Het besmette verleden van Castrum Peregrini

Civis Mundi Digitaal #70

door Machteld Roede

Verzoek om een extern onafhankelijk onderzoek

Hoofden met grote narcissenkransen van strak starende jongelingen geschaard rond de eveneens bekranste koppen van de veel oudere, elkaar dreigend aankijkende Wolfgang Frommel en Percy Gothein. Deze bizarre, ja perverse foto uit 1944 staat bij “Plato’s pedoseksuelen”, Frank Ligtvoet’s moedig openhartige coverstory van Trouw’s Letter & Geest van 8 september jl. Een andere foto toont Frommel met zijn mecenas Gisèle van Waterschoot van de Gracht. Zij stelde hem in 1942 haar kleine etage aan de Herengracht 401 beschikbaar en kocht in 1957 voor haar goeroe het hele pand. Bekend als Castrum Peregrini (CP), burcht van de pelgrim, de schuilcodenaam uit de oorlog. Dat dit uitmondde in tientallen jaren veelvuldig grensoverschrijdend seksueel gedrag werd te lang weggefrommeld. Omdat niet iedereen Trouw en eerdere publicaties of recente reacties in Het Parool las, hier een samenvatting aangevuld met persoonlijke informatie en de vraag om een extern, geheel onafhankelijk onderzoek.

 

Samenvatting aangevuld met persoonlijke informatie

Ligtvoet begint met historische details over het in Duitsland decennialang wijdverbreide jongens misbruik in de jeugdbeweging en op een exclusief internaat. ‘Genormaliseerd’ door de verheffing tot Pedagogische Eros: de opvoeding van een jongen door een oudere leraar in een hogere wereld van schoonheid en literatuur. Iets goddelijks, zo bezong de dichter Stefan George (1886 – 1933). Wolfgang Frommel (1902 – 1986) verafgode en imiteerde hem en vormde samen met Percy Gothein - ooit als 14-jarige deel van George’s Kreis – een eigen kring van uitverkoren vrienden en na de intieme opvoedende liefde erbij in te lijven jongelingen. Hiertoe versierde hij in Berlin in de jaren twintig de 13-jarige Billy Hilsley en in 1933 in Frankfurt de 14-jarige Friedrich Büri, mooie Joodse jongens. Hilsley, nu zelf grootmisbruiker, werd later in Ommen muziekleraar op de Quakerkostschool voor uitgeweken Joodse kinderen. Naar Nederland gevlucht roofdier Frommel kwam er graag op (be)zoek. Vanaf 1942 initieerde hij aan de Herengracht de rijke Duitse traditie van de Pedagogische Eros, inclusief een buitengemeen verheerlijken van George. De inwijding - die zijn leraar pas tot ‘vriend’ maakte - vereiste een seksuele initiatie van de pupil, soms echt een rituele verkrachting.

Een paar dagen na de publicatie van september bezocht ik een lieve, belezen bejaarde vriend die naar ik weet Trouw leest. Ik twijfel of ik deze bedachtzame, keurige heer van stand wel kan vragen wat hij vond van Trouw’s  griezelstory. Tot mijn verbijstering valt hij onverwacht fel uit en vertelt duidelijk geëmotioneerd hoe zijn goede vriend P.R. hem als jong student eens mee nam naar Castrum. Hij trof er in de gang een mooie, spiernaakte knaap, begreep dat het er goed fout zat, vluchtte het pand uit en wilde er nooit meer naar terug. Maar ondanks zijn smeken er mee te stoppen bleef zijn dispuutsgenoot er heen gaan, raakte geheel in de ban, en pleegde tenslotte zelfmoord. Met zovele decennia later weer een brok in de keel: “Hij werd totaal verpest door dat vreselijke huis vol valse nichten. Verdorven, slecht, dat was het”.  Een jong student had meteen door dat wat zich daar aan de gracht afspeelde niet zo fris was Maar het huidige CP bestuur beweert stellig dat Gisèle niets afwist van het jarenlange geformaliseerde misbruik binnen de muren van haar pand.

 

Seks als belangrijk onderdeel van Pedagogische Eros

Rond de kunstenares Gisèle van Waterschoot van de Gracht (1912 – 2013) schreef Susan Smit in 2013 de historische roman ‘Gisèle’, maar nu verscheen Annet Mooij’s indrukwekkende, goed gedocumenteerde biografie. Ze had als jonge vrouw een verhouding met de (getrouwde) Limburgse glazenier Joep Nicolas. Haar glas-in-lood werk wordt mooi genoemd. Later volgde in Bergen een bijzondere zielsverwantschap met Roland Holst, bij wie ze vervolgens in 1940 compleet in de ban raakte van de intrigerende zinnelijke dichter Frommel uit Heidelberg. Tijdens de oorlogsjaren viel ze gepassioneerd voor de bij hen aan de gracht ondergedoken Büri, Frommels grote jongensliefde, maar in wezen heteroseksueel. Volgens Mooij wist Gisèle dat seks een belangrijk onderdeel vormde van de Pedagogische Eros. Besefte ze echt niet hoe te ver het kon gaan? Het fysieke contact mocht er overigens geen seks worden genoemd, het was immers een uiting van het hogere, al zou een buitenstaander het gezien de ongelijkwaardige machtsverhoudingen veelal zeker grensoverschrijdend noemen.

 

Uitgesproken vrouwonvriendelijk

De anti-hetero, anti-huwelijk opvoeding indoctrineerde dat vrouwen verachtelijke wezens waren. La Gisèle mocht hun onderdak, eten en meer betalen, maar werd veelal minachtend weggezet als ‘das Weib’. Bij de mystieke sessies waarbij George’s poëzie werd gedeclameerd werd ze als vrouw absoluut niet toegelaten, al werden nieuwe pupillen wel aan haar voorgesteld. Zij was echter, legt Mooij uit, meesteres in het van nare dingen wegkijken en alles omkneden tot mooie sprookjes. Zo bleef ze - hoewel jarenlang uitgebuit en ondanks de waarschuwingen van Roland Holst en de scepsis van haar latere echtgenoot d’Ailly - betoverd door de uiterst charismatische, erudiete maar ook zo manipulatieve en tot op hoge leeftijd zo bronstige Frommel en onderhield hem tot zijn dood.

De panseksuele man met zijn wilde manen – hij voerde graag de geuzennaam van de geile bosgod Pan – die anderen voorhield ‘houd je verre van de vrouw’, maar zelf graag vrouwen verleidde, onverwacht besloop en besprong. Want ook vrouwen kwamen naar de mannengemeenschap Castrum, zoals Andreas Burnier, die in 1965 CP beschreef als “een collectief narcisten”. Ja, Christiane Kuby en Joke Haverkorn woonden er jarenlang. Soms vergezelden echtgenotes hun man. Want sommige uitverkorenen verkozen later verder te leven als de heteroseksueel die ze altijd al waren. Onvoorstelbaar, maar enkelen van hen introduceerde hun prille jonge zoontje bij CP of stuurde het met een veel oudere ‘vriend’ op vakantie, waarbij na veel zoenen helaas echte seks moest volgen. Het was immers een eer te mogen behoren bij Wolfgang’s zich hoog boven gewone mensen verheven wanende sektarische kring. En velen noemden Frommel een grote persoonlijkheid en een inspirerende vriend.

 

Zo dubbel

Hoewel binnen het uitgesproken vrouwonvriendelijke Castrum slechts gedoogd, erbuiten werd ook Gisèle door velen bewonderd en bewierookt. Evenals Frommel wist ook zij mensen te betoveren. Alhoewel - ik heb haar nooit ontmoet, maar ik herinner toch me een door velen gevoelde boosheid jegens haar. Arnold d’Ailly was in mijn jeugdjaren een geliefd burgemeester en een gewaardeerd lid van de remonstrantse kerk. Een ware schokgolf ging door Amsterdam en de broederschap toen hij in 1956 af moest treden vanwege een buitenechtelijke relatie met Gisèle, waar hij in 1957 mee zou trouwen. Het was een schandaal. Zij voelde zich er als goed katholiek meisje wel wat schuldig over. Als kind kende ik door de toen in Zuid geliefde wekelijkse ’Verteluurtjes’ van de remonstrantse dominee Jet Modderman de vier kinderen d’Ailly, en in de tijd dat hij zijn gezin verliet was een dochter bij roeivereniging Nereus onze stuurvrouw. Dat die eens zo bewonderde vader hen dit aandeed. Hoe slecht moest die andere vrouw wel niet zijn. D’Ailly, nu weer bankier, was stapelverliefd en verviel bij haar tot een ietwat verlaat puberaal gedrag. Overluid gedichten brallend tot ongenoegen van omwonenden, stoer rondrijdend in een open groene auto’tje. Negen jaar later stelde mijn toenmalig lief me Arnold en Gisèle als rolmodel voor: samen gaan wonen, dan liefst net als zij, met elk een eigen etage. Maar ik reageerde ‘Die dame hoef ik niet als voorbeeld’.  De afkeer bleek nog steeds diep. Ligtvoet heeft overigens aanwijzingen dat ook d’Ailly op de hoogte was van Frommel’s pedosexueel genieten.

Castrum Peregrini is tegenwoordig een ’Huis voor Cultuur, Vriendschap en Vrijheid’, een cultureel centrum met exposities en lezingen - waar Frommel ’s bestaan vrijwel is uitgewist, maar wel vol verfijnde herinneringen aan uitsluitend Gisèle. Tot idool, tot rolmodel, verheven hoewel ze jarenlang nauwelijks werd gedoogd en trieste wantoestanden negeerde, dus toeliet. Op 11 september werd hier Annet  Mooij’s “De eeuw van Gisèle” gepresenteerd, de biografie met veel moois maar ook schokkende informatie. Het bood het Castrum bestuur een kans om openlijk afstand te nemen van het zo besmette verleden. Maar nee. Voorkwam het weglaten van een vragenronde een het zoete feestje verstorende scherpe vraag? Hun site meldt slechts dat de banden met het vroegere verleden, Frommel’s vriendenkring en zijn gedachtengoed zijn doorgesneden. Is dat genoeg?

Het is zo dubbel. Zeker kan niet worden ontkend dat Frommel in de oorlog zijn nek uitstak en door zijn lef en contacten met de bezetter mensen heeft weten te helpen. Dat Gisèle en Wolfgang aan de Herengracht een plek gaven aan twee (niet toevallig mooie ) jonge joodse onderduikers, door Frommel meegenomen van de Quakerschool. Ze kregen hiervoor in 1973 de eervolle Yad Vashem onderscheiding, terwijl in 2106 Job Cohen op de buitengevel van CP een plaquette voor Gisèle’s heroïsche oorlogsdaden onthulde. In 1977 werd Frommel  benoemd tot Officier van Oranje Nassau, in 2011 de 98-jarige Gisèle tot Ridder van Oranje Nassau.

 

Stockholmsyndroom

Maar vanwege de niet te ontkennen goede daden mag de schade die Frommel en zijn vriendenkring jarenlang veroorzaakte niet worden gemarginaliseerd. Ligtvoet noemt in Trouw hoe ‘de afgelopen maanden in Duitsland een mediastorm woedde over het seksueel misbruik van jongens en jongemannen in het Amsterdamse Castrum Peregrini’. In Nederland deden echter zijn bekentenissen zomer 2017 geen stof opwaaien, ondanks de kort daarna los gebarsten #MeToo hype. Maar ja, dat ging aanvankelijk vooral over beroemde misbruikte vrouwen. Wel beschuldigden oude ingewijden Ligtvoet van nestvervuiling. Alleen Harm Ede Botje en Sander Donkers beschreven in Vrij Nederland van 24 februari jl. de levenslang trauma’s bij indertijd minderjarige slachtoffers, en hoe moeilijk hun losbreken was geweest door het je identificeren met de oudere agressor; een puur Stockholm syndroom. Er zal goed over zijn nagedacht voordat de voormalig cultureel attaché uit New York Ligtvoet de negatieve ervaringen van hem en zijn man, nu TEFAF directeur, beschreef en veel over de Frommel kring onthulde. Dit kunnen gewoon geen rare verzinsels zijn. Ook de interviews van Ede Botje en Donkers klinken verdrietig waarheidsgetrouw. Er ligt de bekentenis van Daniël Boeke die zoals Ligtvoet citeert zich door Frommel ‘offerlam op het altaar van een erotische passie’ voelde. Deze feiten – en er is meer - mogen niet langer zo toegedekt blijven. Zelfs de paus treedt na het lange Vaticaanse doodzwijgen op tegen roomse geestelijken die zich vergrepen, ook Jehova’s, de  Oudkatholieken en de Dalai Lama spreken nu over misbruik in eigen kring.

Ligtvoet schreef in het Parool (29.09) een zwaar J’ácusse aan Marjan Schwegman en Job Cohen, deel van het zeskoppige Comité van aanbeveling van het CP. Ze laten hem, zijn man, in de  kou staan. Zij reageerden (Het Parool 4.10) Ligtvoet’s voorstelling van zaken niet te delen. Inderdaad, het CP verzocht eerder een commissie naar het Castrum verleden te kijken. Deze had geen specifieke kennis van seksueel misbruik en geen speciale focus op de systematische pederastische handelingen, afgedaan als slechts incidentele gevallen. Gewezen wordt op het faciliteren van een te starten onderzoek bij de UvA – maar weer gericht op de geschiedenis - en het openen van een helpdesk bij het CP. Is dit niet naïef? Wie gaat zich melden op uitgerekend de plaats van het vroegere delict. Naar mijn mening heeft Ligtvoet een punt (Het Parool, 5 oktober) als hij ijvert voor een geheel onafhankelijk onderzoek, dus zonder enige relatie met de te onderzoeken instelling. Niet weer onder de vleugels van het CP, met directeur sinds 1998 Michael Defuster - zelf nog ‘ingewijde’ volgens de Eros traditie. Al zegt hij sinds zijn komst in 1984 de toen bedlegerige dementerende Frommel niet gezien te hebben. Wanneer start het OM een extern onderzoek; wanneer komen er vragen in de Gemeenteraad van Amsterdam? En wie schrijft een biografie over Frommel, inclusief zijn contacten met de Quakerschool en Hilsley? Waarom niet Annet Mooij?

 

Bronnen:

Frank Ligtvoet – Castrum Peregrini weet niet wat onafhankelijk is. Het Parool 5 Oktober 2018; Comité van Aanbeveling Castrum Peregrini – Castrum Peregrini vaart nieuwe koers. Het Parool 4 oktober 2018; Frank Ligtvoet – Kijk niet weg van misbruik Castrum. Het Parool 29 september 2018; Annet Mooij - De eeuw van Gisèle. Mythe en werkelijkheid van een kunstenares. De Bezige Bij. 2018; Frank Ligtvoet - Pedagogische Eros: een Duitse aandoening. Trouw Letter&Geest, 8 september 2018; Monica Soeting - Hoedster v n Frommels libido. Trouw Letter&Geest, 8 september 2018; Harm Ede Botje en Sander Donkers - Kindermisbruik binnen de kringen van kunstgenootschap Castrum Peregrini. Vrij Nederland 24 februari 2018; Frank Ligtvoet – In de schaduw van de meester. Seksueel misbruik in de kringen van Wolfgang Frommel. Vrij Nederland 10 juli 2017; Joke Haverkorn van Rijswijk - Distant memories to W. Würzberg. 2013.

 

* Machteld Roede was tot 2002 verbonden aan de Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte van de Universiteit van Maastricht.