Kerkgangers en Zuilenbouwers

Civis Mundi Digitaal #79

door Paul Cliteur

Bespreking van: Sid Lukkassen, Kerkgangers en Zuilenbouwers. De Nieuwe Zuil/Amazon, 2018.

Paul Cliteur is hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap aan de universiteit van Leiden en auteur van het boek Theoterrorism v. Freedom of Speech (Amsterdam University Press, Amsterdam 2019).

 

De humanistisch-liberale intellectueel Sid Lukkassen gaat in een nog te verschijnen bijdrage van hem aan het boek Diversiteit, identiteit en de culture wars (red. Paul Cliteur en Perry Pierik) in op het werk van de Amerikaanse auteur Cornel West (geb. 1953). Cornel West is de auteur van een artikel “Towards a Socialist Theory of Racism”. Daarin prijst hij het marxisme, maar stelt ook dat het marxisme te weinig oog heeft voor de invloed van ras buiten de strikt economische sfeer. In de woorden van Lukkassen:

 

“Met een beroep op Antonio Gramsci stelt West dat het marxisme een update behoeft voor de hedendaagse activist. De cultuur van het alledaagse leven zou grotendeels zijn besmet met racisme en racistische vooroordelen. Volgens West zijn dit restanten van een Europese cultuur die inherent fout is, want racistisch en heerszuchtig. Deze elementen moeten worden geïdentificeerd en vervolgens hervormd. West zet zich af tegen het klassieke Oudgriekse schoonheidsideaal, de rekenkunde van Descartes en de Verlichte ideeën van Francis Bacon.”

 

Goed, dit is nog te begrijpen. Althans je begrijpt wat gezegd wordt, ook al is het Rousseauistische onzin. Maar nu even in de woorden van West zelf:

 

“The psychosexual racist logic arises from the phallic obsessions, Oedipal projections, and anal-sadistic orientations in European cultures which endow non-European (especially African) men and women with sexual prowess; view non-Europeans as either cruel revengeful fathers, frivolous carefree children, or passive long-suffering mothers; and identify non-Europeans (especially black people) with dirt, odious smell, and feces. In short, non-Europeans are associated with acts of bodily defecation, violation, and subordination. Within this logic, non-Europeans are walking abstractions, inanimate objects, or invisible creatures. All white supremacist logics operate simultaneously and affect the perceptions of both Europeans and non-Europeans: black, brown, yellow, and red peoples personify Otherness and embody alien Difference.”

 

Ik worstel al lang met de vraag: hoe druk moet je je nu maken over dit soort proza? Is het schadelijk? Kan je ook zeggen: ach, laat maar links liggen? Die verleiding is groot. Althans wel voor mij. Lange tijd heb ik gedacht dat negeren de juiste houding zou zijn. Maar langzamerhand begin ik daar wat aan gaan twijfelen en die twijfel is versterkt door lezing van het werk van Lukkassen. Deze onzin wordt namelijk op de campussen van universiteiten gedoceerd, het infiltreert opvattingen over “racisme” binnen de rechterlijke macht, en ik ken keurige vrouwelijke collega’s met parelkettinkjes die mij in een achteloos moment vertellen dat zij denken dat we toch “allemaal wel onbewust een beetje racistisch zijn”, kortom, we hebben te maken met een plaag van aanzienlijke proporties. Een plaag met invloed.

         Lukkassen beschrijft in zijn boeken dat de identiteitspolitiek uit het cultuurmarxisme voortvloeit. West kenschetst de Europese cultuur namelijk als Herrschaft, een leerstelling van de Frankfurter Schule. Deze Europese beheersingsdrang zou racistisch van karakter zijn. Zwarte Amerikanen zijn er slachtoffer van en dat maakt hen tot nieuwe stoottroepen in de klassenstrijd.

In zijn nieuw verschenen boek Kerkgangers en Zuilenbouwers (2019) schetst Lukkassen in zeventien hoofdstukken zijn cultuurkritiek waarvan we de hoofdtrekken kennen uit Avondland en identiteit (2015), De democratie en haar media (2016) en Levenslust en doodsdrift (2017). Maar dit keer ontwikkelt hij die cultuurkritiek in dialogen met lezers van zijn werk. De cultuurkritiek van Lukkassen is scherp, maar ook goed filosofisch onderbouwd. Hij oogt somber, maar ook opstandig en hij geeft daarmee hoop. L’homme revolté, de mens in opstand. Sid in opstand, “ik verzet me, dus ik ben”.

In gesprekken met zijn fans (want zo mag je zijn gesprekspartners wel noemen) verzet Sid zich tegen de “informele leukdoenerij” in een cultuur die “te onsamenhangend is geworden om strenge eisen te kunnen stellen”. De “boel bij elkaar houden” staat in zo’n samenleving boven kennisoverdracht. Hij geeft inkijkjes in de slappe VVD-cultuur waaraan hij als gemeenteraadslid (Duiven) een tijdlang geparticipeerd heeft. “Rutte doceert een uur per week maatschappijleer op een VMBO: onder zijn leiding verandert heel Nederland in één groot VMBO”.

Lukkassen kan heel vilein schrijven. Hij geeft een beeld van politieke partijen die tegenwoordig net tennisverenigingen zijn geworden, maar dan zonder ballen en racket. Die partijen zijn er voor het netwerk, voor de gezelligheid, voor de lobby. En daar sta je dan met ballen en racket. Je vereniging is gekaapt. Wie wil tennissen moet dat bijna omzichtig introduceren want anders zeggen de mensen: “Die vent wil tennissen. Hou hem in de gaten!”. Je moet dus heel voorzichtig opereren en achteloos laten vallen “Als iemand een balletje wil slaan, dan kan dat hoor. Hoeft niet natuurlijk. Gaat tenslotte om de gezelligheid!”.

         Lukkassen mijdt de zware onderwerpen niet. Hij geeft een realistisch maar niet opwekkend beeld van de feiten. Hoe ziet Europa eruit tegenwoordig?

 

“Onrustige wijken, terreurdreiging, groeiend antisemitisme, overbevolking, een stuurloze EU, onbehagen rond Trump, steeds meer islam in de publieke ruimte en het algehele gevoel dat Nederland zijn identiteit verliest. Een Europa waarin mensen zich niet meer thuis voelen”. Wat onze politici echter laten zien is “wegkijkgedrag” en “hysterische morele verontwaardiging”.

 

Mooie term, hysterische verontwaardiging. Heel herkenbaar. Denk aan de criminalisering van religiekritiek waar we tegenwoordig middenin zitten. “In Duitsland leidt een tweet van AfD politici Beatrix von Storch en Alice Weidel mogelijk tot een rechtszaak, terwijl ze waarschijnlijk de gevoelens van miljoenen Duitsers vertolken.” Justitie laat zich tot instrument maken van de “hysterische morele verontwaardiging” van Social Justice Warriors. Justitie is tegenwoordig generatiejustitie (dolgedraaide babyboomers die hun waardepatroon nu via de rechterlijke macht willen afdwingen).

         Een favoriet hoofdstuk van mij uit Kerkgangers en Zuilenbouwers is het vierde: “Tegen het ondergangsdenken”. Goed luisteren millenials, goed luisteren D66ertjes: Lukkassen is géén Spengler, niet depressief, niet wanhopig pessimistisch maar wel realistisch en strijdbaar. Zijn “nieuwe kerk” is ook geen poging een of ander cultuurchristelijk alternatief voor de hedendaagse beschavingscrisis aan te bieden. Hij gaat in dit hoofdstuk in op één van de meest extreme vertegenwoordigers van het (katholieke) christendom, namelijk de hispanist Robert Lemm. Lukkassen doet verslag van een discussie die hij had met Lemm over de hedendaagse culturele malaise waarbij Lemm zich liet ontvallen:

 

“Toch zit ik niet met de islamisering. Wij zijn opgebruikt – nu komt de islam en die is vitaal. Zo ging het eerder in Byzantium en nu gaat het zo in West-Europa. Mijn kleinkinderen gaan straks naar de moskee.”

 

Lukkassen geeft aan wat dit betekent. Het betekent dat de gelovige katholiek Lemm liever ziet dat Europa zich tot de islam bekeert dan dat Europa blijft voortbestaan als een seculiere, liberale of humanistische mogendheid. Wat zegt ons dit over het geloof van Lemm en de zijnen?

 

“Kennelijk gaat het hen dus niet om de intrinsieke waarheid van het geloof, maar om het geloof als middel om politiek-maatschappelijke samenhang te organiseren.”

 

Lukkassen laat vervolgens zien dat de gevoelens van zonde, schuld en schaamte over het Europese verleden waarmee we tegenwoordig zo vaak geconfronteerd worden hun oorsprong hebben in het christendom. In Lemm vinden we een krasse en extremistische expressie van een breedgedragen gevoel in de westerse cultuur dat zeer gevaarlijk kan zijn. Het maakt ons weerloos. De masochistische wereldbeschouwing (mijn terminologie) van Lemm levert Europa en de gehele westerse wereld uit aan de barbaren. Wat Lukkassen bepleit (en hier is hij de optimist), is een wedergeboorte, een renaissance, van Europa. Niet als een teruggaan naar die decadente preoccupatie met eigen schuld, maar als herbevestiging van de vitale elementen in die cultuur.

Ter illustratie van zijn cultuurkritiek wijst Lukkassen naar de afschrikwekkende foto waarin de hedendaagse paus de voeten wast van migranten die zich hebben aangemeld bij de poorten van Europa. De paus knielde aan hun voeten.

 

 

Ik heb die foto aan verschillende kennissen laten zien. De reacties verschilden. Sommigen dachten dat de foto gefotoshopt was. Anderen zeiden: “Dat weet je toch, die vent is gek”. Maar ik realiseer me dat de reacties van mijn kennissen wellicht niet representatief zijn. Op de een of andere manier moet die paus aanhang hebben, anders zat hij daar niet. Lukkassen trekt de conclusie uit dit alles: “Dat Europa een islamitische identiteit aanneemt, is dus mede dankzij de christelijke autoriteiten”. De essentie van de religieuze beleving, schrijft Lukkassen (en daarmee zal ik eindigen) is een “verlangen naar zondigheid gepaard met een verlangen om te worden vergeven: een wens om te biechten, om te worden gereinigd en verlost door het erkennen van de eigen schuldige en zondige natuur”.

Ik kan alleen maar zeggen: Amen.