslaan van de Duitse revolutie en bij de moord in 1919 op de Spartakisten Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht door de Freikorpsen, gewapende eenheden van uit de oorlog teruggekeerde soldaten, vol wrok over de nederlaag en overtuigd van de dolkstootlegende. Pierik noemt wel enkele militaire kopstukken die hierbij direct betrokken waren, zoals Ludwig von Maerker, Paul von Lettow-Vorbeck, Xavier Ritter von Epp en Hermann Ehrhardt, maar veronachtzaamt het feit dat dit koloniale veteranen betrof die gewapend met wrok uit de Duitse kolonie Zuidwest-Afrika (Namibië) waren gezet toen Duitsland de oorlog verloor. Behalve wrok beschikten zij over een bijzondere mentaliteit die zij nu toepasten in Duitsland. Tien jaar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog hadden zij namelijk 60% van de in opstand gekomen bevolking op keizerlijk bevel uitgeroeid.

Naar het inzicht van Pierik heeft deze "tegenrevolutie" van 1918-1919 ervoor gezorgd dat de democratie van Weimar behouden bleef en niet ten prooi viel aan de Roden.

 

Spin in het web van twee mislukte staatsgrepen

Ludendorff wist ook het nodige van de moord op minister van Wederopbouw en Buitenlandse Zaken Walther Rathenau (1922). Deze staatsman was van oordeel dat de zeer zware aan Duitsland gestelde eisen ten gevolge van het Vredesverdrag van Versailles ingelost moesten en ook konden worden. Dat Rathenau als Duitse Jood extra kwetsbaar was behoeft geen betoog. Voorts was Ludendorff de spin in het web bij twee mislukte staatsgrepen: de Kapp-putsch (1920) en Bierkellerputsch die hij samen met de vierentwintig jaar jongere en nog niet zo bekende Adolf Hitler in 1923 pleegde, deels geïnspireerd op Mussolini’s succesvolle mars op Rome het jaar ervoor. Gezien zijn invloed bij beide staatsgrepen is het beter, noteert Pierik, om te spreken van "de Ludendorff-Putsch I en II". Via zijn eigen uitgeverij zorgde de gewezen generaal verder voor de verspreiding van het beruchte antisemitische geschrift "De Protocollen van de Wijzen van Zion", noteert Pierik.

In 1924 werd Ludendorff lid van de Rijksdag voor de partij van Hitler, de NSDAP. Na de plotselinge dood van de sociaaldemocratische Rijkspresident Friedrich Ebert in 1925 deed Ludendorff een gooi naar dit ambt. Niet hij echter, maar de ’vaderfiguur’ Hindenburg werd (in een tweede ronde) gekozen. Na de verloren oorlog en mislukte staatsgrepen beet hij met een onbeduidende 1,1 procent van de stemmen opnieuw in het stof.  

Vanaf dat moment nam zijn invloed drastisch af terwijl zijn geloof in samenzweringen een groeispurt liet zien. Daaraan was vooral zijn tweede vrouw, de fanatieke dr. Mathilde Kemnitz met wie hij in 1926 in het huwelijk trad, debet. Kort daarvoor was hij gescheiden van Margarethe. Zij publiceerde haar herinneringen met als titel: "Als ich Ludendorff’s Frau war". Zij raakte verslaafd aan morfine en werd door Ludendorff opgeborgen in een inrichting.

Tot 1928 hield hij zijn zetel in de Rijksdag bezet, maar voor het politieke handwerk, zo lezen we, bleek de generaal buiten dienst volslagen ongeschikt. 

 

Papieren front

De laatste tien jaar van zijn leven was Ludendorff te vinden aan het "papieren front", zoals Pierik het fraai uitdrukt. Dat "front" bestond enerzijds uit het - samen met zijn vrouw - massief propageren van een wel zeer occulte vorm van geloofsbelijdenis. Volgens het echtpaar was de christelijk-joodse religie een week en laf importproduct dat het "Deutschtum" had ondermijnd en het land had beroofd van zijn "oorspronkelijke germanengodsdienst" (Wodan cum suis). Een idee dat hij deelde met Heinrich Himmler. Anderzijds bleef Ludendorff zich roeren met militaire geschriften die hij in omloop bracht door middel van zijn eigen uitgeverij. Zo verscheen in 1931 Weltkrieg droht auf deutschen Boden. Hierin gaf hij te kennen dat Duitsland moest vrezen voor een toekomstig offensief van de zijde van de Sovjet-Unie en Turkije. Ook kwam hij terug op de zeer ongunstige geografische ligging van Duitsland en het verraad in 1918 van de "binnenlandse vijand" die de Entente-machten aan de overwinning zouden hebben geholpen. Ludendorffs laatste geschrift uit 1936 droeg de titel Der totale Krieg. Wat er ’mis’ was gegaan in de Grote Oorlog was het gebrek aan "seelische Geschlossenheit" (mentale eenheid van de Duitse ziel) tussen volk en krijgsmacht. De sociaaldemocraten hadden deze aanvankelijke eenheid aan het begin van de oorlog bedreigd, daarna was hun invloed verminderd om in 1918 weer versterkt terug te komen. In een toekomstige ’moderne’ oorlog diende hier de grootst mogelijke aandacht aan te worden besteed. Pierik gaat er niet op in maar Hitler moet dit geschrift gelezen hebben want hij hechtte er in zijn oorlog zeer aan dat de Volksgemeinschaft tevreden werd gehouden. Anders dan in 1914-1918 was er onder Hitler amper sprake van oppositie.

In 1937 sterft Ludendorff - anders dan zijn soldaten - vredig in een katholiek hospitaal in München. Hoewel er een zekere rivaliteit had bestaan tussen de dictators Hitler en Ludendorff kreeg hij onder van het nazi-bewind een pompeuze  staatsbegrafenis. Pierik merkte treffend op dat Ludendorff waarschijnlijk de enige tijdgenoot was voor wie Hitler ontzag had.

Deze omvangrijke biografie levert een schat aan informatie over Ludendorff en de kringen om hem heen. Ook het fotomateriaal is ruimschoots aanwezig. Het mag evenwel duidelijk zijn dat de auteur het ten gevolge van over-identificatie op een aantal punten lelijk heeft laten liggen. En dan hebben we het niet over typefoutjes als "episch centrum" in plaats van epicentrum, "vergoeilijkend" waar vergoelijkend moet staan of "punctionaliteit" als punctualiteit wordt bedoeld.