Verhoging rolrechten sluit armen buiten rechtbank

Civis Mundi Digitaal #72

door Lode Goukens

Het Belgische parlementaire jaar begon op 20 september 2018 met een verhoging van de rolrechten. De aanwezige parlementariërs stemden tegen advies in van tientallen organisaties die zich bezighouden met armoedebestrijding dit wetsontwerp met verhoging van rechten door de Kamercommissie.[i] Deze rolrechten dienen betaald te worden om een zaak te kunnen beginnen bij de rechtbank. De reden van het nieuwe wetsontwerp was trouwens dat het Grondwettelijk Hof in 2017 de vorige wet op bepaalde punten vernietigd had.[ii]

Figuur 1 satirisch blad De Notenkraker

 

Elke persoon zal voortaan 50 € moeten betalen bij de vrederechter (een soort kantonrechter). Juist deze laagste rechtbank behandelt banale geschillen zoals onbetaalde facturen of huurproblemen van de gewone man. De regering besloot eerder ook al onder een bepaald bedrag (circa 1850 €) het recht op beroep af te schaffen. Dit tot groot jolijt van deurwaarders en advocaten van nutsbedrijven die met algemene voorwaarden de vrederechter eigenlijk eerlijke rechtspraak onmogelijk maken. De vrederechtbank was dus al een verstekfabriek van de schuldindustrie tegen burgers, nu wordt het de speeltuin van multinationals of overheden tegen de kleine man die zelfs de toegang tot de rechtbank ontzegd wordt.

Bij de rechtbank van eerste aanleg of de rechtbank van koophandel wordt het nog gekker. Het opstarten van een echtscheidingsprocedure, het vragen van een verblijfsregeling van kinderen of onbetaalde facturen van handelaren gaat liefst 165 € kosten nog voor de zaak aanvang neemt. Wie in beroep gaat zal zelfs tot 400 € moeten neertellen voor toegang tot de rechtbank en zelfs tot 650 € om in Cassatie te gaan. Dat dit op gespannen voet staat met het EVRM en de Belgische Grondwet artikel 23 stoorde de verkozenen des volks niet. Tweederde van die verkozenen is overigens jurist van opleiding en zij worden net als ieder ander niet geacht de wet niet te kennen.

Het Platform Recht voor iedereen betreurde “de algemene verhoging van rolrechten”. Dit platform groepeert een paar dozijn organisaties gaande van de Jezuïeten voor vluchtelingenhulp tot instellingen ter bestrijding van kansarmoede.

 

De hoger geciteerde beroepsprocedure levert een verhoging van bijna 100% op aan de rechtszoekende.

 

Dit Platform Recht voor iedereen zet zich in om de toegang tot justitie te garanderen. “Elke burger heeft het recht om zich als eiser of verweerder te wenden tot een rechtbank of een hof met de bedoeling een geschil te kunnen beslechten. De drastische prijsverhogingen om een zaak bij een rechtbank neer te leggen maakt de toegang nog moeilijker.” aldus hun persbericht.

Figuur 2 karikatuur van libertaire Franstalig-Zwitserse website 1dex.ch

 

De overheid zal trouwens aan deze verhogingen weinig geld verdienen, maar voor de zwakkeren in de maatschappij zijn het hoge financiële drempels. Niet enkel armen, maar vooral de burgers die op de grens van armoede leven zullen het slachtoffer worden van deze klassenjustitie met parlementaire goedkeuring. Een rechtszoekende zonder financiële reserve, ziet de toegang tot justitie drastisch ingeperkt. Deze verhoogde rolrechten komen bovenop een multitude aan kosten. De meest hatelijke zijn allicht de rechtsplegingsvergoeding of de kosten van een gerechtsdeurwaarder. De rechtsplegingsvergoeding is meestal al 1440€ “voor niet in geld waardeerbare geschillen” en dit per aanleg. De dagvaardingen via de deurwaarder kosten eveneens honderden euro’s per partij en per keer. Slechts een zeer beperkte en willekeurige pro deo-regeling dekt een deel van die kosten.

Achter deze hervorming van de rolrechten zit een strategie van minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Een strategie om de gerechtskosten op te trekken. Eerst was er de invoering van de BTW op de erelonen van advocaten. Een verhoging van 21% van de kosten voor een burger. Daarna kwam er een bijdrage voor het financieringsfonds voor rechtsbijstand (nadat het Grondwettelijk Hof de onbillijke kosten opgelegd aan armen die beroep deden op pro deo rechtsbijstand ongrondwettelijk verklaarde in een arrest begin 2018. Dus verlegde de minister die kosten naar de procedure. De kwaliteit van de gratis rechtsbijstand blijft helaas even slecht ondanks het feit dat de overheid ze betaalt aan de aangestelde advocaten. De balies die de Bureaus voor Juridische Bijstand (BJB) beheren proberen daarnaast ook al zoveel mogelijk rechtszoekers af te wimpelen met allerhande ontvankelijkheidscriteria en arbitraire beslissingen. Tegen die beslissingen van de BJB die dus eigenlijk onder de orde van advocaten ressorteert (officieel onder de balie van het gerechtelijk arrondissement) is geen verhaal mogelijk. De BJB ziet zelf toe op haar eigen wettelijke taak. Geen verhaal en geen controle mogelijk dus.

Ondertussen zuchten de burgers onder al deze opgeklopte kosten om een zaak in te leiden of de mogelijk nog toekomstige kosten tijdens de procedure. Het resultaat en de bedoeling van de minister is het uitsluiten van minder gefortuneerden van de rechtsgang.

Nochtans heeft het Grondwettelijk Hof heeft de wetgever al meermaals gewaarschuwd voor de impact van gerechtskosten op de toegang tot rechtspraak. Met stijgende verbazing moet de buitenstaander vaststellen dat de wetgever dit vierkant aan de laars lapt. De hervorming van de rolrechten is de zoveelste, maar zeker niet de laatste maatregel die de kosten van juridische procedures ondraaglijk maken.

Figuur 3 een karikatuur van de extreemrechtse partij Vlaams Belang die afkopen zaken hekelde in 2014 (auteur onbekend)

 

Alles tezamen leidden al deze hervormingen tot het ontzeggen van het recht om toegang tot de rechter te hebben aan een steeds grotere groep van de bevolking. Het is zondermeer een beschamende evolutie in een rechtsstaat of een welvaartsstaat. In plaats van te moderniseren of te rationaliseren, verschuift de minister met de tot stemmachine herleidde parlementsleden de rekening van justitie naar de bevolking en schept alzo een nieuwe groep van rechtsarmen of rechtelozen.



[ii] http://www.const-court.be/public/n/2017/2017-013n.pdf