Overpopulation Awareness: Nieuwsbrief jaargang 25 Nr. 1

Civis Mundi Digitaal #76

Wat brengt ons 2019?

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na de ‘derde dinsdag in september’ stelden zowel VVD als CDA de vraag hoeveel mensen Nederland aankan. Aanleiding was een essay van Paul Scheffer, getiteld ‘Immigratie in een open samenleving’ in een bundel van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, en vooral een artikel van de demografen Jan van de Beek en Jan Latten. De regering kondigde een onderzoek aan en er ontstond direct een mediahype. Tot onze grote vreugde stond bevolkingspolitiek op de politieke agenda. Vorig jaar hebben we er een extra nieuwsbrief aan gewijd.

Wat zijn de feiten? De bevolking in Nederland groeit momenteel jaarlijks met 80.000 personen, puur door immigratie. Daar komen nog eens 25.000 baby’s bij. Exclusief verantwoordelijk voor die ‘natuurlijke aanwas’ zijn gezinnen met een niet-westerse migratie-achtergrond. Daar staat tegenover dat de autochtone bevolking krimpt. Het is om die reden begrijpelijk dat de aandacht vooral gericht is op de gevolgen van deze toevloed voor de samenleving.
Zie de onderstaande grafiek van het Centraal Bureau voor Statistiek. Als de trend doorzet, hebben over vijftig jaar ruim zes miljoen mensen in Nederland een recente migratieachtergrond:


Hoeveel mensen kunnen hier duurzaam leven?
Ondanks de relevantie van dit probleem wil de CVTM dat de vraag: ‘hoeveel mensen kan Nederland aan’ veel algemener wordt opgevat, namelijk als: ‘hoeveel mensen kunnen in Nederland duurzaam leven?’ Om die reden hebben we contact opgenomen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), dat het door de regering toegezegde onderzoek gaat coördineren. Ook hebben we in de landelijke pers hiervoor aandacht gevraagd. In een brief aan SZW hebben we thema’s aangedragen die naar onze mening alle aandacht verdienen omdat ze cruciaal zijn voor de leefbaarheid van ons land: uitstoot van broeikasgassen, zeespiegelstijging en voedselzekerheid.
Het blijkt dat er diverse instituten en ministeries bij het onderzoek worden ingeschakeld. Een eerste opzet ten behoeve van de Tweede Kamer wordt pas komend voorjaar verwacht.
Waar hebben we dat onlangs ook gehoord? Juist, bij de voorstellen van de zogeheten ‘klimaattafels’. Voordat de regering deze voorstellen omzet in beleid moet eerst worden uitgerekend hoe de koopkrachtplaatjes eruit komen te zien. Als de overheid de burger aanslaat voor de verduurzaming, dreigt een electorale afstraffing. Het kabinet wacht niet voor niets met concrete maatregelen tot na de Statenverkiezingen.
Instemming met het VN-migratiepact in Marrakech stuitte afgelopen december op de nodige politieke weerstand. Een discussie over immigratie of over een hogere energiebelasting zijn geen zaken die de regeringspartijen vóór de Statenverkiezingen in maart of de Europese Parlementsverkiezingen in mei kunnen gebruiken.
Mensen kijken met lede ogen naar sectoren die buiten schot zijn gebleven. De vervuilende industrie kan zich vooralsnog verschuilen achter emissiereductieplannen, en luchtvaartmaatschappijen komen weg met een armzalige vliegtaks.
Niemand lijkt te snappen dat we ons in een impasse bevinden. Als de burger er niet in koopkracht op achteruit wil gaan, mag de overheid hem niet zwaarder belasten. Als de burger niet meer wil gaan betalen voor producten en diensten, moeten ook bedrijven fiscaal worden ontzien. Als de fiscale druk hier te groot wordt, verleggen ondernemingen hun activiteiten naar het buitenland. Minder werkgelegenheid is het gevolg, dus minder inkomsten en minder belastingopbrengsten.

Vermindering van het aantal consumenten
De enige uitweg uit deze impasse is vermindering van de consumptievraag. Zowel in Nederland als daarbuiten is het voor de reductie van CO2-uitstoot het best om te zorgen voor vraagvermindering. Dat lukt niet door de koopkracht van de consument te verlagen. Niemand wil immers inleveren, en opkomende landen zijn alleen maar bezig met een gigantische inhaalslag waar het de materiële welvaart betreft. Vraagvermindering en daarmee het terugschroeven van de productie en vervuiling lukt enkel door reductie van het aantal consumenten, zowel in Nederland als in andere rijke en opkomende landen.
Zie hieronder hoeveel meer tonnen CO2-uitstoot een mens in een westers land per jaar kan besparen door een ‘consument’ minder op de wereld te zetten, in vergelijking tot andere persoonlijke maatregelen zoals vegetarisch eten, groene energie gebruiken, geen transatlantische vlucht maken of de auto de deur uit doen. Op het eind van onze eerste nieuwsbrief van vorig jaar hebben we uitgelegd hoe dat precies zit.

 

 

Maximaal twee miljoen
Als we geen fossiele energie meer gebruiken, zo becijfert Hans Meek in zijn boek Ecologica, dan kunnen slechts twee miljoen mensen in Nederland duurzaam leven. Dit is ook voor de ‘Club van Tien Miljoen’ een heel ongemakkelijk aantal. Tegen Meeks berekeningen valt weinig in te brengen, tenzij we een wissel trekken op technologische ontwikkelingen en (eet)gedragsveranderingen die nog lang niet tot de realiteit behoren. Daarom wil de CVTM dat de vraag: ‘hoeveel mensen kan Nederland aan?’ veel ruimer wordt opgevat dan de vraag welke mensen we hier willen hebben. We willen ook weten hoeveel mensen hier kunnen wonen als de zeespiegel stijgt en de bodem verder daalt. En hoeveel mensen binnen een systeem van kringlooplandbouw van de eigen akkers kunnen leven. Zonder fossiele energie kunnen we immers het gebruik van kunstmest en grootschalige import van voedingsstoffen wel vergeten.


Wat kunnen we verwachten van arme landen?

Mensen in arme landen willen een hogere levensstandaard. Een hogere levensstandaard betekent per definitie meer consumptie. De mensen die nu ondervoed zijn, krijgen beter te eten, de mensen die nu geen werk hebben, krijgen en baan en gaan meer consumeren; de mensen die zich nu te voet verplaatsen, krijgen mechanisch vervoer waarvoor wegen moeten worden aangelegd. Een hogere levensstandaard voor een paar miljard mensen heeft een enorme impact op de leefomgeving. Mensen die zeggen dat westerse overconsumptie het probleem is, gaan ervan uit dat mensen in arme landen arm blijven, maar dat willen die mensen absoluut niet.

 

De overvolle bus

Onze ecologische voetafdruk is in de tweede helft van de vorige eeuw gigantisch gegroeid, maar ook de gemiddelde tijd die onze voeten op aarde rusten is toegenomen. Naarmate we langer leven, neemt de bevolkingsdruk toe. Zelfs als het vruchtbaarheidscijfer wereldwijd daalt, dan zorgt een hogere levensverwachting ervoor dat de bevolkingsdruk aanhoudt. Vergelijk het met een overvolle bus: als er bij iedere halte maar weinig nieuwe passagiers instappen, maar ook steeds minder passagiers uitstappen, dan blijf de bus overvol.

Ruim 4 jaar extra levensjaren vanaf 2040
En we worden steeds ouder. Blijkens een onderzoek in het medische tijdschrift The Lancet leeft de mensheid in 2040 gemiddeld 4,4 jaar langer. Tenminste, als de medische zorg op hetzelfde niveau blijft. Wordt deze beter, dan kan de gemiddelde levensverwachting met maar liefst 7,8 jaar toenemen voor mannen en met 7,2 jaar voor vrouwen.

Vergrijzingsspook
Met lagere vruchtbaarheids- en sterftecijfers komt het ‘vergrijzingsspook’ om de hoek kijken. Vergrijzing wordt normaliter uitgedrukt als het percentage 65-plussers in de totale bevolking. De vraag is echter of dit wel een goede maat is. Heel veel 65-plussers zijn vitaal en blijven tot op hoge leeftijd zelfstandig. Ze werken langer door of leveren als vrijwilliger of oppas voor de kleinkinderen een bijdrage aan de samenleving. Een betere maat zou kunnen zijn: het percentage 65-plussers met een beperking versus de rest van de bevolking. Of het percentage mensen met een lagere gemiddelde levensverwachting dan bijvoorbeeld tien jaar tegenover het percentage mensen met een hogere gemiddelde levensverwachting.

Immigratie tegen vergrijzing?
Het blijft een hardnekkige misvatting: we hebben immigranten nodig om de vergrijzing tegen te gaan. In de onderstaande grafiek voor het Verenigd Koninkrijk kunnen we zien welke factoren zowel de omvang van de totale bevolking als het percentage 65-plussers beïnvloeden. Als de gemiddelde levensduur stijgt, neemt zowel het bevolkingsaantal als het percentage ouderen toe. Als mensen meer kinderen krijgen, stijgt vooral het bevolkingsaantal. Maar de belangrijkste conclusie: door immigratie groeit vrijwel alleen het aantal inwoners, zonder dat het percentage ouderen afneemt. Immigratie leidt alleen maar tot bevolkingsaanwas, zonder dat de vergrijzing minder wordt.

 

Afbeelding: Het verwachte aantal inwoners (verticale as) en het percentage 65-plussers (horizontale as) in het Verenigd Koninkrijk in 2100. Er zijn drie factoren die het aantal inwoners en het percentage ouderen beïnvloeden: (1) verwachte levensduur (paarse lijn), (2) gemiddeld vruchtbaarheidscijfer (blauwe lijn) en (3) aantallen immigranten (oranje lijn).
Moeten we wel steeds ouder willen worden?
De geneeskunde richt zich op het bestrijden van doodsoorzaken om mensen langer te laten leven. Maar zou zij zich niet beter kunnen richten op het voorkomen van de nare gevolgen van een langer leven? Vaak betekent dit namelijk een lange lijdensweg van hartfalen, kanker of alzheimer.
Arts en klinisch farmacoloog Anton Loonen pleit voor een beïnvloeding van het menselijk immuunsysteem. Je zou ervoor kunnen zorgen dat vanaf een bepaalde leeftijd de kans op ziektes als kanker, dementie of hartfalen kleiner wordt, maar het risico op longontsteking groter. Deze ziekte heette in de vorige eeuw ‘the old man’s friend’, omdat je zonder veel te lijden binnen een paar dagen weg bent. Door modulering van het immuunsysteem wordt de kans op een lange lijdensweg bij het ouder worden geringer en geef je akelige slopende ziektes een kleinere kans om toe te slaan.
Een revolutionair idee om over na te denken.

Terug naar de overvolle bus
Als er per jaar 10.000 mensen méér Nederland verlaten dan er binnenkomen, dan zijn we op het eind van de eeuw met 14 miljoen. Met een gemiddeld vruchtbaarheidscijfer van ca. 1,6 kind per vrouw zet de bevolkingskrimp door. Nog altijd zijn we dan met veel te veel voor een duurzame bevolkingsomvang, die, zoals gezegd, op 2 miljoen wordt geschat. Laten we zeggen dat er in de Nederlandse bus voor 2 miljoen mensen zitplaatsen zijn.
De conclusie is ongemakkelijk, maar onontkoombaar: er kan in Nederland niemand meer bij, emigratie en remigratie verdienen alle steun. Ook zou op zijn minst de huidige positieve bevolkingspolitiek van kinderbijslag en kinderopvangtoeslag na het eerste kind moeten worden gestaakt. In een situatie van overbevolking mag de overheid het krijgen en grootbrengen van kinderen zeker niet in onbeperkte mate ondersteunen.

 

Geboortebeperking in ontwikkelingslanden

We hebben het zojuist uitgebreid over Nederland gehad, maar hoe zit het eigenlijk met de geboortebeperking in ontwikkelingslanden? In 2016 rapporteerden we over een onderzoek van het Guttmacher Institute in 52 ontwikkelingslanden, verspreid over de hele wereld. Daaruit bleek dat het percentage vruchtbare vrouwen dat niet zwanger wil worden, maar niet aan anticonceptie doet tussen de 8% en 38% ligt. Volgens recent onderzoek in Oeganda is het percentage vrouwen dat ongewenst zwanger wordt zelfs gestegen, van 40,3 in 2017 naar 46,2 in 2018.
Dat heeft nauwelijks iets te maken met de beschikbaarheid van anticonceptiva Slechts 3,1% van de Oegandese vrouwen geeft aan dat ze de middelen niet kunnen krijgen of niet van anticonceptiva op de hoogte zijn. Verontrustend is dat 49,8% van de ongewenst zwangere vrouwen dacht dat ze geen kans liepen om zwanger te worden. 35,1% van hen was niet getrouwd en meende daarom niet aan anticonceptie te hoeven doen. 29,1% is bang voor bijwerkingen en 13,6% keurt anticonceptie zonder meer af.,
De helft van de vrouwen die ongewenst zwanger worden, hebben een primitieve voorstelling van zaken. Ze denken dat ze geen risico lopen, omdat ze ‘het’ niet zo vaak doen of omdat ze een kind de borst geven. Hier is dringend voorlichting geboden.
Zorgwekkender is het percentage vrouwen dat niet zwanger wil worden, maar dat anticonceptie principieel afwijst of bij wie de naaste omgeving (partner, familie) zich ertegen verzet: 13,6% van de vrouwen in Oeganda en 23% van de vrouwen in het Guttmacher onderzoek. Daar is voorlichting niet genoeg, maar is een cultuuromslag nodig
.

 

In hoeverre is het krijgen van kinderen een mensenrecht?

In hoeverre zijn mensenrechten absoluut? Overtroeft het recht van de vrouw om zoveel kinderen te krijgen als zij wil het recht van haar nakomelingen en die van anderen op een leefbaar milieu? Overtroeft dit recht het recht van de wereldgemeenschap op een leefbare planeet? Hebben de mensen die nu leven niet de plicht om te zorgen voor voldoende natuurlijke hulpbronnen voor toekomstige generaties? Heeft de menselijke soort geen verplichtingen tegenover andere soorten dan mensen? Op de internationale site van The Overpopulation Project heeft onze secretaris een beschouwing aan deze vragen gewijd.