De roep om meer democratie

Civis Mundi Digitaal #72

door Jan de Boer

Sinds het moment dat het begrip ’revolutie’ ideologisch in de ban is gedaan, worden in het algemeen de veranderingen in de institutionele inrichting van onze samenleving als ’evoluties’ gedicteerd door de dynamiek van de geschiedenis beschreven. Men ziet het resultaat ervan als een lineair verbeteringsproces van menselijke samenlevingen die onvermijdelijk leiden naar de huidige hervormingen. Dit artikeltje is bedoeld ter overdenking van dit proces.

 

In de actuele discussies over ervaringen van alternatief bestuur in ondernemingen vinden we dit verbeteringsproces terug. Meestal zijn deze vormen van alternatief bestuur gelegitimeerd, niet als een breuk met het huidige kapitalistische systeem, maar als het effect van zijn eigen onvermijdelijke evolutie. Vernieuwend bestuur in ondernemingen is in dat kader gebaseerd op verdeling van macht, op het subsidiariteitsbeginsel wat betreft het nemen van beslissingen of op de autonomie van groepen werknemers.

Maar tegelijkertijd passen deze veranderingen in de geschiedenis van het streven van menselijke samenlevingen vanaf hun begin om zich te ontdoen van autoritaire, gecentraliseerde door een paar mensen beheerste bestuursvormen ter wille het invoeren van steeds democratischer vormen van machtsverdeling. Wat laat ons nu deze geschiedenis zien?

 

De historicus George Duby, één van de belangrijke figuren van de ook door mij aangehangen methode van globale geschiedenisbeschrijving door de historici van ’les annales’ heeft te midden van allerlei andere werken over de Middeleeuwen in zijn boek ’Hommes et structures du Moyen Age’ (1973) de complexe en zichzelf beperkende machtsrelaties tussen de sociale standen beschreven. Albert Rigaudière heeft in zijn boek ’Gouverner la ville au Moyen Age’(1993) aangetoond hoe de steden geraffineerde bestuurssystemen uitvonden om zich te verzetten tegen eerst de feodale, later de koninklijke machten. Recentelijk heeft Peter Wirtz in zijn essay ’Governance of Old Religious Orders: Benedictines and Dominicans’ (2017) beschreven hoe het bestuur van de kloosters op democratische wijze vorm kreeg. Zo vond de verkiezing van de abt uit het midden van de monniken plaats waarbij iedere monnik het woord kreeg. Er was ook een grote autonomie van elk klooster binnen de betreffende kloosterorde. De middeleeuwen waren niet het tijdvak van een koninklijke en kerkelijke autoritaire en gecentraliseerde macht zoals nu vaak afgeschilderd wordt, maar integendeel een veelvoud van plaatsen met autonome en onafhankelijke besturen. Men zou er aan moeten hechten om zich door deze talrijke praktijken te laten inspireren voor ook nu meer democratische vormen van bestuur zoals gesuggereerd wordt in het collectieve geschrift ’Le Vrai Visage du Moyen-Age. Au delà des idées reçues’ (2017).

Pas in latere moderne tijden deed de centralisatie van de macht zich gelden, eerst met het koninklijke absolutisme in de zeventiende eeuw, gevolgd door de natiestaten in de daaropvolgende eeuw en bevestigd door de ontwikkeling van steeds grotere en gemondialiseerde ondernemingen vanaf de negentiende eeuw. De briljante filosoof-socioloog Norbert Elias heeft in zijn werk ’La Dynamique de l’Occident’ (1939) de geschiedenis beschreven van de groeiende en overheersende concentratie van de productieve bestaansmiddelen met het samengaan van concentratie van machten die dit alles controleren.

In oppositie met deze achterliggende tendens in de samenlevingen hebben zich moderne eisen voor meer democratie ontwikkeld die gestalte kregen in revolutionaire protestbewegingen tegen de machten die de productiemodellen geheel naar zich toe trekken.

 

Helder inzicht in het verleden helpt ons beter de hedendaagse eisen voor meer autonomie van werkers of voor het meebeslissen in de ondernemingen te begrijpen. Eerder dan genoodzaakt door de natuurlijke ontwikkeling binnen de samenlevingen, is het juister om deze eisen te verdedigen voor hetgeen ze in de woorden van de econoom Pierre-Yves Gomez uitdrukken: een nieuw hoofdstuk in het sociale protest tegen cumulatie van macht.