Ons Erfdeel

Civis Mundi Digitaal #72

door Wim Couwenberg

Inmiddels is het vierde deel van het bekende Vlaams-Nederlandse tijdschrift Ons Erfdeel verschenen. Het opent met een artikel onder te titel Over de Republiek der Letteren en de standaardtaal, en is van de hand van de hoofdredacteur, Luc Devoldere. Die schrijft nog eens over onze taal, het Nederlands, dat 350 docenten en studenten over de hele wereld in augustus naar Leuven bracht. Ze slaagden erin de voorpagina van De Standaard te halen, omdat hun liefde voor die taal blijkbaar groter is dan in het taalgebied zelf. Een verslag van dit colloquium vinden we in dit laatste nummer van dit jaar. Zelf organiseert Ons Erfdeel in Leuven een debat over taalvariatie. Ook daarvan vindt u een verslag in dit nummer. De mantra is dan dat variatie rijkdom is, zoals diversiteit dat is. Laat al die bloemen maar bloeien. De geleerden vinden dat je al die varianten moet beheersen, tot zelf de bekende Vlaamse tussentaal. Zelf denkt de hoofdredacteur dat één variant, de standaardtaal, best wat steun mag krijgen. Daar sluit ik me graag bij aan.

Na deze inleiding een prachtig artikel van de bekende Vlaamse dichteres Joke van Leeuwen, die inmiddels 40 jaar schrijver is. Om die reden vroeg Ons Erfdeel haar om een zelfportret als schrijver. In al haar werk probeert zij zwaarte en lichtheid in evenwicht te brengen, het soort humor te bezigen dat wortelt in ernst, en het soort verbeelding dat wortelt in werkelijkheid. De moeite waard is ook het artikel over het einde van het oliemannetje. Het is van de hand van de Vlaamse historicus Jo Tollebeek, en gaat over de Nederlandse cultuur in crisistijden. Nederland bracht als oliemannetje van Europa de grootmachten bij elkaar en verenigde hun culturen. Juist daaraan ontleende het zijn eigenheid. De gedachte dat de gedachte van de Nederlandse cultuur als beschaving, die het midden zocht tussen andere culturen, hield ook de lof in van een cultuur van fatsoen, evenwicht en gematigdheid.

Een opmerkelijk artikel gaat over Indonesië, onder de titel Nooit vernederlandst, nu wel verengelst. In het Indonesisch duiken almaar meer leenwoorden uit het Engels op, schrijft een medewerker van Ons Erfdeel. Waarom maken Indonesiërs zo’n mengelmoes van hun taal? Zijn voormalige kolonisator, Nederland, doet dat niet minder, voeg ik hieraan toe. Door hun nationalisme kwamen Indonesiërs wel los van het Nederlandse kolonialisme, maar voor hun taal hebben ze nooit moeten strijden: Nederland heeft zijn taal niet opgelegd in de koloniën, waardoor taalnationalisme er nooit een rol gespeeld heeft. Juist daarom kan het Indonesisch nu zo gemakkelijk verengelsen. Ook in dit opzicht volgt het zijn voormalige kolonisator. Indonesië werd aanvankelijk niet door een staat gekoloniseerd, maar door een bedrijf als de VOC. Toen de VOC failliet ging, nam Nederland de kolonie en daarmee de taalpolitiek van de VOC over. De VOC-mentaliteit heeft voorkomen dat Indonesië Nederlandstalig is geworden.

Indonesië is het enige land waar men de taal van de voormalige kolonisator niet meer spreekt. Bij gebrek aan een culturele visie kon de Nederlandse taalpolitiek het Nederlands niet tot een internationale taal maken. Minder dan 25 miljoen mensen spreken nu Nederlands, met name in Nederland, Vlaanderen, Suriname en de Caraïben. Als Indonesië ook Nederlandstalig was geworden, zouden dat er meer dan 300 miljoen zijn. Die mogelijkheid heeft ooit bestaan, maar de VOC-mentaliteit heeft dat verhinderd.