Het streven naar winstmaximalisatie in cultuurhistorisch verband

Civis Mundi Digitaal #79

door Piet Ransijn

De bijbelse ethiek, https://dailyverses.net/nl/psalmen/119/36/nbg

Een andere bekende tekst luidt: “Wat baat het een mens als hij de hele wereld wint en schade leidt aan je ziel?”

 

Dit stuk was een bijlage bij de toelichting op de boekbespreking over de van farmaceutische industrie, waar het streven naar winst problematisch genoemd kan worden. Het streven naar winst is een algemeen probleem, een middel dat hoofddoel en waarde is geworden. Andere waarden en doelen, waarvoor de producten dienen, nl. gezondheid en welzijn, komen zo op de tweede plaats. Dit is een algemeen probleem bij de instrumentele rationaliteit en onder meer door Weber en Habermas toegelicht.

De balans tussen middelen, doelen, waarden en maatschappelijke belangen en bedrijfsbelangen slaat door in de richting van winstmaximalisatie door bedrijven. De gezondheidszorg is daarvan afhankelijk geworden. De leefwereld en andere instituties worden gedomineerd door economische systemen, die niet meer primair dienend zijn maar leidend. Dit wordt hier geïllustreerd met wat socioloog Max Weber, moraalfilosoof en econoom Adam Smith en cultuurhistoricus Christopher Lasch hierover hebben geschreven als enkelen onder velen.

Deze drie schrijvers verbinden economie met ethiek en religie, waarden en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het zijn liberale auteurs, geen semi-marxisten of ‘cryptofascisten’. Max Weber heeft een liberale democratische partij opgericht die aansluiting zocht bij de sociaaldemocraten. Zie over Weber mijn artikel in nr 67 en deel 2 in de serie over wetenschapsfilosofie. Adam Smith wordt beschouwd als  grondlegger van het economische liberalisme. Hij wordt met Keynes beschouwd als de meest invloedrijke econoom, maar doceerde moraalfilosofie en behoorde tot de ‘Schotse moralisten’. De cultuurhistoricus Christopher Lasch wordt door Couwenberg links-radicaal genoemd. Hij zou zijn opgeschoven in conservatieve richting. Links-liberaal betekent in de VS radicaal liberaal, niet socialistisch [1].

De weergegeven citaten geven te kennen dat economie en ethiek meer met elkaar verbonden kunnen zijn. Ze geven een illustratie van hoe het streven naar winst het algemeen maatschappelijk belang kan dienen als (ook) andere waarden zoals maatschappelijke verantwoordelijkheid en zingeving richtinggevend zijn. Er zijn veel meer schrijvers die daarop wijzen. Zie bijv. mijn bespreking van Marius de Geus, Filosofie van de eenvoud in nr 32.

 

Max Weber: De protestante ethiek en de geest van het kapitalisme

 “De essentie van het kapitalisme, zoals Weber het beschouwt, is… het maken van maximale winst en dat gaat door middel van de rationele organisatie van werk en productie. Het samengaan van het streven naar winst en rationele discipline vormt een uniek historisch kenmerk van het westerse kapitalisme… gedreven door wens om steeds meer te accumuleren, zodat de wens om te produceren geen grenzen kent,” aldus de liberale socioloog Raymond Aron in Main Currents of Sociological Thought.

Hierdoor kreeg de westerse economie en samenleving een bijzondere dynamiek, die nog effectiever werd door bureaucratische organisatie en toepassing van wetenschap en techniek. Maar dit alles heeft ook zijn keerzijde: vervuiling, vervreemding, bureaucratisering, demoralisering, enz. Dit is eerder toegelicht in mijn artikelen over Weber en Habermas en de moderniteitsvisie van Couwenberg. (Zie N. Wilterdink e.a., Samenlevingen, hfst 2, slot)

In de gezondheidszorg en de medische sector staan gezondheid en welzijn centraal. Bij het ontstaan van liberale kapitalisme zien we bijv. bij Adam Smith een morele visie. De protestantse ethiek heeft daarbij een significante rol gespeeld volgens Weber. Bij bedrijven, die in vroeger tijden in theorie althans nog werden gemotiveerd door de ‘moral sentiments’ van Adam Smith of de protestantse ethiek van Max Weber, overheerst nu een amoreel streven naar winst, zoals dat volgens Joris Luyendijk bij banken het geval is (Dit kan niet waar zijn: Onder bankiers).

“Technische en economische condities bepalen tegenwoordig het leven van alle mensen met een onweerstaanbare kracht, niet alleen degenen die zich met economische verrijking bezighouden. Misschien zal het hen bepalen tot de laatste ton fossiele brandstof is opgebrand… Het streven naar rijkdom is los komen te staan van zijn religieuze en ethische betekenis en wordt verbonden met louter mondaine hartstochten. Het krijgt zo het karakter van een sport.” Daarbij gaat het om winst en winnen. (Max Weber, The Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism, slot, p 181, 182. Zie ook R Tawney, Religion and the Rise of Capitalism.)

 

 Adam Smith: The Theory of the Moral Sentiments

Adam Smith schrijft in The Theory of the Moral Sentiments o.m. over “the pleasure of mutual sympathy, amiable and respectable virtues, social, unsocial and selfish passions, the sense of justice and the consciousness of merit, enz.” In laatstgenoemde titel (hfst 2) lezen we: “In de race naar rijkdom,… kan hij rennen zo hard als hij kan en iedere zenuw en spier spannen om zijn concurrenten te verslaan. Maar als hij een van hen omver zou duwen… is dat een overtreding van ‘fair play’, waar degenen die toezien niet mee kunnen instemmen… Zij sympathiseren met de benadeelde en de overtreder wordt het object van hun afkeuring… Hij voelt deze sentimenten aan alle kanten… buiten de affectie van de mensheid geplaatst.” Dit leidt tot een herziening van zijn gedrag.

Bij bureaucratische organisaties zoals multinationals en staten zal dit zo’n vaart niet lopen. Als de leidinggevenden en de mensen die er deel van uitmaken zich hiervan bewust worden, kan dit echter leiden verandering van het beleid en het gedrag. Vooral wanneer consumenten producten niet meer afnemen. Daarom lijkt kritische reflectie op omstreden gedrag zinvol.

“Het tegenovergestelde gedrag inspireert tot tegengestelde gevoelens [in plaats van afkeuring, spijt, schaamte enz.]. Een mens die vanuit propere motieven en niet vanuit ‘frivol fancy’ een edelmoedige daad heeft verricht, voelt zich onderwerp van de dankbaarheid en achting van degenen die hij een dienst bewezen heeft en van de hele mensheid. Als hij terugkijkt op het motief van waaruit hij handelde en het beschouwt in het licht waarin de onafhankelijke toeschouwer het zou zien, dan geeft hij zichzelf de goedkeuring in sympathie met deze veronderstelde onpartijdige rechter. Zijn gedrag lijkt hem dan aanvaardbaar… Hij verkeert in vriendschap en harmonie met de mensheid en kijkt naar zijn medeschepselen met vertrouwen en welwillende voldoening en verzekert zich ervan dat hij zich waardig heeft getoond voor hun positieve waardering.” (Adam Smith, The Theory of Moral Sentiments, hfst 2, p 1-3). Wat dit betreft is er nog een weg te gaan voor veel personen en organisaties.

Smith bekijkt het vanuit het gezichtspunt van anderen, van de samenleving en van de mensheid, zoals ook bijv. bij de ethicus Peter Singer, in The Point of View of the Universe: Henry Sidgwick and Contemporary Ethics, The Ethics of What We Eat;  Eén wereld: Ethiek in een tijd van globalisering  en andere werken.

 

Christopher Lasch: afname van maatschappelijke verantwoordelijkheid

Volgens de Amerikaanse cultuurhistoricus Christopher Lasch is “de ethiek van civiele verantwoordelijkheid’ (civic responsibility)… tegenwoordig verzwakt. De mobiliteit van het kapitaal en het ontstaan van een wereldmarkt droegen hiertoe bij” (The Revolt of the Elites and the Betrayal of Democracy, p 5). Dit ging gepaard met “de erosie van het democratische ideaal”, in samenhang met kapitaalconcentratie en “het imperialisme van de markt, die elk sociaal goed in handelswaar transformeert”. Geld en winst zijn de dominante factoren geworden, die andere waarden verdrongen. Trudy Dehue zegt iets vergelijkbaars in haar boek Gezondheid als keuze en koopwaar.

De Revolt komt erop neer dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid zou zijn afgenomen bij de elite en het streven naar winst minder wordt gereguleerd door morele principes. Dat zou ook samenhangen met “de achteruitgang van het publieke debat…de publieke rol van religie… en verzwakking van de middenklasse” (p 10, 14, 48). Door toenemende kapitaalconcentratie wordt de macht van multinationals groter en van de publieke sector en de individuele burger minder, die in sterke mate door economische systemen worden beïnvloed.

 

Toenemende ongelijkheid en ‘erodering van de morele infrastructuur’

In dit laatste boek ziet Lasch al in 1995 een aantal actuele tendensen toenemen. Hij verdeelt deze in drieën: 1. intensivering van sociale ongelijkheid en verdeeldheid‘, o.a. onder invloed van populistische ideologieën 2. achteruitgang van democratisch overleg, waaronder ‘algemene standaards’ en 3. ‘de donkere nacht van de ziel’. Daarmee doet hij op het verlies van zingeving en geestelijk leven, de ‘Entzauberung der Welt’, het verval van religie, en ook ‘het afschaffen van schaamte’ als specifiek aspect van normvervaging en het prevaleren van eigenbelang. Er ontwikkelt zich “een samenleving waarin niets heilig is en daarom is niets verboden.” Het leven is niet meer “ingebed in een sacrale orde, dat wil zeggen in een conceptie van het universum, die ons vertelt ‘wat we niet moeten doen’… ‘Het is verboden te verbieden’” (p 222).

Een en ander hangt samen met met “de invasie van de markt in ons privéleven, die onze morele infrastructuur van sociaal vertrouwen erodeert” (p 102). Bij Adam Smith was dat er nog en werd de samenleving “niet geheel gedomineerd door de markt,.. die niet wordt verzacht door banden van vertrouwen en solidariteit”. Het gaat om een algemeen probleem, dat bij de farmaceutische en andere industrieën meer specifiek geldt en wordt versterkt.

Over een antwoord op dit probleem is in eerdere artikelen geschreven die deels zijn genoemd. Ook Toon van Eijk en anderen gaan hierop in.

Er is uiteraard veel meer te schrijven over dit onderwerp, waar velen over hebben geschreven. Adam Smith, Max Weber en Christpher Lasch geven een aanzet en vormen een steekproef. Ze zijn het erover eens dat economie, industrie en ethiek met elkaar te maken hebben en dat ontkoppeling gepaard gaat met minder wenselijke ontwikkelingen. 

www.duurzaamnieuws.nl/de-economie-van-het-gemene-goed-dat-is-pas-ware-winst

Dit is een voorbeeld van een ander soort economie zoals er meer zijn. Van belang lijkt de verdinding van economie met ethiek en waarden, zoals bij Adam Smith en Max Weber.

“Meer en meer mensen zoeken een andere economie, die sociaal, ecologisch, rechtvaardig en democratisch is. Ze komen dan vaak uit bij de Oostenrijker Christian Felber. Hij keert de economische wegwijzers radicaal om en reikt met zijn Economie van het Gemene Goed een doordacht alternatief economisch systeem aan, dat op alle essentiële punten in overeenstemming is met onze menselijke basiswaarden. 

 

Noten

  1. Vroege werken van Lasch zoals The New Radicalism in America (1965) gaan over Amerikaanse liberalen en  radicalen. Latere werken gaan over meer conservatieve thema’s zoals gezin en gemeenschap in Haven in a Heartless World (1977). In zijn bekendste boek De cultuur van het narcisme (1979) heeft hij kritiek op egoïsme en eigenbelang. In The True and Only Heaven: Progress and Its Critics (1991) levert hij kritiek hij het vooruitgangsgeloof en The Revolt of the Elites: And the Betrayal of Democracy (1994) gaat onder meer over het nastreven van eigenbelang en het ‘versagen van de elites’, met een term van   Couwenberg (De strijd gaat voort: Liberalisme als heersende ideologie en bron van nieuwe strijd, p. 11, p 14 en Hoe universeel is de westerse idee van de moderniteit?, dat uitgebreid is besproken in eerdere artikelen)